Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en de invordering van leges

Geldend van 18-01-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

Legesverordening 2010

De raad van de gemeente Bergen op Zoom

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2009, nr. RVB09-0125;

gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229 , eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2. Belastbaarfeit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • b.

    de diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • c.

    het in behandeling nemen van een vergunningaanvraag van:

    • -

      een plaatselijke non-profitinstelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers;

    • -

      een organisatie die is opgenomen op de actuele lijst van erkende goede doelen met CBF-keur, zoals die jaarlijkse wordt gepubliceerd door Centraal Bureau Fondswerving;

    • -

      een organisatie die is opgenomen op de actuele lijst van Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI) zoals die door de rijksbelastingdienst wordt vastgesteld, voor zover de aanvraag betrekking heeft op in inzamelen van kleding (als bedoeld in artikel 2.5 van de Afvalstoffenverordening van de gemeente Bergen op Zoom 2007); het innemen van een standplaats gedurende maximaal een dag (als bedoeld in de Verordening op het verlenen van standplaatsen- en ventvergunningen en het innemen van standplaatsen 1999); het ten gehore brengen van muziek of het houden van een snuffelmarkt gedurende maximaal een dag, of het houden van een evenement (als bedoeld in respectievelijk onderdeel, 2:25,4:15 en 5:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening).

Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3. Indien de leges, op het moment van aanvraag van een dienst, niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • -

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • -

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • -

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • -

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

    • -

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • -

      onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • -

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12. Overgangsrecht

  • 1. De artikelen en tarieventabel van de Legesverordening 2006 van 8 november 2005, nr. SM/05/15, sedertdien gewijzigd, vervallen met ingang 1 januari 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. In afwijking van het eerste lid vervallen de volgende onderdelen van de Tarieventabel 2009 van de in het eerste lid genoemde verordening met ingang van 28 december 2009, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan:

    • a.

      onderdeel 5.8. (gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening);

    • b.

      onderdelen 10.1 tot en met 10.4 (vergunning, melding of ontheffing als bedoeld in respectievelijk artikel 3, 30 en 35 van de Drank- en Horecawet);

    • c.

      onderdeel 12.1.3 (evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2.2.2. van de Algemene plaatsel ijke verordening);

    • e.

      onderdeel 12.2 (exploitatievergunning prostitutiebedrijf, wijziging daarvan of wijziging in het beheer als bedoeld in artikel 3.2.1. Algemene plaatselijke verordening);

    • f.

      onderdeel 15.5 (vergunning snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5.2.4. van de Algemene plaatselijke verordening);

  • 3. In afwijking in zoverre van het eerste lid vervallen hoofdstuk 5 (bouwgerelateerde leges) op het tijdstip dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en het dan tot wet verheven wetsvoorstel Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden, met dien verstande dat dit hoofdstuk en deze onderdelen van toepassing blijven op de belastbare feiten:

    • -

      die zich hebben voorgedaan voor bedoeld tijdstip;

    • -

      waarop de wettelijke voorschriften zoals deze luidden voor inwerkingtreding van deze wetten, nog moeten worden toegepast.

  • 4. Indien de datum van inwerkingtreding van titel 1 van de tarieventabel behorende bij deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijven de op grond van het eerste lid vervallen bepalingen gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 5. De op artikel 10 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 3. In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt titel 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op het tijdstip waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) in werking treedt en het dan tot wet verheven wetsvoorstel Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden. De datum waarop dit tijdstip valt is tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel.

  • 4. In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt titel 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op 28 december 2009, welke datum tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel is.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 december 2009

De griffier

F.P. de Vos

De voorzitter

Tarieventabel leges 2010

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2010.

Indeling tarieventabel

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Hoofdstuk 5 Kiezersregister (n.v.t.)

Hoofdstuk 6 Wet bescherming persoonsgegevens (n.v.t.)

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief (n.v.t.)

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

Hoofdstuk 12 Leegstandwet (n.v.t.)

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 16 Kansspelen

Hoofdstuk 17 Kinderopvang (n.v.t.)

Hoofdstuk 18 Rioolaansluit- en lozingsverordening

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 20 Diversen

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning (n.v.t.)

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project (n.v.t.)

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 9 Sloopmelding (n.v.t.)

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening

Hoofdstuk 7 Gedoogbeschikking

Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Huwelijk / Partnerschap

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, dan wel de omzetting van een partnerschap in een huwelijk:

1.1.1.1

In de trouwzaal van het Stadhuis dan wel in het Raadhuis te Halsteren:

- op werkdagen van 9:00 tot 18:00 uur

- op zaterdag van 9:00 tot 18:00 uur

€ 280,--

€ 410,--

1.1.1.2

In het Markiezenhof:

- op werkdagen tussen 9:00 en 18:00 uur

- op werkdagen tussen 19:00 en 24:00 uur

- op zaterdag tussen 9:00 en 18:00 uur

- op zaterdag tussen 19:00 en 24:00 uur

- op zondag tussen 12:00 en 18:00 uur

- op zondag tussen 19:00 en 24:00 uur

€ 410,--

€ 725,--

€ 550,--

€ 880,--

€ 715,--

€ 1.020,--

1.1.1.3

In een voor één dag aan te wijzen locatie, anders dan de hiervoor onder 1.1.1.1 en 1.1.1.2 genoemde plaatsen:

- op werkdagen tussen 9:00 en 18:00 uur

- op zaterdag tussen 9:00 en 18:00 uur

€ 465,--

€ 590,--

1.1.1.4

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als bedoeld onder 1.1.1 aan de publieksbalie op het Stadskantoor

€ 55,--

1.1.1.5

Bij inzet van gemeentepersoneel als getuige bij de voltrekking van een huwelijk of de registratie van partnerschap, dan wel de omzetting van partnerschap in een huwelijk, worden de hiervoor genoemde tarieven verhoogd met

€ 25,--

1.1.1.6

Wanneer het huwelijk wordt voltrokken of het partnerschap wordt geregistreerd, dan wel wordt omgezet, door een buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand uit een andere gemeente dan Bergen op Zoom, worden de hiervoor genoemde tarieven verhoogd met

€ 50,--

1.1.1.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot wijziging van een eerder overeengekomen tijdstip voor huwelijksaangifte, aangifte partnerschapregistratie, voltrekking van een huwelijk, registratie van partnerschap, omzetting van partnerschap in een huwelijk

€ 50,--

Trouwboekje / partnerschapboekje

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.1.5.1

een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering, dan wel het in behandeling nemen van een verzoek om uitreiking van een duplicaat daarvan

€ 20,--

1.1.5.2

een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering, dan wel het in behandeling nemen van een verzoek om uitreiking van een duplicaat daarvan

€ 32,--

Verstrekken van inlichtingen

1.1.3

1.1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen uit het register van de Burgerlijke Stand, per inlichting

€ 9,--

1.1.3.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 50,90

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort)

€ 56,90

1.2.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

€ 50,90

1.2.1.4

tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument

€ 8,95

1.2.1.5

tot het bijschrijven van een kind door middel van een bijschrijvingssticker in een al uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3

€ 20,90

1.2.1.7

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd tot en met dertien jaar

€ 8,95

1.2.1.8

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd van veertien jaar en ouder

€ 42,85

1.2.2

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 alsmede in 1.2.1.7 en 1.2.1.8 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 41,--

1.2.3

Het tarief genoemd in 1.2.2 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.4, slechts één keer per reisdocument berekend.

1.2.4

Het tarief genoemd in onderdeel 1.2.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van

€ 19,50

1.2.5

De tarieven als genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3, alsmede 1.2.1.7, en 1.2.18 worden na vermissing verhoogd met een bedrag van

€ 20,--

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

- aan een persoon die op het moment van aanvraag de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt

- aan een persoon die op het moment van aanvraag jonger is dan 65 jaar

€ 22,50

€ 45,--

1.3.2

tot het afgeven van een rijbewijs na vermissing:

het op grond van 1.3.1 verschuldigde tarief, verhoogd met

€ 20,--

1.3.3

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 33,50

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan: één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 9,--

1.4.2.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.4.2.2.1

Voor 2 tot 500 verstrekkingen

€ 2.141,--

1.4.2.2.2

Voor 500 tot 1.000 verstrekkingen

€ 4.268,--

1.4.2.2.3

Voor 1.000 tot 5.000 verstrekkingen

€ 13.383,--

1.4.2.2.4

Voor elk volgend 1.000-tal of gedeelte daarvan

€ 2.677,--

1.4.3

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

€ 2,30

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie:

Een vast bedrag per verzoek:

- indien de aanvrage vanuit een notariaat wordt gedaan

- in alle andere gevallen

Te verhogen met een variabel bedrag voor ieder daaraan besteed kwartier van

€ 9,--

€ 38,50

€ 7,50

1.4.5

Het tarief bedraagt voor het anders dan op grond van artikel 79, lid 1, of artikel 132 van de Wet gemeente lijke ba sisadmini stratie persoonsgege vens (Stb. 1994, 494) op verzoek van een ingeschrevene verstrekken van een gewaarmerkt afschrift van hem / haar betreffende gegevens in de basisadministratie

€ 12,--

Hoofdstuk 5 - 6 n.v.t.

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

Algemeen

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.1.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 4,28

1.7.1.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

1.7.1.2.1

- eenheidsformaat A0

- eenheidsformaat A1

- eenheidsformaat A2

- eenheidsformaat A3

- eenheidsformaat A4

Met dien verstande dat steeds minimaal verschuldigd is

€ 7,--

€ 4,--

€ 3,50

€ 0,35

€ 0,19

€ 1,05

1.7.1.2.2

Ingeval sprake is van kleurafdrukken bedraagt het tarief per pagina:

- eenheidsformaat A0

- eenheidsformaat A1

- eenheidsformaat A2

- eenheidsformaat A3

- eenheidsformaat A4

Met dien verstande dat steeds minimaal verschuldigd is

€ 15,--

€ 9,--

€ 7,25

€ 0,45

€ 0,30

€ 1,50

Stukken raads- en commissievergaderingen

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een exemplaar van de stukken (inclusief gemeentebegroting c.a.) behorende bij een raads- of raadscommissievergadering, per pagina

€ 0,07

Abonnement op bestuursstukken.

1.7.3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

1.7.3.1

op de besluitenlijst van raadsvergaderingen

€ 7,50

1.7.3.2

op de raadsvoorstellen en agenda's van de raadsvergaderingen

€ 215,--

1.7.3.3

op uitsluitend agenda's van raadsvergaderingen

€ 4,55

1.7.3.4

op de verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie

€ 6,80

1.7.3.5

op de stukken behorende bij de vergaderingen van een raadscommissie

€ 16,20

1.7.3.6

op de agenda's van een raadscommissie

€ 4,55

Verzendkosten stukken raads- en commissievergaderingen.

1.7.4

Indien de stukken als bedoeld in dit hoofdstuk op diens aanvraag aan de abonnee worden toegezonden, worden de aldaar genoemde tarieven verhoogd met 50%.

Verordeningen.

1.7.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.5.1

een exemplaar van de Bouwverordening

€ 42,--

1.7.5.2

Aanvullingen / wijzigingen op de Bouw verordening per pagina

€ 0,23

met dien verstande dat niet meer is verschuldigd dan

€ 42,--

1.7.5.3

een exemplaar van de toelichting op de Bouwveror dening

€ 42,--

1.7.5.4

een exemplaar van de Brandbeveiligingsverorde ning

€ 6,25

1.7.5.5

een exemplaar van de Algemene Plaatse lijke Verordening (APV)

€ 100,--

1.7.5.6

een hiervoor niet met name genoemde gemeentelijke verordening, per pagina, met een minimum per verordening van

€ 0,07

€ 5,30

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Kadaster

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen of het verlenen van inzage in vastgoedgegevens uit de kadastrale massale output:

1.8.1.1

Indien het objectgegevens betreft: per perceel of appartementsrecht

€ 5,80

1.8.1.2

Indien het subjectgegevens betreft: per rechthebbende, ongeacht het aantal percelen of appartementsrechten, of per negatieve mededeling

€ 5,80

1.8.1.3

voor het schriftelijk verstrekken van inlichtingen worden de onder 8.1.1 en 8.1.2 genoemde tarieven verhoogd met

€ 5,80

1.8.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het ten kantore vervaardigen van een analoge reproductie van een uittreksel van een kadastrale kaart:

- tot en met formaat A3

- formaat A2 en groter

€ 10,--

€ 27,40

Digitale vastgoedinformatie

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.8.2.1

het ten kantore vervaardigen van een analoge reproductie van een uittreksel uit de Grootschalige Basis Kaart (GBK) of plannen van Ruimtelijke Ordening (RO):

de onder 1.8.1.4. genoemde tarieven

1.8.2.2

het leveren van digitale informatie uit de GBK of gegevens RO:

welke basistarief wordt verhoogd met een toeslag:

- voor bebouwd gebied, per hectare

- voor landelijk gebied, per hectare

met dien verstande, dat deze tarieven met 10% worden verhoogd indien op verzoek ook de puntobjecten worden aangeleverd

€ 50,--

€ 13,90

€ 5,50

1.8.3

Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift of uittreksel uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratrie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring als bedoeld in artikel 9 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 25,--

Overige vastgoedinformatie

1.8.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling namen van een aanvraag tot:

1.8.4.1

het leveren van geometrisch ingepaste luchtfoto’s (geotif-formaat) uit geautomatiseerde gegevensbestanden:

welke basistarief wordt verhoogd met een toeslag:

- voor bebouwd gebied, per hectare

- voor landelijk gebied, per hectare

€ 50,--

€ 6,50

€ 2,60

1.8.4.2

het leveren van overig gedigitaliseerd beeldmateriaal uit geautomatiseerde gegevensbestanden, in jpg- dan wel in pdf-formaat:

- over grondgebied met een oppervlakte tot één hectare

- met een toeslag voor elke hectare daarboven van

€ 10,—

€ 2,50

1.8.4.3

het ten kantore vervaardigen van een analoge reproductie van ander kaartmateriaal dan het hiervoor genoemde: de onder 1.8.1.4 genoemde tarieven.

1.8.4.4

het verstrekken van afschriften, doorslagen of fotokopieën met sonderinggegevens:

1.8.4.4.1

per pagina

met dien verstande, dat steeds minimaal verschuldigd is

€ 0,18

€ 25,50

1.8.4.4.2

Indien deze bescheiden op diens verzoek aan de aanvrager worden toegezonden, wordt de onder 1.8.4.4.1 bedoelde vergoeding verhoogd bij:

- toezending aan een adres binnen Nederland, met

- toezending aan een adres in het buitenland, met

€ 2,27

€ 9,08

1.8.4.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen uit vastgoedgegevens anders dan hiervoor genoemde leveringen, per gemeentelijk dan wel kadastraal adres

€ 50,--

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1

een uittreksel GBA, bewijs van opneming in het persoonsregister, een attestatie de vita of een bewijs van Nederlanderschap

doch indien het betreffende uittreksel langs elektronische weg wordt aangevraagd

€ 9,--

€ 8,--

1.9.2

Een verklaring omtrent het gedrag af te geven door het Centraal orgaan verklaring omtrent het gedrag (COVOG)

€ 30,05

1.9.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot legalisatie van een handtekening

€ 9,--

Hoofdstuk 10 n.v.t.

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

Huisvestingswet

11.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het onttrekken, samenvoegen of omzetten van woonruimten als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Huisvestingswet

€ 34,60

Hoofdstuk 12 n.v.t.

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvrage tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening

€ 29,20

Hoofdstuk 14 Verordening op het verlenen van standplaatsen en ventvergunningen en het innemen van standplaatsen 1999.

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een standplaats- of ventvergunning:

1.14.1

Wanneer daartoe een standplaats als bedoeld in artikel 1 onder c van de Verordening op het verlenen van standplaatsen en ventvergunningen en het innemen van standplaatsen 1999 wordt ingenomen, geldig voor:

- een dag

- een week

- een maand

- een jaar

€ 27,80

€ 55,50

€ 111,20

€ 276,50

1.14.2

Voor een ventvergunning, geldig voor:

- een dag

- een week

- een maand

- een jaar

€ 18,40

€ 50,--

€ 95,--

€ 195,--

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet (Stb. 1996, 182) of het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet (Stb. 1996, 183)

€ 38,50

1.15.2

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 38,50

1.15.3

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.3 bedoelde ontheffing

€ 38,50

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning ingevolge artikel 30b van de Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483):

1.16.1

voor één speelautomaat, geldend voor een periode van:

- maximaal vier jaar

- vier jaar of langer, dan wel voor onbepaalde tijd

€ 56,50

€ 226,50

1.16.2

voor twee of meer speelautomaten voor een periode van maximaal vier jaar:

- voor de eerste speelautomaat

- voor iedere volgende automaat, per automaat

€ 22,50

€ 34,--

voor twee of meer speelautomaten voor een periode van vier jaar of langer, dan wel voor onbepaalde tijd

- voor de eerste speelautomaat

- voor iedere volgende automaat, per automaat

€ 90,50

€ 136,--

Hoofdstuk 17

Hoofdstuk 18 Rioolaansluit- en lozingsverordening

Rioolaansluit- en lozingsverordening.

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 12 van de Riool aansluit - en lozingsverordening, indien de vervuilingswaarde van het bedrijf bedraagt:

1.18.1.

tot 10 inwonerequivalenten

€ 49,50

1.18.2

10 tot 100 inwonerequivalenten

€ 145,--

1.18.3

100 tot 1.000 inwonerequivalenten

€ 294,--

1.18.4

1.000 tot 10.000 inwonerequivalenten

€ 590,--

1.18.5

meer dan 10.000 inwonerequivalenten

€ 1.178,--

Een inwonerequivalent vertegenwoordigt een vervuilingswaarde als bedoeld in artikel 19 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

Bijzondere transporten.

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

tot het verlenen van een ontheffing voor niet gekentekend langzaam verkeer (afdelingen 7, 8 en 14 van hoofdstuk 5 Voertuigreglement)

€ 32,30

Parkeren

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.19.2.1

tot het verstrekken, verlengen, dan wel vervangen van een gehandicaptenparkeerkaart, als bedoeld in artikel 49 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake Wegverkeer (Stb. 1990 nr. 460)

€ 28,70

1.19.3

tot het verstrekken van een duplicaat ter vervanging van een parkeervergunning als bedoeld in artikel 1 van de Verordening parkeerbelastingen 2006 bij verlies of beschadiging

€ 5,75

Tot het wijzigen van een kenteken op een parkeervergunning als bedoeld in artikel 1 van de Verordening parkeerbelastingen 2006

€ 5,50

1.19.4

Tot het verlenen van een ontheffing van een parkeerverbod in verband met het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, per dag

€ 15,65

Tot het gebruik van een sleutel voor het verlenen van toegang tot het afgesloten voetgangersgebied:

- per dag

- per aaneengesloten periode van zes maanden voor particuliere geld- en waardetransportbedrijven waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 3, aanhef en onder c, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.

€ 5,50

€ 50,--

met een toeslag als borg per huurperiode van

welke toeslag na inlevering van de sleutel wordt gerestitueerd

€ 100,--

Nachtelijk rijverbod

1.19.5

Een ontheffing als bedoeld in artikel 4.1.5a van de APV van het nachtelijk rijverbod voor vrachtverkeer

€ 26,--

Hoofdstuk 20 Diversen

Milieupas

1.20.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vervangende milieupas

€ 16,17

Caravans e.d.

1.20.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 5.1.5a van de APV voor recreatief nachtverblijf buiten de kampeerterreinen

€ 157,--

Overig

1.20.3

1.20.3.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 39,--

1.20.3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 5,70

1.20.3.3

Indien de stukken als bedoeld onder in dit hoofdstuk op verzoek aan de aanvrager of belanghebbende worden toegezonden, worden de genoemde tarieven per pagina verhoogd met

Met een minimum van

€ 0,20

€ 10,--

Titel 2

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.3

sloopkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

€ 115,--

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Bouwactiviteiten

2.3.1

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.1.1.1

2,25% van de bouwkosten met een minimumtarief van € 125,-- indien de bouwkosten niet meer dan € 250.000,- bedragen;

2.3.1.1.2

een basisbedrag van € 5.625,-- vermeerderd met 1,85% van het bedrag waarmee de bouwkosten een bedrag van € 250.000,-- te boven gaan, indien de bouwkosten meer dan € 250.000,-- en minder dan € 2.500.000,-- bedragen;

2.3.1.1.3

een basisbedrag van € 47.250,-- vermeerderd met 1,35% van het bedrag waarmee de bouwkosten een bedrag van € 2.500.000,-- te boven gaan.

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 500,--

2.3.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 306,--

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

2.3.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 416,--

2.3.3.2

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 416,--

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit (vooralsnog n.v.t.)

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief bij een bouwwerk of inrichting met een bruto vloeroppervlak van:

< 100 m2

100 - 499 m2

500 – 999 m2

1.000 - 1.499 m2

1.500 - 1.999 m2

meer dan 1.999 m2: het laatstgenoemde bedrag, vermeerderd voor elke 500 m2 of gedeelte daarvan, met een bedrag van

€ 475,--

€ 730,--

€ 1.022,--

€ 1.205,--

€ 1.387,--

€ 110,--

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, bedraagt het tarief:

- indien de bouwkosten/investeringskosten minder dan € 50.000,-- bedragen

€ 215,--

- indien de bouwkosten/investeringskosten meer dan € 50.000,-- bedragen

€ 510,--

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 105,--

2.3.6.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening gemeente Bergen op Zoom 2009 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

- indien de bouwkosten/investeringskosten minder dan € 50.000,-- bedragen

€ 105,--

- indien de bouwkosten/investeringskosten meer dan € 50.000,-- bedragen

€ 210,--

2.3.6.4

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening gemeente Bergen op Zoom 2009 aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 105,--

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.7

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk waarvoor op grond van een provinciale verordening of artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, 1,35 % van de sloopkosten met een minimumtarief van

€ 138,--

Asbesthoudende materialen

2.3.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een doorlopende vergunning, met een looptijd van 1 kalenderjaar, voor inpandige asbestsanering van eigendommen van woningbouwcorporaties

€ 240,--

2.3.9

Uitweg / inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een vergunning als bedoeld in artikel 2.1.5.3 van de APV voor het aanleggen of wijzigen van een uitweg

€ 325,--

Handelsreclame

2.3.10

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge artikel 4.7.2 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief:

€ 112,--

2.3.11

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in artikel 2.1.51 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 115,--

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 125,--

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 125,--

2.3.17

Advies

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 4 (n.v.t.)

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Wanneer een aanvrager zijn aanvraag intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt een deel van de leges teruggegeven.

De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1

2.5.1.2

75 % van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag verschuldigde leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan;

40 % van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag verschuldigde leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken na de termijn genoemd in 5.5.4.1, doch voordat de beslissing op de aanvraag is genomen.

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.

De teruggaaf bedraagt: 30%.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

De teruggaaf bedraagt 30% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 125,--wordt niet teruggegeven.

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van onderdeel 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 - 7 n.v.t.

Hoofdstuk 8 Bestemmingsplan

2.8.1

Oriënterende fase, beleidsfase en vooroverlegfase

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

2.8.1.1

het vrijblijvend beoordelen van wenselijkheid en haalbaarheid van initiatieven van derden op het gebied van ruimtelijke ordening (oriënterende fase) per daaraan besteed uur

Eén en ander met dien verstande, dat over de eerste tien daaraan bestede uren geen leges verschuldigd zijn.

€ 100,--

2.8.1.2

het opstellen en doen vaststellen van stedebouwkundige randvoorwaarden ten behoeve van het in een verdere procedure noodzakelijke toetsingsinstrumentarium voor initiatieven van derden op het gebied van ruimtelijke ordening (beleidsfase), per daaraan besteed uur

€ 100,--

2.8.1.3

het voeren van vooroverleg met betrekking tot de vraag of een, op basis van de daaraan voorafgaande oriënterende fase en/of beleidsfase en/of een ingediend schetsplan, een vergunning zou kunnen worden verleend, per daaraan besteed uur:

Eén en ander met dien verstande dat, indien volgend op het vooroverleg een aanvraag tot het wijzigen, herzien of vrijstellen van een bestemmingsplan, in behandeling wordt genomen, de daarvoor geheven leges op grond van 2.8.1. met deze leges worden verrekend.

€ 100,--

De leges, zoals overeenkomstig het hiervoor onder 2.8.1.1, 2.8.1.2. en 2.8.1.3 bepaalde worden berekend, blijken bij elk van de onderscheiden diensten uit een begroting, zoals die voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld. Voor de toepassing van de voorgaande leden geldt als dag van in behandeling nemen de veertiende werkdag na de dag waarop de begroting van deze kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

2.8.2

Bestemmingplan, projectbesluit en/of ontheffingen

2.8.2.1

Ontheffing artikel 3.6, 1e lid a en b

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, 1e lid onder a en b van de Wet ruimtelijke ordening:

2.8.2.1.1

indien het betreft toepassing van artikel 3.6, 1e lid onder a en b van de Wet ruimtelijke ordening waarvan de bouwkosten minder dan € 50.000,-- bedragen

€ 814,--

2.8.2.1.2

indien het betreft toepassing van artikel 3.6, 1e lid onder a en b van de Wet ruimtelijke ordening waarvan de bouwkosten meer dan € 50.000,-- maar minder bedragen dan € 115.000,--

€ 3.300,--

2.8.2.1.3

indien het betreft toepassing van artikel 3.6, 1e lid onder a en b van de Wet ruimtelijke ordening waarvan de bouwkosten meer dan € 115.000,-- bedragen doch minder dan € 450.000,--

€ 6.630,--

2.8.2.1.4.

indien het betreft toepassing van artikel 3.6, 1e lid onder a en b van de Wet ruimtelijke ordening waarvan de bouwkosten € 450.000,-- bedragen of meer:

het bedrag van de werkelijk ter zake gemaakte kosten, zoals deze voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager zijn meegedeeld en blijken uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige zin geldt als dag van in behandeling nemen de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van deze kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

Eén en ander met dien verstande, dat minimaal steeds verschuldigd is

€ 10.200,--

2.8.2.1.5

De onder 2.8.2.1.1 tot en met 2.8.2.1.4 genoemde bedragen worden verhoogd met de kosten van de externe adviezen, zoals deze voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager zijn medegedeeld en blijken uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Voor de toepassing van de vorige zin geldt als dag van in behandeling nemen de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van deze kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

2.8.3

Ontheffing artikel 3.6, 1elid c

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, 1e lid c van de Wet ruimtelijke ordening of enig artikel van gelijke strekking, zonder bouwplan:

€ 416,--

2.8.4

Ontheffing artikel 3.22

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening of enig artikel van gelijke strekking, zonder bouwplan waarvan:

2.8.4.1

de investeringskosten minder dan € 50.000,-- bedragen

€ 416,--

2.8.4.2

de investeringskosten meer dan € 50.000,-- bedragen

€ 814,--

2.8.5

Ontheffing artikel 3.23

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening of enig artikel van gelijke strekking, zonder bouwplan:

€ 416,--

2.8.6

Ontheffing artikel 3.38

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.38, 4e lid van de Wet ruimtelijke ordening of enig artikel van gelijke strekking, zonder bouwplan:

€ 416,--

2.8.7

Vaststelling bestemmingsplanen/of projectbesluiten

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om - uitsluitend ten behoeve van de aanvrager – een bestemmingsplan en/of projectbesluit vast te stellen wegens een bouwplan waarvan de bouwkosten:

2.8.7.1

minder bedragen dan € 50.000,--

€ 3.300,--

2.8.7.2

€ 50.000,-- bedragen of meer, doch minder dan € 115.000,--

€ 6.630,--

2.8.7.3

€ 115.000,-- bedragen of meer, doch minder dan € 450.000,--

€ 10.200,--

2.8.7.4

€ 450.000,-- bedragen of meer:

het bedrag van de werkelijk ter zake gemaakte kosten, zoals deze voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager zijn meegedeeld en blijken uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige zin geldt als dag van in behandeling nemen de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van deze kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

Eén en ander met dien verstande, dat minimaal steeds verschuldigd is

€ 15.300,--

2.8.7.5

De onder 2.8.7.1 tot en met 2.8.7.4 genoemde bedragen worden verhoogd met de kosten van de externe adviezen, zoals deze voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager zijn medegedeeld en blijken uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Voor de toepassing van de vorige zin geldt als dag van in behandeling nemen de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van deze kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

2.8.8

Teruggaaf leges bestemmingsplan, projectbesluit en/of ontheffingen

Indien een aanvraag als bedoeld in 2.8.2 t/m 2.8.7 niet leidt tot het door de aanvrager gewenste resultaat, wordt op aanvraag teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.

2.8.9

Verrekening gewijzigde aanvraag

In bijzondere gavallen kan voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een plan of activiteit waarvoor eerder een aanvraag in behandeling is genomen, maar waarvoor vanwege omstandigheden die niet te wijten zijn aan de aanvrager danwel belanghebbenden, een beroep worden gedaan op een verrekening. Het tarief voor de nieuwe aanvraag wordt conform de tarieventabel bepaalt en dan verrekend met het eerder geheven bedrag. Deze bepaling geldt niet in combinatie met 2.8.8.

Hoofdstuk 9 n.v.t.

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 125,--

Titel 3

Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een:

3.1.1

vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horeca wet

€ 389,--

3.1.2

ontheffing als bedoeld in artikelen 35 van de Drank- en Horecawet

€ 38,90

3.1.3

verlof ingevolge artikel 3.2, eerste lid, van de Drank- en horecaverordening 2001

€ 389,--

3.1.4

wijziging vergunning als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en horecawet

€ 49,--

3.1.5

vergunning als bedoeld in artikel 2.3.1.2 van de APV tot het exploiteren van een horecaterras:

- waarvan de geldigheid is beperkt tot de duur van een evenement

- overig

€ 26,--

€ 105,--

3.1.6

vergunning als bedoeld in artikel 2.3.1.4 van de APV tot afwijking van het sluitingsuur van een horecabedrijf

€ 194,--

3.1.7

vergunning als bedoeld in artikel 2.3.1.4a van de APV tot afwijking van het sluitingsuur van een broodjes- of shoarmazaak

€ 194,--

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning:

3.2.1

als bedoeld in artikel 2.2.2 van de APV voor het organiseren van een evenement

€ 255,--

als bedoeld in artikel 4.1.5 van de APV voor het gebruik van een geluidswagen, het maken van muziek

€ 25,--

3.2.2

als bedoeld in artikel 5.2.4 van de APV voor het organiseren of toelaten van een snuffelmarkt e.d.

€ 22,--

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning:

3.3.1

als bedoeld in artikel 3.2.1 van de APV voor het exploiteren of wijzigen van een seksinrichting

€ 249,--

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet

€ 34,60

Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in een gemeentelijke leefmilieuverordening

€ 204,--

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilige gebruik van een inrichting niet zijnde een bouwwerk, als bedoeld in artikel 2.1.1 van de Brandbeveiligingsverordening ten behoeve van een evenement, dan wel indien het een tent of ander tijdelijk bouwsel betreft

€ 73,--

Hoofdstuk 7 Gedoogbeschikking

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

3.7.1

een persoonsgebonden gedoogbeschikking in het kader van permanente bewoning

€ 714,--

3.7.2

een andere dan een hiervoor genoemde gedoogbeschikking, voor zover geen betrekking hebbend op de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), maar meer specifiek in verband met strijdig gebruik / illegaal bouwen

€ 561,--

Hoofdstuk 8 Overig

3.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.8.1

een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.5.3 van de APV voor de exploitatie van een winkelbedrijf

€ 249,--

3.8.2

een vergunning als bedoeld in artikel 2.6.2 van de APV voor het ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk

€ 103,--

Reglement gevaarlijke stoffen.

3.8.3

De tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning ex artikel 34 van het Re gle ment gevaar lijke stoffen

€ 10,90

3.8.4

een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 125,--