Verordening burgerinitiatieven 2009

1. Om een geldig burgerinitiatief te zijn moeten er minstens 25 initiatiefgerechtigde personen het initiatief hebben ondertekend.

2. Het initiatief moet schriftelijk worden ingediend. Op de griffie zijn hiervoor formulieren beschikbaar.

1. Een burgerinitiatief mag niet gaan over:

• a.

  een onderwerp waar de gemeente niet over gaat;

• b.

  een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

• c.

  een bezwaar tegen een besluit van het gemeentebestuur in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht;

• d.

  een onderwerp waarover minder dan een jaar geleden door de raad een besluit is genomen tenzij er nieuwe argumenten zijn.

2. Als niet de raad maar iemand anders binnen de gemeente bevoegd is om over het initiatief te beslissen dan zorgt de raad ervoor dat het initiatief wordt doorgestuurd

1. Het burgerinitiatief wordt behandeld op de eerste raadsvergadering na het zomerreces of eerder wanneer de zaak van het initiatief dat vraagt. Tussen de dag van indiening van het initiatief en de vergadering moet minstens twee maanden zitten.

2. De voorzitter nodigt de initiatiefnemer uit voor de vergadering.

3. Tijdens de vergadering kan de initiatiefnemer het woord voeren.

4. De initiatiefnemer wordt zo spoedig mogelijk van het besluit van de raad in kennis gesteld. Een afgewezen besluit is vatbaar voor bezwaar en beroep volgens de Algemene wet bestuursrecht.

1. De verordening treedt in werking een dag na haar bekendmaking.

2. De Verordening burgerinitatieven 2005 zoals die op 3 januari 2005 door de raad is vastgesteld wordt ingetrokken.

3. Burgerinitiatieven die ingediend zijn voor de inwerkingtreding van deze verordening vallen onder de werking van de Verordening burgerinitiatieven 2005.