Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2016

Geldend van 17-12-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2016

De raad van de gemeente Bergen;

gelezen het voorstel van het college van Bergen van 27 oktober 2015;

gezien het advies van de Algemene raadscommissie van 19 november 2015;

gelet op het bepaalde in artikel 223 van de Gemeentewet,

b e s l u i t:

vast te stellen:

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2016

(Verordening forensenbelasting 2016).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam “forensenbelasting” wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uit maakt, voor het tijdvak waarbinnen het belastingjaar valt, is vastgesteld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 3. In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de waarde.

  • 4. De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet, met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.

  • 5. Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt: 0,503 %.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 8 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    • De “Verordening forensenbelasting 2015” van 11 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening forensenbelasting 2016”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de
raad van de gemeente Bergen op 10 december 2015
de griffier, de voorzitter,