Regeling vervallen per 16-06-2023

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Berg en Dal 2018

Geldend van 12-04-2018 t/m 15-06-2023

Intitulé

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Berg en Dal 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal,

Overwegende dat het college verantwoordelijk is voor de schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente,

Gelet op artikel 3, lid 1, 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

Besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Berg en Dal 2018

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt onder de volgende begrippen verstaan:

  • schuldhulpverleningstraject: het totaal van dienstverlening binnen de schuldhulpverlening vanaf de aanmelding tot en met de nazorg;

  • uitvoerder van de schuldhulpverlening: de organisatie die door de gemeente Berg en Dal is ingekocht om de schuldhulpverlening uit te voeren.

  • wet: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Tot de doelgroep van de gemeentelijke schuldhulpverlening behoren alle inwoners van de gemeente Berg en Dal van 18 jaar en ouder.

Artikel 3. Toelating tot schuldhulpverlening

Indien de noodzaak van schuldhulpverlening aanwezig is en het college een verzoeker toelaat tot schuldhulpverlening wordt de nadere invulling daarvan door de uitvoerder van de schuldhulpverlening vastgelegd, in overleg met verzoeker.

Artikel 4. Afwijzingsgronden

  • 1. Het college wijst de aanvraag af indien:

    • a.

      verzoeker niet tot de doelgroep behoort;

    • b.

      verzoeker de verplichtingen zoals gesteld in artikel 6 en 7 van de wet niet of in onvoldoende mate nakomt;

    • c.

      verzoeker zich misdraagt jegens medewerkers die belast zijn met de uitvoering van de schuldhulpverlening.

  • 2. Het college kan de aanvraag afwijzen indien:

    • a.

      verzoeker in staat is om zijn schulden zelf te regelen;

    • b.

      er sprake is van één of meerdere schulden, waarvan op voorhand duidelijk is dat zij niet binnen 18 maanden regelbaar zullen zijn;

    • c.

      de inkomens-, woon- of leefsituatie van verzoeker zodanig onzeker is dat schuldhulpverlening nog niet mogelijk is, tenzij bedoelde inkomens-, woon- of leefsituatie zich naar verwachting binnen 18 maanden zal stabiliseren;

    • d.

      verzoeker fraude heeft gepleegd en wegens de fraude onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijk strafrechtelijke sanctie opgelegd heeft gekregen. De fraude betreft hierbij financiële benadeling van een bestuursorgaan. De fraude maakt onderdeel uit van de schulden;

    • e.

      verzoeker eerder gebruik heeft gemaakt van een gestarte minnelijke schuldregeling en deze verwijtbaar voortijdig is beëindigd, tenzij er twee jaar zijn verstreken na de beëindiging;

    • f.

      verzoeker eerder gebruik heeft gemaakt van een gestarte minnelijke schuldregeling en deze succesvol is afgerond, mits men vervolgens verwijtbaar opnieuw in de schulden is geraakt en er nog geen vijf jaar zijn verstreken na de beëindiging.

    • g.

      verzoeker zich meldt voor schuldhulpverlening binnen twee jaar na afwijzing van de WSNP tenzij de afwijsreden van de WSNP aanvraag ten tijde van een nieuwe aanvraag niet meer van toepassing is.

Artikel 5. Beëindigingsgronden

  • 1. Het college beëindigd de schuldhulpverlening indien:

    • a.

      belanghebbende zich verwijtbaar niet of in onvoldoende mate heeft gehouden aan de verplichtingen zoals gesteld in artikel 6 en 7 van de wet;

    • b.

      de geboden schuldhulpverlening, gelet op gewijzigde individuele omstandigheden van belanghebbende, niet passend kan worden gemaakt;

    • c.

      belanghebbende verhuist naar een andere gemeente, mits er geen sprake is van lopende schuldregeling;

    • d.

      het minnelijk traject tot schuldregelen niet is geslaagd, en de WSNP geen mogelijkheid is;

    • e.

      belanghebbende een schriftelijk verzoek indient tot beëindiging van de schuldhulpverlening;

    • f.

      het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

    • g.

      belanghebbende zich misdraagt jegens medewerkers die belast zijn met de uitvoering van de schuldhulpverlening;

  • 2. Het college kan de schuldhulpverlening beëindigen indien:

    • a.

      18 maanden na toelating tot schuldhulpverlening wordt vastgesteld dat één of meerdere schulden niet regelbaar zijn;

    • b.

      belanghebbende gedurende het schuldhulpverleningstraject fraude heeft gepleegd en wegens de fraude onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijk strafrechtelijke sanctie opgelegd heeft gekregen. De fraude betreft financiële benadeling van een bestuursorgaan.

Artikel 6. Inwerkingtreding overgangsrecht en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag nadat de beleidsregels bekend zijn gemaakt onder gelijktijdige intrekking van de beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Groesbeek 2015.

  • 2. Een schuldhulpverleningstraject dat is gestart vóór de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels, valt nog onder de werking van de beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Groesbeek 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal op 3 april 2018,

Burgemeester en wethouders gemeente Berg en Dal,

Burgemeester,

M. Slinkman

gemeentesecretaris,

E.W.J. van der Velde