Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR76608
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR76608/1
Regeling vervallen per 01-01-2012
Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting
Geldend van 06-01-2011 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van hondenbelastingDe raad van de gemeente Bergen op Zoom;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 november 2010, nr. RVB10-0130;
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
B E S L U I T
vast te stellen de navolgende
VERORDENING OP DE HEFFING
EN INVORDE RING VAN
HON DENBE LASTING
BELASTBAAR FEIT
Artikel 1.
Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
BELASTINGPLICHT
Artikel 2.
- 1.
Belastingplichtig is de houder van een of meer honden.
- 2.
Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.
- 3.
Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.
VRIJSTELLINGEN
Artikel 3.
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
- a.
die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden, dan wel daartoe worden opgeleid;
- b.
die door de Stichting sociale honden voor gehandicapten Nederland, de Stichting Eurodog, de Stichting De hond kan de was doen, of een vergelijkbare organisatie, als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld, dan wel daartoe worden opgeleid;
- c.
die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit
- d.
die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;
- e.
die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij samen met de moederhond worden gehouden.
MAATSTAF VAN HEFFING
Artikel 4.
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
BELASTINGTARIEF
Artikel 5.
- 1.
De belasting bedraagt per belastingjaar:
- a.
voor een eerste hond € 62,16
- b.
voor een tweede hond € 97,80
- c.
voor iedere hond boven het aantal van twee € 97,80
- a.
- 2.
In afwijking in zo verre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, per kennel € 189,--
- 3.
Het tweede lid blijft buiten toepassing wanneer de belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.
BELASTINGJAAR
Artikel 6.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
WIJZE VAN HEFFING
Artikel 7.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD EN HEFFING NAAR TIJDSGELANG
Artikel 8.
- 1.
De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
Voor belastingbedragen met een positief totaal van minder dan € 10,-- vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde belastingen en/of heffingen aangemerkt als één belastingbedrag
TERMIJN VAN BETALING
Artikel 9.
- 1.
De aanslag moet worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval:
- a.
het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen (of als het aanslagbedrag maar één aanslag bevat het bedrag daarvan) niet minder dan € 50,-- bedraagt en
- b.
de termijnbedragen per termijn niet groter zijn dan € 1.500,-- en
- c.
de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven,
- a.
de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande, dat het aantal betalingstermijnen steeds minimaal 4 telt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, elk van de volgende termijnen vervalt telkens een maand later.
3.De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
NADERE REGELS DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Artikel 10.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.
INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL
Artikel 11.
- 1.
De Verordening hondenbelasting 2004, vastgesteld bij raadsbesluit van 13 november 2003, nr. SM/03/17, sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken, met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening hondenbelasting 2011 .
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 december 2010
De griffier, |
De voorzitter, |
||
F.P. de Vos |
Drs. J.J.M. Polman |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl