Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening Bijdrageregeling Minima 2008

Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening Bijdrageregeling Minima 2008

De raad van de gemeente Bergen op Zoom;

overwegende dat de ‘’verordening Bijdrageregeling Minima” aanpassing behoeft;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2007, RVB07-0150;

gelet op de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T :

de “Verordening Bijdrageregeling Minima 2008” vast te stellen.

Algemeen.

Artikel 1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom;

  • b.

    de bijdrage: de met toepassing van deze verordening door het college te verlenen geldelijke bijdrage in de verschuldigde kosten van deelname aan sociaal-culturele activiteiten;

  • c.

    de aanvrager: de meerderjarige en minderjarige inwoner van de gemeente Bergen op Zoom, deze laatste voor zover niet in gezinsverband levend, die een aanvraag om een bijdrage op grond van deze verordening indient.

Artikel 2.

De verlening van de bijdrage geschiedt door het college met inachtneming van de bepalingen van deze verordening.

Aanvraag.

Artikel 3.

  • a.

    De aanvraag om een bijdrage moet schriftelijk worden ingediend bij het college.

  • b.

    De aanvraag moet worden gedaan met gebruikmaking van het door het hoofd van de afdeling Werk en Inkomen van de Sector Maatschappelijke Dienstverlening vastgesteld formulier.

Artikel 4.

  • a.

    De bijdrage dient te worden aangevraagd uiterlijk binnen vier weken na het einde van het kalenderjaar waarin de kosten zijn gemaakt.

  • b.

    Een bijdrage kan ook vooraf worden aangevraagd.

Artikel 5.

De aanvrager dient bij het verzoek de volgende bescheiden te overleggen:

  • a.

    een bewijsstuk van de kosten, waarvoor de bijdrage wordt gevraagd;

  • b.

    bewijsstukken betreffende de op het aanvraagformulier vermelde inkomsten.

Inkomen en vermogen.

Artikel 6.

  • a.

    De bijdrage kan worden toegekend aan een aanvrager die minstens één jaar is aangewezen op een inkomen op of onder 120% van de relevante bijstandsnorm en van wie het vermogen het vrij te laten vermogen ingevolge de Wet werk en bijstand niet overstijgt.

  • b.

    Als periode wordt in aanmerking genomen het kalenderjaar voorafgaande aan de datum waarop de kosten zijn gemaakt.

Kosten.

Artikel 7.

  • 1. De bijdrage wordt verstrekt in de kosten van sociaal-culturele activiteiten, waaronder

    • a.

      lidmaatschappen / contributies van jeugd-, sport- of ontspanningsverenigingen;

    • b.

      abonnementen / entree bibliotheek, zwembad, theater, concert, museum, bioscoop;

    • c.

      cursusgelden voor onderwijs en vorming;

    • d.

      activiteiten op het gebied van het maatschappelijk welzijn;

    • e.

      kosten van schoolreisjes, pretparken en excursies.

  • 2. Cursusgelden, genoemd in het eerste lid, onder c, komen slechts voor een bijdrage in aanmerking voor zover geen voorliggende voorziening aanwezig is.

  • 3. Geen bijdrage wordt verleend bij deelname aan levensbeschouwelijke organisaties voor zover deze kosten het karakter hebben van een donatie.

Artikel 8.

  • 1. In de kosten van muziek- en dansonderwijs aan het Centrum voor de Kunsten BoZ of van een abonnement op zwembad De Schelp wordt een bijdrage verstrekt van maximaal 50% bij kosten lager dan € 300,00 is de bijdrage het bedrag van de werkelijke kosten met een maximum van € 150,00 per lid van een huishouden per kalenderjaar.

  • 2. Voor de kosten van sociaal-culturele activiteiten, niet zijnde die als vermeld in het eerste lid, is de bijdrage maximaal € 150,00 per lid van een huishouden per kalenderjaar.

  • 3. Indien aan een lid van een huishouden een bijdrage is verstrekt ingevolge het eerste lid, kan ten behoeve van dat gezinslid geen bijdrage meer worden verleend ingevolge het tweede lid voor zover hiermee het maximum van € 150,00 wordt overschreden.

Verstrekken van inlichtingen.

Artikel 9.

Indien blijkt, dat bij de aanvraag onjuiste gegevens zijn verstrekt of indien bewijsstukken niet worden overgelegd, kan de bijdrage alsnog worden geweigerd en zal de verleende bijdrage geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.

Overige bepalingen.

Artikel 10.

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college dan wel wordt namens het college beslist.

Artikel 11.

  • a.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

  • b.

    De verordening Bijdrageregeling Minima, vastgesteld bij raadsbesluit van 30 januari 2003, wordt met ingang van 1 januari 2008 ingetrokken.

Artikel 12.

  • a.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening Bijdrageregeling Minima 2008”.

  • b.

    Deze verordening zal in 2009 worden geëvalueerd.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2007.

De griffier
De burgemeester

Toelichting bij de wijzigingen in de Verordening Bijdrageregeling Minima per 1 januari 2008

De wijzigingen in bijgevoegde verordening hebben betrekking op de uitbreiding van de sociaal-culturele activiteiten waarvoor een bijdrage kan worden verstrekt in schoolreisjes en excursies, verhoging van de bijdrage van € 100,00 naar € 150,00 per lid van een huishouden per kalenderjaar, alsmede uitbreiding van de doelgroep door middel van het verhogen van de inkomensgrens tot 120 % van de relevante bijstandsnorm.

De termijn voor het indienen van een aanvraag is eveneens verruimd.

Wel is een limitering aangebracht in de vergoedingen van het theaterbezoek. Bij de huidige verordening bestaat de - fictieve - mogelijkheid om een oneindig aantal voorstellingen te bezoeken, zo lang een abonnement kan worden getoond. Met de gewijzigde redactie van dit artikel is hier een einde aan gekomen.