Subsidieverordening Citymanagement Beverwijk

Geldend van 29-04-2011 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening Citymanagement Beverwijk

De raad van de gemeente Beverwijk;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 april 2011, nummer 2011/23726;

gehoord de commissie Ruimte, Economie en Stadsbeheer en de commissie Algemeen Bestuur, Veiligheid en MIddelen d.d. 7 april 2011;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

  • 1.

    over te gaan tot invoering van citymanagement per 1 juni 2011;

  • 2.

    het citymanagement tot en met het jaar 2013 te bekostigen uit de algemene middelen van de gemeente Beverwijk , en hiervoor

    a. voor het jaar 2011 een bedrag van € 105.000 beschikbaar te stellen en te dekken uit de programmabegroting 2011;

    b. in de meerjarenraming 2012-2015 in de jaarschijf 2012 een bedrag op te nemen van € 180.000 en in de jaarschijf 2013 een bedrag van € 180.000;

    c. in de jaarcijfers 2012-2013 dekking te vinden in een verhoging van de OZB of reclamebelasting

  • 3.

    de onder punt 2 genoemde bedragen beschikbaar te stellen aan de Stichting Winkelstad Beverwijk, onder de voorwaarden, genoemd in de subsidieverordening Citymanagement Beverwijk;

  • 4.

    de verordening reclamebelasting Beverwijk 2011, vastgesteld bij raadsbesluit van 7 december 2010, nr 2010/67930 in te trekken.

  • 5.

    het citymanagement in het eerste kwartaal van 2013 te evalueren en op dta moment te bezien of en in welke mate de subsidie hiervoor moet worden gecontinueerd na het jaar 2013;

  • 6.

    de volgende subsidieverordening citymanagement Beverwijk vast te stellen:

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    Subsidieaanvrager: Stichting Winkelstad Beverwijk;

  • c.

    Activiteiten: elke vorm van handelen door de subsidieaanvrager die de gemeente in het kader van een subsidierelatie van belang acht;

  • d.

    Boekjaarsubsidie: een subsidie voor activiteiten die binnen een kalenderjaar plaatsvinden en die het college van burgemeester en wethouders van belang acht, zonder deze naar aard en inhoud te willen beïnvloeden;

  • e.

    Activiteitengebieden: de winkelgebieden Kernwinkelgebied Breestraat en omgeving, Meubelboulevard en MarLo-terrein, zoals die zijn aangegeven op de bij deze verordening behorende kaarten.

Artikel 2 Reikwijdte, beleidsuitgangspunten en subsidieplafond bij subsidievertrekking

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de activiteiten die de subsidieaanvrager ontwikkelt en uitvoert in de activiteitengebieden Kernwinkelgebied Breestraat en omgeving, Meubelboulevard en MarLo-terrein in de gemeente Beverwijk.

  • 2. Subsidiëring vinst plaats in de vorm van een boekjaarsubsidie.

  • 3. Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast.

Artikel 3 Subsidie aanvraag

  • 1. De aanvraag om subsidie wordt bij het college van burgemeester en wethouders ingediend uitrelijk veertien weken voor aanvang van het boekjaar.

  • 2. De aanvraag om subsidie gaat vergezeld van:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten voor het boekjaar waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • b.

      een begroting

  • 3. Bij een eerste aanvraag om subsidie deelt de subsidieontvanger de volgende gegevens mede:

    • a.

      de samenstelling van het bestuur;

    • b.

      de oprichtingsakte;

    • c.

      de statuten;

    • d.

      het huishoudelijk reglement.

  • 4. In afwijking van het eerste lid wordt de aanvraag voor het boekjaar 2011 uiterlijk binnen twaalf weken na inwerkingtreding van onderhavige verordening bij het college van burgemeester en wethouders ingediend.

Artikel 4 Beslissing op een aanvraag

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag als bedoeld in artikel 3 van deze verordening binnen acht weken nadat de volledige gegevens zijn ontvangen.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste zes weken verlengen. Van deze verlenging ontvangt de subsidieaanvrager een mededeling.

Artikel 5 Subsidieverlening

  • 1. Als het college van burgemeester en wethouders een subsidie verleent, wordt in de subsidiebeschikking aangegeven op welk bedrag de subsidieontvanger maximaal aanspraak heeft

  • 2. Bij de beschikking tot verlening van de subsidie geeft het college van burgemeester en wethouders zo concreet mogelijk aan voor welke activiteiten de subsidie in het betreffende boekjaar wordt aangewend.

Artikel 6 Weigeringsgronden subsidie

Naast de in de artikelen 4:25 en 4:35 van de wet genoemde gevallen, kan de subsidie voorts worden geweigerd indien gegeronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteiten van de subsidieaanvrager niet gericht zullen zijn op het ontwikkelen en uitvoeren van activiteiten gericht op de gemeente en de betrokken gebieden;

  • b.

    de gelden niet of niet voldoende besteeds zullen worden aan het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • c.

    de subsidieaanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • d.

    de subsidieverstrekking niet (meer) past binnen het beleid van de gemeente;

  • e.

    de subsidieontvanger wijzigingen in aanwending van de subsidue niet vooraf ter beoordeling heeft voorgelegd aan het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 7 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht het college van burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van:

    • a.

      ontwikkelingen die van belang kunnen zijn voor het door de gemeente te voeren beleid;

    • b.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat activiteiten niet kunnen worden verwezenlijkt

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan aan de subsidieverlening overige verplichtingen verbinden.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de subsidieontvanger een reserve en/of voorziening vormt uit de toegekende subsidiegelden.

Artikel 8 Toezicht en controle

  • 1. Door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren of andere personen hebben desgevraagd inzage in administratieve en financiële bescheiden van de subsidieontvanger, daaronder begrepen adviezen van externe deskundigen. Zij ontvangen alle inlichtingen die voor een juiste uitoefening van hun functie in het algemeen en voor de beoordleing van de gesubsidieerde activiteiten nodig zijn.

  • 2. De door het college van burgemeester en wethouders aangewezen accountant heeft de bevoegdheid tot revieuw op de verrichte werkzaamheden van de controlerende accountant van de subsidieontvanger. De subsidieontvanger draagt er zorg voor dat de accountant hiermee instemt.

  • 3. Als een derde de administratie voert, is de subsidieontvanger verplicht om volledige medewerking te verlenen en zo nodig toestemming te geven voor inzage bij deze derde.

Artikel 9 Subsidievaststelling

  • 1. De subsidieontvanger dient binnen dertien weken na afloop van de activiteiten dan wel het boekjaar een aanvraag tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 4:44 van de wet in, tenzij bij de subsidieverlening een andere termijn is gesteld.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders stelt de subsidie vast binnen zes maanden nadat de aanvraag tot vaststelling is ontvangen.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan de verleende subsidie intrekken, indien:

    • a.

      de subsidieontvanger de activiteiten waarvoor subsidie is verkregen, heeft beëindigd;

    • b.

      de subsidieontvanger de voorschirften in deze verordening, of de verplichtingen vermeld in de beschikking of in de uitvoeringsovereenkomst bij de beschikking niet is nagekomen;

    • c.

      de subsidieontvanger in surseance van betaling of in staat van faillissement is geraakt.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders kan de in het tweede lid vermelde termijn met drie maanden verlengen. Van deze verlenging ontvangst de subsidieontvanger die de aanvraag tot vaststelling heeft ingediend een mededeling.

Artikel 10 Voorschotverlening

  • 1. Het College is bevoegd tot het verstrekken van voorschotten en het verbinden van voorwaarden daaraan.

  • 2. Indien de activiteiten niet worden uitgevoerd, of de subsidiemiddelen niet conform de projectaanvraag zijn besteed, zullen de al uitbetaalde voorschotten aan de verstrekker moeten worden terugbetaald.

Artikel 11 Gegevens bij de aanvraag tot vaststelling

  • 1. De subsidieontvanger voldoet aan de in artikel 4:45 van de wet bedoelde verplichting door een door het bestuur gewaarmerkt verslag van de activiteiten te overleggen. Het verslag bevat in ieder geval een beschrijving van de aard en de omvang van de uitgevoerde activiteiten.

  • 2. De subsidieontvanger voldoet aan de in artikel 4:45, tweede lid, van de wet bedoelde verplichting door een door het bestuur gewaarmerkte rekening van baten en lasten en een beland met een toelichting daarop te overleggen.

  • 3. Als het college van burgemeester en wethouders dat noodzakelijk vindt, legt de instelling naast de in het voorgaande genoemde gegevens het eerste en tweede lid tevens een verklaring van een accountant over.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders kan vrijstelling verlenen van en of meer onderdelen zoals genoemd in het eerste en tweede lid indien naleving daarvan redelijkerwijs niet verlangd kan worden of daarmee geen aantoonbaar belang is gediend.

Artikel 12 Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd nadere regels te stellen ter uitvoering van de verordening.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Subsidieverordening Citymanagement Beverwijk.

Ondertekening

Beverwijk, 28 april 2011
de raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,