Regeling vervallen per 01-01-2013

Beleidsregel subsidiëring peuterspeelzalen Berkelland 2011 en 2012

Geldend van 12-04-2011 t/m 31-12-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Beleidsregel subsidiëring peuterspeelzalen Berkelland 2011 en 2012

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland, besluit ter uitvoering van de Algemene Subsidieverordening Berkelland 2006 (ASV), evenals op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht vast te stellen de:

Beleidsregel subsidiëring peuterspeelzalen Berkelland 2011 en 2012

Algemeen

Artikel 1

Deze beleidsregel is een nadere uitwerking van de Algemene Subsidieverordening Berkelland 2006.

Artikel 2

In deze beleidsregel worden de subsidiegrondslagen weergegeven voor rechtspersonen die zich bezig houden met peuterspeelzaalwerk alsmede de nadere voorwaarden die gesteld worden aan activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt op het gebied van peuterspeelzaalwerk in Berkelland.

Artikel 3.

Onder peuterspeelzaalwerk worden verstaan activiteiten voor kinderen van 2 tot 4 jaar gedurende tenminste twee dagdelen per week in een peuterspeelzaal met als doelstelling de sociale, creatieve, educatieve ontplooiing en de motorische ontwikkeling van de peuter in nauw overleg met de ouder/opvoeder te bevorderen door middel van spel en omgang met leeftijdsgenoten.

Voorwaarden

Artikel 4

Subsidie wordt alleen verstrekt aan het plaatselijk peuterspeelzaalwerk, dat wil zeggen dat het betreffende peuterspeelzaalwerk primair gericht is op de peuters afkomstig uit of uit de nabijheid van een (dorps)kern behorend tot de gemeente Berkelland. Ondanks het feit dat Veldhoek geen Berkellandse kern is, kan ook de peuterspeelzaal bij Veldhoek, gelegen op Berkellands grondgebied (gezien de verhouding Berkellandse peuters t.o.v. peuters van de gemeente Bronckhorst die de peuterspeelzaal bezoeken) een subsidie van de gemeente Berkelland ontvangen.

Alleen de peuters in de leeftijd van 2 jaar en 3 maanden tot 4 jaar worden als subsidiabel aangemerkt. De hierna genoemde groepen mogen daarom alleen bestaan uit deze leeftijdsgroep.

Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet het plaatselijk peuterspeelzaalwerk er voor zorg dragen dat::

a.de groepen per beroepskracht bestaan uit minimaal 12 en maximaal 16 peuters. Uitgangpunt hierbij is dat er een nieuwe groep gestart kan worden wanneer de capaciteit van de voorgaande groep(en) volledig in gebruik is.

Wanneer de deelname van een (doelgroep)kind op een derde dagdeel leidt tot de vorming van extra peutergroepen dan wordt dit aantal groepen voor de berekening van de reguliere subsidie aan de peuterspeelzalen buiten beschouwing gelaten.

Voor de peuterspeelzalen in de kleine kernen (Geesteren, Gelselaar, Haarlo, Noordijk, Rietmolen, Rekken en Beltrum) en de peuterspeelzaal ten behoeve van het Berkellandse buitengebied bij Veldhoek geldt dat de laatste groep (lees: enige aanwezige groep) mag bestaan uit minder dan 12 peuters, maar moet de groep minimaal 8 peuters bedragen. Wanneer dit minimum niet gehaald wordt vervalt het recht op subsidie tenzij door middel van een prognose kan worden aangetoond dat deze groep binnen een periode van 4 jaar weer boven de 8 peuters komt.

Voor peuterspeelzaal de Harlekijn en peuterspeelzaal Olleke Bolleke geldt gezien werkwijze en grootte van de groepsruimte, een groepsgrootte van minimaal 24 en maximaal 32 peuters;

  • b.

    er per groep minimaal 1 gekwalificeerde beroepskracht aanwezig is en één vrijwilliger/-ster;

  • c.

    eenzelfde peuter als regel op 2 dagen per week een dagdeel de peuterspeelzaal bezoekt.

Artikel 5

Een aanvraag om subsidie van een rechtspersoon die nog niet eerder door de gemeente Berkelland werd gesubsidieerd, wordt slechts gehonoreerd indien de activiteiten van de rechtspersoon naar het oordeel van het college van Burgemeester en Wethouders een waardevolle aanvulling betekenen op het aanbod van de reeds gesubsidieerde rechtspersonen op dit terrein.

Grondslagen 2011

Artikel 6

De subsidie is een bijdrage in de exploitatie van de rechtspersonen. De subsidie bevat de volgende componenten:

  • 1.

    Een bijdrage in de huisvestingskosten.

  • 2.

    Een bijdrage per eerste groep per locatie ten behoeve van de reguliere kosten.

  • 3.

    Een bijdrage per resterende peutergroep(en) ten behoeve van de reguliere kosten.

Ad. 1

Het beschikbare budget voor de huisvestingskosten bedraagt € 40.096,90. Dit bedrag wordt verdeeld onder peuterspeelzalen naar rato van de werkelijke huisvestingskosten. Onder huisvestingskosten wordt verstaan: een all inclusive huur of een kale huurprijs en/of hypotheeklast inclusief de energiekosten, de gemeentelijke belastingen, servicekosten gemeenschappelijke ruimtes en een eventuele opstalverzekering.

De bijdrage in de huisvestingskosten wordt vastgesteld op grond van de werkelijke huisvestingskosten van het jaar gelegen 2 jaar voorafgaand aan het subsidiejaar. Dit is 2009.

Ad. 2 en ad 3

De bijdrage per groep van 12-16 peuters voor de reguliere activiteitenkosten bedraagt

€ 8.910,41 voor de eerste groep per locatie en € 7.707,51 voor de overige groepen. Wanneer er sprake is van groepen van 24-32 peuters wordt het groepenaantal verdubbeld. De kosten betreffende overdracht behoren tot deze reguliere activiteitenkosten.

Voor de verstrekte bijdragen per groep geldt dat de subsidie wordt vastgesteld op basis van het aantal groepen op 1 februari 2010.

Grondslagen 2012

Artikel 7

De subsidie is een bijdrage in de exploitatie van de rechtspersonen. De subsidie bevat de volgende componenten:

  • 1.

    Een bijdrage in de huisvestingskosten.

  • 2.

    Een bijdrage per eerste groep per locatie ten behoeve van de reguliere kosten.

  • 3.

    Een bijdrage per resterende peutergroep(en) ten behoeve van de reguliere kosten.

Ad. 1

Het beschikbare budget voor de huisvestingskosten bedraagt € 20.048,45. Dit bedrag wordt verdeeld onder peuterspeelzalen naar rato van de werkelijke huisvestingskosten. Onder huisvestingskosten wordt verstaan: een all inclusive huur of een kale huurprijs en/of hypotheeklast inclusief de energiekosten, de gemeentelijke belastingen, servicekosten gemeenschappelijke ruimtes en een eventuele opstalverzekering.

De bijdrage in de huisvestingskosten wordt vastgesteld op grond van de werkelijke huisvestingskosten van het jaar gelegen 2 jaar voorafgaand aan het subsidiejaar. Dit is 2010.

Ad. 2 en ad 3

De bijdrage per groep van 12-16 peuters voor de reguliere activiteitenkosten bedraagt

€ 4.455,20 voor de eerste groep per locatie en € 3.853,75 voor de overige groepen. Wanneer er sprake is van groepen van 24-32 peuters wordt het groepenaantal verdubbeld. De kosten betreffende overdracht behoren tot deze reguliere activiteitenkosten.

Genoemde bedragen onder ad 1, ad 2 en ad 3 zijn gebaseerd op de subsidiebedragen die zijn gehanteerd bij de subsidieverlening voor 2011. Voor 2012 is een korting toegepast van 50% in verband met de afbouw van de subsidie. De bedragen worden voor 2012 verhoogd met een indexpercentage. Het indexpercentage wordt gebaseerd op de mei/juni circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken (prijsmutaties per jaar) van het jaar voorafgaand van het subsidiejaar en wordt als volgt berekend:

Stijging lonen en salarissen 1)

Netto materiële consumptie 2)

Gewogen gemiddelde: 80% van 1) =

20% van 2) =

Totaal =

Voor de verstrekte bijdragen per groep geldt dat de subsidie wordt vastgesteld op basis van het aantal groepen op 1 februari 2010.

Subsidievaststelling

Artikel 8

Het college kan de subsidie vaststellen zonder voorafgaande beschikking tot verlening van de subsidie.

Slotbepalingen

Artikel 9

Deze beleidsregel treedt in werking op 12 april 2011, werkt terug tot 1 januari 2011 en geldt tot en met 31 december 2012.

Artikel 10

Met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de “Beleidsregel subsidiëring instellingen peuterspeelzalen Berkelland 2007” van 16 oktober 2007 ingetrokken.

Artikel 11

Deze beleidsregel kan aangehaald worden als “Beleidsregel subsidiëring peuterspeelzalen Berkelland 2011 en 2012”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland d.d. 12 april 2011.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. A.G. Dekker. Mr. H.L.M. Bloemen.