Regeling vervallen per 22-01-2019

Verordening burgerinitiatief

Geldend van 04-02-2009 t/m 21-01-2019

Intitulé

Verordening burgerinitiatief

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. burgerinitiatief; een onderbouwd schriftelijk voorstel van een initiatiefgerechtigde voor een door de gemeenteraad te nemen besluit;

b. raad: gemeenteraad van Binnenmaas;

c. voorzitter: voorzitter van de raad;

d. commissie: raadscommissie als bedoeld in artikel 82 van de gemeentewet;

e. college: college van burgemeester en wethouders van Binnenmaas;

f. initiatiefnemer: ingezetene die het burgerinitiatief indient;

g. Ingezete; degene die op de dag van indiening van het burgerinitiatief 16 jaar of ouder is

Artikel 2

1. Een burgerinitiatief betreft niet:

a. een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

b. gemeentelijke procedures;

c. de gemeentelijke organisaties;

d. vragen over gemeentelijk beleid;

e. vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting;

f. gemeentelijke belastingen en tarieven;

g. geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

h. een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

i.een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

j. benoemingen of functioneren van personen;

k. onderwerpen waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure openstaat of heeft opengestaan;

l. een onderwerp waarover de raad korter dan twee jaar voor indiening van het burgerinitiatief een besluit heeft genomen.

Artikel 4

1. Het burgerinitiatief wordt schriftelijke ingediend bij de voorzitter.

2. Het burgerinitiatief bevat ten minste:

a. een nauwkeurige omschrijving van het voorstel;

b. het door de raad te nemen besluit;

c. een toelichting op het voorstel;

d. de achternamen, voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekeningen van de initiatiefnemer(s), degenen die als vertegenwoordigers van het burgerinitiatief optreden (minimaal een, maximaal drie) en alle ingezetenen die het initiatief ondersteunen.

3. De ondersteuning bedoeld in het vorige lid blijkt uit de ondertekening door de ingezetenen van een aan het burgerinitiatief gehechte, door de gemeente verstrekte lijst.

4. Indien uit de realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien, wordt daarvan door de initiatiefnemer(s) een globale raming gegeven.

5. Digitale handtekeningen zijn niet geldig.

Artikel 5

1. De voorzitter bericht de raad binnen twee weken na ontvangst van een burgerinitiatief of het burgerinitiatief voldoet niet aan de eisen bedoeld in de artikel 4 en of sprake is van eventuele uitsluitingsgronden als bedoeld n artikelen 2 en 3.

2. Indien een burgerinitiatief niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 4 stelt de voorzitter de vertegenwoordigers bedoeld in artikel 4, tweede lid onder d., gedurende een termijn van ten hoogste vier weken in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.

3. De voorzitter doet van een besluit als bedoeld in het vorige lid schriftelijk mededeling aan de vertegenwoordigers en aan de raad.

4. De termijn bedoeld in het tweede lid vangt aan met ingang van de datum van dagtekening van de schriftelijke mededeling bedoeld in het derde lid.

Artikel 6

1. De raad beslist in zijn eerstvolgende vergadering na ontvangst van het advies van de voorzitter bedoeld in artikel 5, eerste lid, over de behandeling van het burgerinitiatief.

2. Indien de raad het burgerinitiatief in behandeling neemt, stelt hij tegelijkertijd vast of gebruik wordt gemaakt van een van de mogelijkheden genoemd in het derde en het vierde lid van dit artikel en in welke raadsvergadering besluitvorming over het burgerinitiatief zal plaatsvinden.

3. De raad van een burgerinitiatief om advies voorleggen aan het college. Hij stelt daarbij een termijn vast waarbinnen dit advies moet zijn uitgebracht.

4. De raad kan besluiten om over een burgerinitiatief het advies in te winnen van een commissie. Hij stelt daarbij een termijn vast waarbinnen dit advies moet zijn uitgebracht.

5. Indien de raad het verzoek afwijst ingevolge artikel 3, onder a., kan de raad het voorstel doorzenden aan het college.

6. Beraadslaging en besluitvorming over een burgerinitiatief vindt plaats binnen acht weken nadat de raad heeft besloten om het burgerinitiatief in behandeling te nemen. Deze termijn kan ten hoogste eenmaal vier weken worden verlengd.

7. Indien een burgerinitiatief wordt ingediend in de maanden juli of augustus kunnen de termijnen genoemd in het zesde lid, met acht respectievelijke vier weken worden verlengd.

Artikel

1. De voorzitter stelt een of meer van de vertegenwoordigers bedoeld in artikel 5, tweede lid, in de gelegenheid het burgerinitiatief toe te lichten in de raadsvergadering waarin de beraadslaging over het burgerinitiatief plaatsvindt en eventuele vragen uit de raad te beantwoorden.

2. De voorzitter kan een of meer van de vertegenwoordigers bedoeld in artikel 4, tweede lid onder d., toestemming geven om deel te nemen aan de beraadslaging in de raad over het burgerinitiatief.

3. Indien de raad toepassing heeft gegeven een artikel 6, vierde lid, zijn het eerste en het tweede lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing

Artikel 8

1. De raad stelt de vertegenwoordigers bedoeld in artikel 4, tweede lid onder d., binnen twee weken na de datum van de raadsvergadering waarin besluitvorming over het burgerinitiatief heeft plaatsgevonden schriftelijk in kennis van zijn besluit. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het burgerinitiatief geeft hij de redenen daarvoor aan.

2. Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het burgerinitiatief besluit, deelt het college de vertegenwoordigers binnen twee weken na de raadsvergadering als bedoeld in het eerste lid van dit artikel mee wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit zal worden gestart en bij welke medewerker van de gemeente Binnenmaas de vertegenwoordigers nadere inlichtingen kunnen inwinnen, en wat de duur van de uitvoering zal zijn.

Artikel 9

De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in Binnenmaas, in zijn burgerjaarverslag.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking zes weken na publicatie.

Artikel 11

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening burgerinitiatief Binnenmaas.