Regeling vervallen per 02-08-2019

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers 2005

Geldend van 01-05-2005 t/m 01-08-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2005

Intitulé

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers 2005

De gemeenteraad van de gemeente Bergen op Zoom,

gezien het advies van de commissie Maatschappelijke Dienstverlening & Cultuur;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

gelet op artikel 18, zevende lid van de Wet inburgering nieuwkomers en artikel 18 van de Wet werk en bijstand,

besluit vast te stellen de volgende:

Verordening Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers.

Artikel 1. Begripsomschrijving

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    a. Win:

    de Wet inburgering nieuwkomers ( Stb. 1998, 261);

    b. Wwb:

    de Wet werk en bijstand (Stb. 2003, 375);

    c. college:

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom;

    d. bijstandsnorm:

    - de bijstandsnorm bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de Wwb als de nieuwkomer periodieke bijstand op grond van de Wwb ontvangt of

    - de bijstandsnorm die voor de nieuwkomer zou gelden indien hij voor de voorziening in de noodzakelijke kosten van het bestaan wel aangewezen zou zijn op een Wwb-uitkering;

    e. maatregel:

    het verlagen van de bijstand of de langdurigheidstoeslag op grond van artikel 18, tweede lid, van de Wwb;

    f. Afstemmingsverordening 2004-1:

    g. boete:

    de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18, 1e lid van de Win;

    h. nieuwkomer:

    de persoon als bedoeld in artikel 1 van de Win.

  • 2. De overige begripsbepalingen van de Win zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan in deze verordening uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 2. Afstemming en dringende redenen

  • 1. Bij het opleggen van een boete wordt deze verordening in acht genomen, onverminderd artikel 18, 2e en 4e lid van de Win.

  • 2. Geen boete wordt opgelegd als iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Artikel 3. Samenloop van boete en maatregelen op grond van de Wwb

  • 1. Indien de nieuwkomer voor de voorziening van de kosten van het bestaan is aangewezen op bijstand op grond van de Wwb, worden aan de verlening van de Wwb-uitkering tevens de navolgende voorwaarden verbonden:

    • a.

      zich melden voor een inburgeringsonderzoek (artikel 2 Win);

    • b.

      verlenen van medewerking aan het inburgeringsonderzoek (artikel 4, 4e lid Win);

    • c.

      zich laten inschrijven bij een instelling voor het volgen van het educatieve programma (artikel 8 Win );

    • d.

      aanwezig zijn bij alle onderdelen van het voor hem vastgestelde educatieve programma (artikel 9, 1e lid Win);

    • e.

      afleggen van een toets (artikel 10, 3e lid Win);

    • f.

      verlenen van medewerking aan de overige onderdelen van het voor hem vastgestelde inburgeringsprogramma, zoals maatschappelijke begeleiding en doorgeleiding naar een scholingsinstituut of reïntegratiebedrijf (artikel 12, 1e lid Win).

  • 2. Indien de nieuwkomer periodieke bijstand o.g.v. de Wwb ontvangt en de in het eerste lid genoemde voorwaarden verwijtbaar niet nakomt, wordt voor deze gedraging een maatregel opgelegd o.g.v. art. 18 Wwb juncto de Afstemmingsverordening 2004-1 en blijft de oplegging van een bestuurlijke boete op grond van deze verordening achterwege.

  • 3. Indien toepassing moet worden gegeven aan het 2e lid vindt de maatregeloplegging Wwb, bij niet nakoming van de in het eerste lid onder a tot en met c genoemde voorwaarden, plaats op basis van artikel 6, sub e van de Afstemmingsverordening 2004-1.

    Als sprake is van het verwijtbaar niet nakomen van de in het eerste lid onder d tot en met e genoemde voorwaarden, wordt bij toepassing van het 2e lid de Wwb-maatregel gebaseerd op artikel 6, sub d van de Afstemmingsverordening 2004-1.

Artikel 4. Hoogte van de boete op grond van artikel 18 van de Win

  • 1. De hoogte van de op te leggen boete is afhankelijk van de aard van de verwijtbare gedragingen volgens onderstaande matrix:

  • 2.

    Indeling art..3 lid 1

    Aard van de gedraging

    Cat

    1e gedraging

    2e gedraging

    (in percentages van de bijstandsnorm)

    a

    aanmelding inburgeringsonderzoek

    1.

    20

    100

    b.

    medewerking aan inburgeringsonderzoe

    1.

    20

    100

    c.

    inschrijving educatieve programma

    1.

    20

    100

    d.

    aanwezigheid alle onderdelen educatieve programma

    2.

    30

    100

    e.

    afleggen van een toets

    2.

    30

    100

    f.

    verlenen van medewerking aan overige onderdelen vastgestelde inburgeringsprogramma

    2.

    30

    100

  • 3. Van een 2e of volgende verwijtbare gedraging als bedoeld in het 1e lid is sprake indien de nieuwkomer zich binnen 12 maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een boete is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of naast hogere categorie.

    Met een besluit waarmee een boete is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, zoals bedoeld in artikel 18, 4e lid van de Win.

  • 3. Ter bepaling van deze (fictief) van toepassing zijnde bijstandsnorm wordt uitgegaan van de gegevens zoals opgenomen in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) en/of de personalia zoals deze door de nieuwkomer zijn vermeld op het door hem ingevulde formulier inburgeringsonderzoek.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 maart 2005 en werkt terug tot 1 januari 2005.

Artikel 6. Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de persoon genoemd in artikel 1 onder h van deze verordening afwijken van bepalingen van deze verordening, indien toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als : “Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers 2005”.