Verordening Meedoen 2015

Geldend van 07-01-2016 t/m heden

Intitulé

Verordening Meedoen 2015

Verordening Meedoen 2015, Raad 20 oktober 2015 BW15.00571, at15002966,

De raad van de gemeente Beuningen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de cliëntenraad Beuningen;

overweegt dat het van groot belang is dat alle inwoners van de gemeente Beuningen kunnen participeren in de samenleving;

overweegt dat dit voorkomt dat mensen in een sociaal isolement geraken;

overweegt dat dit mensen juist aanspoort om betrokken te blijven en mee te doen;

overweegt dat volwassenen met een minimuminkomen in financiële zin moeite hebben met het meedoen in de maatschappij en het ondernemen van activiteiten;

overweegt dat de voormalige regeling Meedoen in het kader van de Participatiewet niet meer is toegestaan als bijzondere bijstand;

overweegt dat het de gemeenteraad is toegestaan de verordeningen te maken die hij in het belang van de gemeente nodig oordeelt;

besluit vast te stellen de Verordening ter ondersteuning van de sociale minima bij het meedoen in de samenleving, kortweg de Verordening Meedoen 2015.

Artikel 1 - Doelgroep

De Regeling Méédoen is bestemd voor inwoners van de gemeente Beuningen die 18 jaar of ouder zijn en die:

  • a.

    een inkomen hebben van ten hoogste 110% van de bijstandsnorm als bedoeld in de Participatiewet en

  • b.

    geen in aanmerking te nemen vermogen hebben zoals bedoeld in artikel 34, derde lid van de Participatiewet.

Artikel 2 - Bestemming bijdrage

De Regeling Meedoen is een financiële bijdrage in de kosten van sportieve, educatieve, sociale of culturele activiteiten ter bevordering van maatschappelijke participatie van de in het eerste artikel genoemde doelgroep.

Artikel 3 - Hoogte bijdrage

  • 1.

    De bijdrage bedraagt maximaal € 100,00 per persoon per kalenderjaar.

  • 2.

    De bijdrage wordt uitbetaald op declaratiebasis na het overleggen van een betaalbewijs.

Artikel 4 - Uitvoering

  • 1.

    De bijdrage wordt schriftelijk aangevraagd met een door het college beschikbaar gesteld formulier.

  • 2.

    Aanvragers die geen periodieke uitkering ontvangen van de gemeente, verklaren schriftelijk dat ze aan de voorwaarden bedoeld in artikel 1 voldoen.

Artikel 5 - Steekproef

Jaarlijks wordt conform het van toepassing zijnde gemeentelijke verificatiebeleid steekproefsgewijs gecontroleerd of de doelgroep bedoeld onder artikel 4, tweede lid aan de verordening heeft voldaan.

Artikel 6 - Uitvoering

  • 1.

    Het college beslist in die gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van deze verordening, indien de toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7 - Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking en kan worden aangehaald als de Verordening Meedoen 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 20 oktober 2015,
De raad voornoemd.
De griffier, De voorzitter,

Toelichting

De Regeling Meedoen was bedoeld om volwassenen met een minimuminkomen te ondersteunen bij het participeren in de samenleving. Het is van groot belang om zoveel mogelijk mensen betrokken te houden bij de samenleving. Voor het grootste deel van de inwoners geldt dat zij hier zelf uitstekend in kunnen voorzien. Waar mensen dat niet kunnen, dreigen zij buiten de samenleving te vallen. Hier is financiële ondersteuning vanuit de overheid gewenst om enige mate van participatie te faciliteren.

De Regeling Meedoen was een vorm van bijzondere bijstand en viel onder de Wet werk en bijstand. Vanaf 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. Bijzondere bijstand in de vorm van collectieve regelingen is niet langer toegestaan. Om die reden is ervoor gekozen om de Regeling Meedoen als zelfstandige regeling in het kader van de Gemeentewet op te nemen.

Door het expliciet opnemen van de artikelen 20, 21 en 22 van de Participatiewet bij het inkomensbegrip in artikel 1 is beoogd de kostendelersnorm voor deze regeling buiten toepassing te laten bij het vaststellen van de toepasselijke bijstandsnorm. De ratio achter de kostendelersnorm is immers dat men geacht wordt bepaalde kosten van het bestaan te kunnen delen. Deze Regeling Meedoen betreft echter bij uitstek individuele kosten die niet gedeeld kunnen worden. Dat sommige mensen de activiteiten wel in gezamenlijkheid ondernemen doet daar niet aan af. Het is dan ook vanzelfsprekend om bij het bepalen van de toepasselijke bijstandsnorm geen rekening te houden met de kostendelersnorm.

In artikel 3 is de hoogte van de bijdrage opgenomen. Deze bijdrage is niet langer maximaal € 100,- maar € 100,-. Dat betekent dat als een belanghebbende een lager bedrag declareert, de € 100,- wordt overgemaakt. De belanghebbende wordt geacht het overige eveneens aan participatie te besteden.