Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing

Geldend van 06-01-2011 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing

De raad van de gemeente Bergen op Zoom;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 november 2010, nr. RVB10-0130;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

BESLUIT:

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN

INVORDERING VAN

AFVALSTOFFENHEFFING

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15:33 Wet milieubeheer.

AARD VAN DE BELASTING EN BELASTBAAR FEIT

Artikel 2.

  • 1.

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieube heer (Stb. 1994, 80).

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

BELASTINGPLICHT

Artikel 3.

De belasting wordt geheven van degene, die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

MAATSTAF VAN HEFFING EN BELASTINGTARIEF

Artikel 4.

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

BELASTINGJAAR

Artikel 5.

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

WIJZE VAN HEFFING

Artikel 6.

  • 1.

    De belasting bedoeld in de leden 1 en 2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in de leden 3 tot en met 5 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

    Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekend gemaakt.

ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD EN HEFFING NAAR TIJDSGELANG

Artikel 7.

  • 1.

    De belasting bedoeld in de leden 1 en 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in de leden 1 en 2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de belasting bedoeld in de leden 1 en 2 van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in de leden 3 tot en met 5 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

  • 6.

    Voor belastingbedragen met een positief totaal van minder dan € 10,-- vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde belastingen en/of heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

TERMIJNEN VAN BETALING

Artikel 8.

  • 1.

    De belasting bedoeld in de leden 1 en 2 van de tarieventabel moet worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval:

    • a.

      het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen (of als het aanslagbedrag maar één aanslag bevat het bedrag daarvan) niet minder dan € 50,-- bedraagt en

    • b.

      de termijnbedragen per termijn niet groter zijn dan € 1.500,-- en

    • c.

      de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven,

de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande, dat het aantal betalingstermijnen steeds minimaal 4 telt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, elk van de volgende termijnen vervalt telkens een maand later.

  • 3.

    De belasting bedoeld in de leden 3 tot en met 5 van de tarieventabel moet worden betaald ingeval de kennisgeving:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 4.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

KWIJTSCHELDING

Artikel 9.

Bij de invordering van de belasting als bedoeld in de leden 2 tot en met 4 van de tarieventabel wordt geen kwijtschelding verleend.

NADERE REGELS DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Artikel 10.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.

INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL

Artikel 11.

  • 1.

    De Verordening afvalstoffenheffing 2004, vastgesteld bij raadsbesluit van 13 november 2003, nr. SM/03/17, sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat de verordening van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening afvalstoffenheffing 2011

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 december 2010

De griffier,

De voorzitter,

F.P. de Vos

Drs. J.J.M. Polman

tarieventabel afvalstoffenheffing