Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2011

Geldend van 30-12-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2011

De raad van de gemeente Bergen;

gelezen het voorstel van het college van 26 oktober 2010;

gelet het advies van de algemene raadscommissie van 18 november 2010;

gelet op het bepaalde in artikel 228 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2011

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van de verordening en tarieventabel wordt verstaan onder:

a. een jaar: een kalenderjaar;

b. een kwartaal: een kalenderkwartaal;

c. een maand: een kalendermaand;

d. een week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

e. dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

f. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;

g. commerciële doeleinden: activiteiten met het doel uiteindelijk winst te behalen;

h. niet commerciële doeleinden: activiteiten vanuit charitatieve, sociaal maatschappelijke of hobbymatige beweegredenen, zonder dat daarbij het behalen van persoonlijke winst uitgangspunt is;

g. college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “precariobelasting” wordt een directe belasting geheven, overeenkomstig hetgeen in de volgende artikelen is bepaald, ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene van wie dan wel ten behoeve van wie, voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Berekening van de precariobelasting

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 10 wordt voor de berekening van de precariobelasting een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders bepaald.

  • 3. Indien een tarief per frontoppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de verticale projectie van de voorwerpen, tenzij anders bepaald.

  • 4. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 5. Indien in de tarieventabel voor het hebben van voorwerpen meerdere tijdsgebonden tarieven zijn opgenomen, is voor de berekening van de precariobelasting het tarief van toepassing dat aansluit bij een ter zake door de gemeente verleende vergunning, ontheffing of instemming. In gevallen waarin geen vergunning, ontheffing of instemming is verleend geldt het jaartarief.

  • 6. Open ruimten tussen op gemeentegrond geplaatste voorwerpen worden voor de berekening van de belasting mede geacht in gebruik genomen te zijn.

  • 7. Indien op grond van de tarieventabel meer dan één tarief toegepast zou kunnen worden, wordt de aanslag berekend naar het hoogste tarief.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Indien het belastbare feit zich heeft voorgedaan gedurende een gedeelte van het kalenderjaar is, in afwijking van het eerste lid, het belastingtijdvak gelijk aan een maand, week of dag, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaats vinden.

Artikel 7 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van;

a. voorwerpen ten behoeve van percelen, waarvan de gemeente krachtens

eigendom, bezit of beperkt recht de genothebbende is, met uitzondering van die percelen welke aan derden zijn verhuurd;

b. voorwerpen welke ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd;

c. het hebben van voorwerpen ten dienste van het wegverkeer, zoals wegwijzers en soortgelijke voorwerpen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond, A.N.W.B. en van daarmee op een lijn te stellen lichamen;

d. het hebben van brievenbussen en telefooncellen (1 per 5.000 inwoners), voor zover de afzonderlijke aantallen daarvan niet boven een wettelijke verplichting tot plaatsing komen;

e. het hebben van voorwerpen of werken, welke noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak, door het rijk, de provincie, de gemeente of door de waterschappen, zijn aangebracht of geplaatst;

f. het hebben van voorwerpen uitsluitend gebezigd voor een weldadig doel, ten dienste van een kerkgenootschap of ten dienste van door het rijk gesubsidieerde bijzondere scholen;

g. het innemen van gemeentegrond, indien de verordening op de heffing en

invordering van marktgelden van toepassing is;

h. het hebben van borden, zuilen en dergelijke, aangebracht door of vanwege politieke partijen, bevattende uitsluitend verkiezingspropaganda;

i. een vak van een reclamebord of zuil in gebruik bij en ten dienste van de gemeente voor het aanbrengen van stadsplattegronden;

j. het innemen van gemeentegrond, indien hiervoor een pachtsom in rekening wordt gebracht dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

k. het hebben van afvoerbuizen van hemelwater welke aan een gebouw zijn

aangebracht;

l. het hebben van bloembakken, plantenbakken aan de gevel, voorzien van planten en of bloemen en uitsluitend gebezigd ten behoeve van opluistering, sfeer of versiering waarbij de bak niet groter is dan 0,5 m2 horizontaal geprojecteerd.

Artikel 8 Wijze van Heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag dan wel door middel van een gedagtekende kennisgeving.

Artikel 9 Termijn van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet;

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde betalingstermijn.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaartarieven geheven precariobelasting

  • 1. De naar jaartarieven geheven precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en het hebben van voorwerpen aanvangt in de loop van het tijdvak, beloopt de belasting zoveel twaalfden van het over een jaar te betalen bedrag als er na het aanvangstijdstip nog volle maanden van het tijdvak resteren.

  • 3. Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en de voorwerpen zijn verwijderd voor het verstrijken van het belastingtijdvak, wordt op aanvraag van de belastingplichtige naar evenredigheid ontheffing verleend voor zoveel twaalfden van het over een jaar te betalen bedrag na de verwijdering resterende volle maanden van het belastingtijdvak, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00;

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Artikel 11 Ontstaan van de belastingschuld voor de niet in artikel 10 genoemde gevallen

Andere precariobelasting dan die bedoeld in artikel 10 is verschuldigd bij aanvang van het belastbaar feit, tenzij deze over een belastingtijdvak wordt geheven.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening precariobelasting 2010’ vastgesteld op 15 december 2009, wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich hebben voorgedaan voor de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening precariobelasting 2011'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bergen op
9 december 2010.
de griffier, de voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting 2011

Tarieventabel, behorende bij de Verordening precariobelasting 2011

HOOFDSTUK

RUBRIEK

MAAT

TIJDVAK

TARIEF

1.

Bouw- en onderhoudswerken

1.1.1

1.1.2

1.1.3

Voor het plaatsen of doen opslaan van bouwmaterialen, grond, keten, loodsen, bouwwerktuigen en al wat verder bij bouwwerken nodig is.

Per m²

dag

week

maand

€ 0,35

€ 1,10

€ 4,45

1.2.1

1.2.2

1.2.3

Voor het plaatsen of doen opslaan van bouwmaterialen, grond, keten, loodsen, bouwwerktuigen en al wat verder bij bouwwerken nodig is, op een voor het betaald parkeren gereserveerde plaats.

Per m²

dag

week maand

€ 0,80

€ 5,55

€ 23,35

1.3.1

1.3.2

1.3.3

Voor het bezetten van openbare gemeentegrond met een container voor afvoer van bouwmaterialen, puin, e.d.

Stuk

dag

week

maand

€ 11,10

€ 61,20

€ 222,80

1.4.1

1.4.2

1.4.3

Voor het bezetten van openbare gemeentegrond met een container voor afvoer van bouwmaterialen, puin, e.d., op een voor het betaald parkeren gereserveerde plaats.

Stuk

dag

week

maand

€ 22,00

€ 110,25

€ 333,80

2.

In gebruik genomen gronden

2.1.1

2.1.2

Voor het gebruik of genot van grond als terras voor cafés, restaurants, lunchrooms en dergelijke inrichtingen. Het terras bestaat uit het geheel van stoelen, tafels, banken parasols, windschermen etc.

Per m²

maand

jaar

€ 7,20

€ 18,90

2.2.1

Voor het hebben van een windscherm, heg, hek, afrastering of dergelijk voorwerp.

Per strekkende meter

jaar

€ 7,30

2.3.1

2.3.2

2.3.3

Voor het innemen van een standplaats voor commerciële doeleinden, zoals verkoop of het verrichten van werkzaamheden tegen betaling;

Per m²

dag

week

maand

€ 1,10

€ 5,55

€ 22,30

2.4.1

Voor het innemen van een standplaats voor niet-commerciële doeleinden.

Per m²

dag

€ 0,35

2.5.1

Het hebben van vuilnislaadbakken op openbare gemeentegrond.

Per bak

jaar

€ 195,60

2.6.1

2.6.2

2.6.3

Voor het hebben van een telefooncel:

a. voor een enkel telefooncel

b. voor een tweevoudige telefooncel

c. voor een drievoudige telefooncel.

Stuk

jaar

jaar

jaar

€ 195,60

€ 389,15

€ 585,75

2.7.1

2.7.2

2.7.3

2.7.4

Voor het plaatsen van, wagens, aanhangwagen, boten, boottrailers, handwagens, carriers, containers, caravans en kampeerwagens (campers) uitgezonderd motorrijtuigen in de zin van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1966 buiten de daartoe in het bijzonder aangewezen terreinen.

Stuk

Per

1ekwartaal:

4ekwartaal:

2ekwartaal:

3ekwartaal:

€ 19,55

€ 19,55

€ 72,40

€ 72,40

2.8.1

2.8.2

2.8.3

2.8.4

Voor het plaatsen van tractoren, bestemd voor het te water laten van vaartuigen vanaf boottrailers of andersoortige aanhangwagens buiten de daartoe in het bijzonder aangewezen terreinen en voor zover zij geen kenteken voeren voor motorvoertuigen overeenkomstig de Wegenverkeerswet 1994.

Stuk

Per

1ekwartaal:

4ekwartaal:

2ekwartaal:

3ekwartaal:

€ 19,55

€ 19,55

€ 72,40

€ 69,30

3.

Onderdelen van onroerend goed

3.1.1

Voor het hebben van een gebouwde luifel, overkapping, uitbouw of verbouwing en dergelijke, zijnde onderdelen van onroerende zaken.

Per m²

jaar

€ 15,10

3.2.1

Voor het hebben van een zonnescherm, markies of zonnezeil zonder reclame-uiting.

Per m²

jaar

€ 15,10

4.

Aankondiging en reclamedoeleinde

4.1.1

4.1.2

Voor het hebben van een verwijs- of reclamebord, uithangbord, letteropschrift, letterreclame, gerekend naar de grootste frontoppervlakte van het voorwerp:

a. indien het voorwerp niet van

verlichting is voorzien;

b. indien het voorwerp wel van

verlichting is voorzien.

Per

½ m²

Per

½ m²

jaar

jaar

€ 13,95

€ 22,30

4.2.1

4.2.2

Voor het hebben van een lamp of lantaarn;

a. indien het voorwerp niet van

een reclame-uiting is voorzien;

b. indien het voorwerp wel van

een reclame-uiting is voorzien.

Stuk

Stuk

jaar

jaar

€ 13,95

€ 22,30

4.3.1

Losstaande borden voorzien van een reclame-uiting, aankondiging of aanwijzing.

Stuk

jaar

€ 33,40

4.4.1

Etalage, uitstalkast, vitrine of een dergelijk voorwerp gerekend naar de grootste frontoppervlakte van het voorwerp:

Per m²

jaar

€ 38,95

4.5.1

Voor het hebben van een zonnescherm, markies of zonnezeil voorzien van een reclame-uiting of aankondiging.

Per m²

jaar

€ 26,15

4.6.1

Voor het hebben van voorwerpen met een reclame-uiting, aankondiging, aanwijzing of als zodanig bedoelde vorm, op of boven gemeentegrond indien hiervoor niet in de hiervoor genoemd tarieven, 4.1 tot en met 4.4, is voorzien.

Per stuk

jaar

€ 33,45

5.

Uitstallingen en toestellen

5.1.1

Uitstallen van goederen langs de gevel.

Per m²

half jaar

€ 19,50

5.2.1

Voor het hebben van weeg- en/of meettoestellen.

Stuk

jaar

€ 38,90

5.3.1

Voor het hebben van een automatisch verkooptoestel, speeltoestel, of een toestel van gelijksoortige aard.

Per m²

jaar

€ 38,90

6.

Benzinepompinstallaties

6.1.1

6.1.2

6.1.3

6.1.4

6.1.5

Voor het hebben van een installatie voor de levering van benzine of andere motorbrandstoffen, olie, lucht of water,

a. voor het aftappunt (met

toebehoren) voor motorbrandstof

b. voor een verplaatsbaar aftappunt

(met toebehoren) voor motor-

brandstof of olie

c. voor een aftappunt (met

toebehoren) voor lucht en water

d. voor een benzine- of olietank (met toebehoren):

1. indien de inhoud is minder dan 4.000 liter;

2. indien de inhoud is 4.000 liter of meer.

Stuk

Stuk

Stuk

Stuk

Stuk

jaar

jaar

jaar

jaar

jaar

€ 222,65

€ 50,15

€ 50,15

€ 139,35

€ 222,95

6.2.1

Luifel, overkapping benzinestation

Per m²

jaar

€ 15,10

7

Overigen

7.1

Voor het hebben van voorwerpen op of boven gemeentegrond indien hiervoor niet in de hiervoor genoemd tarieven, 1.1 tot en met 6.2.1 is voorzien.

Per stuk

jaar

€ 22,30

Behorende bij het raadsbesluit van 9 december 2010 tot vaststelling van de “Verordening precariobelastingen 2011”.

de griffier, de voorzitter