Regeling vervallen per 01-07-2022

Marktverordening Bergen 2015

Geldend van 25-05-2015 t/m 30-06-2022

Intitulé

Marktverordening Bergen 2015

De raad van de gemeente Bergen L;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 maart 2015;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de Ruimte en Economie;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt;

besluit vast te stellen de Marktverordening gemeente Bergen 2015

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkt die wekelijks op vrijdag van 8:00 tot 12:00 uur wordt gehouden op het plein van Mosaïque in Nieuw Bergen.

Artikel 2. Inrichtingsplan

  • 1. Voor de markt stellen burgemeester en wethouders een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

    • a.

      aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

    • b.

      een kaart van de markt. Op deze kaart zijn minimaal de grenzen van de markt aangegeven.

Artikel 3. Vergunningen

  • 1. Het is verbodenop de markt zonder vergunning van burgemeester en wethouders een vaste standplaats of dagplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2. Een vaste-standplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3. Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 4. Het is verboden, op een markt zonder standwerkvergunning van burgemeester en wethouders als standwerker op te treden op een markt. Onder standwerker wordt verstaan iemand die publiek om zich heen verzamelt en dat door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen artikelen te kopen.

  • 5. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 6. Vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.

Artikel 4. Mandaatverboden

De bevoegdheid tot het vaststellen van inrichtingsplannen kan niet worden gemandateerd. De bevoegdheid tot wijzigen daarvan en die tot het verlenen of het intrekken van een vaste-standplaatsvergunning kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.

Artikel 5. Wachtlijststelsel

  • 1. Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van de kandidaten voor een vaste-standplaatsvergunning die daarvoor een aanvraag hebben ingediend en die een handelingsbekwame natuurlijke persoon zijn (wachtlijst).

  • 2. Op de wachtlijst worden bij iedere kandidaat vermeld:

    • a.

      diens naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, adres en woonplaats;

    • b.

      de datum van de aanvraag;

    • c.

      de branche waartoe de kandidaat behoort of de soort artikelen die hij wenst te verhandelen;

    • d.

      informatie over de uitstalling die de kandidaat wenst te gebruiken.

  • 3. De kandidaat ontvangt een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.

  • 4. De inschrijving wordt doorgehaald als aan de kandidaat een vaste-standplaatsvergunning is toegekend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaard, op zijn schriftelijke aanvraag, na zijn overlijden, als hij onder curatele is gesteld of als hij niet vóór 1 januari van het lopende jaar een aanvraag om verlenging voor dat jaar heeft gedaan.

  • 5. Als er ruimte is om een nieuwe vaste-standplaatsvergunning toe te kennen, komt daarvoor als eerste in aanmerking de hoogstgeplaatste kandidaat die op de wachtlijst staat en die voldoet aan de vereisten voor toekenning. Daarna komen andere aanvragers in aanmerking, in volgorde van indiening van hun aanvraag tot plaatsing op de wachtlijst. De kandidaat die in aanmerking komt voor de vergunning dient daarvoor binnen 3 weken een aanvraag in te dienen.

Artikel 6. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator devergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2. Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf.

  • 3. In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

  • 5. De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste-standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

Artikel 7. Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders trekken een vaste-standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 6.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • c.

      als van de vergunning gedurende ten minste 2 maanden geen gebruik is gemaakt; of

    • d.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3. In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt.

  • 4. Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 8 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk om 7:45 uur heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag. Tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Artikel 8. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

  • 1. De houder van een vaste-standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2. De houder van een vaste-standplaatsvergunning kan de hem toegewezen standplaats laten innemen door een vervanger. Daarvan doet hij van tevoren melding aan de marktmeester.

  • 3. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Artikel 9. Dagplaatsvergunning

  • 1. Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 8.

  • 2. Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerkingdegenen die daarvoor die dag vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan een eventueel van toepassing zijnd branche- of artikelgroepvereiste en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 4. De dagplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen .

  • 5. Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 10. Standwerkvergunning

  • 1. Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 9, tweede tot en met vijfde lid.

  • 2. Een standwerkvergunning geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelen.

Artikel 11. Bijstand

De houder van een vaste-standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 12. Legitimatieplicht

Degene die een vaste standplaats, dagplaats of een standwerkplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 13. Markttijden in acht nemen

  • 1. Het is een vergunninghouder verboden meer dan 1 uur voor de aanvang en meer dan 1 uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren. De aanvoer van marktartikelen moet een kwartier voor aanvang van de markt zijn beëindigd.

  • 2. Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, tenzij anders bepaald in overleg met de marktmeester.

Artikel 14. Markt schoonhouden

  • 1. Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Artikel 15. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 16. Onmiddellijke verwijdering

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 17. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Artikel 18. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De Marktverordening Bergen 2009 wordt ingetrokken.

  • 2. De krachtens de Marktverordening Bergen 2009 vastgestelde wachtlijstgeldt als lijst krachtens deze verordening.

  • 3. Een krachtens de Marktverordening Bergen 2009 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleendkrachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 4. Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de Marktverordening Bergen 2009 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

  • 5. Degenen die daags voor het in werking treden van deze verordening op de wachtlijst stonden, behouden de rechten die daaruit volgens de op die dag geldende regels voortvloeiden gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 19. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Marktverordening Bergen 2015.

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 april 2015
De griffier, I.C. van 't Hof
De voorzitter, M.H.E. Pelzer

Toelichting Marktverordening 2015

Algemeen

Het doel van deze verordening is in principe tweeledig. Ten eerste worden hiermee de kaders gecreëerd om markten zodanig te (her)organiseren dat de gemeentelijke belangen beschermd worden en dat de markten tegelijkertijd aantrekkelijk blijven voor zowel consumenten als marktkooplieden en - voor zover gemeenten daar invloed op kunnen uitoefenen - dat er een divers aanbod is dat van goede kwaliteit is. Ten tweede heeft deze verordening tot doel dit alles op een overzichtelijke, duidelijke manier te regelen, ontdaan van overbodige regels en administratieve lasten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Toepassingsgebied

Op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onderdeel h, van de Gemeentewet (hierna Gemw) kunnen burgemeester en wethouders jaarmarkten of gewone marktdagen instellen (en afschaffen of veranderen). Deze marktverordening is van toepassing op dergelijke van gemeentewege ingestelde markten, voor zover het warenmarkten zijn en deze met enige regelmaat plaatsvinden.

Het gaat om de volgende markt:

-de weekmarkt op het plein bij Mosaïque in Nieuw Bergen.

Samenloop met APV

De regulering van andere ambulante handel dan waarop deze verordening van toepassing is, is te vinden in de Algemene Plaatselijke Verordening. Artikel 2:25 van de APV bevat bijvoorbeeld het vergunningstelsel voor evenementen, zoals braderieën. Verder bevat hoofdstuk 5 van de APV bepalingen over standplaatsen, niet zijnde standplaatsen op markten (afdeling 4) en snuffelmarkten (afdeling 5). Uit de in de APV opgenomen bepalingen blijkt steeds dat deze niet van toepassing zijn op door burgemeester en wethouders op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemw ingestelde markten.

Artikel 2 Inrichtingsplan

Dit artikel schrijft voor dat burgemeester en wethouders per markt een inrichtingsplan vast dienen te stellen en regelt wat daarin geregeld moet en kan worden. Het inrichtingsplan is voorzien van een kaart waarop de locatie van de markt is aangegeven. De beschikbare ruimte binnen die grenzen beperkt de maximale hoeveelheid marktkramen op de markt.

Branche-indeling

Het aantal branches op de markt is in principe onbeperkt. Bij de opstelling en indeling van de markt wordt rekening gehouden met de verschillende branches. De standplaatsen zijn als volgt verdeeld: één standplaats per artikelengroep met uitzondering van kleding. Onder deze artikelengroep, waartoe onder meer behoren: ondermode, damesmode, herenmode, kindermode, beenmode en accessoires mogen 6 standplaatsen worden ingenomen. Hierdoor wordt bereikt dat op de markt een zo groot mogelijke verscheidenheid aan branches aanwezig is waardoor de aantrekkelijkheid van de markt voor de consument toeneemt.

Voor de orde op de markt is het van belang te bepalen welke verkoopmaterialen worden toegelaten en waar deze kunnen worden opgesteld. Dit in verband met het uiterlijk aanzien dit met het oog op het voortbestaan van de markt.

De gemeente bezit een aantal marktkramen. Deze kramen worden door de gemeente tijdens de weekmarkt door de gemeente verhuurd aan de marktkooplieden. De buitendienst regelt de opbouw en afbraak. Daarnaast maken de marktkooplui gebruik van verkoopwagens en van eigen kramen. De marktmeester ziet er op toe dat de markt er netjes uitziet.

Artikel 3 Vergunningen

Vaste-standplaatsvergunningen gelden in beginsel voor onbepaalde tijd, maar hier kan in individuele gevallen van worden afgeweken (tweede lid). Bijvoorbeeld als gewerkt wordt met een "proefperiode". Een standwerkvergunning kan beperkt worden tot het verkopen van bepaalde typen producten. bij bijzondere gevallen (eveneens tweede lid) kan een andere standplaats worden aangewezen Daarbij kan gedacht worden aan zaken als extreme weersomstandigheden, noodzakelijke reconstructiewerkzaamheden, bepaalde evenementen (bijvoorbeeld kermis). Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijk persoon en eventueel de beperking tot één vergunning per persoon per markt of voor de gemeente (lid 6) wordt een zo eerlijk moglijke verdeling van vergunningen bewerkstelligd. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is dus niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen. Doordat de eis van handelingsbekwaamheid niet gekoppeld is aan een minimumleeftijd (eveneens lid 7) komen ook zestien- en zeventienjarigen aan wie door de kantonrechter handlichting is verleend in aanmerking voor een vergunning. Er is geen reden om minderjarigen die in het rechtsverkeer als handelingsbekwaam beschouwd worden, van de vergunning uit te sluiten. Het vereiste 'gerechtigd in Nederland arbeid te verrichten' (eveneens lid 7) ziet met name op vreemdelingen die een vergunning ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen nodig hebben.

Artikel 4 Mandaatverboden

Het inrichtingsplan is zo belangrijk voor het ordenen van de markt dat dit door burgemeester en wethouders zelf behoort te worden vastgesteld.

Artikel 5 Wachtlijststelsel

De 'uitstalling' (artikel 5, tweede lid, onder d) is de kraam of ander onderkomen van waaruit de verkoop plaatsvindt. Om rechtszekerheid aan de aanvrager te verschaffen, krijgt deze een schriftelijk bewijs van zijn inschrijving op de wachtlijst (artikel 5, derde lid). Wel dient de aanvrager jaarlijks (vóór 1 januari) zijn inschrijving te verlengen. Deze jaarlijkse verlenging is wenselijk om controle te houden op het systeem en om gegadigden gemotiveerd te houden.

Artikel 6 Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

Dit artikel regelt de gevallen en voorwaarden waaronder het mogelijk is om vaste-standplaatsvergunningen over te schrijven. Het gaat om overschrijving van een vaste-standplaatsvergunning met alle daaraan verbonden voorwaarden en beperkingen, waaronder dus de eerder nader bepaalde individuele standplaats.

Artikel 7 Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

Dit artikel heeft een facultatief karakter. Het hangt van de omstandigheden af of tot intrekking wordt overgegaan. Het niet betalen van marktgeld kan een grond zijn voor intrekking van de standplaatsvergunning voor de markt.

Artikel 8 Persoonlijk innemen standplaats: vervanging.

De vergunninghouder is in principe verplicht zelf op zijn standplaats aanwezig te zijn. Het is ook mogelijk de standplaats in te laten nemen door een vervanger. Daarvan moet van te voren melding gedaan worden bij de marktmeester.

Artikel 9 Dagplaatsvergunning

Lid 1. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als de vergunning voor de betrokken plaats is vervallen voor die marktdag, doordat de vergunninghouder niet tijdig is komen opdagen; zie artikel 7, vierde lid.

Het in aanmerking nemen van een langere termijn ex artikel 9, derde lid, betekent dat langer dan vier marktdagen wordt 'teruggekeken' om te zien of de betrokkene zich heeft misdragen of in gebreke is gebleven met de betaling van zijn marktgeld.

bij de toewijzing wordt, ter bevordering van een divers aanbod, gekeken naar het branchevereiste zoals toegelicht in artikel 2.

Artikel 10 Standwerkvergunning

Bij standwerkvergunningen is voor hetzelfde stelsel gekozen als bij dagplaatsvergunningen. Ook hier wordt dus gekeken naar het branche-vereiste. Door het onderscheidende karakter van de standwerker zal dit naar verwachting zelden een probleem vormen.

Artikel 11 t/m 15

Geen verdere toelichting.

Artikel 16 Onmiddellijke verwijdering

In artikel 125 van de Gemw is bepaald dat het gemeentebestuur onder andere ter uitvoering van gemeentelijke verordeningen de bevoegdheid heeft een last onder bestuursdwang op te leggen. Artikel 16 geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid om een bijzondere vorm van bestuursdwang (verwijdering) toe te passen als een vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog op de markt of bij andere overtredingen van de marktverordening. Afdeling 5.3.1 van de Awb bevat regels over de besluitvorming inzake het opleggen van een last onder bestuursdwang. Daarnaast is afdeling 5.3.2 van de Awb van belang; een bestuursorgaan dat bevoegd is een last onder bestuursdwang op te leggen, kan in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen (artikel 5:32 van de Awb). Bij deze vorm van bestuursdwang wordt spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:31, eerste lid, van de Awb, verondersteld. Dan kan de bestuursdwang worden toegepast zonder voorafgaande last. Bij zéér spoedeisende gevallen, waarbij een besluit niet kan worden afgewacht, kan bestuursdwang onmiddellijk worden toegepast (artikel 5:31, tweede lid, van de Awb). Daarnaast is het volgens artikel 4:11 van de Awb niet nodig om in spoedeisende situaties belanghebbenden overeenkomstig artikel 4:8 van de Awbin de gelegenheid hun zienswijze (mondeling dan wel schriftelijk) kenbaar te maken. Wel dient het besluit in dat geval achteraf alsnog bekendgemaakt te worden overeenkomstig artikel 5:31, tweede lid, van de Awb jo. artikel 5:24, derde lid, van de Awb. Het hangt van de omstandigheden van het geval af of er sprake is van een spoedeisend geval, of misschien zelfs van een zeer spoedeisend geval.

Artikel 17 Strafbepaling

Geen verdere toelichting.

Artikel 18 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

Deze marktverordening vervangt de oude marktverordening. Het op de oude marktverordening gebaseerde marktreglement vervalt daarmee automatisch ook.