Regeling vervallen per 01-01-2018

Subsidieregeling voorschoolse educatie Berkelland 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Subsidieregeling voorschoolse educatie Berkelland 2017

Subsidieregeling voorschoolse educatie Berkelland 2017

Burgemeester en wethouders van Berkelland

overwegende dat het gewenst is dat:

  • ·

    een doelgroepkind vroegtijdig gesignaleerd wordt en dat ter bestrijding van taalachterstand bij kinderen in de leeftijd van 2,5 jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs, gerichte (erkende) programma’s van voorschoolse educatie worden aangeboden;

  • ·

    financiële drempels voor ouders van doelgroepkinderen om deel te nemen aan voorschoolse educatie weggenomen of verlaagd worden;

  • ·

    het taalniveau van de pedagogisch medewerkers in de voorschoolse educatie voldoet aan het landelijk gesteld kwaliteitsniveau;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Berkelland 2013

gelet op de artikelen 165 tot en met 170 van de Wet op het primair onderwijs en gelet op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

besluiten

vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling voorschoolse educatie Berkelland 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.Doelgroepkind: een kind dat een achterstand opgelopen heeft of dreigt op te lopen in de taalontwikkeling;

    Het consultatiebureau bepaalt/indiceert of er sprake is van een doelgroepkind.

    • b.

      Kinderopvang:voorziening waar bedrijfsmatig of anders dan om niet dagopvang gedurende één of meerdere dagdelen per week plaatsvindt voor kinderen vanaf nul jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.

    • c.

      Peuteropvang: een aanbod voorschoolse opvang voor peuters van 2 tot 4 jaar van maximaal 2 dagdelen per week gedurende maximaal 40 weken per jaar.

    • d.

      Peutergroep: een groep voor kinderen van 2 jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. Deze kinderen zijn tenminste twee dagdelen per week in de peuter- of kinderopvang, waarbij het doel is de sociale, creatieve, educatieve ontplooiing (waaronder taalontwikkeling) en de motorische ontwikkeling van het kind in nauw overleg met de ouder/opvoeder te bevorderen. Dit door middel van spel en omgang met leeftijdsgenoten.

    • e.

      Voorschoolse educatie: activiteiten voor een peutergroep die op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling stimuleren op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling en die verzorgd worden door een organisatie die werkt met peutergroepen. Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur. De voorschoolse educatie moet voor tenminste 40 weken per jaar worden aangeboden aan het doelgroepkind.

    • f.

      Vereist taalniveau: pedagogisch medewerkers in de voorschoolse educatie moeten voor mondelinge en leesvaardigheden voldoen aan niveau 3F. Schriftelijke vaardigheden mogen worden beheerst op niveau 2F. 3F en 2F staan respectievelijk voor Fundamentele kwaliteit op niveau 3 en niveau 2.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt ten behoeve van:

  • a.

    het bestrijden van taalachterstand bij kinderen in de leeftijd van 2,5 jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs door het aanbieden van gerichte (erkende) programma’s van voorschoolse educatie;

  • b.

    het wegnemen of verlagen van financiële drempels voor ouders van doelgroepkinderen om deel te nemen aan voorschoolse educatie;

  • c.

    het toetsen en/of scholen van pedagogisch medewerkers in de voorschoolse educatie voor het verkrijgen van het vereiste taalniveau.

Artikel 3 Organisaties die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die zich bezig houden met het aanbieden van voorschoolse educatie, die primair gericht is op kinderen afkomstig uit de gemeente Berkelland. De voorschoolse educatie moet aangeboden worden in of in de nabijheid van een (dorps)kern behorend tot de gemeente Berkelland.

Artikel 4 Berekening van de subsidie

  • 1. Aan organisaties met peutergroepen wordt een subsidie verstrekt voor de wekelijkse deelname aan voorschoolse educatie door een doelgroepkind.

  • 2. Voor doelgroepkinderen die onder de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen of de gemeentelijke subsidieregeling reguliere peuter- en kinderopvang voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag Berkelland 2017 vallen gaat de subsidie uit van het aantal dagdelen benodigd voor deelname aan voorschoolse educatie, dat uitstijgt boven het aantal dagdelen dat een ouder al afneemt voor peuter- of dagopvang. Dit tot aan een maximum van vier dagdelen. Het gaat daarbij om een derde en/of vierde dagdeel. Dit gedurende 40 weken per jaar.

  • 3. Bij deelname aan 4 dagdelen voorschoolse educatie omvat een dagdeel ten minste 2,5 uur per week en ten hoogste 3 uur per week.

  • 4. Bij deelname aan 3 dagdelen voorschoolse educatie omvat een dagdeel 3,5 uur per week.

  • 5. Extra dagdelen benodigd voor voorschoolse educatie zijn uitdrukkelijk niet bedoeld om in te zetten ter vervanging van de dagopvang.

  • 6. Het subsidiabele bedrag per uur is gelijk aan het maximumuurtarief van de toeslagregeling voor dagopvang. Dit bedraagt in 2017 € 7,18.

Artikel 5 Procedurebepalingen

De subsidieaanvraag vermeldt per kwartaal de initialen en geboortedatum van de doelgroepkinderen die gebruik hebben gemaakt van deze regeling, de periode waarover dit het geval was en een nadere toelichting op de indicatie. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een door de gemeente beschikbaar gesteld declaratieformulier.

Artikel 6 Doelgebonden verplichtingen

  • 1. De organisatie die de voorschoolse educatie biedt, zorgt voor een zowel schriftelijke als mondelinge overdracht van het doelgroepkind naar het basisonderwijs.

  • 2. Subsidie voor het toetsen en/of scholen van pedagogisch medewerkers in de voorschoolse educatie voor het verkrijgen van het vereiste taalniveau wordt alleen verstrekt voor zover de kosten zijn aangegaan in gezamenlijkheid met andere kinderopvangorganisaties uit Berkelland en na afstemming met en goedkeuring van burgemeester en wethouders.

Artikel 7 Overgangsbepaling

Kinderen die op het moment van inwerkingtreding van deze subsidieregeling al een vergoeding op grond van de “subsidieregeling voorschoolse educatie Berkelland 2016” ontvangen, blijven voor een vergoeding die gebaseerd is op die regeling in aanmerking komen, zodat er geen sprake is benadeling.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt op 1 januari 2017 in werking en eindigt op 1 januari 2018.

  • 2.

    Deze regeling kan aangehaald worden als “Subsidieregeling voorschoolse educatie Berkelland 2017”.

  • 3.

    De “Subsidieregeling voorschoolse educatie Berkelland 2016”, vastgesteld op 15 december 2015 wordt ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland d.d. 20 december 2016.

De secretaris, De burgemeester,

M.N.J. Broers drs. J.H.A. van Oostrum