Regeling vervallen per 09-02-2016

Subsidieverordening voor verkeerseducatieprojecten in hetkader van het Brabants Verkeersveiligheids Label

Geldend van 01-03-2006 t/m 08-02-2016

Intitulé

Subsidieverordening voor verkeerseducatieprojecten in hetkader van het Brabants Verkeersveiligheids Label

Hoofdstuk 1 - Algemeen gedeelte

Artikel 1 -Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de gemeente: de gemeente Best;

  • b.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente Best;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Best;

  • d.

    BVL: Brabants Verkeersveiligheids Label;

  • e.

    organisatie: een rechtspersoon, een over een beperkte rechtsbevoegdheid beschikkendorganisatorisch verband of een groep van natuurlijke personen die erop is gericht zonder winstoogmerk activiteiten te ontplooien, welke een gemeentelijk algemeen belang dienen;

  • f.

    onderwijsinstelling: instellingen voor basisonderwijs gelegen in Best;

  • g.

    activiteit : het resultaat van samenhangend handelen van een organisatie, meetbaar intijd, kwantiteit, kwaliteit en geld;

  • h.

    activiteitenplan verkeerseducatie: een activiteitenplan conform de door BVL opgezetterichtlijnen, dat in ieder geval vermeldt: een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, de met de activiteiten nagestreefde doelstellingen en per activiteit de daarvoor benodigde (personele en materiële) middelen.

  • i.

    subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door de raad verstrekt, met het oog opbepaalde activiteiten van de aanvragers, anders dan als betaling voor aan de gemeente geleverde goederen of diensten;

  • j.

    subsidiejaar: de subsidie wordt verleend per kalenderjaar, een subsidiejaar komt overeenmet het desbetreffende kalenderjaar;

  • k.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

  • l.

    subsidieplafond: het bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de Awb.

Artikel 2 - Reikwijdte

Deze verordening is van toepassing op aan onderwijsinstellingen te verstrekken subsidies voor activiteiten die het belang van de verkeersveiligheid van gemeente en haar inwoners dienen en welke vallen onder het kader BVL.

Artikel 3 -Financiering

Een subsidie in het kader van BVL is een incidentele subsidie. Aan het verlenen van subsidie

voor een bepaald jaar kunnen geen rechten ontleend worden voor subsidie voor toekomstige jaren en geschiedt derhalve altijd onder voorbehoud dat er budget van het SRE en gemeente Best aanwezig is.

Hoofdstuk 2 - Subsidieverlening

Subsidiebijdrage

Artikel 4 - Vaststelling subsidieplafond

De raad kan jaarlijks een bedrag vaststellen dat maximaal beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies op de bij of krachtens deze verordening vast te stellen beleidsgebieden.

Artikel 5 – Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald aan de hand van een vast bedrag per school en een vast bedrag per leerling;

  • 2.

    Peildatum voor het aantal leerlingen per school is 1 oktober voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar;

Artikel 6 – Soorten subsidiebijdrage

Er worden in het kader van BVL twee soorten subsidie verstrekt:

• éénmalige subsidie (zie artikel 7);

• jaarlijkse subsidie (zie artikel 8).

Artikel 7 – Eénmalige subsidie

1.Eénmalige subsidie kan ingezet worden voor:

• methodes en werkboekjes verkeerseducatie;

• aanvullende middelen en materialen behorend bij theoretische verkeersprojecten in de klas;

• middelen en materialen ten behoeve van praktische verkeersactiviteiten; 2. Er mag geen overlap zijn met zaken die via de jaarlijkse subsidie zijn te declareren;

3. De maximale hoogte van éénmalige subsidie is een bedrag van € 200,- per school + € 18,- per leerling;

4. Indien éénmalige subsidie in een bepaald jaar verstrekt is, wordt er daarna gedurende vijf subsidiejaren geen éénmalige subsidie aan de betreffende onderwijsinstelling verstrekt.

Artikel 8 – Jaarlijkse subsidie

1.Jaarlijkse subsidie kan ingezet worden voor:

• Het jaarlijks lidmaatschap van de verkeersouder aan 3VO;

• De verkeerswerkgroep onder leiding van de verkeersouder. Hiervan kunnen overheadkosten worden betaald, zoals copieerkosten, telefoonkosten, portokosten, reiskosten, kleine materialen en presentjes. Het budget mag breder ingezet worden dan de verkeerswerkgroep. Dit budget wordt het jaarlijks werkbudget genaamd;

2.De maximale hoogte van jaarlijkse subsidie is:

• voor het jaarlijks lidmaatschap van de verkeersouder aan 3VO is € 350,- beschikbaar voor het eerste jaar en € 150,- voor de volgende jaren;

• voor het jaarlijks werkbudget is een maximale subsidie van € 100,- per onderwijsinstelling + € 1,- per leerling.

Aanvraag tot subsidieverlening

Artikel 9 -Indieningstermijn

  • 1.

    Een subsidieaanvraag voor de jaarlijkse subsidie wordt schriftelijk bij het college ingediend uiterlijk 31 oktober voorafgaande aan het subsidiejaar waarop de activiteiten betrekking hebben of een aanvang nemen;

  • 2.

    Een subsidieaanvraag voor de éénmalige subsidie wordt schriftelijk bij het college ingediend uiterlijk 1 april voorafgaande aan het subsidiejaar waarop de activiteiten betrekking hebben of een aanvang nemen.

Artikel 10 - Te verstrekken gegevens

  • 1.

    De in artikel 9 bedoelde aanvraag bevat in ieder geval:

    • a.

      de in artikel 4:2 van de Awb genoemde gegevens, te weten:

      • de naam en het adres van de aanvrager;

      • de dagtekening;

      • een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.

    • b.

      een begroting plus een toelichting op de begrotingsposten;

    • c.

      het activiteitenplan voor het lopende schooljaar;

    • d.

      opgave van de BVL-contactpersonen van de betreffende onderwijsinstelling.

  • 2.
    • Voorzover de aanvrager voor dezelfde activiteiten tevens subsidie heeft aangevraagd bij een of meer andere bestuursorganen, doet de aanvrager daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand va n zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.

  • 3.

    Bij een eerste subsidieaanvraag overlegt de organisatie tevens:

    a. een afschrift van de BVL-intake.

Artikel 11 - Nadere voorschriften

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de indiening en inrichting van een aanvraag als bedoeld in artikel 9.

Beschikking tot subsidieverlening

Artikel 12 -Beslistermijn

  • 1.

    Het college neemt de beschikking op de subsidieaanvraag uiterlijk op 1 februari van het subsidiejaar.

  • 2.

    Deze beschikking wordt uiterlijk acht weken nadat zij is genomen, bekendgemaakt aan de organisatie.

  • 3.

    In de in het eerste lid bedoelde beschikking wordt in ieder geval aangegeven: het(maximale) bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald of het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.

Weigeringsgronden

Artikel 13 - Aanvullende weigeringsgronden

De subsidieverstrekking kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Awb genoemde gevallen

worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente Best of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente Best;

  • b.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het verkeerseducatieproject BVL waarvoor een subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • c.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • d.

    de subsidieverstrekking niet past binnen het gevoerde beleid van de gemeente op het betreffende beleidsterrein dan wel dat de betreffende activiteiten in dat kader onvoldoende prioriteit hebben;

  • e.

    de aanvrager reeds drie jaar subsidie verkregen heeft zonder dat het BVL in het bezit is.

Verplichtingen

Artikel 14 - Verplichtingen

  • 1.

    Het college kan bij de subsidieverlening doelgebonden verplichtingen opleggen als bedoeld in artikel 4:37 van de Awb.

  • 2.

    Het college kan bij subsidieverlening ook andere dan in artikel 4:37 bedoelde verplichtingen opleggen.

  • 3.

    Voorts legt het college op grond van artikel 4:39 van de Awb de volgende verplichtingen op die niet strekken tot de verwezenlijking van het doel van de subsidie:

    • a.

      de beroepskrachten die de activiteiten uitvoeren dienen over een zodanige kennis en ervaring te beschikken, dat een verantwoorde uitoefening van de functie is gewaarborgd;

    • b.

      de organisatie werkt mee aan door het college in te stellen of door hen gesteunde of geïnitieerde onderzoekingen, die zijn gericht op het verkrijgen van gegevens voor het beleid van de gemeente of het rijk ten aanzien van de desbetreffende beleidsgebieden.

Voorschotten

Artikel 15 - Verlening voorschotten

  • 1.

    Standaard wordt 50 % van de subsidie als voorschot uitgekeerd aan het begin van het subsidiejaar;

  • 2.

    Het college kan uitzonderingen maken betreffende het bedoelde in lid 1.

Aanvraag tot subsidievaststelling

Artikel 16 -Indieningstermijn

Uiterlijk 1 april na het jaar waarvoor subsidie is verleend, dient de subsidieontvanger bij het college een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

Artikel 17 - De te verstrekken gegevens voor éénmalige subsidie

  • 1.

    De aanvraag voor éénmalige subsidie bevat in ieder geval:

    • a.

      de in artikel 4:2 van de Awb genoemde gegevens, te weten:

      • de naam en het adres van de aanvrager;

      • de dagtekening;

      • een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.

  • b.

    een financieel verslag, bevattende een totaaloverzicht van de gemaakte kosten (inclusief verkeerswerkgroep) vergezeld van de (originele) facturen. Uitzonderingen kunnen gemaakt worden voor schoolmethodes en werkboekjes, mits een kopiefactuur bijgevoegd is waarin staat vermeld dat het aangeschaft materiaal bestemd is voor scholen in Best;

  • c.

    een jaarverslag (= overzicht van de uitgevoerde activiteiten inclusief de activiteiten van de verkeerswerkgroep);

  • d.

    een BVL verklaring, er zijn twee mogelijkheden:

    • de onderwijsinstellingen die op het moment dat zij de subsidie aanvragen al in het bezit zijn van het BVL dienen dit op het moment van declareren nog steeds in het bezit te hebben. Zij moeten aangeven of er een nacontrole door het BVL-team heeft plaatsgevonden; indien dit zo is, dienen zij het betreffende document (of een kopie hiervan) bij te voegen;

    • de onderwijsinstellingen die op het moment dat zij de subsidie aanvragen nog niet in het bezit zijn van het BVL-label dienen een beschrijving van de stand van zaken aan het einde van het betreffende subsidiejaar met betrekking tot het BVL bij te voegen.

2.Het college kan verlangen, dat een accountantsverklaring wordt overlegd.

Artikel 18 - De te verstrekken gegevens voor jaarlijkse subsidie

De aanvraag voor jaarlijkse subsidie bevat in ieder geval:

a.de in artikel 4:2 van de Awb genoemde gegevens, te weten:

• de naam en het adres van de aanvrager en de dagtekening (kan via ingevuld BVL-declaratieformulier);

• een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.

  • b.

    een jaarverslag (= overzicht van de uitgevoerde activiteiten inclusief de activiteiten van de verkeerswerkgroep);

  • c.

    een BVL verklaring, er zijn twee mogelijkheden:

• de onderwijsinstellingen die op het moment dat zij de subsidie aanvragen al in het bezit zijn van het BVL dienen dit op het moment van declareren nog steeds in het bezit te hebben. Zij moeten aangeven of er een nacontrole door het BVL-team heeft plaatsgevonden; indien dit zo is, dienen zij het betreffende document of een kopie hiervan) bij te voegen;

• de onderwijsinstellingen die op het moment dat zij de subsidie aanvragen nog niet in het bezit zijn van het BVL-label dienen een beschrijving van de stand van zaken aan het einde van het betreffende subsidiejaar met betrekking tot het BVL bij te voegen.

Beschikking tot subsidievaststelling

Artikel 19 -Beslistermijn

  • 1.

    Het college beschikt binnen 16 weken na ontvangst over de in artikel 16 bedoelde aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

  • 2.

    Het college kan de in het eerste lid bedoelde termijn met ten hoogste acht weken verlengen.

Artikel 20 - Ambtshalve vaststelling

Indien de subsidieontvanger niet binnen de in artikel 16 bedoelde indieningstermijn een aanvraag tot subsidievaststelling heeft ingediend, kan het college binnen 16 weken - gerekend vanaf het verstrijken van deze indieningstermijn -de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve

vaststellen.

Betaling

Artikel 21 -Termijn

Het subsidiebedrag wordt binnen acht weken na de beschikking tot subsidievaststelling betaald met verrekening van de reeds betaalde voorschotten.

Overig

Artikel 22 - Uitgaven en inkomsten

Indien gedurende het boekjaar aanmerkelijke verschillen ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de werkelijke uitgaven en inkomsten en de begrote uitgaven en inkomsten, dan doet de subsidie-ontvanger daarvan onverwijld mededeling aan het college onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 23 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen het bepaalde in deze verordening ten gunste van de organisatie buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing ervan zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 24 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2006.

  • 2.

    Er kan voor de eerste maal subsidie aangevraagd te worden voor het subsidiejaar 2006 (schooljaar 2006 – 2007).

  • 3.

    Subsidieaanvragen voor de in lid 2 genoemde periode dienen uiterlijk op 1 juli 2006 ingediend te worden. Uiterlijk 1 oktober 2006 neemt het college de beschikking op de subsidieaanvraag.

  • 4.

    Bij het in werking treden van deze verordening vervalt de "Subsidieverordening BVL 2006".

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Subsidieverordening BVL".

Best, 20 februari 2006

de gemeenteraad

de griffier de voorzitter

M.J.H.J. Baijens mevr. A.M. Demmers-van der Geest