Verordening op de auditcommissie Bergen 2014

1. Er is een auditcommissie

2. In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  de commissie: de auditcommissie;

• b.

  de accountant: de in de Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Bergen bedoelde accountant die belast is met de controle op de in artikel 197 van de Gemeentewet bedoelde jaarrekening.

1. De commissie heeft als doel afstemmingsoverleg te voeren met de accountant en uitvoering te geven aan de taken als omschreven in artikel 3.

2. De commissie treedt niet in de onderscheiden bevoegdheden van de raad en college.

1. De commissie heeft als aandachtsgebied alle activiteiten die van belang zijn voor een goede beheersing van de gemeente op het gebied van rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid in het kader van de kaderstellende en controlerende verantwoordelijkheid van de raad.

2. De commissie doet voorstellen aan de raad voor (wijziging van) het programma van eisen voor de accountantscontrole.

3. De commissie doet de voorbereidingen voor de opdrachtverstrekking en/of de opdrachtverlenging aan en de selectie en benoeming van de accountant binnen de door de raad gestelde kaders van de Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Bergen.

4. De commissie voert periodiek overleg met de accountant over het normenkader ten behoeve van de rechtmatigheidscontrole, de aard en periodiciteit van de rapportages en de controlebevindingen.

5. De commissie stemt met het college van B&W de jaarrekeningcontrole en de onderwerpen van controle die binnen de organisatie worden uitgevoerd af.

6. De commissie heeft geen directe opdracht gevende rol naar de externe accountant, andere onderzoeksbureaus of de gemeentelijke organisatie.

1. De commissie bestaat uit raadsleden. Per fractie kan één raadslid worden benoemd in de commissie.

2. De raad benoemt de leden van de commissie en hun plaatsvervangers.

3. De griffier (of zijn plaatsvervanger) is secretaris van de commissie en kan eveneens aan de beraadslagingen deelnemen.

4. De commissie kan interne en externe adviseurs verzoeken de vergaderingen bij te wonen en advies uit te brengen aan de commissie,

5. Als interne en externe adviseurs worden in ieder geval aangemerkt: de accountant, de portefeuillehouder financiën, het hoofd van het Stafbureau en de coördinator financiën.

1. De zittingsperiode van de leden van de commissie eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad of bij ontslag als lid van de raad.

2. De raad kan een lid tussentijds ontslaan.

3. Een lid kan te allen tijde ontslag nemen.

1. De commissie kiest uit haar leden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

2. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en het bevorderen van een heldere besluitvorming over commissieaangelegenheden. De voorzitter wordt daarbij ondersteund door de secretaris (de griffier) van de commissie.

1. De commissie vergadert zo vaak als zij nodig acht, doch minimaal één keer per jaar.

2. De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar, tenzij de commissie anders bepaalt.

3. De besluiten en adviezen van de commissie zijn niet openbaar, tenzij de commissie anders bepaalt.

4. Van iedere vergadering wordt onder verantwoordelijkheid van de secretaris van de commissie een verslag gemaakt. Het verslag wordt vastgesteld door de commissie.

5. Het vastgestelde verslag van de niet openbare vergaderingen wordt vertrouwelijk ter kennis gebracht aan het college en de raad en ligt vertrouwelijk ter inzage op de griffie.

1. De commissie informeert de raad en het college over gemaakte afspraken met de accountant en/of andere adviserende leden.

2. Op verzoek van de raad geeft de voorzitter van de commissie een toelichting in de vergadering van de raad.

3. Vertrouwelijke mededelingen worden in een besloten vergadering gedaan.

1. Bij twijfel over de uitleg of toepassing van deze regeling en in gevallen waarin de regeling niet voorziet beslist de voorzitter van de commissie.

2. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening auditcommissie Bergen 2014.

3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van haar bekendmaking.