Gedragscode integriteit Volksvertegenwoordigers gemeente Bergeijk 2019

Geldend van 11-04-2020 t/m heden

Intitulé

Gedragscode integriteit Volksvertegenwoordigers gemeente Bergeijk 2019

De raad der gemeente Bergeijk;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2019;

gezien het advies van de commissie ABZ d.d. 28 november 2019;

besluit:

  • 1.

    In te stemmen met de gedragscode integriteit Volksvertegenwoordigers in de gemeente Bergeijk

Inleiding

Goed bestuur is integer bestuur. Integriteit gaat over de manier waarop we in Bergeijk handelen, met elkaar omgaan en samenwerken volgens gezamenlijke waarden en normen. Integriteit bepaalt de kwaliteit van de organisatie en de manier waarop de buitenwereld tegen de politiek en de organisatie aankijkt. Volksvertegenwoordigers en bestuurders dienen met zorgvuldigheid hun of haar rol in de vullen, de verantwoordelijkheid nemen die met de functie samenhangt en bereid te zijn verantwoording af te leggen, aan medevolksvertegenwoordigers en/of vooral ook aan de burger. Integriteit is niet alleen een kwestie van regels, maar heeft ook te maken met de onderlinge omgangsvormen. Een respectvolle omgang met burgers en organisaties, tussen politieke ambtsdragers onderling en tussen politieke ambtsdragers en ambtenaren, met behoud van eigen politieke inhoud en stijl, is van groot belang. Het schaden van de integriteit schaadt daarmee de hele gemeente en een integere overheid is de essentie voor het goed kunnen functioneren van de democratische rechtstaat.

Om deze verantwoordelijkheid goed te verwoorden zijn er o.a. in de Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur een aantal kernwaarden benoemd die gezamenlijk de term ‘integriteit’ in een breder perspectief plaatsen. In de gemeente Bergeijk herkennen wij ons in deze kernwaarden en zien we deze als de algemene bepalingen van integer handelen. Deze kernwaarden vormen de basis voor de specifieke onderdelen van deze gedragscode.

 
  • Openheid

    De volksvertegenwoordiger zorgt voor transparantie over zijn of haar nevenfuncties en handelingen. Dit maakt optimale verantwoording mogelijk en geeft de inwoners, mede-raadsleden, de voorzitter en de griffier inzicht in het handelen van het raads- en commissielid en zijn/haar beweegredenen daarbij. Enkel de regelgeving rondom vertrouwelijke en geheime informatie beperken de openheid en transparantie.

  • Vertrouwelijkheid

    De volksvertegenwoordiger gaat vertrouwelijk om met kennis en informatie en zet die niet in voor andere belangen dan voor de gemeente Bergeijk.

  • Collegialiteit

    De volksvertegenwoordiger behandelt zijn of haar mede-raads- en commissieleden en de leden van het college altijd met respect, zowel tijdens de vergaderingen als daarbuiten.

  • Zorgvuldigheid

    De volksvertegenwoordiger handelt altijd zodanig dat hij/zij alle inwoners en organisaties met respect bejegent. Hierin weegt hij/zij de belangen van betrokken partijen zorgvuldig af.

  • Betrouwbaarheid

    Op een volksvertegenwoordiger moet men kunnen rekenen. Hij/zij houdt zich aan de afspraken. Kennis en informatie waarover hij/zij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij/zij alleen aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

  • Onafhankelijkheid

    De volksvertegenwoordiger vermijdt belangenverstrengeling, ook de schijn ervan.

  • Dienstbaarheid

    De volksvertegenwoordiger zet zich altijd in voor het belang van de gemeente en de organisaties en bewoners die daar onderdeel van uitmaken.

De gemeente Bergeijk wil blijvend investeren in integriteit. Het doel van deze gedragscode is de waarden van ons bestuur naar onszelf en elkaar uitspreken. Integriteit dient een blijvend onderwerp van gesprek te zijn, zowel tijdens vergaderingen als daarbuiten. Gemaakte afspraken zijn een hulpmiddel om dit te benoemen, een leidraad om elkaar te wijzen op ieders gedrag en keuzes.

Integer handelen door volksvertegenwoordigers kan alleen in een cultuur en in een organisatie waar ook de waarden van goed bestuur worden na­gestreefd. Het is belangrijk dat raads- en commissieleden zich bewust zijn van hun rol en gedrag in de samenleving en hier transparant in zijn. Gekozen raads- en commissieleden vervullen hun rol niet alleen tijdens de vergaderingen of op het gemeentehuis, maar op ieder moment gedurende de raadsperiode. Volksvertegenwoordiger ben je altijd, ook in privésituaties, tijdens het dagelijkse werk, in de media en op internet. De verantwoordelijkheid in het omgaan met niet openbare informatie, het voorkomen van belangenverstrengeling en de collegialiteit naar andere raads- en commissieleden stopt niet bij het verlaten van het gemeentehuis, maar wordt gedurende de periode op ieder moment uitgedragen.

In het tweede lid, van de Gemeentewet is de zorgplicht van de Burgemeester ten aanzien van het bevorderen van de bestuurlijke integriteit binnen de gemeente opgenomen. Om de burgemeester hierin te ondersteunen wordt voorgesteld om in de gemeente Bergeijk twee vertrouwenspersonen uit de gemeenteraad te benoemen. Deze twee raadsleden worden op voordracht van de burgemeester, in samenspraak met het presidium, benoemt. Zij bieden advies aan raad- en commissie bij twijfel over situaties en handelingen en ondersteunen de burgemeester en griffier tijdens een onderzoeksproces naar integriteitsmeldingen.

Integriteit is een thema dat betekenis krijgt in het handelen. Een integriteitsbeleid dat alleen op papier bestaat is slechts een dode letter. Daarom moet het handelen van volksvertegenwoordigers onderwerp van gesprek zijn, juist ook onderling, en ook daarbij geeft de gedragscode ondersteuning. De gedragsode vormt een leidraad bij twijfel, vragen en discussies. Hierbij ligt er ook een taak voor de partijbesturen. Zij selecteren en screenen kandidaten voor de kieslijst en dienen zich bewust te zijn van de positie van de raads- en commissieleden en hen te wijzen op de gezamenlijke waarden van integer bestuur. Het niet nale­ven van de gedragscode zelf heeft geen rechtsgevolgen. Volksvertegenwoordigers dienen elkaar aan de spreken op de naleving en uitvoering van de gedragscode, zonder elkaar af te rekenen. Dit geldt tijdens de vergaderingen, maar ook daarbuiten binnen de fractie of politieke partij en in het dagelijkse leven.

Deze waarden en onderliggende afspraken worden vastgelegd in een gedragscode integriteit. De gemeenteraad stelt zowel voor de eigen leden een gedragscode vast. Deze gedragscode is de leidraad voor het handelen van individuele volksvertegenwoordigers c.q. de raads- en commissieleden en heeft tot doel hen te ondersteunen bij de invulling van hun verantwoordelijkheid voor de integriteit van het openbaar bestuur.

Het rechtskarakter van de gedragscode integriteit Bergeijk 2019 is dat van een interne regeling, als nadere invulling en concretisering van de wettelijke regels. De gedragscode bevat gedragsnormen en regels over procedures die de transparantie in het handelen van volksvertegenwoordigers vergroten, hen tracht te beschermen tegen (de schijn van) belangenverstrengeling en een beroep doet op een integere onderlinge omgang.

Leeswijzer:

De gedragscode integriteit Bergeijk 2019 is opgebouwd uit zes thema’s: Onderlinge omgang, voorkomen van belangenverstrengeling, nevenfuncties, omgaan met informatie, omgaan met geschenken en uitnodigingen en gebruik van gemeentelijke voorzieningen. Daarnaast heeft de gedragscode afspraken rondom de uitvoering van de gedragscode. Deze hoofdstukken bestaan uit de artikelen van de gedragscode en uitgeschreven toelichting en verduidelijking. De uitvoering van de gedragscode vraagt om processtappen hoe om te gaan met meldingen over (het vermoeden van) integriteitsschendingen. Deze zijn opgenomen in de processtappen.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

  • 1.

    Artikelen gedragscode algemene (begrips-)bepalingen

  • 1.1

    In deze gedragscode wordt verstaan onder:

    • Belangenverstrengeling: Kwesties waar een raads- of commissielid zelf een persoonlijk belang bij heeft of kwesties waarbij het gaat om een belang van de partner, naaste familie of een ander individu of organisatie waarbij hij/zij een substantiële betrokkenheid heeft.

    • Dagelijks bestuur: Het dagelijks bestuur van de gemeente Bergeijk c.q. het College.

    • Nevenfuncties: alle functies die een volksvertegenwoordiger naast de raadsfunctie vervult, onafhankelijk of hij hiervoor inkomsten ontvangt en onafhankelijk hoeveel uren hij aan deze functie besteedt;

    • Volksvertegenwoordigers: Raadsleden, commissieleden en fractieondersteuners in de gemeente Bergeijk.

  • 1.2

    Deze gedragscode geldt voor volksvertegenwoordigers in de gemeente Bergeijk, maar richt zich ook tot de bestuursorganen.

  • 1.3

    Volksvertegenwoordigers zijn bekend met hun rol en voorbeeldfunctie en herkennen zich in de kernwaarden van integriteit en integer handelen.

  • 1.4

    Volksvertegenwoordigers dragen gedurende de raadsperiode altijd hun integriteit uit, ook in privésituaties.

  • 1.5

    Volksvertegenwoordigers melden het begaan van misdrijven als privépersoon, altijd bij de voorzitter en de griffier.

  • 1.6

    Deze gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 1.7

    Deze gedragscode is een aanvulling op de wettelijke regelingen.

Hoofdstuk 2 Onderlinge omgang

  • 2.

    Artikelen gedragscode onderlinge omgang

  • 2.1

    Volksvertegenwoordigers gaan zowel tijdens raadsbijeenkomsten alsook daarbuiten respectvol met elkaar, met collegeleden, met ambtenaren en met inwoners om.

  • 2.2

    Volksvertegenwoordigers houden zich tijdens de raadsvergadering aan het reglement van orde en volgen de aanwijzingen van de voorzitter op.

  • 2.3

    Volksvertegenwoordigers onthouden zich in woord, gebaar en geschrift, inclusief elektronische berichten, van persoonlijke aanvallen op raads-, commissie-, of collegeleden en ambtenaren in of rondom vergaderingen en in het openbaar.

  • 2.4

    Volksvertegenwoordigers zijn zich ervan bewust dat in externe communicatie en op sociale media de grenzen tussen publiek en privé vervagen en houden rekening met de risico’s die het gebruik van (sociale) media meebrengt voor de uitoefening van hun functie als volksvertegenwoordiger.

Integriteit is niet alleen een kwestie van regels, maar ziet ook op de onderlinge omgangsvormen.

Ieder raads- of commissielid, collegelid, ambtenaar en inwoner verdient respect. Een respectvolle omgang met elkaar maakt het beter mogelijk met elkaar tot een werkelijke beraadslaging te komen. Dat is wezenlijk voor een zorgvuldige besluitvorming. Bovendien is de manier waarop het college en de raad met elkaar omgaan zowel tijdens raadsbijeenkomsten alsook daarbuiten van invloed op de geloofwaardigheid van de politiek. Het is uiterst moeilijk om exact aan te geven wat ‘respectvol’ is, zeker in een politiek debat dat soms heftig kan zijn.

Bij een politiek debat horen interrupties en het benadrukken van onderliggen verschillen, maar dit dient wel respectvol en binnen de orde van de vergadering te gebeuren. Hieronder wordt verstaan:

  • Elkaar op normale toon te woord staan;

  • Elkaar laten uitpraten;

  • Als een ander het woord voert dit niet verstoren;

  • Geen scheld- of schuttingwoorden gebruiken;

  • Geen discriminerende opmerkingen maken;

  • Geen agressie naar elkaar toe tonen.

Daarnaast zijn er nog andere aspecten van respectvol gedrag die echter minder zichtbaar (kunnen) zijn, zoals bijvoorbeeld:

  • Aandacht tonen voor degene die aan het woord is;

  • Ruimte bieden voor de meningen van anderen;

  • Reageren wanneer men daartoe aangesproken of uitgenodigd wordt.

Ten aanzien van het aspect ‘aandacht tonen voor degene die aan het woord is’ kan vermeld worden dat het niet de bedoeling is dat raadsleden tijdens vergaderingen onnodig met andere zaken, zoals sociale media, bezig zijn. Het vermelde aspect van aandacht tonen ten aanzien van degene die het woord voert moet een voldoende appél zijn aan alle deelnemers aan de vergadering om daar op een consciëntieuze en integere manier mee om te gaan. In de eerste plaats werken zij onder de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders of, voor de ambtenaren van de griffie, onder de verantwoordelijkheid van de raad. Zij zijn daarnaast niet in de gelegenheid om op het moment dat zij genoemd worden zelf te reageren. Respectvol handelen betekent ook dat de rol van de voorzitter ten aanzien van het leiden van de vergadering, onder meer het verdelen van spreekbeurten geaccepteerd wordt en dat de aanwijzingen van de voorzitter opgevolgd worden.

Ook buiten de vergaderingen dienen volksvertegenwoordigers respectvol en collegiaal met elkaar om te gaan. In de politiek is ruimte voor elkaars zienswijzen en onderlinge meningsverschillen, maar gezamenlijk vormen de raads- en commissieleden het algemeen bestuur van onze gemeente. Elkaar niet respectvol behandelen straalt niet goed af op de volksvertegenwoordiger, zijn of haar fractie en de gemeente Bergeijk als geheel. Volksvertegenwoordigers hebben de morele plicht als voorbeeld te dienen voor de inwoners. Ook dat gaat verder dan strafbare feiten en persoonlijk gewin, onderlinge omgang als vertegenwoordigers van verschillende groepen in de samenleving dient, als voorbeeld hoe deze groepen zich tot elkaar verhouden en een volksvertegenwoordiger dient zich daar bewust van te zijn.

Dit geldt ook in de media en op het internet. Pers en toehoorders verwachten een verschil van mening tussen raads- en commissieleden en dat is politiek van belang deze inhoudelijk uit te drukken, maar volksvertegenwoordigers dienen hier niet in door te slaan. Een afwijkend standpunt is nooit een reden om een mede- raads- of commissielid, collegelid, ambtenaar of inwoner persoonlijk, in woord of daad, te benadelen of zwart te maken. Dit geldt zeker op sociale media, zoals Facebook of Twitter.

Hoofdstuk 3 Voorkomen van belangenverstrengeling

  • 3.

    Artikelen gedragscode voorkomen van belangenverstrengeling

  • 3.1

    Een volksvertegenwoordiger moet actief en uit zichzelf de schijn van belangenverstrengeling tegengaan.

  • 3.2

    Een volksvertegenwoordiger mag zijn invloed en stem niet gebruiken om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander(e organisatie) waarmee hij of zij een persoonlijke betrokkenheid heeft.

  • 3.3

    Een volksvertegenwoordiger onthoudt zich in ieder geval van deelname aan de stemming en beraadslaging tijdens de raadsvergadering als er sprake is van persoonlijk of geldelijk belang.

  • 3.4

    Een volksvertegenwoordiger maakt zijn of haar onthouding van het besluitvormingsproces vroegtijdig bekend bij de voorzitter van de vergadering.

  • 3.5

    Een volksvertegenwoordiger onthoudt zich, bij beslissingen waarbij belangenverstrengeling dreigt, van de beïnvloeding van de besluitvorming in de andere fases van het besluitvormingsproces, inclusief standpuntbepaling binnen de raadsfractie.

  • 3.6

    De gemeenteraad en de griffier waken ervoor dat tot de raad behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden.

  • 3.7

    Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen leggen de raads- en commissieleden in de vergadering, in handen van de voorzitter, de eed of de belofte af.

De Gemeentewet heeft raadsleden op verschillende manieren bescherming geboden tegen de verleiding van belangenverstrengeling en tegen de schijn ervan. Dat begint met het afleggen van de eed of de belofte. De eed vormt de wettelijke basis van waaruit volksvertegenwoordigers starten bij het accepteren van hun functie. Zij zweren of beloven dan getrouw te zijn aan de Grondwet en de wetten na te komen, maar ook dat ze de plichten als raads- of commissielid naar eer en geweten vervullen. Dit is de basis van het handelen en het gedrag van volksvertegenwoordigers.

De wet geeft de gemeenteraad de verantwoordelijkheid om ervoor te waken dat persoonlijke belangen van raadsleden de besluitvorming niet beïnvloeden. Met persoonlijk belang wordt gedoeld op ieder belang dat niet behoort tot de belangen die de gemeenteraad uit hoofde van zijn taak behoort te vervullen. Deze waakzaamheid geldt ook als het gaat om de schijn van belangenverstrengeling. Let wel: het gaat hier om persoonlijke belangen; het gaat niet alléén om persoonlijk gewin, persoonlijk voordeel of persoonlijke financiële inkomsten. Raadsleden moeten dus beoordelen of er sprake is van een persoonlijk belang waardoor belangenverstrengeling ontstaat die de besluitvorming onterecht kan beïnvloeden. Deze verplichting geldt gedurende het gehele proces van besluitvorming en niet alleen tijdens de stemming. Het is in het belang van politieke ambtsdragers zelf dat het voorkomen van de schijn van belangenverstrengeling zo expliciet in de gedragscode is opgenomen. Daarnaast verbiedt de wet raadsleden expliciet te stemmen als er sprake is van een aangelegenheid waarbij een raadslid een persoonlijk belang heeft.

Wanneer is er sprake van belangenverstrengeling?

In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat het erom gaat dat het raadslid zichzelf of mensen of organisaties waarbij het raadslid verbonden is, niet mag bevoordelen. Het kan gaan om situaties waarbij het raadslid familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente. Dan dient het raadslid zich te onthouden van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht. Een persoonlijk belang gaat ook over bevoordeling van familierelaties of de vereniging waarvan het raadslid bestuurslid is. Het gaat er daarbij niet alleen om daadwerkelijk belangenverstrengeling te voorkomen, maar ook de schijn van. Voorkomen van schijn van belangenverstrengeling van raadsleden is bijvoorbeeld ook niet in een bestuur gaan zitten van een belangen- of actiegroep. Lid zijn van een algemene vereniging is (meestal) geen probleem, maar lid zijn van een bestuur of Raad van Toezicht van een vereniging of instelling kan dat wel zijn. Bijvoorbeeld als de vereniging of instelling gemeentelijke subsidie ontvangt. Ook kan belangenverstrengeling voorkomen bij betrokkenheid van partners, ouders of kinderen in een situatie met de gemeente. Voorbeelden hiervan zijn partners met een bezoldigde functie bij of in verlengde van de gemeente of het beïnvloeden van procedures rondom onroerend familiebezit. Belangenverstrengeling voorkomen betekent niet alleen niet mee stemmen, maar ook zich niet met de betreffende casus te bemoeien. Bemoeien met de casus is bijvoorbeeld tijdens de fractiebehandeling, maar ook op het gemeentehuis als het raadslid wil lobbyen bij ambtenaren. Indien het gaat om het lidmaatschap van een vereniging dan kan een bestuursfunctie eerder duiden op substantiële betrokkenheid dan alleen een lidmaatschap.

Hoofdstuk 4 Nevenfuncties

  • 4.

    Artikelen gedragscode nevenfuncties

  • 4.1

    Volksvertegenwoordigers leveren bij aanvang van het raads- of commissielidmaatschap de informatie over de (neven)functies die openbaar gemaakt moeten aan bij de griffier.

  • 4.2

    Als tijdens het lidmaatschap nieuwe (neven)functies aanvaard worden of de omstandigheden rondom bestaande (neven)functies wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de griffier.

  • 4.3

    De informatie betreft in ieder geval:

  • 4.3.1

    De omschrijving van de (neven)functie;

  • 4.3.2

    De organisatie voor wie de (neven)functie wordt verricht;

  • 4.3.3

    Of het al dan niet een (neven)functie betreft uit hoofde van het raadslidmaatschap; en

  • 4.3.4

    Of de (neven)functie bezoldigd of onbezoldigd is.

  • 4.4

    De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 4.5

    Een volksvertegenwoordiger mag bepaalde in de Gemeentewet opgesomde functies niet uitoefenen, genoemde overeenkomsten niet aangaan en genoemde handelingen niet verrichten.

De Gemeentewet eist van raads- en commissieleden dat zij alle functies openbaar maken die zij vervullen naast het raadslidmaatschap. Op die manier wordt het voor andere raads- en commissieleden, fractievoorzitters, collegeleden, partijbestuurders, de griffier en de gemeentesecretaris mogelijk een raadslid te waarschuwen voor de kwesties waarin belangenverstrengeling dreigt. Deze informatie is openbaar en dus ook toegankelijk voor burgers en pers.

In de wet staat een opsomming van de regelgeving die samenhangt met de integriteit van raadsleden, waaronder de verboden combinaties van functies en handelingen. Artikel 15, eerste en tweede lid, Gemeentewet stelt een aantal incompatibiliteiten met raadslidmaatschap en enkele nevenfuncties. Volksvertegenwoordigers mogen in geschillen, waar het gemeente(bestuur) partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn en zij mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middellijk aangaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend. Op overtreding staat uiteindelijk de sanctie van schorsing en vervallenverklaring van het lidmaatschap van de volksvertegenwoordiging (artikelen X7, X7a en X8 Kieswet). Het zijn van volksvertegenwoordiger sluit het hebben van een aantal andere functies uit (artikel 13 Gemeentewet). Dat leidt er uiteindelijk toe dat betrokkene ophoudt lid te zijn van de volksvertegenwoordiging (artikel X1 Kieswet). Artikel 15 geeft verder een aantal voor raadsleden verboden handelingen. Het zijn veelal handelingen die de integriteit van het gemeentebestuur in het geding kunnen brengen. Deze wettelijke bepaling beoogt de integriteit van het gemeentebestuur, maar ook die van het raadslid te waarborgen. De verboden handelingen betreffen het verrichten van diensten voor de gemeente of voor derden en het aangaan van bepaalde overeenkomsten. Centraal staat het feit dat voorkomen moet worden dat de besluitvorming oneigenlijk wordt beïnvloed als gevolg van een persoonlijk belang van een raadslid, die immers een algemeen belang dient te behartigen. Deze bepaling beoogt zuiverheid te scheppen in de onderlinge verhouding.

Hoofdstuk 5 Omgaan met informatie

  • 5.

    Artikelen gedragscode omgaan met informatie

  • 5.1

    De gemeenteraad ziet er op toe dat het college van Burgemeester en Wethouders de raad goed informeert.

  • 5.2

    Met betrekking tot informatie wordt onderscheid gemaakt tussen geheime, vertrouwelijke en (niet) openbare informatie. De verplichting tot geheimhouding moet worden bekrachtigd door de gemeenteraad en kan alleen door het desbetreffende orgaan worden opgeheven. Van de verplichting tot geheimhouding wordt ook uitdrukkelijk op de stukken melding gemaakt.

  • 5.3

    Een volksvertegenwoordiger zorgt ervoor dat niet-openbare, vertrouwelijke en geheime informatie waarover hij/zij beschikt veilig wordt bewaard.

  • 5.4

    Een volksvertegenwoordiger maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen niet openbare, vertrouwelijke en geheime informatie.

  • 5.5

    Een volksvertegenwoordiger gaat zorgvuldig om met niet-openbare brieven en e-mails van anderen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender informeert het raadslid hier eerst naar of overlegt met de griffier.

Openbaarheid vormt de basis van het overheidshandelen. De gemeenteraad heeft o.a. een controlerende taak richting het college. Daarvoor moet de raad beschikken over adequate informatie. Hoewel openbaarheid het uitgangspunt is, is niet voor niets voorzien in de situatie dat bij een behoorlijk functioneren van het gemeentebestuur soms andere belangen dan openbaarheid tijdelijk belangrijker kunnen zijn met het oog op de zorgvuldigheid. Besturen vergt soms dat men elkaar vertrouwelijk kan informeren. In de Gemeentewet is het informatierecht van de raad geregeld.

De algemene uitgangspunten voor het omgaan met informatie zijn:

  • 1.

    Alle stukken van de gemeente en vergaderingen van de raad zijn in beginsel openbaar, tenzij bij of krachtens de wet anders is geregeld of er nadrukkelijk persoonsgegevens in staan.

  • 2.

    College en/of raad besluiten alleen tot geheimhouding, vertrouwelijkheid of niet-openbaar van stukken of van het ter vergadering behandelde als dat strikt noodzakelijk is.

  • 3.

    Het college en/of de raad besluiten welke status de zaken hebben die niet voor de openbaarheid in aanmerking komen krijgen.

Bij informatie die niet voor openbaarmaking in aanmerking komt, kan men denken aan: financiële en strategische belangen van de gemeente of van een derde, zoals een onderhandelingspartner. In zo’n geval kan besloten worden dat de informatie niet openbaar is. Hierbij is er een verschil tussen informatie die niet-openbaar, vertrouwelijk en geheim is. Geheime informatie wordt apart benoemd in art. 25 gemeentewet en het schenden van de geheimhoudingsplicht is een misdrijf (artikel 272 Wetboek van Strafrecht). Documenten of andere informatie die persoonsgegevens van inwoners bevatten zijn sinds de invoering van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) per definitie niet-openbaar

Als het college de gemeenteraad stukken met geheime informatie zendt (bijvoorbeeld contracten of grondexploitatieberekeningen), dient de gemeenteraad de status in zijn eerstvolgende vergadering te bekrachtigen. Als de gemeenteraad de geheimhouding bekrachtigt, mogen over de inhoud van die stukken geen mededelingen naar buiten worden gedaan. Ook kan de gemeenteraad zelfstandig geheimhouding opleggen (artikelen 25, 55 en 86 Gemeentewet). Informatie kan ook vertraagd openbaar zijn, waarbij het na een vooraf door de gemeenteraad bepaald moment automatisch openbaar wordt gemaakt.

Grofweg zijn er vijf verschillende soorten informatie.

  • 1.

    Openbare informatie

    • Algemeen: De informatie is openbaar en voor iedereen beschikbaar.

    • Informatieverstrekking: Publicatie openbaar op iBabs en website gemeente.

    • Informatie delen: De informatie mag met iedereen gedeeld worden.

    • Status veranderbaar: Niet aan de orde: eens openbaar is altijd openbaar.

  • 2.

    Openbare informatie met niet openbare persoonsgegevens

    • Algemeen: De besluiten die persoonlijke gegevens bevatten zijn openbaar, maar men mag deze persoonsgegevens niet op het internet plaatsen.

    • Informatieverstrekking: De documenten inclusief persoonsgegevens staan op iBabs of achter een slotje of zijn geanonimiseerd.

    • Informatie delen: Je mag deze informatie delen, maar zonder de persoonsgegevens erin te betrekken en niet via internet.

      • -

        Consequenties: Je overtreedt in principe de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

      • -

        Het College Bescherming Persoonsgegevens kan een dwangsom opleggen toepassen wanneer je deze wet overtreedt.

    • Status veranderbaar: Nee de status van de persoonsgegevens wijzigt niet.

  • 3.

    Niet openbare informatie

    • Algemeen: De informatie is niet openbaar en alleen beschikbaar voor raads- en commissieleden, college, griffie, medewerkers van de gemeente Bergeijk en expliciet genoemde betrokkenen.

    • Informatieverstrekking: De informatie is intern beschikbaar, maar niet voor derden, zoals bijvoorbeeld personen/instanties buiten de gemeente. De informatie kan op iBabs beschikbaar gesteld worden voor de raads- en commissieleden achter een slotje.

    • Informatie delen: Je mag de informatie intern delen, maar niet met derden.

      • Consequenties: Delen met externen is een inbreuk op deze gedragscode integriteit. De gemeenteraad kan een disciplinaire maatregel opleggen.

    • Status veranderbaar: Ja, als de gemeenteraad besluit tot openbaarheid of de einddatum bij een vertraagde openbaarheid verdaagt.

  • 4.

    Vertrouwelijke informatie

    • Algemeen: De informatie is niet openbaar en alleen beschikbaar voor raads- en commissieleden, college, griffie, betrokken medewerkers van de gemeente Bergeijk.

    • Voorbeelden: Onderhandelingsposities gemeente, lopende rechtelijke procedures, lopende aanbestedingen.

    • Informatieverstrekking: De informatie is voor raads-, commissieleden en betrokken medewerkers in te zien bij de griffier na ondertekening voor inzage en wordt niet op iBabs geplaatst.

    • Informatie delen: De informatie mag alleen worden gedeeld met de mensen die toegang hebben gekregen tot de informatie. Raads- en commissieleden die de informatie hebben ingezien bij de griffier mogen deze informatie alleen delen met raads- en commissieleden die ook hebben getekend voor inzage.

      • -

        Consequenties: Delen met externen of internen zonder ondertekening is een inbreuk op deze gedragscode integriteit. De gemeenteraad kan een disciplinaire maatregel opleggen.

    • Status veranderbaar: Ja, als de gemeenteraad besluit tot openbaarheid of de einddatum bij een vertraagde openbaarheid verdaagt.

  • 5.

    Geheime informatie (art. 25 gemeentewet)

    • Algemeen: De informatie is strikt niet openbaar en alleen beschikbaar voor een vooraf bepaalde groep betrokkenen.

    • Voorbeelden: Informatie rondom burgemeestersbenoemingen.

    • Informatieverstrekking: Niet, er wordt uitdrukkelijk het predicaat “geheim” op de stukken gelegd.

    • Informatie delen: Geheimhouding geldt voor allen die kennis hebben van het behandelde en/of de stukken. De informatie mag dus niet met anderen worden gedeeld.

      • -

        Consequenties: Strafrechtelijke procedure volgens artikel 272 Wetboek van Strafrecht.

    • Status veranderbaar: in het geval van burgemeestersbenoemingen niet, andere onderwerpen wordt na een verloop van tijd bekijken of geheimhouding langer noodzakelijk ik. Als dat het geval is wordt de geheimhouding opgeheven.

Het kan nooit zo zijn dat een raadslid voor zijn of haar informatievergaring een beroep moet doen op de Wet openbaarheid van bestuur. Raadsleden bekleden immers in het gemeentelijk stelsel een belangrijke en bijzondere positie. Zij zijn als gekozen volksvertegenwoordigers verantwoordelijk voor het gevoerde bestuur. Het recht op inlichtingen op grond van het artikel 169 en 180 gaat verder dan het recht op informatie op grond van de WOB.

Het is belangrijk de juiste maatregelen te treffen om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet in de digitale setting worden gedacht aan de beveiliging van de computer, smartphones e.d. met wachtwoorden en het niet onbeheerd achterlaten van computerapparatuur met vertrouwelijke/geheime informatie.

Hoofdstuk 6 Omgang met geschenken en uitnodigingen

  • 6.

    Artikelen gedragscode omgaan met geschenken en uitnodigingen

  • 6.1

    Een volksvertegenwoordiger accepteert geen geschenken, faciliteiten en diensten als zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.

  • 6.2

    Incidentele geschenken die een volksvertegenwoordiger uit hoofd van zijn ambt ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen worden, als zij niet worden teruggestuurd, eigendom van de gemeente. Incidentele geschenken die een geschatte waarde van onder € 50 vertegenwoordigen mag een volksvertegenwoordiger houden.

  • 6.3

    De griffier legt een register aan van de geschenken met een geschatte waarde van meer dan € 50. In het register is aangegeven welke bestemming de gemeente hier­aan heeft gegeven. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 6.4

    Een volksvertegenwoordiger gebruikt faciliteiten of diensten van anderen die uit hoofde of vanwege de raadsfunctie worden aangeboden, niet voor privédoeleinden.

  • 6.5

    Een volksvertegenwoordiger accepteert lunches, diners, recepties en andere uitnodigingen die door anderen betaald of georganiseerd worden, alleen als:

  • 6.5.1

    dat behoort tot de uitoefening van het raadswerk;

  • 6.5.2

    de aanwezigheid beschouwd kan worden als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente, uitnodiging met beschreven doel omtrent de gewenstheid van de aanwezigheid);

  • 6.5.3

    tegelijkertijd de schijn van niet integer handelen niet aan de orde is of kan zijn;

  • 6.5.4

    er geen besluitvorming door de raad in het verschiet ligt aangaande de uitnodigende partij.

  • 6.6

    Een volksvertegenwoordiger meldt werkbezoeken, excursies, evenementen en (buitenlandse) reizen, in de functie van volksvertegenwoordiger, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen dan de gemeente of de volksvertegenwoordiger zelf betaald worden.De uitnodiging mag alleen geaccepteerd worden als het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente en er geen schijn van niet integer handelen is. De informatie wordt opgenomen in het geschenkenregister door de griffier, is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 6.7

    De kosten voor deelname aan werkbezoeken, excursies, evenementen en buitenlandse reizen als volksvertegenwoordiger, voor rekening van anderen dan de gemeente, maakt de volksvertegenwoordiger binnen één week na deelname open­baar. De informatie wordt opgenomen in het geschenkenregister door de griffier, is openbaar en via internet beschikbaar.

De gedragscode stelt dat geschenken, faciliteiten en diensten niet worden geaccepteerd als hiermee de onafhankelijke positie van het raadslid of commissielid kan worden beïnvloed. Dat is in ieder geval aan de orde in onderhandelingssituaties. Om praktische redenen mogen incidentele kleine geschenken (met een geschatte waarde van € 50 of minder, bijvoorbeeld een bos bloemen) door het raads- of commissielid worden aanvaard. Duurdere of structurele geschenken worden niet aanvaard. Zij worden teruggestuurd of eigendom van de gemeente, die zorgt voor een goede bestemming van het geschenk. In een openbaar register worden opgenomen welke geschenken van meer dan € 50 de gemeente heeft aanvaard en welke bestemming daaraan is gegeven.

Verder benoemt de gedragscode excursies, evenementen en (buitenlandse) reizen die betrokkenen als raads- of commissielid aanvaardt, maar niet door de gemeente worden georganiseerd. Excursies, evenementen en (buitenlandse) reizen op eigen kosten en in de hoedanigheid van lid van een politieke partij vallen hier niet onder. De gemeenteraad kan een raadscommissie of een delegatie toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. Die excursie/reis moet zijn georganiseerd door of vanwege de gemeente. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

Hoofdstuk 7 Gebruik van voorzieningen van de gemeente

  • 7.

    Artikelen gedragscode gebruik van voorzieningen van de gemeente

  • 7.1

    Een volksvertegenwoordiger houdt zich aan het beleid dat is vastgesteld voor het gebruik van interne voorzieningen van algemene aard, zoals vergaderkamers, computerapparatuur met toebehoren, laptop, tablet en dergelijke.

  • 7.2

    Van een volksvertegenwoordiger wordt verwacht dat hij zorgvuldig en bescheiden omgaat met de gemeentelijke faciliteiten en deze in ordelijke staat achterlaat c.q. terugbezorgt.

  • 7.3

    Een volksvertegenwoordiger declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

Raads- en commissieleden krijgen voor hun raadswerk de beschikking over een aantal faciliteiten en over financiële middelen van de gemeente. Raads- en commissieleden beschikken veelal over eigen voorzieningen zoals een laptop of tablet. Van een raadslid wordt onder meer verwacht dat hij zorgvuldig en bescheiden omgaat met de gemeentelijke faciliteiten en deze in ordelijke staat terugbezorgt.

Aan raads- en commissieleden worden rechtspositionele voorzieningen, (onkosten-) vergoedingen en andere verstrekkingen geboden die een goed functioneren van de volksvertegenwoordigers mogelijk maken. Hierbij gelden een aantal principes:

  • a.

    In beginsel worden voorzieningen en verstrekkingen in bruikleen ter beschikking gesteld;

  • b.

    Indien een voorziening of verstrekking niet in bruikleen ter beschikking kan worden gesteld, wordt de factuur direct ten laste van de begroting van de gemeenteraad betaald;

  • c.

    Het vergoeden van vergoedingen achteraf, door het indienen van declaraties, wordt tot een minimum beperkt;

  • d.

    De onkostenvergoedingen van volksvertegenwoordigers worden openbaar gemaakt op internet.

Uitgangspunt is hier dat zo weinig mogelijk uitgaven door de volksvertegenwoordiger zelf worden gedaan via zijn of haar privérekening. Geldstromen tussen de rekening van het bestuursorgaan en de persoonlijke rekening van de volksvertegenwoordiger maken een zwaardere controle op de uitgaven noodzakelijk. Er zijn voor raads- of commissieleden voorschriften opgenomen in de verordening Rechtspositie over de wijze van declaratie (inclusief het overleggen van bewijsstukken) van vooruit betaalde (zakelijke) kosten en over rechtstreekse facturering van (zakelijke) kosten.

Hoofdstuk 8 Uitvoering gedragscode

  • 8.

    Artikelen gedragscode uitvoering gedragscode

  • 8.1

    De gemeenteraad ziet erop toe dat de gedragscode door volksvertegenwoordigers en door het dagelijks bestuur wordt nageleefd en bevordert de eenduidige interpre­tatie van deze gedragscode. In geval van onduidelijkheden in de gedragscode voorzien zij daarin. De voorzitter van de raad en de griffier ondersteunen de raad hierbij.

  • 8.2

    Raads- en commissieleden spreken elkaar binnen de raad, de fractie of de politieke partij aan op het naleven van de gedragscode. Hier ligt ook een taak voor partijbesturen.

  • 8.3

    De burgemeester vraagt in samenspraak met het presidium twee raads- of commissieleden als vertrouwenspersoon integriteit voor volksvertegenwoordigers.

  • 8.4

    Als twijfel bestaat bij een volksvertegenwoordiger of een handeling integer is, dient een volksvertegenwoordiger dit eerst met de vertrouwenspersoon integriteit te bespreken.

  • 8.5

    Indien de vertrouwenspersonen van oordeel zijn dat er daadwerkelijk sprake is van een (vermoeden van) schending van de integriteit, dan wordt hierover contact opgenomen met de burgemeester.

  • 8.6

    Op voorstel van de burgemeester maakt de gemeenteraad ter uitvoering van de gedragscode afspraken over:

  • 8.1.1

    de periodieke bespreking van het onderwerp integriteit in het algemeen en van de gedragscode in het bijzonder;

  • 8.1.2

    de processtappen die worden gevolgd ingeval sprake is van een vermoeden van een integriteitschending door een politieke ambtsdrager van de gemeente.

  • 8.7

    De processtappen en andere afspraken, bedoeld in 8.6, maken deel uit van deze gedragscode.

  • 8.8

    De gedragscode wordt bij aanvang van elke raadsperiode in opdracht van het presidium geëvalueerd en vernieuwd.

Integriteit is zoals gezegd nooit volledig in regels, afspraken en beschreven waarden vast te leggen. Het is daarom van belang dat integriteit continu onderwerp van gesprek blijft in Bergeijk. De voorzitter van de raad en de griffier ondersteunen hierbij.

Als een raads- of commissielid twijfelt over een bepaalde handeling of situatie van zichzelf of zijn/haar omgeving, dient hij/zij deze eerst te bespreken in de directe omgeving, bijvoorbeeld binnen de fractie of met de fractievoorzitter. Als dat gezien de aard van het vermoeden onwenselijk is of het vermoeden blijft onbesproken kan een volksvertegenwoordiger het gesprek aangaan met de vertrouwenspersonen integriteit. In het tweede lid, van de Gemeentewet is de zorgplicht van de Burgemeester ten aanzien van het bevorderen van de bestuurlijke integriteit binnen de gemeente opgenomen. In de gemeente Bergeijk is er voor gekozen om daarnaast twee vertrouwenspersonen uit de gemeenteraad te benoemen. Deze twee raadsleden worden op voordracht van de burgemeester, in samenspraak met het presidium, benoemt. Als het vermoeden van integriteitsschending dermate ernstig wordt geacht, begint de burgemeester het onderzoeksproces. Voor meldingen van buiten de gemeente over vermoedelijke integriteitsschending door volksvertegenwoordigers blijft de burgemeester, ondersteunt door de griffier, het directe aanspreekpunt. Deze stappen zijn meegenomen in de processtappen integriteit.

Veel van het werk van volksvertegenwoordigers bevindt zich buiten het gemeentehuis, bijv. in vergaderingen, activiteiten of werkbezoeken van de politieke partij of fractie. Ook bij deze gelegenheden zijn integriteit en integer handelen van groot belang. Raads- en commissieleden dienen elkaar erop aan te spreken, maar ook voor partijbesturen ligt hier een taak. Volksvertegenwoordigers zijn lid van een politiek partij, maar zetten zich bovenal in voor het belang van de gemeente en haar inwoners en organisaties. Partijbesturen moeten dit actief meegeven aan de raads- en commissieleden en hen helpen om (de schijn van) belangenverstrengeling te mijden. De voorzitter van de raad zal daarom tijdens de kandidaatstellingprocedures het gesprek met de partijbesturen over integriteit aangaan.

Alle leden van de gemeenteraad en de raadscommissies ontvangen bij benoeming een exemplaar van de gedragscode. Tenminste 2 keer per raadsperiode wordt door de raad, de commissies en het college aandacht besteed aan het onderwerp integriteit, ter bevordering van de bewustwording hierover. Dit gebeurt middels een daarvoor belegde bijeenkomst. Mogelijk dat de evaluatie en bijstelling van de gedragscode vaker nodig is, wellicht dat een concrete gebeurtenis daar aanleiding toe geeft. Evaluaties kunnen leiden tot een bijstelling van de gedragscode. Deze dient dan opnieuw ter besluitvorming aan de gemeenteraad te worden voorgelegd.

Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de gedragscode:

  • -

    Het bespreken van integriteitskwesties;

  • -

    Het signaleren van vermoedens van schendingen van de gedragscode;

  • -

    Het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de gedragscode;

  • -

    Het optreden naar aanleiding van schendingen van de gedragscode.

In iedere fase is het van belang om onpartijdig, terughoudend met publiciteit en zorgvuldig te zijn.

Alleen dan kan een rechtvaardige handhaving van de gedragscode worden gegarandeerd. Daarom is het noodzakelijk om over de naleving van de gedragscode afspraken te maken. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Processtappen integriteit.

Processtappen integriteit Volksvertegenwoordigers

De processtappen integriteit dienen ter bevordering van de bewustwording m.b.t. integriteit. Onderstaande stappen zijn van toepassing op raads- en commissieleden.

Ingeval van een vermoeden van een integriteitsschending worden de volgende stappen doorlopen:

  • 1.

    Aanspreken op vermoeden van integriteitsschending

Ingeval er een vermoeden bestaat van integriteitsschending door een raads- of commissielid ten aanzien van een ander raads- en commissielid spreekt men eerst elkaar daarop aan. Eventueel in het bijzijn van de fractievoorzitter van de fractie van betrokken raadslid.

  • 2.

    Melden vermoeden van integriteitsschending aan de vertrouwenspersonen

Indien er daarna nog steeds sprake is van een vermoeden dan wordt contact gezocht met de vertrouwenspersonen in de raad en wordt het vermoeden voorgelegd. Een melding hoeft niet noodzakelijkerwijs te gaan over een vaststaand feit, er kan ook sprake zijn van een vermoeden. Meldingen van geringe omvang of die enkel betrekking hebben op de onderlinge omgang worden door de vertrouwenspersonen afgehandeld.

  • 3.

    Start onderzoek n.a.v. vermoeden integriteitschending

Indien de vertrouwenspersonen van oordeel zijn dat er daadwerkelijk sprake is van een (vermoeden van) schending van de integriteit of van een strafbaar feit, dan wordt hierover contact opgenomen met de burgemeester. De burgemeester beoordeelt de melding op:

  • -

    de aard van het feit;

  • -

    de ontvankelijkheid van de melding;

  • -

    de ernst van de zaak;

  • -

    de valideerbaarheid van feiten en omstandigheden;

  • -

    de positie of persoon van de bron en de persoon van het lid van de gemeenteraad of de wethouder in kwestie;

  • -

    de geloofwaardigheid/waarschijnlijkheid van signalen;

  • -

    de spoedeisendheid/actualiteit van de melding.

  • 4.

    Vertrouwelijk gesprek over de melding

Zodra de details van de melding vastgesteld zijn maakt de burgemeester, samen met de griffier, een afspraak met het betreffend raads- of commissielid voor een vertrouwelijk gesprek. Indien gewenst kan bij dat gesprek een fractiegenoot van de betreffende fractie aanwezig zijn. Eventueel wordt het gesprek bijgewoond/voorgezeten door een van de vertrouwenspersonen uit de raad.

  • 5.

    Verslagging gesprek

Van het gesprek wordt door de griffier een beknopt verslag gemaakt waarin de belangrijkste punten die besproken zijn, worden opgenomen. Het (concept)verslag wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de aanwezigen bij het gesprek. Na goedkeuring van dit verslag ligt het onder vertrouwelijkheid ter inzage voor de leden van de raad. Het verslag valt onder art. 10 en 11 van de Wob, en kan niet door anderen worden ingezien.

  • 6.

    Vervolgstappen

Per geval wordt gekeken of en welke vervolgstappen noodzakelijk zijn. De burgemeester beslist over de vervolgstappen in samenspraak met de vertrouwenspersonen. Mogelijke vervolgstappen zijn:

  • -

    een disciplinaire straf overeengekomen met het betrokken raads- of commissielid,

  • -

    een feitenonderzoek door een externe integriteitsdeskundige of -commissie

  • -

    een melding en/of aangifte bij het openbaar ministerie in geval van strafbare feiten.

Indien de burgemeester voornemens is een feitenonderzoek in te stellen doet de burgemeester in overleg met de griffier een onderzoeksvoorstel, met o.a.:

  • -

    aanleiding;

  • -

    afbakening opdracht;

  • -

    gewenst resultaat opdracht;

  • -

    onderzoeksvragen;

  • -

    onderzoeksmethoden;

  • -

    wijze verslaglegging van het onderzoek;

  • -

    onderzoeksplanning, -capaciteit, -kosten (op basis van offerte aanvragen);

  • -

    lijst met mogelijke externe onderzoeker(s);

  • -

    rolverdeling opdrachtgever en opdrachtnemer;

  • -

    inbreng en beperkingen onderzoekers;

  • -

    rechten en plichten onderzoekers;

  • -

    interne en externe communicatie over de voortgang en vervolgstappen;

  • -

    wijze van rapportage

  • -

    procedure voor hoor en wederhoor;

Een feitenonderzoek kan nodig zijn om te beoordelen of signalen en/of vermoedens over schendingen van integriteit op waarheden en derhalve op redelijke gronden berusten. Een feitenonderzoek kan ook naast een aangifte plaatsvinden, een bestuursrechtelijk en strafrechtelijk onderzoek sluiten elkaar niet uit. De burgemeester stelt, voor zover de feiten dit toelaten, de melder en het betrokken raads- of commissielid vertrouwelijk op de hoogte van de aanvang van het onderzoek.

Na de beslissing over het verrichten van een feitenonderzoeken, bewaakt de burgemeester de voortgang van het onderzoeksproces. De burgemeester is eindverantwoordelijk voor de wijze waarop het onderzoek plaatsvindt. Tot het moment van openbaarmaking van het onderzoeksrapport wordt geheimhouding opgelegd op alles wat te maken heeft met het onderzoek. Communicatie over de voorgang van het onderzoek geschiedt onder verantwoordelijkheid van de burgemeester.

Het toepassen van hoor en wederhoor is een wezenlijk onderdeel van het onderzoek. Indien het betreffende raads- of commissielid op- en aanmerkingen heeft, dienen deze schriftelijk te worden vastgelegd en opgenomen te worden in de definitieve onderzoekrapportage. De onderzoekers onthouden zich van eigen opvattingen inzake aan de de orde zijnde integriteitsschending. Het is de taak van de gemeenteraad om zich op basis van de onderzoeksgegevens een oordeel te vormen over de feiten.

De onderzoekers bieden het eindrapport aan de burgemeester aan, waarna het wordt besproken in het presidium ter voorbereiding op vervolgstappen in de gemeenteraad.

  • 7.

    Nazorggesprek

De burgemeester voert altijd een nazorggesprek met het betreffende raads- of commissielid na afloop van de disciplinaire straf, het feitenonderzoek of de strafrechtelijke procedure. Indien gewenst kan bij dat gesprek een fractiegenoot van de betreffende fractie aanwezig zijn. Eventueel wordt het gesprek bijgewoond/voorgezeten door een van de vertrouwenspersonen uit de raad.

  • 8.

    Register en bespreking

De griffier houdt een register bij van alle behandelde zaken m.b.t. integriteitschendingen of het vermoeden daarvan (vanaf stap 3 van de processtappen). In het register wordt benoemd of daadwerkelijk sprake is / was van integriteitsschending. Dit register wordt jaarlijks besproken met het presidium. In geval van spoedeisende/ politiek gevoelige kwesties wordt het presidium direct ingelicht door de burgemeester en/of de griffier.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Bergeijk van 19 december 2019.

De Gemeenteraad,

J.M. van Dongen-Hermans

Griffier

A. Callewaert-de Groot

Voorzitter