Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening Hondenbelasting 2004

De raad van de gemeente Bergen op Zoom;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2003, nr. SM/03/17;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

B E S L U I T

vast te stellen de navolgende:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN HONDENBELASTING

Artikel 1. BELASTBAARFEIT

Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2. BELASTINGPLICHT

  • 1. Belastingplichtig is de houder van een of meer honden.

  • 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3. VRIJSTELLINGEN

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

  • a.

    die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden, dan wel daartoe worden opgeleid;

  • b.

    die door de Stichting sociale honden voor gehandicapten Nederland, de Stichting Eurodog, de Stichting De hond kan de was doen, of een vergelijkbare organisatie, aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld, dan wel daartoe worden opgeleid;

  • c.

    die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit

  • d.

    die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • e.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden.

Artikel 4. MAATSTAF VAN HEFFING

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5. BELASTINGTARIEF

1.

De belasting bedraagt per belastingjaar:

a.

voor een eerste hond

€ 60,36

b.

voor een tweede hond

€ 94,92

c.

voor iedere hond boven het aantal van twee

€ 94,92

2.

In afwijking in zo verre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, per kennel

€ 183,36

3.

Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.

Artikel 6. BELASTINGJAAR

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7. WIJZE VAN HEFFING

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8. ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD EN HEFFING NAAR TIJDSGELANG

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

    Voor belastingbedragen met een positief totaal van minder dan € 5,-- vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde belastingen en/of heffingen aangemerkt als één belastingbedrag

Artikel 9. TERMIJN VAN BETALING

  • 1. De aanslag moet worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval:

    • a.

      het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen (of als het aanslagbedrag maar één aanslag bevat het bedrag daarvan) niet minder dan € 50,-- bedraagt en

    • b.

      de termijnbedragen per termijn niet groter zijn dan € 1.500,-- en

    • c.

      de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande, dat het aantal betalingstermijnen steeds minimaal 4 telt.

    De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, elk van de volgende termijnen vervalt telkens een maand later.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10. NADERE REGELS DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.

Artikel 11. INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL

  • 1. De Verordening hondenbelasting 2002, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 2001, sedert dien gewijzigd, wordt ingetrokken, met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2004.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening hondenbelasting 2004 .

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 november 2003.

De griffier

F.P. de Vos

De voorzitter