Regeling vervallen per 10-11-2010

Verordening op de raadscommissies 2006

Geldend van 11-04-2006 t/m 09-11-2010

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2006

De raad van de gemeente Beuningen;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende Verordening op de raadscommissies 2006.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze Verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid : lid of buitengewoon lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter : voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    griffier : griffier van de raad of diens vervanger;

  • d.

    vergadering : vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Algemene Zaken;

    • b.

      Ruimte;

    • c.

      Samenleving;

    • d.

      Financiën.

  • 2. De raadscommissie Algemene Zaken adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen en beleidsterreinen: grondzaken, communicatie, algemeen bestuurlijke aangelegenheden, personeel en organisatie, informatisering en automatisering, politie- en brandweerorganisatie en rampenbestrijding.

  • 3. De raadscommissie Ruimte behandelt de volgende onderwerpen en beleidsterreinen: ruimtelijke ordening, milieu, volkshuisvesting, openbare werken en civiele techniek, verkeer en vervoer, woonwagenzaken, zandwinning en monumentenaangelegenheden. Tevens is de raadscommissie Ruimte belast met het horen van belanghebbenden naar aanleiding van schriftelijke zienswijzen/bedenkingen met betrekking tot de vaststelling van bestemmingsplannen ex artikel 10 Wet op de Ruimtelijke Ordening en de vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 van die Wet waarvoor de raad de besluitvorming aan zich heeft gehouden.

  • 4. De raadscommissie Samenleving behandelt de volgende onderwerpen en beleidsterreinen: welzijn, onderwijs, sociale zaken, sport, Wet Maatschappelijke Ondersteuning, gehandicaptenbeleid, cultuur, integrale veiligheid, leefbaarheid en openbare orde, recreatie, buitenlandse betrekkingen, toerisme, kunst en economische zaken.

  • 5. De raadscommissie Financiën adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen: begroting en begrotingsvraagstukken, jaarrekening, bestuursrapportages en overige financiële vraagstukken van algemene aard.

  • 6. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de raadscommissie besproken die het onderwerp het meest aangaat, tenzij het raadspresidium anders beslist.

  • 7. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3 Taken

  • 1. De raadscommissies Algemene Zaken en Financiën hebben de volgende taken:

    • a.

      het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede en vijfde lid, genoemde onderwerpen en beleidsterreinen;

    • b.

      het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

    • c.

      voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede en vijfde lid, genoemde onderwerpen.

  • 2. De raadscommissies Ruimte en Samenleving hebben de volgende taken:

  • a. het verzamelen en inventariseren van meningen, ideeën, voor- en nadelen, argumenten pro en contra van anderen dan de leden, over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, derde en vierde lid, genoemde onderwerpen en beleidsterreinen;

  • b. voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, derde en vierde lid, genoemde onderwerpen.

Artikel 4 Samenstelling.

  • 1.

    a. De raadscommissie Algemene Zaken bestaat uit één lid per fractie, zijnde de fractievoorzit

    ter.

  • b.

    De raadscommissie Ruimte en de raadscommissie Samenleving bestaat ieder uit maximaal 22

leden, het gezamenlijk totaal van de twee raadscommissies bedraagt echter niet meer dan 42leden. Niet raadsleden worden in aantal, te rekenen over de twee raadscommissies naar evenredigheid van het aantal zetels dat een fractie in de raad bezet, benoemd. Het aantal plaatsen dat raadsleden in de twee raadscommissies gezamenlijk inneemt is eveneens gelijk aan het aantal zetels die de fractie in de raad inneemt.

  • c.

    De raadscommissie Financiën bestaat uit één lid per fractie.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3.

    Een lid als bedoeld in lid 1 b en c kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13, 14 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie, met dien verstande dat in afwijking van artikel 14 van de Gemeentewet het commissielid niet zijnde raadslid de eed of belofte ook bij de voorzitter van de gemeenteraad kan afleggen buiten de vergadering. De in het eerste lid onder b en c genoemde leden dienen daarnaast tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van de fractie.

  • 4.

    De raad benoemt op voordracht van een fractie voor iedere raadscommissie een plaatsvervangend lid per fractie, die zitting in een raadscommissie heeft bij verhindering of ontstentenis van een lid als bedoeld in het eerste lid a, b en c. Het plaatsvervangend lid voor de raadscommissie Algemene Zaken is raadslid. Het plaatsvervangend lid voor de raadscommissies Ruimte, Samenleving en Financiën voldoet aan de in artikel 4 derde lid, genoemde vereisten.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 4 derde lid kan de raad buitengewone leden benoemen, met dien verstande dat een fractie maximaal twee keer in de totale raadsperiode een buitengewoon lid mag voordragen.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. Bij de raadscommissies Ruimte en Samenleving is de voorzitter geen lid van de raadscommissie; de voorzitter bij de raadscommissies Algemene Zaken en Financiën is één van de leden.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze Verordening;

    • d.

      hetgeen deze Verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4. De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5. Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

  • 1. De griffier of diens plaatsvervanger ondersteunt de raadscommissies.

  • 2. De griffier of diens plaatsvervanger is in iedere vergadering aanwezig.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college en burgemeester

Artikel 8 Aanwezigheid college, burgemeester

  • 1. Het raadspresidium nodigt de burgemeester en/of één of meer collegeleden uit in de vergadering van de raadcommissie aanwezig te zijn om informatie te geven.

  • 2. De burgemeester en collegeleden kunnen zich tijdens de vergadering laten bijstaan door hun adviseurs.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1. In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie volgens een periodiek door het raadspresidium vast te stellen vergaderrooster plaats. Het raadspresidium bepaalt plaats en aanvangsuur.

  • 2. Een raadscommissie vergadert voorts indien het raadspresidium het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 10 Raadspresidium

  • 1. Het raadpresidium is de agendacommissie.

  • 2. De raadspresidium bestaat uit de voorzitter van de gemeenteraad en de leden van de raadscommissie Algemene Zaken . De griffier of zijn vervanger is in elke vergadering van het raadspresidium aanwezig.

  • 3. De leden van het raadspresidium wijzen elk een raadslid als plaatsvervanger aan.

  • 4. Het raadspresidium heeft tot taak het voorlopig vaststellen van de agenda’s van de raadscommissies.

  • 5. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de leden van het raadspresidium uit hun midden benoemd.

  • 6. Het raadspresidium vergadert volgens een periodiek door hem vast te stellen rooster.

Artikel 11 Oproep

  • 1. De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden van de raadscommissies een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De concept agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12 eerste lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 12 De agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging in de raad voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere informatie vragen.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt spoedig na de schriftelijke oproep door aankondiging in de Koerier en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de concept agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

  • 3. Daarnaast worden de bij de concept agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16 Opening vergadering en quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal, in het plenaire deel zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 4. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing.

  • 5. De vergadering van de raadscommissie Ruimte en van de raadscommissie Samenleving bestaat uit een plenair deel en hoorzittingen.

  • 6. Aan het plenaire deel van de vergadering van de raadscommissies Ruimte en Samenleving nemen per fractie twee leden deel.

  • 7. Aan de hoorzittingen van de raadscommissies Ruimte en Samenleving neemt per fractie één lid deel. Per hoorzitting kan de samenstelling van de leden wisselen.

Artikel 17 A. Spreekrecht burgers bij raadscommissies Algemene Zaken en Financiën

  • 1. Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde en niet geagendeerde onderwerpen.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

      • 3.

        Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

      • 4.

        De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

      • 5.

        Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

      • 6.

        De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

      • 7.

        De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

      • 8.

        Na bespreking van het laatste onderwerp, aansluitend aan de rondvraag kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk nogmaals gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde en niet geagendeerde onderwerpen.

Artikel 17 B Spreekrecht burgers bij raadscommissies Ruimte en Samenleving.

  • 1. Bij het plenaire deel van de vergadering is artikel 17 A van overeenkomstige toepassing voor wat betreft niet geagendeerde onderwerpen.

  • 2. Na de opening van de hoorzitting kunnen genodigden en ook andere dan door het raadspresidium uitgenodigde aanwezige burgers het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 3. Degene, anders dan de genodigden, die van het spreekrecht als bedoeld in het tweede lid gebruik wil maken, meldt dit ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter bepaalt de spreektijd en de volgorde van de insprekers tijdens de hoorzitting.

  • 5. De spreker als bedoeld in het tweede lid voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De deelnemers kunnen aan insprekers vragen stellen.

Artikel 18 Verslag

  • 1. Het conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep en wordt gevoegd bij de uitnodiging van de betreffende raadsvergadering. Het conceptverslag wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 2. Bij het begin van de vergadering wordt het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het verslag aan de raadscommissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de griffier te worden ingediend.

  • 4. Het verslag moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de ter vergadering aanwezige leden, uitgesplitst naar deelname aan het plenaire deel en een hoorzitting, de griffier, de burgemeester en de wethouders en hun adviseurs, allen voorzover aanwezig, alsmede, met inachtneming van het gestelde onder d, van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een samenvatting van het advies van de raadscommissies Algemene Zaken en Financiën aan de raad onder vermelding van de namen van de politieke partijen die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de politieke partijen die zich niet uitgelaten hebben;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der aanwezigen, die het woord voerden; m.b.t. de hoorzittingen van de raadscommissies Ruimte en Samenleving een vermelding van de namen der aanwezigen, die het woord voerden anders dan de leden;

    • e.

      het advies aan het raadspresidium van de raadscommissies Ruimte en Samenleving qua vervolgbehandeling onder vermelding van de namen van politieke partijen die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de politieke partijen die zich niet uitgelaten hebben;

    • f.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen, die geen lid van de raadscommissie zijn, die het woord hebben gevoerd.

  • 5. Het verslag wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de griffier.

  • 6. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 19.Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 20 Handhaving orde; schorsing

1 Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

2.De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

Artikel 21. Advies bij raadscommissies Algemene Zaken en Financiën

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4. In het advies worden de standpunten per politieke partijopgenomen.

Artikel 22 Advies bij raadscommissies Ruimte en Samenleving

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de informatieronde tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de informatieronde is gesloten, adviseert de raadscommissie aan het raadspresidium omtrent het vervolg qua procedure.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 23 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze Verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 24 Verslag

  • 1. Het verslag van een besloten vergadering wordt uitsluitend aan de vaste leden toegezonden. Indien geheimhouding is opgelegd wordt het verslag van een besloten vergadering uitsluitend aan de aanwezige leden toegezonden.

  • 2. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering vastgesteld. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 25 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 26 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 27 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 28 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 29 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 30 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze Verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de Verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 31 Inwerkingtreding

Deze Verordening treedt in werking op 11 april 2006.

Op dat tijdstip vervalt de Verordening op de raadscommissies van de raad van de gemeente Beuningen vastgesteld bij raadsbesluit van 9 april 2002

Beuningen 11 april 2006.

De raad voornoemd

De griffier, de voorzitter,