Marktverordening gemeente Berkelland 2015

Geldend van 01-07-2015 t/m heden

Intitulé

Marktverordening gemeente Berkelland 2015

Raadsvergadering: 23 juni 2015

Agendanummer : 10.

De raad van de gemeente Berkelland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 april 2015;

gezien het advies van de marktcommissie van 19 januari 2015;

gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markten;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

MARKTVERORDENING GEMEENTE BERKELLAND 2015

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op alle door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkten die op gezette tijden worden gehouden. Het gaat om de volgende markten: Eibergen, Borculo, Neede en Ruurlo.

Artikel 2. Inrichtingsplan

  • 1. Voor elke markt stellen burgemeester en wethouders een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

    • a.

      aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

    • b.

      een kaart van de markt;

    • c.

      mededeling dat het anciënniteitsstelsel van artikel 5 van toepassing is;

    • d.

      aanduiding dat de nieuwe vaste-standplaatsvergunningen worden verstrekt volgens het selectiestelsel (artikel 6);

    • e.

      de aanduiding dat dagplaatsvergunningen en standwerkvergunningen worden verstrekt op basis van de uitgangspunten in artikel 11 en 12.

  • 2. Op de kaart zijn aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste-standplaatsvergunning;

    • c.

      voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen alsmede, indien van toepassing, de maximum aantallen vaste standplaatsvergunningen die voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;

    • d.

      indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een dagplaatsvergunning;

    • e.

      indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een standwerkvergunning.

  • 3. Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste-standplaatsvergunning om 8.30 uur nog niet door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kan daarvoor een dagplaatsvergunning worden afgegeven.

Artikel 3. Vergunningen

  • 1. Het is verboden, op een markt zonder vaste-standplaatsvergunning of dagplaatsvergunning van burgemeester en wethouders een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2. Een vaste-standplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3. Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 4. Het is verboden op een markt zonder standwerkvergunning van burgemeester en wethouders als standwerker op te treden. Onder standwerker wordt verstaan iemand die publiek om zich heen verzamelt en dat door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen artikelen te kopen.

  • 5. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 6. Vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en die geen vaste-standplaatsvergunning heeft voor de betrokken markt.

  • 7. Een vergunning voor een vaste standplaats vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving en tekening van de toegewezen vaste plaats en de afmetingen daarvan;

    • c.

      de artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;

    • d.

      de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn;

    • f.

      volgnummer op de anciënniteitslijst;

    • g.

      dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert.

Artikel 4. Mandaatverboden

De bevoegdheid tot het vaststellen van inrichtingsplannen kan niet worden gemandateerd. De bevoegdheid tot wijzigen daarvan en die tot het verlenen of het intrekken van een vaste-standplaatsvergunning kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.

Hoofdstuk 2. Vaste-standplaatsvergunningen

Artikel 5. Vrijgekomen standplaats; plaats verbetering volgens anciënniteitslijst

1.Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college.

2 Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van de houders van een vaste-standplaatsvergunning, met vermelding van de datum waarop de betrokkenen voor het eerst een vaste standplaatsvergunning werd verleend en met vermelding van de branche waartoe zij behoren of de artikelen die zij verhandelen (anciënniteitslijst).

3.Als een standplaats vrijkomt die werd ingenomen door de houder van een vaste standplaatsvergunning, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hoogstgeplaatste aanvrager op de anciënniteitslijst in volgorde van de datum waarop hem voor het eerst een vaste standplaatsvergunning werd verleend. Als de plaats bestemd is voor een specifieke branche of artikelgroep, komt alleen iemand in aanmerking die aan dat vereiste voldoet.

Artikel 6. Selectiestelsel

  • 1.

    Op grond van de inrichtingsplannen voor de weekmarkten wordt het selectiestelsel gehanteerd voor de toekenning van vaste standplaatsvergunningen. Hierbij geldt het volgende.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders maken bekend dat voor de markt een of meer vaste standplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen. Bij de aanvraag moeten de volgende gegevens worden verstrekt:

    • -

      een geldig identiteitsbewijs;

    • -

      het Sofinummer / Burgerservicenummer;

    • -

      een Btw nummer.

  • 3.

    De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving op de website van de gemeente Berkelland en bij de publicaties van de gemeente Berkelland in “Berkelbericht”.

  • 4.

    Over de beoordeling van de aanvragen worden burgemeester en wethouders geadviseerd door een delegatie van de marktcommissie. Hierbij worden punten toegekend aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

    • a.

      of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassortiment vormt (20);

    • b.

      de uitstraling van de uitstalling (20);

    • c.

      het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (20);

    • d.

      of bij de gegadigde sprake is van maatschappelijk verantwoord ondernemen (20).

Daarbij geven zij in hun advies duidelijk aan hoe de beoordeling van de verschillende aanvragen heeft plaatsgevonden en een duidelijke motivering van de keuze.

Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten.

Artikel 7. Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

De beschikbare standplaats wordt achtereenvolgens toegewezen aan:

  • 1.

    de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst (artikel 5);

  • 2.

    Toewijzing door middel van het selectiestelsel (artikel 6).

Artikel 8. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2. Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste 2 jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.

  • 3. In geval van overlijden, ondercuratelestelling of arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder of in geval van bedrijfsbeëindiging wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

  • 5. De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste-standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

  • 6. Als de nieuwe vergunninghouder reeds over een vaste-standplaatsvergunning voor

    de betrokken markt beschikt, wordt deze ingetrokken.

Artikel 9. Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders trekken een vaste-standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 8.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • c.

      als van de vergunning gedurende ten minste twee maanden geen gebruik is gemaakt; of

    • d.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3. In geval van intrekking voor bepaalde tijd vervalt de toegewezen standplaats niet.

  • 4. Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 10 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk om 8.30 uur heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag.

Artikel 10. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

  • 1. De houder van een vaste-standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2. In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders echter toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 3. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Hoofdstuk 3. Dagplaatsen, standwerkers en bediening

Artikel 11. Dagplaatsvergunning

  • 1.

    Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 10.

  • 2.

    Voor een dagplaatsvergunning komen met inachtneming van de branche-indeling achtereenvolgens in aanmerking:

    • a.

      gegadigden in een branche die nog niet op de betreffende markt voorkomt.

      Toewijzing gebeurt op basis van de plaats op de wachtlijst van gegadigden die zich daar voor op die dag vóór 8.00 uur bij de marktmeester hebben aangemeld.

    • b.

      gegadigden voor branches die wel op de betreffende markt voorkomen. Toewijzing gebeurt op basis van de plaats op de wachtlijst van gegadigden die zich daarvoor op die dag vóór 8.00 uur bij de marktmeester hebben aangemeld.

  • 3.

    Een dagplaatsvergunning kan alleen worden verleend als de aanvrager niet is uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 5.

    Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 12. Standwerkvergunning

  • 1. Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 11, tweede, derde en vijfde lid.

  • 2. Een standwerkvergunning geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelen.

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 13. Bijstand

De houder van een vaste-standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 14. Legitimatieplicht

Degene die een standplaats of een standwerkplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 15. Markttijden in acht nemen

  • 1. Het is een vergunninghouder verboden meer dan 2,5 uur voor de aanvang en meer dan 2,5 uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens op aanvraag door burgemeester en wethouders verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 16. Markt schoonhouden

  • 1. Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Hoofdstuk 5. Handhaving

Artikel 17. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.

Artikel 18. Onmiddellijke verwijdering

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 19. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 20. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2015.

  • 2. De Marktverordening gemeente Berkelland 2005 vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 25 oktober 2005 en het daarbij behorende marktreglement wordt ingetrokken.

  • 3. Een krachtens Marktverordening gemeente Berkelland 2005 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 4. Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder Marktverordening gemeente Berkelland 2005 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 21. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Berkelland 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
23 juni 2015
de griffier, de voorzitter,