Regeling vervallen per 21-05-2016

Verordening rekenkamercommissie Bergeijk

Geldend van 06-05-2010 t/m 20-05-2016

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie Bergeijk

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. Wet: Gemeentewet;b. commissie: rekenkamercommissie;c. voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;d. college: college van burgemeester en wethouders van Bergeijk; e. rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Bergeijk.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

1. Er is een rekenkamercommissie als bedoeld in artikel 81o van de wet. 2. De rekenkamercommissie bestaat uit drie leden, waarvan één voorzitter.

Artikel 3 Benoeming leden

1. De raad benoemt de voorzitter van de commissie in functie. De voorzitter is niet tevens lid van de raad of van een andere gemeentelijke commissie. De benoeming van de voorzitter wordt voorbereid door het presidium. 2. De raad benoemt twee leden van de commissie uit zijn midden. 3. De leden van de commissie – niet zijnde de voorzitter - worden benoemd voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad. De voorzitter wordt benoemd voor een periode van 6 jaar.4. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de voorzitter is artikel 81g van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non- activiteit

1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.2. Het lidmaatschap van de commissie van een raadslid eindigt:a. op eigen verzoek;b. indien het lid aftreedt als lid van de raad; c. indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de commissie te vervullen;3. Het lidmaatschap van de voorzitter eindigt:a. op eigen verzoek;b. bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie.c. wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;d. indien hij bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.4. De voorzitter van de commissie kan door de raad worden ontslagen wanneer hij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de voorzitter van de rekenkamercommissie

1. De voorzitter krijgt een maandelijkse vergoeding voor de vergaderingen en bijkomende werkzaamheden als voorzitter van de rekenkamercommissie, en een uurvergoeding voor het doen van onderzoekswerkzaamheden. Ten aanzien van deze vergoeding alsmede de onkostenvergoedingen is de “Verordening vergoedingen gemeentebestuurders” van toepassing. 2. De vergoedingen genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de commissie.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

1. De rekenkamercommissie laat zich ondersteunen door een secretaris. 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

1. De commissie stelt een onderzoeksplan (jaarprogramma) vast voor het komende jaar, waarin de te onderzoeken onderwerpen zijn opgenomen. Het ontwerp-jaarprogramma wordt aan de raad om advies voorgelegd.2. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast. 3. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.4. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor de gronden aanvoeren.

Artikel 10 Werkwijze

1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.4. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedu¬rele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.5. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.6. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.8. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.9. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Budget

1. De raad stelt jaarlijks bij het vaststellen van de begroting een budget voor de rekenkamercommissie beschikbaar.2. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen het aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.3. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:a. de vergoedingen aan de voorzitter;b. de ambtelijk secretaris;c. interne onderzoeksmedewerkers;d. externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;e. eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.4. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Jaarverslag

De rekenkamercommissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie Bergeijk.