Regeling vervallen per 06-01-2011

Speelautomatenverordening voor de gemeente Bergen op Zoom

Geldend van 01-04-2001 t/m 05-01-2011

Intitulé

Speelautomatenverordening voor de gemeente Bergen op Zoom

De raad van de gemeente Bergen op Zoom;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 februari 2001; nr. SROB/33;

Gelet op artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen;

B e s l u i t :

Vast te stellen de navolgende "Speelautomatenverordening voor de gemeente Bergen op Zoom"

Artikel 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet op de kansspelen;

  • b.

    speelautomaat : een toestel ingericht, voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen (artikel 30, onder a, van de Wet);

  • c.

    behendigheidsautomaat : een speelautomaat waarvan het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde spelduur of het recht op gratis spellen en het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de spelduur verlengd of het recht op gratis spelen verkregen wordt (artikel 30, onder c, van de Wet);

  • d.

    kansspelautomaat : een speelautomaat, die geen behendigheidsautomaat is (artikel 30, onder c, van de Wet);

  • e.

    hoogdrempelige inrichting: een inrichting, waar een bedrijf wordt uitgeoefend als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet;

    • 1.

      waarvoor ingevolge die wet vergunning is verleenden deze nog van kracht is, en;

    • 2.

      waar het café- of restaurantbezoek op zichzelf staat waar geen andere activiteiten plaatsvinden waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend, en;

    • 3.

      waarvan de activiteiten in belangrijke mate zijn gericht op personen van 18 jaar en ouder; (artikel 30, onder d, van de Wet);

  • f.

    laagdrempelige inrichting: een inrichting, die geen hoogdrempelige inrichting is, en waarvoor ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet vergunning is verleend en deze nog van kracht is of waarvan de ondernemer inschrijfplichtig en ingeschreven is bij het Bedrijfschap Horeca (artikel 30, onder e, van de Wet);

  • g.

    Speelautomatenhal: een inrichting waarvoor op grond van artikel 2 van de "Verordening speelautomatenhallen Bergen op Zoom" vergunning is verleend voor het aan het publiek geven van gelegenheid tot het beoefenen van een spel door middel van speelautomaten.

Artikel 2. OPSTELBELEID

  • a.

    In hoogdrempelige inrichtingen zijn maximaal twee speelautomaten toegestaan, waarvan maximaal óf twee kansspelautomaten óf één kansspel- en één behendigheidsautomaat óf twee behendigheidsautomaten;

  • b.

    In laagdrempelige inrichtingen zijn maximaal twee speelautomaten toegestaan, met dien verstande dat kansspelautomaten in het geheel niet zijn toegestaan,

  • c.

    In een speelautomatenhal mogen maximaal 90 kansspelautomaten en 40 behendigheidsautomaten aanwezig zijn.

Artikel 3. IN WERKINGTREDING

Deze verordening treedt in werking op 1 april 2001.

Artikel 4. AANHALINGSTITEL

Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel "Speelautomatenverordening voor de gemeente Bergen op Zoom".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 maart 2001.

De secretaris
De voorzitter