Regeling vervallen per 01-01-2019

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland houdende regels omtrent mandaat Mandaatbesluit 2017

Geldend van 21-12-2016 t/m 31-12-2018

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland houdende regels omtrent mandaat Mandaatbesluit 2017

Mandaatbesluit 2017

Het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en de invorderingsambtenaren van de gemeente Berkelland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Gelet op de artikelen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

Overwegende, dat het vanuit het oogpunt van doelmatig bestuur en een goede dienstverlening aan de burgers wenselijk is daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester op te dragen aan ambtenaren. Dat herziening van het Mandaatbesluit 2014 wenselijk is;

Besluiten:

Vast te stellen het Mandaatbesluit 2017;

Artikel 1. Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Behandelend ambtenaar: De medewerker die functioneel belast is met de desbetreffende taak, dan wel het desbetreffende taakonderdeel, zoals blijkende uit het functiehuis, de functiefamilies en de daarbij behorende transformatietabel;

  • b.

    Besluit: Een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    Bestuursorgaan: Het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en de invorderingsambtenaar;

  • d.

    Gemandateerde: De behandelend ambtenaar, die van de mandaatgever de bevoegdheid heeft gekregen om in naam van de mandaatgever besluiten te nemen;

  • e.

    HRM-aanspreekpunt: De medewerker die binnen een team als aanspreekpunt geldt voor het personeelsbeleid;

  • f.

    Mandaat: De bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan een besluit te nemen en het ondertekenen daarvan;

  • g.

    Mandaatgever: Het bestuursorgaan dat aan een in het mandaatregister genoemde functionaris de bevoegdheid geeft om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • h.

    Mandaatregister: Een overzicht van de door de mandaatgever aan gemandateerde opgedragen bevoegdheden;

  • i.

    Volmacht: De bevoegdheid om in naam van de burgemeester privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

Artikel 2. Bevoegdheden

  • 1. De mandaatgever blijft bevoegd de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen (artikel 10:7 Awb).

  • 2. De mandaatgever kan het mandaat te allen tijde intrekken, een algemeen mandaat wordt schriftelijk ingetrokken (artikel 10:8 Awb).

  • 3. Het aan een bepaalde functionaris verleend mandaat wordt eveneens geacht te zijn verleend aan de betrokken hiërarchisch hogere functionaris.

  • 4. De gemandateerde zorgt ervoor dat hij te allen tijde kan voldoen aan de wettelijke verplichting als bedoeld in artikel 10:6, tweede lid Awb om de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen te verschaffen over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid.

  • 5. Bij de uitoefening van de bevoegdheden bedoeld in dit besluit worden toepasselijke wettelijke regelingen, beleidsregels, aanwijzingen, circulaires evenals richtlijnen in acht genomen.

Artikel 3. Reikwijdte

  • 1. Mandaat kan worden verleend, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet.

  • 2. Indien de uitoefening van de in de mandaatregister opgenomen mandaten en volmachten het beslissen over de besteding van budgetten met zich meebrengt, maakt dit onderdeel uit van het vermelde mandaat of volmacht. Dit voor zover daarbij de te nemen besluiten niet zullen leiden tot overschrijding van het betreffende budget zoals opgenomen in de gemeentebegroting en de daarop gebaseerde budgetprotocollen en voorts met inachtneming van de in het register opgenomen bijzondere bepalingen.

  • 3. Een verleend mandaat heeft niet alleen betrekking op de opgedragen bevoegdheid in strikte zin, maar ook op alle voorbereidingshandelingen en andere handelingen en rechtshandelingen die moeten worden verricht in het kader van de uitoefening van de opgedragen bevoegdheid.

  • 4. Van de verleende mandaten mag geen gebruik worden gemaakt voor zover het gaat om:

    • a.

      het beslissen op een bezwaarschrift, tenzij hierin uitdrukkelijk is voorzien bij de verlening van het mandaat;

    • b.

      het nemen van een besluit in afwijking van een beleidsregel als bedoeld in artikel 4:84 van de Awb;

    • c.

      het nemen van een besluit in afwijking van een wettelijk verplicht advies;

    • d.

      het nemen van een besluit dat niet past binnen het daarvoor bestemde budget of investeringskrediet;

    • e.

      het nemen van een besluit waarop artikel 169, vierde lid van de Gemeentewet van toepassing is;

    • f.

      het nemen van een besluit waarbij de gemandateerde een persoonlijke betrokkenheid heeft.

  • 5. In de volgende gevallen legt de gemandateerde of gevolmachtigde de kwestie in ieder geval ter beoordeling aan het bestuursorgaan voor, onverminderd het bepaalde in artikel 10:3, tweede lid, van de Awb:

    • a.

      indien het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan gevoerde beleid of tot vaststelling van nieuw beleid;

    • b.

      indien niet begrote financiële of andere belangrijke consequenties zijn te verwachten of anderszins een aanmerkelijk beslag op financiële middelen is te verwachten;

    • c.

      bij weigering tot afgifte van een beschikking of anderszins een negatieve beslissing, tenzij hierin uitdrukkelijk is voorzien bij de verlening van het mandaat;

    • d.

      bij mogelijke strijdigheid met bestaand beleid, richtlijnen, voorschriften en dergelijke;

    • e.

      indien de schijn van vooringenomenheid kan worden gewekt, waaronder in ieder geval moet worden verstaan het nemen van een besluit door de gemandateerde ten aanzien van de gemeente;

    • f.

      indien de ambtelijke adviezen die ten grondslag liggen aan het besluit niet eensluidend zijn;

    • g.

      indien er twijfel bestaat of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet.

  • 6. Ingeval op basis van het bepaalde in het vijfde lid een te nemen besluit wordt voorgelegd aan het bestuursorgaan, neemt het bestuursorgaan het besluit zelf of laat hij het nemen van het besluit alsnog over aan de gemandateerde, eventueel onder het geven van nadere instructies of aanwijzingen.

  • 7. Stukken gericht aan de Kroon, de Minister, Staatssecretaris, Commissaris van de Koningin en Gedeputeerde Staten, worden ondertekend door het bestuursorgaan, behoudens zaken met een routinematig karakter.

Artikel 4. Mandaatregister

  • 1. Door het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester of de invorderingsambtenaar worden de mandaten verleend zoals vastgelegd in de bij dit besluit behorende mandaatregister.

  • 2. Wijzigingen in de verlening van mandaat en volmacht van bevoegdheden die in het register behorende bij dit besluit worden opgenomen zijn te herleiden tot een besluit voorzien van datum en ondertekening.

Artikel 5. Vormgeving besluit

  • 1. Bij de uitoefening van de bevoegdheid brengt de gemandateerde in alle gevallen tot uitdrukking dat besloten of gehandeld wordt namens het bestuursorgaan.

  • 2. Bij ondertekeningsmandaat ter zake van een door het college van burgemeester en wethouders genomen besluit wordt aangegeven in welke vergadering het besluit is genomen.

  • 3. Ingeval van uitoefening van mandaat worden uitgaande stukken als volgt getekend:

    “Namens burgemeester en wethouders van Berkelland,”

    c.q.

    “Namens de burgemeester van Berkelland,”

    “Namens de invorderingsambtenaar van Berkelland,”

    gevolgd door handtekening, naam en functienaam van degene die als gemandateerde beslist of handelt.

Artikel 6. Slotbepalingen

Dit besluit kan worden aangehaald als: Mandaatbesluit 2017.

Het Mandaatbesluit 2014, vastgesteld op 16 september 2014, wordt ingetrokken.

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Berkelland, 13 december 2016,

Burgemeester en wethouders van Berkelland,

Secretaris, burgemeester,

M.Broers, drs. J.H.A. van Oostrum

de burgemeester van Berkelland,

Drs. J.H.A. van Oostrum

De invorderingsambtenaren,

R.J.C. Siebum, M.H.F. Wegink, J.C. Huiskamp

Bijlage mandaatregister 2017

mandaatregister 2017