Regeling vervallen per 07-07-2015

Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2015

Geldend van 14-03-2015 t/m 06-07-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

de Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom;

overwegende dat deelneming aan de samenleving door de minima zoveel mogelijk dient te worden bevorderd;

gelet op de Algemene subsidieverordening Bergen op Zoom;

BESLUIT:

de Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima2015 vast te stellen.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom;

  • b.

    subsidie: subsidie op grond van de Algemene subsidieverordening Bergen op Zoom;

  • c.

    bijdrage: de met toepassing van deze uitvoeringsregeling door het college te verlenen subsidie in de verschuldigde kosten van deelname aan sociaal-culturele activiteiten;

  • d.

    aanvrager: de inwoner van de gemeente Bergen op Zoom en als zodanig ingeschreven in de Basisregistratie personen, die een aanvraag om een bijdrage op grond van deze uitvoeringsregeling indient;

  • e.

    bijstandsnorm: de bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, sub c, van de Participatiewet;

  • f.

    inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet waarbij een eventuele bijstandsuitkering,

    in afwijking van artikel 32 van de Participatiewet, voor de beoordeling van het recht op een voorziening als inkomen wordt gezien;

  • g.

    lid van een huishouden: een persoon van 18 jaar en ouder.

Artikel 2. Doel en strekking

Het doel van de regeling is bevordering alsmede vergroting van deelname aan de samenleving van personen van 18 jaar en ouder met een inkomen op of rond het sociaal minimum.

Artikel 3. Doelgroep

  • 1. De bijdrage kan worden toegekend aan een aanvrager die gedurende de periode van één jaar is aangewezen opeen inkomen wat gemiddeld per maand niet uitkomt boven 110 % van de geldende bijstandsnorm.

  • 2. Als periode in het vorige lid wordt in aanmerking genomen het kalenderjaar voorafgaande aan de datum waarop de kosten zijn gemaakt.

Artikel 4. Activiteiten die voor een bijdrage in aanmerking komen

  • 1. De bijdrage wordt verstrekt in de kosten van:

    • a.

      lidmaatschap van een jeugd-, sport- of ontspanningsvereniging;

    • b.

      deelneming aan muziek- en/of dansonderwijs;

    • c.

      entree voor zwembad, bibliotheek, theater, concert, museum, bioscoop en/of pretpark;

    • d.

      deelneming aan schoolreisjes, excursies en andere door school georganiseerde activiteiten.

  • 2. Indien in het kalenderjaar waarin de kosten als vermeld onder het vorige lid zijn gemaakt, reeds een voorziening op grond van de Regeling ter bevordering van maatschappelijke participatie door schoolgaande kinderen 2015 is toegekend, bestaat geen recht op een bijdrage op grond van deze regeling.

Artikel 5. Hoogte van de bijdrage

  • 1. In de kosten van muziek- en dansonderwijs aan het Centrum voor de Kunsten Bergen op Zoom wordt eenbijdrage van maximaal 50% verstrekt;

    bij kosten lager dan € 300,00 is de bijdrage het bedrag van de werkelijke kosten met een maximum van € 150,00 per lid van een huishouden per kalenderjaar.

  • 2. Voor de kosten van sociaal-culturele activiteiten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, niet zijnde die als vermeld in het voorgaande lid, is de bijdrage maximaal € 150,00 per lid van een huishouden per kalenderjaar.

  • 3. Indien aan een lid van een huishouden in een kalenderjaar een bijdrage is verstrekt ingevolge het eerste lid, kan ten behoeve van dat gezinslid geen bijdrage meer worden verleend ingevolge het tweede lid voor zover hiermee het maximum van € 150,00 wordt overschreden.

  • 4. Indien aan een lid van een huishouden in een kalenderjaar een bijdrage is verstrekt ingevolge het tweede lid, kan ten behoeve van dat gezinslid slechts een bijdrage worden verleend ingevolge het eerste lid onder aftrek van de reeds eerder dat jaar verstrekte bijdrage op grond van het tweede lid.

Artikel 6. Procedurebepalingen

  • 1. De bijdrage dient achteraf te worden aangevraagd onder vermelding van de kostensoort, de hoogte van de kosten alsmede de datum waarop de kosten zijn gemaakt.

  • 2. Een aanvraag kan worden ingediend tot uiterlijk vier weken na het einde van het kalenderjaar waarin de kosten zijn gemaakt.

  • 3. Uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag wordt een beschikking over de verlening en vaststelling van de bijdrage afgegeven.

Artikel 7. Verplichtingen

Ter beoordeling van het recht op een bijdrage dienen door aanvrager bewijsstukken te worden overgelegd van de op het aanvraagformulier vermelde inkomsten voor zover aanvrager over de in aanmerking te nemen periode geen (bijstands)uitkering van een van de Brabantse Wal gemeenten heeft ontvangen, alsmede van de kosten waarvoor de bijdrage wordt gevraagd.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Door of namens het college kan met toepassing van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen in deze regeling, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 9. Citeerartikel

Deze regeling kan worden aangehaald als: “Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2015”.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking een dag na bekendmaking en heeft terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2015.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 3 maart 2015.

De secretaris, De burgemeester,