Regeling vervallen per 22-07-2021

Verordening op de raadscommissies gemeente Bergen 2019

Geldend van 22-11-2019 t/m 21-07-2021 met terugwerkende kracht vanaf 08-11-2019

Intitulé

Verordening op de raadscommissies gemeente Bergen 2019

De raad van de gemeente Bergen:

gelezen het advies van het presidium van 1 oktober 2019;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE RAADSCOMMISSIES GEMEENTE BERGEN 2019

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissiegriffier: griffier van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • b.

    commissielid: lid van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • c.

    commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • e.

    wet: Gemeentewet.

Artikel 2. Instelling raadscommissie

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Algemene Raadscommissie;

    • b.

      Commissie Bestemmingsplannen;

    • c.

      Commissie van Onderzoek.

  • 2. De Algemene Raadscommissie adviseert over alle gemeentelijke beleidsterreinen met uitzondering van vakgebieden waarvoor andere commissies zijn ingesteld.

  • 3. De Algemene Raadscommissie kan zich laten informeren op de voor hen georganiseerde Informatie/Presentatie bijeenkomsten.

  • 4. De Algemene Raadscommissie kan bestaan uit maximaal twee te houden parallelle sessies.

  • 5. De Commissie Bestemmingsplannen adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • alle aspecten van de herziening van bestemmingsplannen;

    • nota’s van uitgangspunten bestemmingsplannen;

    • (concept) voorontwerpen van bestemmingsplannen;

    • voorbereidingsbesluiten;

    • (concept) bestemmingsplannen.

Artikel 3. Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    brengt advies uit aan de raad over die onderwerpen waarop haar werkzaamheden betrekking hebben;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • c.

    het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen genoemd onder a;

  • d.

    zich laten informeren over complexe aangelegenheden, actuele onderwerpen en ontwikkelingen die van invloed (kunnen) zijn op het woon-, werk- en leefklimaat in de gemeente.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1. De raadscommissies, genoemd in artikel 1a en 1b bestaan uit ten minste één en maximaal twee leden per fractie.

  • 2. Burgercommissieleden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3. Een lid kan zowel raadslid als (burgercommissielid) niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie.

  • 4. De raad benoemt de commissievoorzitters die zijn belast met het leiden van de vergadering, het handhaven van de orde en het doen naleven van deze verordening.

Artikel 5. Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid en voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid houdt op lid te zijn van een raadscommissie indien hij/zij niet meer voldoet aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie die het lid voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 4. De raad kan de commissievoorzitter ontslaan.

  • 5. Een commissielid en de commissievoorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 7. Het lidmaatschap van commissieleden, benoemd op voordracht van een fractie die niet meer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt van rechtswege.

Artikel 6. Commissiegriffier

In iedere vergadering is een commissiegriffier aanwezig.

HOOFDSTUK 2. VERGADERINGEN

PARAGRAAF 1. VOORBEREIDING

Artikel 7. Oproep en agenda

  • 1. De griffie zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken.

  • 2. Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt het presidium/de agendacommissie de agenda van de vergadering vast.

  • 3. In spoedeisende gevallen kan de griffie na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering, wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de leden gezonden.

Artikel 8. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Elektronisch beschikbare stukken worden op de website van de gemeente (raad) geplaatst.

  • 2. Stukken waaromtrent op grond van artikel 25, 55 of 86, eerste en tweede lid, van de wet geheimhouding is opgelegd, blijven in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de commissieleden op verzoek inzage.

Artikel 9. Openbare kennisgeving

Commissievergaderingen worden op de gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.

PARAGRAAF 2. VERGADERING

Artikel 10. Presentielijst

De commissiegriffier draagt zorgt voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

Artikel 11. Opening vergadering en quorum

  • 1. Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van de in de gemeenteraad zitting hebbende fracties vertegenwoordigd is.

  • 2. Als op grond van het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw de vergadering op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na de digitale verzending van de oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden, dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd, alleen beraadslagen als blijkens de presentielijst het quorum, als bedoeld in lid 1, aanwezig is.

Artikel 12. Advies; geen stemmingen

  • 1. De raadscommissie brengt op voorstel van de commissievoorzitter een advies aan de raad uit. Dit advies luidt:

    • behandeling in de raad als A-stuk (hamerstuk);

    • behandeling in de raad als B-stuk (bespreekstuk);

    • behandeling in de raad als C-stuk (opiniërend);

    • niet rijp voor besluitvorming met een ordevoorstel in de raad om het agendapunt af te voeren van de agenda.

  • 2. In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, tenzij er besluitvorming plaats moet vinden over de geheimhouding.

Artikel 13. Aantal spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.

  • 3. Commissieleden voeren in een termijn niet meer dan éénmaal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel keer een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 14. Deelname aan de beraadslaging door anderen

Een raadscommissie kan besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 15. Spreekrecht belanghebbenden

  • 1. Inwoners hebben spreekrecht. Zij kunnen maximaal 5 minuten het woord voeren in de algemene raadscommissie over een niet op de agenda voorkomend onderwerp. De totaal beschikbare spreektijd bedraagt maximaal 30 minuten.

  • 2. Belanghebbenden kunnen in een vergadering maximaal 5 minuten het woord voeren over onderwerpen die geagendeerd zijn. Bij veel aanmeldingen kan de voorzitter hiervan afwijken en de duur van het spreekrecht per persoon per agendapunt inkorten. De inbreng moet zakelijk en beknopt worden weergegeven.

  • 3. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en/of beroep is ingesteld en waarop nog niet door het college of bestuursrechter is beslist;

    • b.

      ingekomen stukken, besluitenlijsten, toezeggingen en rondvraag;

    • c.

      benoemingen, keuzes, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • d.

      een gedraging waarover een klacht titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 4. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken meldt dit uiterlijk op de dag van de vergadering voor 12.00 uur. Hij vermeldt daarbij zijn naam, telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wenst te voeren.

  • 5. De inspreker voert het woord, nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend. De commissievoorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

Artikel 16. Handhaving orde en schorsing

  • 1. De commissievoorzitter handhaaft de orde in de vergadering.

  • 2. Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

  • 3. Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 4. Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

Artikel 17. Voorstellen van orde

De voorzitter en commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.

Artikel 18. Besluitenlijst

De griffie draagt zorg voor een korte besluitenlijst, de vergadering is in zijn geheel terug te luisteren op de website van de gemeente (raad).

PARAGRAAF 3. BESLOTEN VERGADERING

Artikel 19. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering. Burgercommissieleden kunnen inzage krijgen in geheime stukken en kunnen deelnemen aan besloten commissievergaderingen.

Artikel 20. Besluitenlijst

De besluitenlijst van een besloten vergadering ligt uitsluitend voor de deelnemers aan de besloten vergadering ter inzage bij de griffier.

Artikel 21. Geheimhouding

  • 1. Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de wet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding geldt. De commissie kan de geheimhouding op stukken alleen opheffen als zij zelf tot die geheimhouding heeft besloten.

  • 2. Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

PARAGRAAF 4. TOEHOORDERS EN PERS

Artikel 22. Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3. De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 23. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

HOOFDSTUK 3. SLOTBEPALINGEN

Artikel 24. Intrekking oude verordeningen

De Verordening op de raadscommissies 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 25. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 8 november 2019.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de raadscommissies gemeente Bergen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bergen op 7 november 2019

de heer A. Idema

griffier

drs. H. Hafkamp

voorzitter

Toelichting

Deze verordening heeft betrekking op de raadscommissies ingevolge artikel 82 van de Gemeentewet (hierna: wet). Raadscommissies verrichten feitelijk raadswerk; zij bereiden besluitvorming door de raad voor en treden namens de raad in overleg met (de leden van) het college of de burgemeester.

Artikelsgewijs

Artikel 3. Taken

De taken van de raadscommissies zijn vastgelegd in artikel 82, eerste lid, van de wet. De raadscommissies bereiden de besluitvorming van de raad voor en overleggen met het college of de burgemeester.

De taak om de besluitvorming van de raad voor te bereiden komt tot uitdrukking in de taak advies uit te brengen over een voorstel of onderwerp. Onder het voorbereiden van de besluitvorming valt ook het inwinnen van informatie op b.v. de Informatie/Presentatie avonden. De raadscommissie kan ook uit eigener beweging advies aan de raad uitbrengen, ook dit advies kan aanleiding zijn voor besluitvorming in de raad. De taken van de raadscommissie zijn in essentie dezelfde als die van de raad, die van kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend orgaan.

Artikel 4. Samenstelling; benoeming commissievoorzitter

De raad bepaalt de samenstelling van de raadscommissies. Wel schrijft artikel 82, derde lid, van de wet voor dat de raad moet zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen. Om dit te bereiken schrijft het eerste lid voor dat een raadscommissie bestaat uit een minimum en maximum aantal leden per fractie.

De (burger) commissieleden worden door de raad benoemd, op voordracht van de fracties (tweede lid). Dit houdt in dat het aan de fracties zelf is om te bepalen wie de betreffende fractie vertegenwoordigen in de verschillende commissies. Het is enkel mogelijk – overeenkomstig het derde lid zelfs verplicht – de benoeming van een voorgedragen lid te weigeren als het een ‘burgerlid’ betreft dat niet voldoet aan bepaalde vereisten van de wet (zie verder de toelichting op het derde lid).

Uit het derde lid volgt dat de leden van een raadscommissie geen raadslid hoeven te zijn. Wel zijn het de fracties die de leden voordragen.

Op grond van het derde lid moeten commissieleden, evenals raadsleden, voldoen aan hetgeen is bepaald in de artikelen 10, 11, 12 en 13 van de wet. De griffier onderzoekt de vereisten en zijn bevindingen worden voorgelegd aan het presidium.

Dit onderzoek (alleen naar de niet-raadsleden) gaat vooraf aan het raadsbesluit waarmee de commissieleden benoemd worden.

De raad benoemt de commissievoorzitters (vierde lid). Op grond van artikel 82, vierde lid, van de wet kan enkel een raadslid als voorzitter van een raadscommissie benoemd worden. Een voorstel van de regering om dit vereiste op te heffen is in de eerste kamer verworpen.

Artikel 5. Zittingsduur en vacatures

De zittingsperiode van de leden en de voorzitter is even lang als de zittingsperiode van raadsleden, in principe dus vier jaar. De benoeming eindigt derhalve van rechtswege, de raad hoeft hen niet te ontslaan.

Het lidmaatschap van een raadscommissie eindigt eveneens van rechtswege, indien een lid niet meer voldoet aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen (tweede lid) en indien een lid is benoemd op voordracht van een fractie die niet meer vertegenwoordigd is in de raad (zevende lid).

De raad kan een lid van een raadscommissie op voorstel van de fractie die het lid heeft voorgedragen ontslaan (derde lid). Deze situatie kan zich voordoen in geval van een splitsing van een fractie. De ontstane nieuwe fractie heeft dan overigens op grond van het eerste lid recht op een eigen lid.

Artikel 7. Oproep en agenda

Het eerste lid stelt verplicht dat een vastgesteld aantal dagen vóór een vergadering de leden van de raadscommissie een schriftelijke oproep wordt gestuurd, waarin de vergadering wordt aangekondigd, inclusief de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken (eerste lid). Deze worden elektronisch verzonden. De oproep vermeldt de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

Als omtrent stukken op grond van artikel 86, eerste of tweede lid, van de wet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage (derde lid juncto artikel 8, derde lid). Van geheimhouding wordt melding gemaakt op de stukken.

Artikel 8. Ter inzage leggen van stukken

Geïnteresseerden hebben de mogelijkheid om de stukken elektronisch in te zien, door middel van plaatsing op het raadsinformatiesysteem. Geheime stukken liggen ter inzage bij de griffier.

Artikel 9. Openbare kennisgeving

Met dit artikel wordt invulling gegeven aan het voorschrift van artikel 82, vijfde lid, van de wet. Voor wat betreft de wijze van publicatie is aangesloten bij artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).

Artikel 10. Presentielijst

De presentielijst is bedoeld om formeel vast te stellen dat het vergaderquorum aanwezig is. Daarnaast is de presentielijst van belang om de vergoedingen van de niet-raadsleden die lid zijn van de raadscommissie te kunnen vaststellen.

Artikel 11. Opening vergadering en quorum

Artikel 20 van de wet regelt het vergaderquorum van de raad. Voor de raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de wet. Artikel 11 voorziet hierin.

Het derde lid voorziet in een regeling voor een nieuwe vergadering indien het quorum niet bereikt is, anders zou de afwezigheid van leden van een raadscommissie de voortgang van werkzaamheden kunnen belemmeren. Uiteraard staat op het moment dat de voorzitter de datum en het tijdstip van de nieuwe vergadering bepaalt, nog niet vast op welk moment de schriftelijke oproep uitgaat. Indien er enkele dagen tussen de twee vergaderingen zitten, mag er vanuit worden gegaan dat het mogelijk is om 24 uur van tevoren een schriftelijke oproep te versturen (tweede lid). Overigens ligt het in de rede dat de voorzitter overlegt met de raadscommissie over de datum van een nieuwe vergadering.

Artikel 12. Advies; geen stemmingen

Een raadscommissie neemt geen beslissingen (zoals echte’ Awb-besluiten) maar bereidt de besluitvorming in de raad voor en overlegt met het college en de burgemeester. Alleen in de raadsvergadering kunnen besluiten worden genomen. Wel kan een raadscommissie gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de raad. Ten behoeve van het debat in de raad en om recht te doen aan de mening van alle fracties, inclusief minderheidsstandpunten, worden de standpunten van alle fracties in het advies opgenomen. Het ligt voor de hand dat indien een lid het niet eens is met het fractiestandpunt, hier afzonderlijk melding van wordt gemaakt in het advies aan de raad.

Indien de raadscommissie een voorstel niet rijp acht voor besluitvorming, gezien de verschillende standpunten van de fracties, kan zij adviseren om een ordevoorstel in de raad te doen. Het ordevoorstel betreft dan het afvoeren van het betreffende agendapunt.

Artikel 13. Aantal spreektermijnen

Het stellen van vragen dient als een eerste termijn beschouwd te worden. Een spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten (tweede lid). Dit hoeft overigens niets te veranderen aan de praktijk dat een portefeuillehouder antwoordt na de inbreng van de raadsleden in de eerste en tweede termijn. Een verzoek van een raadslid na afloop van de tweede termijn om nog een korte reactie te geven, hoeft de voorzitter niet te honoreren. Indien de raadscommissie van mening is dat na de tweede termijn verdere beraadslaging nodig is, kan zij daartoe uitdrukkelijk besluiten (eerste lid).

Artikel 14. Deelname aan beraadslaging door anderen

Deze bepaling is noodzakelijk in verband met de in artikel 22 van de wet geregelde immuniteit, dat in artikel 82, vijfde lid, van de wet van overeenkomstige toepassing wordt verklaard op leden van raadscommissies en andere personen die aan de beraadslagingen deelnemen. Het is uiteraard ook mogelijk dat een raadscommissie bepaalt dat een bepaalde functionaris in bepaalde gevallen altijd aan de beraadslaging mag deelnemen. Het gaat in deze bepaling om anderen dan de leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders. Deze hebben op grond van artikel 21, gelezen in samenhang met artikel 82, vijfde lid, van de wet de mogelijkheid om aan de beraadslagingen deel te nemen. Op grond van dit artikel kan bijvoorbeeld de secretaris uitgenodigd worden. Uiteraard hebben deze andere sprekers niet dezelfde rechten als de leden. Een andere spreker heeft onder meer geen recht om een voorstel over de spreektijd of over de orde van de vergadering te doen.

Artikel 15. Spreekrecht burgers

Het geven van spreekrecht aan burgers is een manier om burgers meer te betrekken bij de besluitvorming van de raad.

Het spreekrecht geldt alleen voor onderwerpen die op de agenda van de commissie staan (tweede lid).

De burgers die wensen in te spreken kunnen zich binnen een ‘redelijke termijn’ voor de vergadering melden bij de griffie.

In het zesde lid is ervoor gekozen om een burger slechts éénmaal het woord te geven en geen discussie te laten plaatsvinden. Op voorstel van de voorzitter, die in eerste instantie voor een ordentelijk verloop van de vergadering moet zorgen en dus moet kunnen aanvoelen of een verkorting of verlenging van de spreektijd gewenst is, kan van de spreektijd worden afgeweken.

Artikel 16. Handhaving orde en schorsing

Artikel 26 van de wet geeft aan dat de voorzitter bij raadsvergadering bevoegd is om de orde in de vergadering te handhaven. Voor de commissievergaderingen ontbreekt een dergelijke bepaling, deze is daarom in artikel 16 opgenomen. Ingevolge het eerste lid is de commissievoorzitter belast met de handhaving van de orde in de commissievergaderingen. Op basis van het vierde lid kunnen alle sprekers in bepaalde gevallen door de voorzitter tot de orde worden geroepen en kan hen zo nodig over het aanhangige onderwerp het woord ontzegd worden. Ook kan de voorzitter de vergadering schorsen en bij herhaling van de verstoring van de orde, de vergadering sluiten (derde lid). In het uiterste geval kan hij een lid het verdere verblijf ontzeggen en hem uit de vergadering doen verwijderen. Indien een lid blijft volharden in zijn gedrag kan hem de toegang tot de vergadering voor ten hoogste drie maanden worden ontzegd (tweede lid). Voor wat betreft de handhaving van de orde op de publieke tribune wordt verwezen naar artikel 22.

Om te bevorderen dat leden van raadscommissies zich niet belemmerd voelen om hun mening te uiten bepaalt artikel 82, vijfde lid, van de wet bovendien dat artikel 22 van de wet van overeenkomstige toepassing is op leden van raadscommissies. Hierdoor zijn leden van raadscommissies niet in rechte te vervolgen, aan te spreken of verplicht getuigenis af te leggen over hetgeen zij in de vergadering zeggen of schriftelijk overleggen. Dit geldt voor zowel raadsleden als niet-raadsleden.

Artikel 17. Voorstellen van orde

Ieder lid heeft te allen tijde het recht een voorstel van orde te doen over de vergadering. De beslissing of er inderdaad sprake is van een voorstel van orde is aan de raadscommissie. Over een voorstel van orde wordt direct, zonder beraadslaging, besloten door de raadscommissie. Bij het staken van stemmen is het voorstel niet aangenomen (artikel 32, vierde lid, van de wet is hierop niet van toepassing). Een voorstel van orde betreft: het schorsen van de vergadering voor een (overleg) pauze, een voorstel over de (beperking van de) spreektijden van de leden en overige deelnemers aan de commissievergadering of een voorstel om de volgorde van behandeling van agendapunten te wijzigen.

Artikel 19. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Ten aanzien van de stukken die betrekking hebben op een besloten vergadering en het behandelde zal een raadscommissie moeten besluiten of geheimhouding als bedoeld in artikel 25, 55 of 86 van de wet wordt opgelegd dan wel opgeheven. Burgercommissieleden krijgen inzage in geheime stukken en kunnen deelnemen aan besloten vergaderingen.

Artikel 20. Besluitenlijst

Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de wet is artikel 23 van de wet van overeenkomstige toepassing. Het vierde lid van artikel 23 van de wet schrijft voor dat van een besloten vergadering een afzonderlijk verslag wordt opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de raad en in casu dus een raadscommissie anders beslist. Het verslag van een besloten vergadering ligt ter inzage bij de griffier.

Artikel 21. Geheimhouding

De raad kan de geheimhouding die een raadscommissie aan de raad oplegt, opheffen. Wel bestaat er een overlegverplichting, waarmee recht wordt gedaan aan het principe van hoor en wederhoor.

Artikel 22. Toehoorders en pers

Artikel 26, eerste en tweede lid, van de wet regelen dat de voorzitter van de raad toehoorders die de orde verstoren, kan doen vertrekken en bij volharding in hun gedrag de toezegging kan ontzeggen. Voor raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de wet, het derde lid voorziet hierin.

Artikel 23. Geluid- en beeldregistraties

Aangezien de vergaderingen van een raadscommissie in principe openbaar zijn, kunnen radio- en tv-stations geluid- en beeldregistraties maken. Wel dienen zij zich te houden aan de aanwijzingen van de voorzitter, zodat de vergadering ordentelijk kan verlopen. Als het een besloten vergadering betreft kunnen uiteraard geen geluid- en/of beeldregistraties worden gemaakt.