Regeling vervallen per 23-08-2018

Verordening op de raadscommissies 2008

Geldend van 01-01-2016 t/m 22-08-2018

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2008

De raad van de gemeente Bergen op Zoom;

gezien het voorstel nr. GRIF/07/008;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de

Verordening op de raadscommissies 2008

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Mens en Maatschappij;

    • b.

      Stad en Ruimte;

    • c.

      Burger en Bestuur.

  • 2. De raad stelt per raadscommissie de onderwerpen vast waarover de betreffende raadscommissie adviseert en overlegt.

  • 3. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de voorzitters van de betrokken raadscommissies in overleg beslissen dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 4. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede lid, bedoelde onderwerpen;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging, uitsluitend binnen het raam van haar taakstelling;

  • c.

    voeren van overleg met het college of de burgemeester ten aanzien van de in artikel 2, tweede lid, bedoelde onderwerpen.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. Een raadscommissie bestaat uit maximaal 18 leden door de raad uit zijn midden te benoemen.

  • 2. De samenstelling van een raadscommissie dient zodanig te zijn dat er een evenwichtige vertegenwoordiging is van de in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen.

  • 3. De leden van de commissies kunnen zich laten vervangen door een ander raadslid van de in de raad vertegenwoordigde partij waartoe zij behoren of door een niet-raadslid, daartoe door de raad aangewezen op voordracht van de in de raad vertegenwoordigde partij waartoe hij behoort (duo-burgerlid).

  • 4. Per raadslid kan door de raad maximaal één vast duo-burgerlid worden aangewezen. Vervangers (raadsleden en duo-burgerleden) hebben ter vergadering aanwezig dezelfde rechten en plichten als het commissielid, dat zij vervangen. Op duo-burgerleden zijn de bepalingen van deze verordening en van de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing en zij genieten per bijgewoonde vergadering een presentievergoeding als bedoeld in de Verordening voorzieningen raads- en duo-burgerleden.

  • 5. Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de duo-burgerleden, in handen van de voorzitter van de raad, de volgende eed (verklaring en belofte) af:

    “Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in deze functie te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

    Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als duo-burgerlid naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)”.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De voorzitter wordt door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

  • 4. In geval van ontstentenis of verhindering wordt de voorzitter vervangen door een lid van de commissie, door de raad aan te wijzen.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsduur van de commissie bedraagt vier jaar.

  • 2. De raad kan aan de voorzitter en de leden van de commissie te allen tijde ontslag verlenen, indien de motieven of omstandigheden die tot benoeming hebben geleid, niet of niet meer aanwezig zijn.

  • 3. De voorzitter en de leden kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij geven hiervan schriftelijk kennis aan de raad en aan de betreffende commissie(s).

  • 4. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

  • 1. Een raadscommissie wordt ondersteund door de griffier en/of een door hem aangewezen medewerker van de griffie (commissiegriffier).

  • 2. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een daartoe door de griffier aangewezen medewerker van de griffie.

  • 4. De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

  • 5. De (commissie)griffier kan, indien daartoe door de voorzitter uitgenodigd, aan de beraadslagingen deelnemen.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

  • 1. De voorzitter kan de burgemeester, één of meer wethouders en de secretaris uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2. Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter.

  • 3. De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1. In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie eenmaal per maand plaats.

  • 2. De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 19.30 uur en vinden plaats in de raadzaal van het Stadhuis.

  • 3. Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste 3 leden schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 4. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 10 Vervallen

Artikel 11 Oproep

  • 1. De voorzitter zendt - spoedeisende vergaderingen uitgezonderd - ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip, de plaats en de voorlopige agenda van de vergadering.

  • 2. De bij de schriftelijke oproep behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden - spoedeisende gevallen uitgezonderd - tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt opgesteld als bedoeld in artikel 12, eerste lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 12 De agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt .

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

  • 3. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Ieder lid en ieder duo-burgerlid, dat ter vervanging van een lid (voor een of meer agendapunten) aanwezig is, tekent bij binnenkomst in de vergaderzaal de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16 Opening vergadering en quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17 vervallen

Artikel 18 Besluitenlijst

  • 1. De concept-besluitenlijst van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. De concept-besluitenlijst wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 2. Bij het begin van de vergadering wordt, de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3. De leden, de voorzitter, de burgemeester, de wethouders en de griffier hebben het recht, een voorstel tot wijziging van de besluitenlijst aan de raadscommissie te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient ten minste 24 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 4. In de besluitenlijst wordt datgene vermeld dat direct verband houdt met of van direct belang is voor de besluit- c.q. oordeelvorming.

  • 5. De besluitenlijst wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de griffier.

  • 6. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 18a Spreekregels

  • 1. Een lid, de burgemeester en een wethouder spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.

  • 2. Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.

Artikel 18b Volgorde sprekers

  • 1. Een lid, de burgemeester en een wethouder voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 2. De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.

Artikel 19 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Per agendapunt wijst iedere fractie in principe één woordvoerder aan.

  • 4. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 5. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 20 Spreektijd

De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid van de commissie regelen stellen omtrent de spreektijd van de leden en de overige aanwezigen.

Artikel 21 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 22 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 23 Beraadslaging

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 24 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 25 Besluitvorming

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4. In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen.

  • 5. Indien een minderheid van een raadscommissie dit nodig acht, wordt haar mening in een door de commissie aan de gemeenteraad over te leggen advies of voorstel vermeld of kan zij een afzonderlijke nota indienen.

  • 6. Besluiten, anders dan adviezen, worden altijd bij volstrekte meerderheid van stemmen der aanwezige fracties genomen. De fracties hebben ieder in de raadscommissie het aantal stemmen dat gelijk is aan het aantal leden dat de fractie in de gemeenteraad telt.

  • 7. Bij staking van stemming beslist het in leeftijd oudste lid, dat ter vergadering aanwezig is.

  • 8. De leden onthouden zich van medestemmen over zaken die hen rechtstreeks of middelijk persoonlijk aangaan of waarbij zij als vertegenwoordiger zijn betrokken.

  • 9. Over alle zaken wordt mondeling en bij oproeping per fractie gestemd, tenzij geen stemming wordt verlangd, in welk geval het voorstel geacht wordt te zijn aangenomen.

  • 10. Over personen wordt in de commissies niet gestemd, tenzij een raadsbesluit stemming over personen noodzakelijk maakt.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 26 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 27 Besluitenlijst

  • 1. De besluitenlijst van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2. Deze besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van deze besluitenlijst. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 28 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 29 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 30 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 31 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 32 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 33 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 34 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008.

  • 2. Op dat tijdstip vervalt de “Verordening op de raadscommissies 2006”, vastgesteld bij raadsbesluit van 30 maart 2006.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel “Verordening op de raadscommissies 2008”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 juni 2007.

De griffier, F.P. de Vos
de voorzitter