Regeling vervallen per 01-01-2018

Brandbeveiligingsverordening 2012

Geldend van 27-05-2013 t/m 31-12-2017

Intitulé

Brandbeveiligingsverordening 2012

De raad van de gemeente Bergen op Zoom;

gezien het voorstel van het college van , nr. RVB11-0090.;

gelet op de Gemeentewet en gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio’s en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146);

overwegende dat het verplicht is een verordening vast te stellen omtrent het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

BESLUIT:

  • 1.

    Vast te stellen de Brandbeveiligingsverordening 2012.

  • 2.

    De Brandbeveiligingsverordening 2010, zoals op 25 november 2010 is vastgesteld, in te trekken op het moment dat de onder punt 1 genoemde verordening in werking treedt.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is;

    • b.

      bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

    • c.

      gebruiksvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid van deze verordening;

    • d.

      Algemene Plaatselijke Verordening: De thans geldende verordening die van toepassing is op het grondgebied van Bergen op Zoom.

  • 2. Deze verordening is niet van toepassing op bouwwerken als bedoeld in de Woningwet en de bouwverordening.

Artikel 2 Verbodsbepaling

  • 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:

    • a.

      meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn of,

    • b.

      aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft of,

    • c.

      aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.

  • 2. Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden met inachtneming van het gestelde in de artikelen 6 en 7.

  • 3. Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.

  • 4. Indien de brandveiligheid middels een gelijkwaardigheidsoplossing gewaarborgd kan worden kan een voorwaardelijke vergunning worden verleend. De voorwaardelijke vergunning geldt voor maximaal 3 jaar.

  • 5. De termijn op het beslissen op een aanvraag zoals bedoeld in het eerste lid bedraagt 8 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 6. De in lid 6 van dit artikel opgenomen termijn kan hoogstens met 8 weken worden verlengd.

  • 7. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 3 Indieningvereisten

  • 1. Een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid wordt aangevraagd middels het vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2. Indien de aanvraag betrekking heeft op een tent of ander tijdelijk object ten behoeve van een activiteit waarvoor op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening een toestemming of vergunning benodigd is, dient de aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2 lid 1, onder a 8 weken voorafgaand aan het plaatsen te worden ingediend.

Artikel 4 Weigeringgronden

  • 1. Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.

  • 2. Indien niet voldaan wordt aan de hetgeen is opgenomen in artikel 3, tweede lid kan de gebruiksvergunning worden geweigerd.

Artikel 5 Intrekking

Een onder artikel 2 eerste lid bedoelde vergunning kan worden ingetrokken indien de brandveiligheid van goederen en personen niet langer kan worden gewaarborgd.

Artikel 6 Gebruikseisen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de artikelen 1.16, 1.17 en 6.5 en in de afdelingen 6.5, 6.6, 7.1 en 7.2 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

Artikel 7 Brandveiligheidsvoorzieningen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de afdelingen 6.7 en 6.8 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn, met uitzondering van de artikelen 6.28, 6.29 en 6.39, van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

Artikel 8 Melden van brand en broei

Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.

Artikel 9 Bossen, heidevelden, venen

De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander erf of terrein, voor zover niet bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676), en dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.

Artikel 10 Bestuurlijke boete

Overtreding van de regels van deze verordening kan worden beboet met een bestuurlijke boete van maximaal het bedrag, genoemd in de Arbeidsomstandighedenwet artikel 34, vierde lid, onder 1°.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. Vergunningen die zijn verleend onder werking van de brandbeveiligingsverordening 2010 van 25 november 2010 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.

  • 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Brandbeveiligingsverordening 2010 van 25 november 2010 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3. Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning krachtens de Brandbeveiligingsverordening 2010 van 25 november 2010 wordt beslist met toepassing van deze verordening.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Brandbeveiligingsverordening 2012.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt ingevolge artikel 142 van de Gemeentewet 8 dagen na bekendmaking in werking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

De griffier,
F.P. de Vos
De voorzitter,