Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening participatie kinderen gemeente Beuningen 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening participatie kinderen gemeente Beuningen 2013

De raad van de gemeente Beuningen

gelezen het advies van de commissie Samenleving van 22 oktober 2012;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 september 2012,

gelet op artikel 8, eerste lid sub g, artikel 8 tweede lid sub d en artikel 35

vijfde lid van de Wet werk en bijstand,

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende Verordening participatie kinderen gemeente Beuningen 2013

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 - Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze Verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand.

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beuningen.

    • c.

      de raad: de gemeenteraad van de gemeente Beuningen.

    • d.

      maatschappelijke participatie: het deelnemen aan activiteiten met een sportief, educatief, sociaal dan wel cultureel karakter door kinderen bedoeld in artikel 1, tweede lid, sub e van deze verordening.

    • e.

      belanghebbende: belanghebbende zoals bedoeld in artikel 35 vijfde lid van de WWB én een persoon, met een hem ten laste komend kind van 0 tot 4 jaar.

    • f.

      kind: ten laste komend kind van 0 tot 18 jaar van een belanghebbende bedoeld in artikel 1, tweede lid sub e van deze Verordening.

Artikel 2 - Maatschappelijke participatie

Uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie van een kind van een belanghebbende komen in aanmerking voor bijstandsverlening op grond van deze verordening.

Hoofdstuk 2. Recht op bijzondere bijstand voor maatschappelijke participatie

Artikel 3 - Voorwaarde

Uitsluitend een belanghebbende met een in aanmerking te nemen inkomen zoals bedoeld in artikel 35, negende lid van de wet, komt in aanmerking voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze Verordening.

Artikel 4 - Maximale vergoeding

  • 1. De maximale vergoeding bedraagt € 100,- per kalenderjaar per kind.

  • 2. De maximale vergoeding van de Regeling Méédoen en de Verordening participatie schoolgaande kinderen gemeente Beuningen 2013 bedraagt tezamen niet meer dan € 100,00 per persoon per kalenderjaar.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 5 - Beleid

  • 1. Het college bepaalt in die situaties waarin deze Verordening niet voorziet.

  • 2. Het college kan ten behoeve van de uitvoering van deze Verordening nadere beleidsregels vaststellen.

Artikel 6 - Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze Verordening, indien toepassing van de Verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7 - Inwerkingtreding

Deze Verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 8 - Intrekking bestaande verordening

Met de inwerkingtreding van deze Verordening wordt de “Verordening maatschappelijke participatie gemeente Beuningen 2012”, raadsbesluit van 10 januari 2012, ingetrokken.

Artikel 9 – Citeertitel

Deze Verordening kan worden aangehaald als: Verordening participatie kinderen gemeente Beuningen 2013.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Beuningen van 6 november 2012

Toelichting

Maatschappelijke participatie van kinderen is van groot belang met het oog op een zelfredzame toekomst. Daarom is het gewenst dat inkomensondersteuning ten behoeve van die participatie rechtstreeks aan zoveel mogelijk minderjarige kinderen van de doelgroep ten goede komt. Daarom heeft de regering er voor gekozen dat de gemeenteraden verplicht zijn om een verordening op te stellen met betrekking tot het verlenen van categoriale bijzondere bijstand voor de kosten van maatschappelijke participatie van ten laste komende kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen (conform artikel 35, vijfde lid van de WWB).

De gemeenteraad van de gemeente Beuningen heeft er voor gekozen om deze doelgroep uit te breiden met de groep kinderen van 0 tot 4 jaar. Deze groep viel eerder onder de Regeling Méédoen. Door deze groep op te nemen in de Verordening, ontstaat er duidelijkheid in het gemeentelijke minimabeleid:

Kinderen van 0 tot 18 jaar vallen onder de Verordening participatie kinderen gemeente Beuningen 2013 en volwassenen vanaf 18 jaar vallen onder de Regeling Méédoen zoals bedoeld in de Beleidsregels Uitvoering Sociale Zaken (BUSZ). Op deze manier komen alle inwoners van de gemeente Beuningen met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm, in aanmerking voor een bijdrage die maatschappelijke participatie bevordert.

Toelichting artikelgewijs

Artikel 1 tot en met 4

Geen toelichting.

Artikel 5 - Beleid

De beslissingen in het eerste lid zijn onderworpen aan de voorgeschreven bezwaar- en beroepsprocedures, zodat ook in deze gevallen de beslissing gemotiveerd genomen moet worden.

Met de beleidsregels in het tweede lid wordt bedoeld de Beleidsregels Uitvoering Sociale Zaken (kortweg de BUSZ). Hierin kan het college nadere beleidsregels vaststellen ten behoeve van de uitvoering van deze verordening.

Artikel 6 - Hardheidsclausule

De hardheidsclausule geldt in “bijzondere gevallen”. Het gebruik maken van de hardheidsclausule moet beschouwd worden als een uitzondering en niet als een regel. Het college moeten in verband met precedentwerking duidelijk aangeven waarom in een bepaalde situatie van de verordening wordt afgeweken. Het afwijken kan alleen maar ten gunste van de cliënt/uitkeringsgerechtigde en nooit ten nadele.