Verordening Vertrouwenscommissie voor de benoeming van een nieuwe burgemeester voor de gemeente Groesbeek 2015

1. De commissie heeft tot taak de door haarzelf en de commissaris geselecteerde kandidaten voor het ambt van burgemeester te beoordelen.

2. De commissie brengt over haar bevindingen schriftelijk en vertrouwelijk verslag uit aan respectievelijk de raad en de commissaris. Het verslag wordt voorzien van een conceptaanbeveling van twee personen.

3. De commissie verschaft zich slechts door tussenkomst van de commissaris de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten. Een uitzondering hierop kan zijn het verkrijgen van informatie via externe deskundige ondersteuning voor het beoordelen van kandidaten ten aanzien van persoonskenmerken en bestuursstijlkenmerken.

4. Indien de commissie ook andere kandidaten die op de voorgeschreven wijze hebben gesolliciteerd en die niet behoren tot de selectie van de commissaris, wil beoordelen, stelt zij de commissaris hiervan in kennis.

5. De commissie brengt haar in lid 2 bedoelde bevindingen uit op basis van de gegevens die de commissaris haar verstrekt, op basis van mondelinge en schriftelijke informatie die de door haar ontvangen kandidaten haar geven en op basis van de informatie die zij eventueel heeft verkregen via externe deskundige ondersteuning voor het beoordelen van kandidaten ten aanzien van persoonskenmerken en bestuursstijlkenmerken, zulks na weging van een en ander.

6. Bij haar werkzaamheden neemt de commissie het gestelde in de circulaire in acht.

1. De commissie kan de in artikel 2 bedoelde kandidaten uitnodigen voor een gesprek.

2. De commissie brengt haar in artikel 2, tweede lid bedoelde verslag uit op basis van deze gesprekken, alsmede de door de commissaris over de kandidaten verstrekte informatie die zij eventueel heeft verkregen via externe deskundige ondersteuning voor het beoordelen van kandidaten ten aanzien van persoonskenmerken en bestuursstijlkenmerken.

3. De commissie kan desgewenst aan de commissaris om nadere informatie over de kandidaten verzoeken, maar wint noch mondeling, noch schriftelijk inlichtingen over de kandidaten in bij derden. Een uitzondering hierop kan zijn het verkrijgen van informatie via externe deskundige ondersteuning voor het beoordelen van kandidaten ten aanzien van persoonskenmerken en bestuursstijlkenmerken.

1. De commissie bestaat uit de volgende leden:

• 1.

  De heer R. Verheijen, CDA

• 2.

  De heer P. Maas, VOLG

• 3.

  De heer H. Peters, Sociaal Groesbeek

• 4.

  De heer H. Eikholt, Groesbeekse Volkspartij

• 5.

  De heer J. Peters, Voor Berg en Dal

• 6.

  De heer R. Houkes, C’90

• 7.

  De heer T. Hoeken, PvdA

• 8.

  De heer A. ten Westeneind, Gemeente Jeugd en Sport

• 9.

  De heer J. Coerwinkel, GroenLinks

• 10.

  Mevrouw M. Ten Doesschate, VVD

• 11.

  De heer E. Ruiter, D’66

2. De commissie benoemt uit zijn midden een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.

3. Het lidmaatschap van de commissie is niet overdraagbaar. Plaatsvervangende leden worden niet benoemd.

4. Als adviseur wordt mw. R. Barber-Hendriks, wethouder, toegevoegd. De adviseur is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

5. De griffier, de heer J. van Workum, wordt als secretaris toegevoegd aan de commissie. De secretaris is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

6. De heer W. Looijen, wordt als plaatsvervangend secretaris toegevoegd aan de commissie. De plaatsvervangend secretaris is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten en het behandelde tijdens een vergadering is geheim.

2. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit noodzakelijk achten.

3. De voorzitter doet van elke vergadering ten minste 2 dagen tevoren aankondiging aan de leden van de commissie, behoudens de situaties waarin sprake is of dient te zijn, van spoedberaad.

4. De commissie vergadert alleen als een meerderheid van het aantal leden aanwezig is, zijnde 6 van de 11 stemgerechtigde leden.

5. Van de vergaderingen wordt een verslag opgesteld, dat niet openbaar wordt gemaakt.

6. De commissie kan gebruik maken van externe deskundige ondersteuning in de voorbereiding op de sollicitatieprocedure.

7. De commissie kan gebruik maken van externe deskundige ondersteuning voor het beoordelen van kandidaten ten aanzien van persoonskenmerken en bestuursstijlkenmerken.

1. De leden van de commissie, met inbegrip van de voorzitter, de secretaris, de adviseur van de commissie en de plaatsvervangend secretaris, hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect als lid, voorzitter, secretaris, adviseur van de commissie of als plaatsvervangend secretaris, aan hen mondeling of schriftelijk ter kennis is gebracht.

2. De commissie legt in elke vergadering overeenkomstig het bepaalde in artikel 86 van de Gemeentewet geheimhouding op omtrent de inhoud van stukken en omtrent het verhandelde tijdens de vergadering.

3. De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in het eerste en tweede lid wordt voldaan. De geheimhouding geldt ook tegenover de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders.

4. De leden van de commissie, met inbegrip van de voorzitter, de secretaris, de adviseur van de commissie en de plaatsvervangend secretaris verstrekken noch inzage in stukken, noch informatie over de stukken en over het behandelde in haar vergadering, aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 2.

5. Noch de leden van de commissie, met inbegrip van de voorzitter, de secretaris, de adviseur van de commissie en de plaatsvervangend secretaris, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding, waartoe het tweede lid oproept, opheffen.

6. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

7. Schending van de geheimhoudingsplicht is strafbaar op grond van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht.

1. De bevindingen, bedoeld in artikel 2, worden door de commissie vastgesteld bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De commissie streeft naar unanimiteit bij de besluitvorming.

2. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag vermeld.

3. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen in het verslag opgenomen. Deze worden ter kennis van de gemeenteraad en de commissaris gebracht.

1. De secretaris nodigt, in overleg met de commissie, namens de voorzitter, de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

2. De plaats en het tijdstip van een gesprek worden zodanig gekozen dat wordt voorkomen dat de kandidaten hierdoor aan anderen bekend raken of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen.

1. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 10, alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats.

2. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

3. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering.

3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privé-adres van de secretaris verzonden.

1. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘verordening Vertrouwenscommissie benoemingsprocedure burgemeester gemeente Groesbeek 2015’.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

3. Deze verordening vervalt met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister een besluit is genomen op de aanbeveling van de raad, met dien verstande dat het bepaalde in artikel 7 van kracht blijft.

4. Deze verordening zal aan de commissaris der Koning ter kennis worden gebracht.