Regeling vervallen per 01-01-2016

Stimulering verbetering bedrijfshuisvesting bedrijventerrein De Pijp

Geldend van 24-02-2011 t/m 31-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-09-2010

Intitulé

Stimulering verbetering bedrijfshuisvesting bedrijventerrein De Pijp

De raad van de gemeente Beverwijk;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 december 2010, nummer 2010/57035;

gehoord de commissie Ruimte, Economie en Stadsbeheer d.d. 3 februari 2011;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de Algemene Wet Bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Beverwijk;

besluit:

de subsidieverordening "Stimulering verbetering bedrijfshuisvesting bedrijventerrein De Pijp" vast te stellen.

Artikel 1 Algemene bepalingen

In deze subsidieverordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Onderneming: een  natuurlijke of rechtspersoon die voor eigen risico een bedrijf of beroep zelfstandig uitoefent en het pand in eigendom heeft.

  • 2.

    College: het college van burgemeester en wethouders van Beverwijk.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

Deze subsidieverordening is van toepassing op door het college te verstrekken subsidie ten behoeve van het verbeteren van de presentatie van de bedrijfshuisvesting (gevel en voorterrein) van bedrijven gevestigd op het bedrijventerrein De Pijp. Dit bedrijventerrein wordt begrensd door de Lijndeweg, is tevens gemeentegrens, de Parallelweg, de Wijkermeerweg, de Nijverheidsweg en het water van Zijkanaal A.

Artikel 3 Vorm van financiële bijdragen

De subsidie kan bestaan uit:

  • 1.

    een bijdrage in de kosten van de verbetering van de presentatie van de bedrijfshuisvesting (gevel en voorterrein) en/of

  • 2.

    een bijdrage in de kosten van verbetering van het terrein, direct grenzend aan het openbare gebied of zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Hoogte van de bijdrage

  • 1. De subsidie bedraagt maximaal 35% van de totale kosten met een maximum van €10.000,00

  • 2. De subsidie kan per onderneming slechts éénmaal per pand/perceel worden verleend.

  • 3. De subsidie per voorziening wordt rechtstreeks aan de onderneming verleend.

Artikel 5 Subsidieplafond

Deze subsidieverordening heeft een subsidieplafond van € 90.000,- en dit beschikbare subsidiebedrag wordt verdeeld naar volgorde van de ingediende subsidieaanvragen.

Artikel 6 Aanvraag

  • 1. Het college stelt het aanvraagformulier vast

  • 2. De aanvraag om een subsidie dient schriftelijk te worden ingediend bij het college, ter attentie afdeling Bouw- en Woningtoezicht, onder vermelding van ´Subsidieregeling De Pijp´.

  • 3. Een aanvraag dient te worden ingediend voordat de onderneming overgaat tot de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden waarvoor een subsidie wordt aangevraagd.

  • 4. Indien de onderneming het pand niet in eigendom heeft en huurt dient de aanvraag voorzien te zijn van een toestemming van de eigenaar van het pand. Artikel 4.2 is dan van toepassing.

Artikel 7 Subsidiecriteria

Subsidie wordt slechts verleend indien voldaan is aan de volgende criteria:

  • 1.

    het verbeteren van de presentatie van de huisvesting van de onderneming (gevel en voorterrein) komt ten goede aan de verwezenlijking van de revitalisering van het betrokken gebied.

  • 2.

    de werkzaamheden in de kosten waarvan een bijdrage wordt gevraagd worden uitgevoerd door een bedrijf dat is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

  • 3.

    voor het bedrijf is geen surseance van betaling of faillissement aangevraagd.

  • 4.

    de ondernemingsvorm is in overeenstemming met het bestemmingsplan danwel gebruiksvoorschriften.

Artikel 8 Beslissing op de aanvraag

Op de subsidieaanvraag wordt door het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Deze termijn kan worden verlengd met ten hoogste 4 weken.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 van de Awb kan de subsidie zoals bedoeld in artikel 4 worden geweigerd indien niet is voldaan aan de criteria genoemd in artikel 7.

Artikel 10 Voorschotten

  • 1. Indien het college subsidie heeft verleend, kan het college eveneens een voorschot verstrekken.

  • 2. Op aanvraag van een bedrijf kan één voorschot van maximaal 50% van het bij de subsidieverlening vermelde maximale subsidiebedrag worden verstrekt.

Artikel 11 Intrekken of wijzigen van de bijdrage

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:48 van de Algemene wet bestuursrecht, kan het college de subsidieverlening intrekken of wijzigen indien de ondernemer niet binnen twaalf maanden na datum waarop de subsidie is verleend de werkzaamheden waarop de subsidieverlening betrekking heeft, heeft uitgevoerd.

Artikel 12 Vaststellen van de bijdrage

  • 1. Zodra de werkzaamheden zijn uitgevoerd, waarvoor op basis van artikel 4 een subsidie is verleend, dient de aanvrager bij het college een verzoek om vaststelling in. Dit gaat gepaard met een specificatie van de gemaakte kosten en de daarop betrekking hebbende nota´s of andere bewijsstukken. Tevens wordt aangetoond dat de werkzaamheden conform de overlegde bescheiden zijn uitgevoerd.

  • 2. De onderneming dient desgevraagd aan door het college aangewezen personen en instanties gegevens te verstrekken.  

  • 3. De subsidie wordt uiterlijk binnen acht weken na ontvangst van de in lid 1 genoemde gegevens door of namens het  college vastgesteld. Deze termijn kan met ten hoogste vier weken worden verlengd.

Artikel 13 Nadere regels

Het college is bevoegd om nadere regels te stellen.

Artikel 14 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen en voor zover toepassing van deze regeling zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan het college afwijken van het bepaalde in deze regeling.

Artikel 15 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

Artikel 16 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: “subsidieverordening stimulering verbetering bedrijfshuisvesting bedrijventerrein De Pijp”.

Artikel 17 Inwerkingtreding en werkingsduur

  • 1. Deze subsidieverordening treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking en werkt terug tot 1 september 2010.

  • 2. Deze subsidieverordening vervalt op 31 december 2015 of eerder als het subsidieplafond is bereikt, met dien verstande dat de verordening van kracht blijft ten aanzien van reeds verleende subsidies

Artikel 18 Overgangsrecht

  • 1. Subsidies welke zijn verleend krachtens de subsidieverordening “Stimulering verbetering bedrijfshuisvesting bedrijventerrein De Pijp” (besluit 2008/14043) en nog niet zijn vastgesteld, worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.

  • 2. Artikel 5 is onverkort van toepassing op subsidies als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Artikel 4, tweede lid, is onverminderd van toepassing op degene aan wie krachtens de verordening als bedoeld in het eerste lid, reeds subsidie is verleend.

Ondertekening

Beverwijk, 17 februari 2011
de raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,

Toelichting

Artikelsgewijs

Artikel 1

Voor onderhavige subsidieverordening zijn enkele specifieke begrippen van belang.

De algemene subsidieverordening is niet van toepassing op het beleidsterrein waarop de subsidieverordening verbetering bedrijfshuisvesting de Pijp van toepassing is. De definitie van ondernemer zou te beperkt zijn voor de verordening aangezien dan alleen een eenmanszaak voor subsidie in aanmerking zou komen.  Met de definitie van een onderneming vallen nu ook bijvoorbeeld VOF-en, NV’s en BV’s onder de werking van de verordening.

 

Artikel 2

In dit artikel is het doel van de subsidieverordening vastgelegd. Het gaat om subsidies ten behoeve van het verbeteren van de presentatie van de bedrijfshuisvesting (gevel en voorterrein) van bedrijven gevestigd binnen onderstaande gebiedsaanduiding (Lijnendweg, Parallelweg, Wijkermeerweg, Randweg, Nijverheidsweg en het water van zijkanaal A) op het bedrijventerrein De Pijp. De Beverwijkse Bazaar en de ondernemingen aan Meubelboulevard maken in dit verband geen deel uit van het bedrijventerrein de Pijp.

 

Gebiedsaanduiding bedrijventerrein de Pijp

Artikel 3

De subsidie kan bestaan uit een bijdrage in de kosten van de presentatie van de huisvesting en/of een bijdrage in de kosten van verbetering van het terrein, direct grenzend aan het openbare gebied.

De bijdrage in de kosten van de presentatie van de huisvesting heeft als primair doel de uitstraling van het bedrijfspand op de omgeving te verbeteren. Interne verbeteringen aan het pand vallen dan ook buiten de regeling.

Een bijdrage voor het verbeteren van het terrein kan worden toegekend indien de ondernemer noodzakelijk werkzaamheden laat verrichten aan de infrastructuur die leiden tot verbetering van de gesteldheid van het terrein, direct grenzend aan het openbare gebied.

 

Artikel 4

De subsidie is een bijdrage van 35 % van de totale kosten, met een maximum van 10.000 euro.

 

Artikel 5

De Provincie Noord-Holland heeft in 2007 positief beschikt over de subsidieaanvraag Herinrichting en Innovatief Ruimtegebruik op Bedrijventerreinen (HIRB) van onze gemeente, met als doel het verbeteren van het aanzicht en de uitstraling van het bedrijventerrein De Pijp. Één van de onderdelen hiervan is het realiseren  van “fysieke verbeteringen” waarbij, naast het uitvoeren van inrichtingsmaatregelen en verbetering van de milieukwaliteit, ook een geoormerkt bedrag van € 120.000,- beschikbaar is gesteld voor het instellen van een Gevelfonds. De gemeenteraad heeft dit bedrag beschikbaar gesteld  ten behoeve van het verbeteren van de presentatie van de bedrijfshuisvesting (gevel en voorterrein) van bedrijven gevestigd binnen de gebiedsaanduiding op het bedrijventerrein De Pijp, daar verbeteringsmaatregelen voor bedrijfspanden en de openbare ruimte zichtbaar vanaf de openbare weg, bijdragen aan de verwezenlijking van de revitalisering van het bedrijventerrein De Pijp. Daarbij kan de financiële tegemoetkoming voor het opknappen van bedrijfspanden en openbare ruimte stimulerend werken op ondernemers om zelf te investeren in bedrijfspand en bedrijfsomgeving. In de periode tot 1 september 2010 hebben totaal drie ondernemers een aanvraag ingediend en is totaal €30.000,- aan subsidie verstrekt. De subsidieverordening heeft op grond hiervan een subsidieplafond van €90.000,-.

 

Als op basis van eerdere beslissingen het beschikbare subsidiebedrag is uitgeput dan wel sterk beperkt, zal slechts nog het beschikbare budget toegekend kunnen worden of kan de subsidie worden geweigerd, zie ook artikel 8.

 

Artikel 6

De subsidie wordt schriftelijk aangevraagd. Op grond van de artikelen 4:4 en 4:5 van de Awb is de aanvrager verplicht van dit aanvraagformulier gebruik te maken. Uit het formulier dient het nodige duidelijk te worden. De informatie is nodig om de aanvraag te kunnen beoordelen. Belangrijk is dat de aanvraag dient te worden ingediend voordat de ondernemer overgaat tot de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden waarvoor een geldelijke bijdrage wordt aangevraagd. Op grond van art. 4:5 van het Awb kan het college van de aanvrager nadere gegevens verlangen, voor zover dat ter beoordeling van de aanvraag nodig is.

  

Artikel 7

In dit artikel staan de criteria genoemd waaraan een aanvraag moet voldoen om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen. Indien niet aan de genoemde criteria wordt voldaan, volgt afwijzing van de aanvraag, zie ook artikel 9.

Artikel 4.3.3. van de Awb voorziet reeds in het weigeren van het verlenen van de subsidie aan ondernemingen die surseance van betaling of faillissement heeft aangevraagd.

Ten aanzien van lid. 3 kan echter worden afgeweken. Het bestemmingsplan dateert uit 1964 en naar verwachting zijn veel bedrijven niet meer in overeenstemming met dit plan. Het heeft daarbij gedurende meerdere jaren ontbroken aan gebruiksvoorschriften. Dit zal overigens binnenkort hersteld worden.

 

Artikel 8

Dit artikel bevat de beslistermijn.

Een ambtelijke werkgroep, bestaande uit de teamleider Vergunningen (Bouw en woningtoezicht), de consulent vergunningen en de stedenbouwkundig adviseur, adviseert het college over de ingediende subsidieaanvraag.

 

Artikel 9

In dit artikel staan enkele weigeringsgronden. Artikel 4:5 Awb voorziet reeds in buiten beschouwing laten van de aanvraag indien de vereiste nadere informatie door de onderneming niet is vertrekt.

Artikel 4:25 Awb, tweede lid voorziet reeds in het weigeren van een geldelijke bijdrage als het subsidieplafond is bereikt.

 

Artikel 10

Op verzoek van de aanvrager kan eenmalig een voorschot van maximaal 50% worden verstrekt van het bij de subsidieverlening vermelde maximale subsidiebedrag. Desgewenst kan dus op verzoek van de aanvrager ook een lager voorschot dan het maximum van 50% eenmalig worden verstrekt.

 

Artikel 11

Dit artikel bevat de gronden waarop het college kan besluiten om het besluit tot verlenen van de geldelijke bijdrage in te trekken of ten nadele van de ondernemer te wijzigen.

 

Zolang de bijdrage niet is vastgesteld kan het college op grond van artikel 4:48 eerste lid, Awb, het besluit tot verlenen van de geldelijke bijdrage intrekken of ten nadele van de ondernemer wijzigen, indien:

  • a.

    de activiteiten waarvoor de geldelijke bijdrage is verleend niet hebben plaatsgevonden;

  • b.

    de ondernemer niet heeft voldaan aan de verplichtingen, die zijn verbonden aan het besluit tot verlenen van de geldelijke bijdrage;

  • c.

    de ondernemer onjuiste gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid;

In geval van intrekking of wijziging van het besluit als bedoeld in het eerste lid is de ondernemer gehouden om een eventueel ontvangen voorschot onmiddellijk als onverschuldigd betaald te restitueren.

 

Artikel 12

De subsidieontvanger dient een verantwoording in te dienen. In het eerste lid is vastgelegd welke gegevens de subsidieontvanger moet indienen en wanneer. Op basis van deze bescheiden en eventueel de in het tweede lid genoemde informatie, stelt het college de definitieve subsidie vast.

 

Op grond van Awb  art. 4:57 is,  indien de bijdrage lager wordt vastgesteld dan een eventueel uitgekeerd voorschot, de ondernemer reeds gehouden het teveel ontvangen bedrag onmiddellijk als onverschuldigd betaald te restitueren.

 

Artikel 13

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 14

Het is denkbaar dat in uitzonderlijke situaties de toepassing van de verordening tot onbillijke situaties leidt. In dergelijke gevallen kan het college afwijken van de verordening.

 

Artikel 15

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 16

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 17

Het subsidieplafond heeft betrekking op het verlenen van subsidies. Bij het bereiken van het subsidieplafond vervalt de verordening niet als dit dan tot gevolg zou hebben dat ten aanzien van ondernemingen aan wie al subsidie is verleend geen voorschotten meer verleend zouden kunnen worden en dat de verleende subsidie niet meer kan worden vastgesteld.

Artikel 18

Eerder verstrekte subsidies op grond van de per 1 september 2010 vervallen ‘oude’ verordening maken deel uit van het subsidieplafond van €120.000,-. Aan deze aanvragers aan wie eerder subsidie is toegekend wordt niet nogmaals subsidie toegekend.