Regeling vervallen per 01-10-2006

Bezoldigingsverordening gemeente Best 2000

Geldend van 27-06-2000 t/m 30-09-2006

Intitulé

Bezoldigingsverordening gemeente Best 2000

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. ambtenaar:

1. de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best;

2. de werknemer als bedoeld in artikel 2:5:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best, indien met hem een arbeidsovereenkomst is gesloten op grond van:

a. artikel 2:5, eerste lid, onder a of d van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best;

b. artikel 2:5:2, onder a van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best.

b. salaris: het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best, onverminderd het bepaalde in artikel 4a:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best.

c. toelagen: De toelagen op grond van deze verordening toe te kennen, met uitzondering van de toelagen genoemd in artikel 11,12,13, 14 en 15 van deze verordening.

d. salarisniveau: De schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid, onder a van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best, opgenomen in bijlage II en IIa van die regeling.

e. maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal;

f. bezoldiging: de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best.

g. functie: Het geheel van werkzaamheden dat blijkens de functiebeschrijving door de ambtenaar in opdracht wordt verricht.

h. functiewaardering: Het vaststellen van niveau van de functie conform de bepalingen van de Regeling Functiewaarderling gemeente Best.

i. conversie: De vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen.

j. functieniveau: Het salarisniveau dat door middel van functiewaardering is vastgesteld.

k. aanloopniveau: Het salarisniveau dat 1 niveau onder het functieniveau is gelegen.

l. betrekking: De betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best.

m. volledige betrekking: De volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best.

Hoofdstuk 2 Salaris

Artikel 2 Recht op salaris

  • 1. Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2. Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4 Onvolledige betrekking

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 5 Salarisbedragen

De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage IIa van Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best.

Artikel 6

  • 1. De toepassing van bijlage II dan wel bijlage IIa van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, derde tot en met vijfde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van het functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal, tenzij zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet.

  • 3. Burgemeester en wethouders stellen nadere regels met betrekking tot de uitvoering van het functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 4. Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Artikel 7 Periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Het salaris van de ambtenaar die gemiddeld voldoende functioneert, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag.

  • 2. De periodieke verhogingen worden steeds per 1 januari toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt.

Artikel 8

Een verhindering wegens ziekte als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best zal niet van invloed zijn op het tijdstip van toekenning van periodieke salarisverhogingen.

Artikel 9 Extra periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels vaststellen omtrent de toekenning van een extra periodieke verhoging.

  • 3. Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 7 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Artikel 10 Geen periodieke verhoging

  • 1. Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 7 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

  • 2. Nadien kan worden bepaald dat de uit het vorige lid voortvloeiende nadelen met terugwerkende kracht of voor de toekomst, geheel of gedeeltelijk ongedaan kan worden gemaakt.

  • 3. Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Artikel 11 Salaris bij bevordering naar een hogere schaal

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen nadere regels vast omtrent bevordering naar het functieniveau.

  • 2. Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:

    a. voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten;

    b. voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naaslagere bedrag in die oudere schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

  • 3. Voorzover nodig zal- in afwijking van het eerste lid onder a- de vooruitgang in salaris tengevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris nimmer minder bedragen dan het geval zou zijn bij verhoging ingevolge artikel 7 in de schaal waarin de ambtenaar wordt ingedeeld.

Hoofdstuk 3 Toelagen en vergoedingen

Artikel 12 Waarnemingstoelage

Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best.

Artikel 13 Overwerkvergoeding

Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11, wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best.

Artikel 14 Vaste overwerktoelage

De ambtenaar die is aangesteld in de functie van bode of in de functie vanhoofd sportaccommodaties ontvangt een toelage voor het verrichten van werkzaamheden op andere tijden dan op werkdagen van 08.00 tot 18.00 uur. De hoogte van deze toelage wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld.

Artikel 15 Vaste toelage onregelmatige dienst

De ambtenaar die is aangesteld in de functie van beheerder accommodaties ontvangt een toelage voor het verrichten van werkzaamheden op andere tijden dan op werkdagen van 08.00 tot 18.00 uur. De hoogte van deze toelage wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld.

Artikel 16 Persoonlijke toelagen

  • 1. Aan de ambtenaar, die het maximum van het aan zijn functie verbonden salarisniveau heeft bereikt, kan door burgemeester en wethouders een vaste of tijdelijke toelage wordentoegekend op grond van:

    a. zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking;

    b. andere van voldoende belang geachte omstandigheden.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen de hoogte van de in het vorige lid bedoelde toelage.

  • 3. De toelage kan evenwel nimmer meer bedragen dan 10% van het salaris, met dien verstande dat het maximum van het naasthogere salarisniveau niet wordt overschreden.

  • 4. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

Artikel 17 Kledingtoelagen

  • 1. Aan de ambtenaar, die naar het oordeel van burgemeester en wethouders daarvoor in aanmerking komt, wordt een kledingtoelage verstrekt. De hoogte van deze toelage wordt jaarlijks door burgemeester en wethouders vastgesteld.

  • 2. De kledingtoelage wordt niet verstrekt aan de ambtenaar, die van gemeentewege in het genot is gesteld van vrije uniformkleding.

Artikel 18 Rijwieltoelagen

  • 1. De ambtenaar, aan wie de verplichting wordt opgelegd zijn rijwiel of zijn rijwiel met hulpmotor ter beschikking van de dienst te stellen, ontvangt hiervoor een toelage. De hoogte van deze toelage, afhankelijk van de intensiteit van het gebruik, wordt jaarlijks door burgemeester en wethouders vastgesteld.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen welke ambtenaren voor een toelage als bedoeld in lid 1 in aanmerking komen en bepalen de graad van intensiteit van het gebruik.

Artikel 19 Autotoelagen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan de ambtenaar, die met hun toestemming voor de uitoefening van de dienst binnen de gemeente gebruikmaakt van een eigen motorvoertuig, deswege een toelage toekennen, voor elk geval afzonderlijk vast te stellen.

  • 2. Het bedrag van de toe te kennen toelage wordt bepaald met inachtneming van het ten behoeve van de dienst binnen de gemeente afgelegde aantal kilometers en van de terzake voor rijkspersoneel vastgestelde regeling.

Artikel 20 Bijwonen vergaderingen

  • 1. De ambtenaar aan wie wordt opgedragen een vergadering van de raad, een raadscommissie of een afdeling van de raad bij te wonen, geniet daarvoor een toelage.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde toelage wordt per vergadering berekend op basis van de vergoeding van overwerk, zoals deze is geregeld in hoofdstuk 3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best, met dien verstande, dat elke vergadering minimaal geacht wordt twee uren te hebben geduurd en dat de toelage nimmer minder bedraagt dan 100% van het bedrag, vermeld in de bij het Koninklijk Besluit van 23 november 1876, Staatsblad 621, tot uitvoering van de artikelen 64f en 64g van de Gemeentewet behorende tabel II, zoals dat bedrag telkenjare door de Minister van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld voor de klasse waartoe de gemeente Best behoort.

  • 3. De in de leden 1 en 2 bedoelde toelage wordt alleen toegekend, indien de vergadering geheel buiten werktijden, als bedoeld in artikel 4 van de dienst- en werktijdenregeling gemeente Best 1977, wordt gehouden.

  • 4. Indien de ambtenaar op 1 avond twee of meer vergaderingen bijwoont, wordt voor de berekening van de toelage geacht, dat de ambtenaar 1 vergadering heeft bijgewoond.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat de in dit artikel bedoelde toelage wordt toegekend aan de ambtenaar - geen diensthoofd, directeur, hoofd van een (staf)afdeling of coördinator informatiebeleid en automatisering zijnde - aan wie de verplichting wordt opgelegd tot het buiten de normale werktijden bijwonen van vergaderingen, bijeenkomsten, etc. anders dan bedoeld in lid 1.

  • 6. Burgemeester en wethouders bepalen welke ambtenaren niet in aanmerking komen voor een vergoeding als bedoeld in lid 1.

Artikel 21 Consignatietoelage

  • 1. Aan de ambtenaar, aan wie de verplichting is opgelegd om gedurende de gehele periode van 1 november tot 1 april daaraanvolgende of gedurende een gedeelte daarvan buiten diensttijd beschikbaar of bereikbaar te zijn in verband met de bestrijding van gladheid en/of het ruimen van sneeuw, wordt een tijdelijke toelage toegekend berekend naar een door burgemeester en wethouders vast te stellen bedrag per dag, welke de ambtenaar beschikbaar of bereikbaar dient te zijn.

  • 2. Het in het vorige lid bedoelde bedrag wordt telkenmale aangepast met het algemeen wijzigingspercentage, overeenkomstig de bij de rijksoverheid terzake geldende regeling.

  • 3. Naast de in lid 1 genoemde toelage bestaat voor de ambtenaar aanspraak op overwerkvergoeding krachtens artikel 3:2:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best.

  • 4. Burgemeester en wethouders stellen ter uitvoering van dit artikel nadere voorschriften vast.

Artikel 22 Onregelmatigheidstoelage

  • 1. De ambtenaar, die een rang of functie bekleedt voorkomende in bijlage A bij deze verordening, en die - anders dan bij wijze van overwerk - geregeld arbeid verricht op andere tijden dan op werkdagen tussen 08.00 en 18.00 uur, heeft aanspraak op een tijdelijke toelage.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen welke ambtenaren voor de in het vorige lid genoemde toelage in aanmerking komen en bepalen de hoogte van deze toelage.

Artikel 23 Inconveniëntentoelage

  • 1. Aan de ambtenaar aan wie het verrichten van zware onaangename of gevaarlijke arbeid wordt opgedragen, wordt naar evenredigheid van het aantal uren gedurende welke per kalenderjaar die arbeid is verricht een toelage toegekend.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen nader bepalen welke arbeidsomstandigheden als zwaar, onaangenaam of gevaarlijk aangemerkt moeten worden en in welke mate.

  • 3. De hoogte van de in het eerste lid genoemde toelage wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld.

Artikel 24

Voor de toepassing van het bepaalde in hoofdstuk 7 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best worden de vergoeding, bedoeld in artikel 3.3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Best, de overgangstoelage onregelmatige dienst, alsmede de prestatiebeloning slechts geacht te behoren tot de bezoldiging tot een bedrag dat overeenkomt met hetgeen in de drie kalendermaanden of in de dertien kalenderweken, voorafgaande aan de datum waarop de verhindering tot het vervullen van de betrekking wegens ziekte is ontstaan, gemiddeld per maand of per week is toegekend aan die vergoeding of die beloning, al naar gelang de bezoldiging van de ambtenaar per maand of per wek wordt uitbetaald.

Voor zover de ambtenaar op evenbedoelde datum minder dan drie kalendermaanden of dertien kalenderweken zijn betrekking heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand of per week is toegekend over het tijdvak waarin hij vóór het ontstaan van de verhindering in dienst is geweest.

Hoofdstuk 4 Overige bepalingen

Artikel 25 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Artikel 26 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag van haar vaststelling door de raad en kan worden aangehaald als de "Bezoldigingsverordening gemeente Best 2000".

  • 2. De "Bezoldigingsverordening gemeente Best 1995", zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 26 juni 1995 wordt ingetrokken.