Regeling vervallen per 22-10-2020

Marktverordening gemeente Binnenmaas 2015

Geldend van 05-08-2015 t/m 21-10-2020

Intitulé

Marktverordening gemeente Binnenmaas 2015

Marktverordening gemeente Binnenmaas 2015

De raad van de gemeente Binnenmaas;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 februari 2015;

gelet op de artikelen 149 en 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet;

gezien het advies van de marktcommissie;

besluit:

Artikel I. Marktverordening gemeente Binnenmaas 2015

De volgende verordening wordt vastgesteld:

Marktverordeninggemeente Binnenmaas 2015

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op alle door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkten die op gezette tijden worden gehouden.

Artikel 2. Inrichtingsplan

  • 1. Voor elke markt stellen burgemeester en wethouders een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

    • a.

      aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

    • b.

      een kaart van de markt;

    • c.

      indien van toepassing, mededeling dat het anciënniteitsstelsel van artikel 5 van toepassing is;

    • d.

      voor zover van toepassing, dat het verbod om te bedienen zonder vergunning geldt en het maximum aantal bedienvergunningen dat kan worden verleend.

  • 2. Op de kaart zijn aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste-standplaatsvergunning;

    • c.

      voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen alsmede, indien van toepassing, de maximum aantallen vaste-standplaatsvergunningen die voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;

    • d.

      indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een dagplaatsvergunning;

    • e.

      indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een standwerkvergunning.

  • 3. Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste-uiterlijk een uur na aanvang van de markttijd nog niet door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kan daarvoor een dagplaatsvergunning worden afgegeven.

  • 4. Het inrichtingsplan is gedurende markttijd bij de markt aanwezig en in te zien.

Artikel 3. Vergunningen

  • 1. Het is verboden, op een markt zonder vaste-standplaatsvergunning of dagplaatsvergunning van burgemeester en wethouders een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2. Een vaste-standplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3. Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 4. Het is verboden, op een markt zonder standwerkvergunning van burgemeester en wethouders als standwerker op te treden op een markt. Onder standwerker wordt verstaan iemand die publiek om zich heen verzamelt en dat door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen artikelen te kopen.

  • 5. Het is verboden, zonder bedienvergunning van burgemeester en wethouders vergunninghouders en degenen die hen vervangen of bijstaan tegen betaling te voorzien van voedsel of dranken bestemd voor consumptie ter plaatse. Een bedienvergunning geldt voor onbepaalde tijd, tenzij de vergunning anders bepaalt.

  • 6. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 7. Vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.

Artikel 4. Mandaatverboden

De bevoegdheid tot het vaststellen van inrichtingsplannen kan niet worden gemandateerd. De bevoegdheid tot wijzigen daarvan en die tot het verlenen of het intrekken van een vaste-standplaatsvergunning en van een bedienvergunning kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.

Hoofdstuk 2. Vaste-standplaatsvergunningen

Artikel 5. Vrijgekomen standplaats; plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst

  • 1. Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het anciënniteitsstelsel wordt gehanteerd, geldt het volgende.

  • 2. Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van de houders van een vaste-standplaatsvergunning, met vermelding van de datum waarop de betrokkenen voor het eerst een vaste-standplaatsvergunning werd verleend en met vermelding van de branche waartoe zij behoren of de artikelen die zij verhandelen (anciënniteitslijst).

  • 3. Als een standplaats vrijkomt die werd ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hoogstgeplaatste aanvrager op de anciënniteitslijst in volgorde van de datum waarop hem voor het eerst een vaste-standplaatsvergunning werd verleend. Als de plaats bestemd is voor een specifieke branche of artikelgroep, komt alleen iemand in aanmerking die aan dat vereiste voldoet.

Artikel 6. Wachtlijststelsel

  • 1. Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het wachtlijst wordt gehanteerd voor toekenning van vaste-standplaatsvergunningen, geldt het volgende.

  • 2. Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van de kandidaten voor een vaste-standplaatsvergunning die daarvoor een aanvraag hebben ingediend en die een handelingsbekwame natuurlijke persoon zijn (wachtlijst).

  • 3. Op de wachtlijst worden bij iedere kandidaat vermeld:

    • a.

      diens naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, adres en woonplaats;

    • b.

      de datum van de aanvraag;

    • c.

      de branche waartoe de kandidaat behoort of de soort artikelen die hij wenst te verhandelen;

    • d.

      informatie over de uitstalling die de kandidaat wenst te gebruiken.

  • 4. De kandidaat ontvangt een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.

  • 5. De inschrijving wordt doorgehaald als aan de kandidaat een vaste-standplaatsvergunning is toegekend, als hij de twee keer heeft afgezien van een vaste-standplaatsvergunning waarvoor hij overeenkomstig het volgende lid in aanmerking kwam, op zijn schriftelijke aanvraag, na zijn overlijden, als hij onder curatele is gesteld of als hij niet vóór 1 januari van het lopende jaar een aanvraag om verlenging voor dat jaar heeft gedaan.

  • 6. Als er ruimte is om een nieuwe vaste-standplaatsvergunning toe te kennen, komt daarvoor als eerste in aanmerking de hoogstgeplaatste kandidaat die op de wachtlijst staat en die voldoet aan de vereisten voor toekenning. Daarna komen andere aanvragers in aanmerking, in volgorde van indiening van hun aanvraag tot plaatsing op de wachtlijst.Hierbij rekening houdend met de regels opgenomen in de inrichtingsplan tav de branchering. De kandidaat die in aanmerking komt voor de vergunning dient daarvoor binnen vier weken een aanvraag in te dienen.

    Artikel 7 Inrichting van de markt; branche-indeling

    • 1.

      Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkersplaats.

    • 2.

      Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen of branches;

    • b.

      een maximumaantal standplaatsen per branche.

Artikel 8. Loting [vervallen]

Artikel 9. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator devergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2. Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste drie jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.

  • 3. In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

  • 5. De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste-standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

Artikel 10. Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders trekken een vaste-standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 9.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • c.

      als van de vergunning gedurende ten minste twee maandengeen gebruik is gemaakt; of

    • d.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet;

    • e.

      Als de vergunninghouder zich niet houdt aan de voorschriften voortvloeiende uit de verordening, de bijbehorende besluiten en de voorwaarden uit de standplaatsvergunning.

  • 1. In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt.

  • 2. 4. Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 11 aangewezen vervanger zijn standplaats nieteen uur na aanvang van de markttijd heeft , vervalt de vergunning voor de rest van de dag.

Artikel 11. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

  • 1. De houder van een vaste-standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2. In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders echter toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 3. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Hoofdstuk 3. Dagplaatsen, standwerkers en bediening

Artikel 12. Dagplaatsvergunning

  • 1. Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 11.

  • 2. Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerkingdegenen die daarvoor die dag vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan een eventueel van toepassing zijnde branche- of artikelgroep vereiste en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 4. De dagplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen.

  • 5. Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 13. Standwerkvergunning

  • 1. Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 12, tweede, derde en vijfde lid. De standwerkvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen.

  • 2. Een standwerkvergunning geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelen.

Artikel 14. Bedienvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag een bedienvergunning verlenen. De vergunning vermeldt voor welke artikelen ze geldt.

  • 2. Artikel 10, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 15. Bijstand

De houder van een vaste-standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 16. Legitimatieplicht

Degene die een standplaats of een standwerkplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt of die handelt met een bedienvergunning, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 17. Markttijden in acht nemen

  • 1. Het is een vergunninghouder verboden meer dan twee uur voor de aanvang en meer dan één uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens op aanvraag door burgemeester en wethouders verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 3. de vergunninghouder zorgt dat de standplaats bij aanvang van de markt (deze tijden zijn opgenomen in de inrichtingsplannen) volledig ingericht is en gereed is voor verkoop van de producten.

Artikel 18. Markt schoonhouden

  • 1. Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Hoofdstuk 5. Handhaving

Artikel 19. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 20. Onmiddellijke verwijdering

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 21. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 22. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De Marktverordening gemeente Binnenmaas 2008 wordt ingetrokken.

  • 2. De krachtens de Marktverordening gemeente Binnenmaas 2008 vastgestelde wacht- en anciënniteitslijsten gelden als lijsten krachtens deze verordening.

  • 3. Een krachtens de Marktverordening gemeente Binnenmaas 2008 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleendkrachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 4. Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de Marktverordening gemeente Binnenmaas 2008 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig de marktverordening gemeente Binnenmaas 2015

Artikel 23. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: marktverordening gemeente Binnenmaas 2015

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op [datum].

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 31 maart 2015.

De voorzitter,

De griffier,