Regeling vervallen per 01-01-2016

Toepassingsregels Invordering Gemeente Bladel

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2015

Intitulé

Toepassingsregels Invordering Gemeente Bladel

Inhoudsopgave

Inleiding

  • 1.

    Inleiding en toepassingsgebied

Algemene toepassingen

Soort vordering

  • 2.

    Begrippen

Bevoegdheden

  • 3.

    Bevoegdheden ontvanger

  • 4.

    Bevoegdheden belastingdeurwaarder

  • 5.

    Niet van toepassing op gemeente

Betaling en betalingstermijnen

  • 6.

    Rente en kosten

  • 7.

    Betaling en afboeking

  • 8.

    Bekendmaking vordering

  • 9.

    betalingstermijnen

  • 10.

    Versnelde invordering

Uitblijven betaling

  • 11.

    Betalingsherinnering/ aanmaning

  • 12.

    Dwangbevel

  • 13.

    Betekening van het dwangbevel

  • 14.

    Tenuitvoerlegging van het dwangbevel

  • 15.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 16.

    Doorlopend beslag

  • 17.

    Verzet tegen tenuitvoerlegging van het dwangbevel

  • 18.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 19.

    Doen van een vordering

  • 20.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 21.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 22.

    Bodemrecht

  • 23.

    Niet van toepassing op gemeente

Behandeling verzoek

  • 24.

    Verrekening

  • 25.

    Uitstel van betaling c.q. betalingsregeling

Oninbaar

  • 26.

    Kwijtschelding van belastingen

  • 27.

    Verjaring

Rente

  • 28.

    Invorderingsrente

  • 29.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 30.

    Beschikking invorderingsrente

  • 31.

    Berekening invorderingsrente

Aansprakelijkheid

  • 32.

    Samenloop fiscale en civiele aansprakelijkheidsbepalingen

  • 33.

    Hoofdelijke aansprakelijkheid

  • 34.

    - 47. Niet van toepassing op gemeente

  • 48.

    erfgenamen

  • 49.

    Formele bepalingen voor aansprakelijkstelling

  • 50.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 51.

    Conservatoir beslag bij aansprakelijkheid

  • 52.

    Betalingstermijn beschikking aansprakelijkstelling

  • 53.

    Verhaalsrechten en kwijtschelding

  • 54.

    Betaling aan de aansprakelijkgestelde

  • 55.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 56.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 57.

    Niet van toepassing op gemeente

Informatieverstrekking

  • 58.

    Informatieverplichtingen belastingschuldige

  • 59.

    Gegevensdragers bij een derde

  • 60.

    Formele bepalingen voor de informatieverplichtingen

  • 61.

    Geen geheimhoudingsplicht bij de informatieverplichtingen

  • 62.

    Informatieverplichtingen van de administratieplichtige

  • 63.

    Bestuurlijke boeten

  • 64.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 65.

    Niet nakomen informatieverplichting

  • 66.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 67.

    Geheimhoudingsplicht

  • 68.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 69.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 70.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 71.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 72.

    Niet van toepassing op gemeente

Vervolging

  • 73.

    Insolventieprocedures

  • 74.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 75.

    Kosten van vervolging

  • 76.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 77.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 78.

    Niet van toepassing op gemeente

  • 79.

    Niet van toepassing op gemeente

Interne controle

  • 80.

    Interne beheersingsmaatregelen

Inleiding

1. Inleiding en toepassingsgebied.

Deze toepassingsregels vormen de werkinstructies binnen de gemeente Bladel met betrekking tot invorderingen en zijn een samenvatting van de “Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen 2008"1 aangevuld met specifieke toepassingen binnen de gemeente Bladel.

De indeling van deze toepassingsregels is in overeenstemming met de indeling van de leidraad zodat deze eenvoudig als naslag gehanteerd kan worden.

 

Het doel van het invorderingsbeleid is de tijdige en volledige ontvangst van de vorderingen van de gemeente Bladel door een gelijke behandeling van haar relaties.

Deze relaties betreffen zowel natuurlijke als rechtspersonen die door woon- of vestigingsplaats aan de gemeente verbonden zijn, verbonden waren of verbonden worden. Daarnaast bestaan deze relaties uit natuurlijke of rechtspersonen die zakelijke handelingen verrichten binnen de gemeentegrenzen, zonder op andere wijze verbonden te zijn aan de gemeente.

 

Opzet van de leidraad

De leidraad is gebaseerd op de Rijksleidraad. Sommige artikelen uit de Invorderingswet 1990 en onderdelen van de Rijksleidraad zijn in de leidraad weggelaten omdat deze onderdelen en artikelen niet van toepassing zijn voor de gemeente. Dit is aangegeven met de opmerking: ‘Niet van toepassing op gemeente’.

 

Definities

Awb: Algemene wet bestuursrecht       

Belasting(en): belastingen die door de gemeente worden geheven;

Belastingdeurwaarder: de medewerkers van “Cannock Chase” te Druten zijn conform het aanwijzingsbesluit gemeentelijke belastingen door het college aangewezen zoals bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel e, van de Gemeentewet;

Besluit (het): het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990;

BW: Burgerlijk Wetboek

CIN: de module voor onroerendezaakbelastingen “Civision Innen”, onderdeel van het softwarepakket “Civision”;

Inspecteur: de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, met inbegrip van de ambtenaren aan wie ter zake mandaat is verleend door de inspecteur;

K2F: het financiële softwarepakket “Key2Financiën”;

Ontvanger: binnen de gemeente Bladel genaamd “Financieel medewerker” conform het aanwijzingsbesluit invorderingsambtenaar;

Regeling (de): de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;

Wet (de): de wet van 30 mei 1990 op de invordering van rijksbelastingen (Invorderingswet 1990);

 

Onder de overige in deze nota gebruikte begrippen wordt hetzelfde verstaan als de wet daaronder verstaat.

1 Inclusief de wijzigingen aangebracht op 16 februari 2011

Algemene toepassingen

 

Awb en algemene beginselen van behoorlijk bestuur

De ontvanger handelt bij de invordering zoveel mogelijk in overeenstemming met de Awb en het Besluit Fiscaal bestuursrecht. Dit betekent onder meer dat de beslistermijnen uit de Awb inclusief de mogelijkheden tot verlenging van toepassing zijn.

 

Beschikking

Een bestuursrechtelijke geldschuld kan voortvloeien uit een publiekrechtelijk voorschrift of een appellabel besluit. De verplichting tot betaling van die geldsom ontstaat echter pas nadat deze bij beschikking is vastgesteld. Zonder betalingsbeschikking ontstaat er geen betalingsverplichting. (art. 4:86 AWB)

Een betalingsbeschikking moet bevatten:

  • -

    de hoogte van de geldsom

  • -

    de termijn waarbinnen betaald moet worden

  • -

    de reden van betaling of vordering

  • -

    het wettelijk voorschrift (indien mogelijk)

  • -

    een bezwarenclausule

De betalingsbeschikking wordt opgesteld door de vakafdeling. Vaak zal een beslissing op een aanvraag als betalingsbeschikking kunnen dienen.

Artikel 4:88 Awb biedt de mogelijkheid om middels een verordening te bepalen dat er een betalingsverplichting bestaat zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld.

Dat is het geval bij belastingen die op aangifte worden gedaan of bij heffing op andere wijze (artikel 233 Gemeentewet).

Administratief beroep

Als de ontvanger een schriftelijk ingediend verzoek om uitstel afwijst of een verleend uitstel beëindigt, kan de belastingschuldige daartegen administratief beroep instellen bij het college. De belastingschuldige moet het beroepschrift indienen bij de ontvanger die de beschikking heeft genomen.

Gedurende de behandeling van het beroepschrift handelt de ontvanger overeenkomstig het beleid dat wordt gevoerd als het verzoek om uitstel is toegewezen. Als er aanwijzingen zijn dat de belangen van de gemeente kunnen worden geschaad, kan hij ondanks de behandeling van het beroep wel invorderingsmaatregelen treffen.

Als de ontvanger aanleiding ziet om een gunstigere beslissing te nemen dan in zijn eerdere beschikking, handelt hij het herhaalde verzoek zelf af.

In alle gevallen waarin het college het beroep gegrond oordeelt, kan het college de zaak inhoudelijk afdoen. Hetzij door het verzoek alsnog toe te wijzen, hetzij door het af te wijzen onder verbetering of vervanging van de gronden.

Wachttijd na afwijzen administratief beroep 

Als de ontvanger geen administratief beroep verleent, of als het college afwijzend heeft beslist op een ingediend bezwaarschrift tegen de afwijzing, dan wordt de vervolging in beginsel niet begonnen of voortgezet binnen een termijn van 14 dagen na dagtekening van de beschikking.

Deze termijn wordt niet of niet geheel verleend als naar het oordeel van de ontvanger aanwijzingen bestaan dat door het niet direct aanvangen of vervolgen van de invordering de belangen van de gemeente worden geschaad.

Niet tijdig besliss en op een verzoek

Als de ontvanger nalaat om tijdig een beslissing te nemen op een verzoek kan de belastingschuldige hiertegen beroep instellen bij het college. Hieraan is geen termijn gebonden.

Onvolledige verzoeken

Als de ontvanger een uitgereikt of toegezonden verzoekformulier onvolledig ingevuld terugontvangt, stelt hij de belastingschuldige in de gelegenheid de ontbrekende gegevens alsnog binnen twee weken te verstrekken. In afwachting daarvan schort de ontvanger de invordering in beginsel op.

Keuze uit invorderingsmaatregelen

Als de invordering op verschillende manieren kan plaatsvinden, heeft de eenvoudigste, snelste en minst kostbare wijze voor de gemeente de voorkeur.

Bewaren invorderingsbescheiden

De ontvanger bewaart de bescheiden die direct betrekking hebben op de invordering gedurende drie jaar na afdoening, of zoveel langer als het recht tot dwanginvordering van de belastingaanslag die daaraan ten grondslag ligt nog niet is verjaard.

Verklaring inzake nakoming fiscale verplichtingen

Op verzoek van de belastingschuldige of zijn gemachtigde geeft de ontvanger een verklaring af, dat op dat moment geen belastingaanslagen of andere vorderingen openstaan waarvan de invordering aan de ontvanger is opgedragen. Tevens verklaart de ontvanger desgevraagd dat zich in het verleden, ten aanzien van de invordering, geen moeilijkheden hebben voorgedaan. In de verklaring kan de ontvanger nadere bijzonderheden vermelden.

Diplomatieke status

De invordering van belastingschulden van personen met een diplomatieke status gebeurt door tussenkomst van de minister van Buitenlandse Zaken.

Vordering

2. Begrippen

Woonplaats

De begrippen 'woonplaats' en 'plaats van vestiging' hebben bij de uitvoering van de wet niet steeds dezelfde inhoud. Als het gaat om de betekening van stukken of om andere handelingen overeenkomstig het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, sluit de ontvanger aan bij het begrip 'woonplaats' als bedoeld in de artikelen 1:10 en volgende van het BW. Bij de aansprakelijkheidsbepalingen van Afdeling 1 van Hoofdstuk IV van de wet ligt het voor de hand om aan te sluiten bij de begrippen 'woonplaats' en 'plaats van vestiging' die gelden voor de gemeentelijke verordening op grond waarvan de belastingschuld - waarvoor de aansprakelijkheid bestaat - is ontstaan.

 

Vorderingen gemeente Blade l

Grootboekrekening

Omschrijving opbrengst

 

Afdeling

 

Soort vordering

 Baten rioolheffing

 Rioolheffing

BMO

Publiekrechtelijk

 Baten afvalstoffenheffing

 Afvalstoffenheffing

BMO

Publiekrechtelijk

 Baten OZB

 OZB

BMO

Publiekrechtelijk

 Opbrengst marktgeld

 Marktgeld

BMO

Publiekrechtelijk

 Kermis

Staangeld kermis

 BMO

 Privaatrechtelijk

 Kapitaallasten

 Rentevergoeding

 BMO

 Privaatrechtelijk

 Leges Burgelijke stand

 Leges burgelijke stand

 Centrale Balie

 Publiekrechtelijk

 Leges GBA

 Leges GBA

 Centrale Balie

 Publiekrechtelijk

 Openbaar groen

 Schade

 Concernstaf

 Privaatrechtelijk

 Verkeersregeling

 Schadevergoeding

 Concernstaf

 Privaatrechtelijk

 Waarborgsom

 Waarborgsom

 OW

 Publiekrechtelijk

 Riolering en waterzuivering

 Rioolaansluiting

 OW

 Privaatrechtelijk

 Wegen, straten en pleinen

 Vergunning

 OW

 Privaatrechtelijk

 Veiligheid & Handhaving

 Dwangsommen

 V&H

 Privaatrechtelijk

 Leges bouwvergunningen

 Leges bouwvergunningen

 VROM

 Publiekrechtelijk

 Vergunningen/ontheffingen

 Algemene plaatselijke verordening

 VROM

 Publiekrechtelijk

 Bijzondere wetten

 Ontheffing/vergunning

 VROM

 Publiekrechtelijk

 Agrarische zaken

 Gebruik gemeentegrond

 VROM

 Privaatrechtelijk

 Planschade

 Planschade

 VROM

 Privaatrechtelijk

 Ruimtelijke ordening

 Anterieure overeenkomst

 VROM

 Privaatrechtelijk

 Vuilophaal- en afvoer

 Vuilophaal- en afvoer

 VROM

 Privaatrechtelijk

 Agrarische zaken

Verkoop gemeentegrond

 VROM

 Privaatrechtelijk

 Kinderopvang

 Huur- en service

 Welzijn

 Privaatrechtelijk

 Sportvelden

 Huur- en service

 Welzijn

 Privaatrechtelijk

 Onderwijs

 Leerlingenvervoer

 Welzijn

 Privaatrechtelijk

 Divers

 Doorbelasting extern

 

 Privaatrechtelijk

De soort vordering is bepalend voor de verdere afhandeling van de vordering.

 

Algemene publiekrechtelijke vorderingen

  • -

    onroerendezaakbelastingen

  • -

    afvalstoffenheffing en reinigingsrechten

  • -

    rioolheffing

  • -

    toeristenbelasting

  • -

    precariobelasting (gebruik gemeentegrond)

  • -

    baatbelasting (herinrichting winkelgebied)

  • -

    marktgelden

  • -

    forensenbelasting

  • -

    leges (burgerzaken, vergunningen)

  • -

    brandweerrechten

  • -

    toepassing bestuursdwang of opleggen dwangsom

 

Algemene privaatrechtelijke vorderingen

Hieronder vallen alle overige vorderingen voortkomende uit verbintenissen naar burgerlijk recht.

Deze invordering vindt voor een groot deel op overeenkomstige wijze plaats als de invordering met betrekking tot publiekrechtelijke vorderingen. Omwille van de leesbaarheid is vermeden steeds de algemene privaatrechtelijke vorderingen expliciet te vermelden, zonder dat hiermee wordt beoogd de toepasselijkheid van die voorschriften te beperken.

 

Bevoegdheden

3. Bevoegdheden ontvanger

De ontvanger beschikt op grond van de wet over diverse specifieke bevoegdheden om een belastingschuld in te vorderen. Daarnaast heeft hij alle bevoegdheden die op grond van enigerlei wettelijke bepaling aan een schuldeiser toekomen. De ontvanger is vrij in de keuze van de invorderingsinstrumenten die hij het meest geschikt acht voor een juiste uitoefening van zijn taak. Om de rechten van de gemeente veilig te stellen heeft de ontvanger naast de versnelde invordering de mogelijkheid conservatoir beslag te leggen.

In gerechtelijke procedures waarin de ontvanger als eiser optreedt, moet er toestemming zijn van het college.

4. Bevoegdheden belastingdeurwaarder

De belastingdeurwaarder is bevoegd tot het uitbrengen van alle exploten en het treffen van alle invorderingsmaatregelen die rechtstreeks verband houden met de invorderingstaak en de hieruit voortvloeiende bevoegdheden van de ontvanger.

5. Niet van toepassing op gemeente

Betaling en Betalingstermijnen

6. Rente en kosten

Onder rente wordt verstaan: de invorderingsrente. Onder kosten wordt verstaan: alle kosten die op de voet van de “Kostenwet invordering rijksbelastingen” aan de belastingschuldige in rekening worden gebracht.

Hieronder vallen ook de kosten die zijn verbonden aan de werkzaamheden die worden verricht bij de invordering langs privaatrechtelijke weg.

7. Betaling en afboeking

Tijdstip betaling

  • -

    Als tijdstip van betaling geldt de datum van bijschrijving op de rekening van de gemeente;

  • -

    Bij betaling op het postkantoor, hetzij door middel van storting van contant geld hetzij met een pinpas, geldt als tijdstip van betaling de eerste werkdag volgend op de dag van de storting of pintransactie;

  • -

    Bij rechtstreekse betaling aan de gemeente door middel van een pin- of creditcardtransactie geldt de dag van de pin- of creditcardtransactie als tijdstip van betaling;

  • -

    Als een cheque uit het buitenland is ontvangen, wordt de dag van ontvangst van de cheque als de dag van betaling beschouwd, tenzij de ontvanger constateert dat sprake is van misbruik.

 

Afboeking van de betaling

Bij de afboeking van betalingen gelden de volgende richtlijnen:

  • -

    Betalingen waarvan de bestemming is aangegeven worden afgeboekt overeenkomstig de opgave van de betaler, tenzij de aangegeven bestemming strijdig is met de in artikel 7 van de wet neergelegde wijze van toerekening van betalingen;

  • -

    Betalingen waarvoor geen bestemming is aangegeven (de zogenoemde ongerichte betalingen) worden afgeboekt op de oudste openstaande belastingaanslagen, met dien verstande dat de aard van die belastingaanslagen aanleiding kan zijn hiervan af te wijken. Als er geen openstaande vordering is, wordt er door de ontvanger schriftelijk contact gelegd met de betaler;

 

  • -

    Als er zoveel wordt betaald dat er na afboeking op de belasting nog een bedrag overblijft, dan wordt dit bedrag afgeboekt op een eventuele bestuurlijke boete. Als op de bestuurlijke boete is afgeboekt en de bestuurlijke boete wordt alsnog aangevochten, dan blijven de afboekingen gehandhaafd;

  • -

    Als een betaling wordt verricht door een aansprakelijkgestelde, worden eerst de vervolgingskosten afgeboekt die aan de aansprakelijkgestelde zelf in rekening zijn gebracht.

 

Teveelbetaling

Als de aangegeven bestemming van de betaling een belastingaanslag betreft die al is betaald terwijl nog diverse andere belastingaanslagen openstaan, wordt die betaling aangemerkt als een ongerichte betaling en dienovereenkomstig behandeld.

 

Afboeken oninbare vordering

Voordat tot afboeking kan worden overgegaan dient het voorstel tot het oninbaar verklaren van posten goedgekeurd te worden door het college. De lijst wordt opgesteld door de ontvanger, waarna deze gecontroleerd en akkoord bevonden wordt door het afdelingshoofd en de wethouder. Vervolgens neemt het college een besluit.

Bij het voorstel tot oninbaar verklaren dient een relatie te worden gelegd met de dekking van de verliezen in de voorziening dubieuze debiteuren.

 

Afboeken vordering

Het is mogelijk om kleine vorderingen af te boeken en correcties te maken op de ten onrechte in rekening gebrachte kosten van aanmaning en dwangbevel zonder dat daarvoor een besluit van het college is vereist. De ontvanger stelt vast dat de kosten niet in verhouding staan tot de te verwachten opbrengsten.

8. Bekendmaking vordering

De functionele afdeling maakt de vordering bekend door toezending of uitreiking aan de relatie. De relatie is de vordering in zijn geheel verschuldigd.

  • -

    Vorderingen ten name van een onder curatele gestelde worden aan de curator gezonden;

  • -

    In geval van faillissement wordt de vordering aan de curator gezonden als de vordering in het faillissement valt dan wel een boedelschuld vormt;

  • -

    Als de relatie minderjarig is dan wordt de aanslag aan de wettelijke vertegenwoordiger gezonden als bekend is dat verzending aan de relatie zelf al eerder problemen heeft opgeleverd;

  • -

    Vorderingen ten name van een relatie van wie bekend is dat hij is overleden, worden gezonden aan de executeur, de bewindvoerder over de nalatenschap of de erfgenamen.

 

Gehoudenheid tot betalen vordering

De gehoudenheid tot betalen wordt niet ongedaan gemaakt door de omstandigheid dat de schuld vermeldt afwijkt van wat materieel is verschuldigd, noch door de omstandigheid dat de vordering ten name staat van een ander dan degene die het bedrag materieel is verschuldigd.

9. Betalingstermijnen

Dagtekening aanslag

De dagtekening van de aanslag wordt normaliter zodanig bepaald dat de belastingschuldige deze minimaal 2 dagen voor de dag van dagtekening ontvangt. Hiervan kan worden afgeweken als op grond van artikel 10 van de wet versnelde invordering wordt toegepast.

 

Regeling betalingstermijnen

Voor betalingen aan de gemeente wordt nu (behalve bij belastingaanslagen) een termijn gehanteerd van 2 weken. Voor de inning van leges is deze termijn opgenomen in de legesverordening. De inning van rioolrechten en afvalstoffenheffing in termijnen is geregeld in de betreffende belastingverordeningen. Is in de belastingverordening niets geregeld, dan zijn de betalingstermijnen uit de wet van toepassing.

Op elke belastingaanslag wordt (worden) de betalingstermijn(en) aangegeven. Uiterlijk op die datum moet de belastingschuldige de aanslag (of het evenredige deel ervan bij meerdere termijnen) hebben betaald.

Voor de inning van dwangsommen wordt nu een termijn van 6 weken gehanteerd. Dit is in overeenstemming met de wettelijke termijn van 4:87 Awb.

10.Versnelde invordering

Als de ontvanger het in een specifiek geval noodzakelijk acht daadwerkelijk tot versnelde invordering (als bedoeld in artikel 10 van de wet) over te gaan, dan vermeldt hij op het uit te reiken of te verzenden aanslagbiljet dat de belastingaanslag terstond en tot het volle bedrag invorderbaar is.

Voorts vermeldt de ontvanger op het aanslagbiljet het onderdeel van het eerste lid van artikel 10 van de wet op grond waarvan hij tot versnelde invordering overgaat.

Uitblijven betaling

11. Betalingsherinnering/Aanmaning

Betalingsherinnering

Betalingsherinneringen zijn niet van toepassing op onroerendezaakbelastingen.

Als de belastingschuld evenals het betalingsgedrag van de belastingschuldige daartoe aanleiding geven, kan de ontvanger de belastingschuldige eerst een schriftelijke betalingsherinnering toezenden. Betalingsherinneringen zijn kosteloos.

Voor wat de onroerendezaakbelastingen betreft worden de aanslagen voor zover als mogelijk met één dagtekening verzonden. In de week voor het verstrijken van de laatste vervaltermijn worden de belastingschuldigen via een publicatie in een gemeentelijk huis-aan-huis blad er op geattendeerd dat de betalingstermijn van de betreffende belasting is verstreken. Het kostenaspect van het niet tijdig betalen van de aanslag wordt dan ook onder de aandacht gebracht.

Publiekrechtelijke vorderingen kennen eerst een betalingsherinnering en daarna een aanmaning.

 

Aanmaning

(art. 4:112 AWB)

Het zenden van een aanmaning is een vereiste voordat tot invordering bij dwangbevel kan worden overgegaan. De schuldenaar dient binnen 2 weken na de dag van verzending van de aanmaning te betalen. Bij wettelijk voorschrift (verordening) kan een andere termijn worden vastgesteld.

In de aanmaning moet worden gewezen op de mogelijke dwanginvorderingsmaatregelen met de bijbehorende kosten. De aanmaning is niet vatbaar voor bezwaar en beroep.

 

De aanmaningen worden automatisch gegenereerd. Bij de onroerend zaakbelastingen wordt er periodiek een aanmaningenbestand aangemaakt en wordt er een aanmaningsvoorstel uitgedraaid.

Eenmaal per jaar wordt dit bestand via internet naar een extern bureau gestuurd voor het aanmaken van de acceptgirokaarten. Voor verzending van de aanmaningen vindt er een controle plaats op: tenaamstelling, de adressering en het openstaande bedrag.

 

Bij privaatrechtelijke vorderingen worden alleen maar betalingsherinneringen gehanteerd en geen aanmaningen.

 

Aanmaningskosten

Aanmaningskosten worden automatisch verwerkt en ten gunste van de post invorderingskosten geboekt.

 

Aanmaning ten onrechte verzonden

Als een belanghebbende zich tot de ontvanger wendt met de mededeling dat hem ten onrechte een aanmaning is toegezonden, dan wordt de vervolging niet voortgezet voordat dit is opgehelderd.

Gedeeltelijke voldoening van de aanmaning

Als na de verzending van een aanmaning een gedeelte van het achterstallige bedrag wordt voldaan, dan wordt de uitvaardiging van een dwangbevel voor het restant niet door een nieuwe aanmaning voorafgegaan.

 

Incassokantoor

Alleen privaatrechtelijke vorderingen worden in handen gegeven van een incassokantoor.

 

Wordt na een 2e betalingsherinnering nog geen gehoor gegeven aan het betalingsverzoek dan wordt met het afdelingshoofd van de functionele afdeling de vervolgactie besproken.

De relatie zal van de vervolgactie in een 3e betalingsherinnering in kennis worden gesteld en nog eenmaal in de gelegenheid worden gesteld om zonder bijkomende kosten aan de betalingsverplichting te voldoen.

De kosten van de invordering komen ten laste van de relatie.

12. Dwangbevel

(art. 4:114 e.v. AWB)

Na de aanmaanfase kan de invordering van belastingaanslagen geschieden bij een door de ontvanger uit te vaardigen dwangbevel.

Omdat het bestuursorgaan zich in bepaalde situaties zonder tussenkomst van de burgerlijke rechter zelf een executoriale titel kan verschaffen, kan de bevoegdheid tot uitvaardiging van een dwangbevel slechts worden gehanteerd indien deze bij formele wet is toegekend. Is dat niet het geval dan is de gemeente aangewezen op de privaatrechtelijke weg en moet eerst een vonnis van de rechter worden verkregen.

Met het dwangbevel wordt de executie ingeleid. Betaling kan dan worden afgedwongen door middel van bijvoorbeeld beslag.

 

In artikel 12 van de Invorderingswet 1990 is de bevoegdheid tot het uitvaardigen van een dwangbevel in belastingzaken toegekend. De voorgeschreven inhoud van het dwangbevel is in de Awb en de Invorderingswet opgenomen. De mogelijkheid om tegen het dwangbevel in verzet te komen, moet worden aangegeven, evenals de invorderings- en vervolgingskosten.

Artikel 13 lid 3 Invorderingswet kent een van de Awb afwijkende regeling voor betekening van het dwangbevel.

Onderwerp van het dwangbevel

De ontvanger vaardigt een dwangbevel uit voor het per saldo verschuldigde bedrag vermeld op een aanslag van voorkomende belastingaanslagen en beschikkingen.

Als een bedrag in termijnen mag worden voldaan, vaardigt de ontvanger een dwangbevel uit voor het per saldo verschuldigde bedrag van de termijnen waarvoor een aanmaning is verzonden.

 

De ontvanger vermindert het bedrag van een dwangbevel met:

-     De inmiddels gedane betalingen;

-     Verleende verminderingen;

-     Bedragen waarvoor kwijtschelding is verleend.

13. Betekening van het dwangbevel

Het dwangbevel vermeldt expliciet dat de belastingschuldige tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel in verzet kan komen.

Het dwangbevel wordt bekendgemaakt door middel van een betekening. De betekening van het dwangbevel met bevel tot betaling vindt plaats door de belastingdeurwaarder uit hoofde van de ontvanger.

14. Tenuitvoerlegging van het dwangbevel

Het dwangbevel levert een executoriale titel op. Na betekening aan de belastingschuldige, kan de belastingdeurwaarder het dwangbevel met toepassing van de voorschriften van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering ten uitvoer leggen (zie artikel 4:116 Awb).

 

Als het dwangbevel per post is betekend moet de belastingdeurwaarder een hernieuwd bevel tot betaling betekenen, voordat hij tot tenuitvoerlegging van het dwangbevel overgaat (artikel 14, eerste lid van de wet).

 

Als de betekening van het hernieuwde bevel tot betaling plaatsvindt door achterlating van het bevel in een gesloten envelop of door terpostbezorging van het bevel dan gaat de belastingdeurwaarder pas 2 dagen na betekening van het hernieuwde betalingsbevel over tot tenuitvoerlegging (artikel 14, 1ste lid van de wet).

In de overige gevallen kan de belastingdeurwaarder onmiddellijk tot tenuitvoerlegging van het dwangbevel overgaan.

Betekening van een hernieuwd bevel tot betaling hoeft overigens niet plaats te vinden als het dwangbevel met toepassing van artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de wet, terstond ten uitvoer kan worden gelegd (artikel 14, tweede lid, van de wet).

15. Niet van toepassing op gemeente

16. Doorlopend beslag

Als vóór 1 januari 2011 onder de ontvanger derdenbeslag op een voorlopige teruggaaf in de inkomstenbelasting met betrekking tot het jaar 2010 is gelegd, geldt het volgende. Dit beslag wordt geacht mede te omvatten een in termijnen uit te betalen bedrag op grond van een voorlopige aanslag in de inkomstenbelasting als bedoeld in artikel 9, zesde lid, van de wet over een volgend jaar voorzover de uit te betalen termijnen van de voorlopige aanslagen op elkaar aansluiten en de schuld waarvoor het beslag is gelegd niet geheel is voldaan.

17. Verzet tegen tenuitvoerlegging dwangbevel

Naast de belastingschuldige kan een ieder tegen wie de dwanginvordering is gericht in verzet komen. Verzet is mogelijk zodra de betekening van het dwangbevel heeft plaatsgevonden. Het verzet schorst de tenuitvoerlegging van het dwangbevel, voor zover dit door het verzet wordt bestreden. Ook kan verzet worden gedaan tegen een vordering als bedoeld in artikel 19 van de wet.

 

Er kan geen verzet worden ingesteld tegen de in rekening gebrachte kosten van de aanmaning en de betekeningkosten van het dwangbevel.

18. Niet van toepassing op gemeente

19. Doen van een vordering

Het doen van een vordering geeft de ontvanger de mogelijkheid om in bepaalde gevallen op eenvoudige wijze belastingschuld te verhalen op wat een derde aan de belastingschuldige is verschuldigd of ten behoeve van hem onder zich heeft of zal krijgen.

Als het doen van een vordering rechtens mogelijk is, wordt mede ter besparing van kosten aan dit eenvoudige invorderingsmiddel de voorkeur gegeven boven derdenbeslag.

20. Niet van toepassing op gemeente

21. Niet van toepassing op gemeente

22. Bodemrecht

Derden die de eigendom pretenderen van inbeslaggenomen roerende of onroerende zaken, kunnen hun rechten op die zaken geldend maken. Derden kunnen zich ook tegen het beslag verzetten.

Onafhankelijk hiervan kunnen derden die geheel of gedeeltelijk recht menen te hebben op roerende zaken waarop voor een belastingschuld beslag is gelegd, hun bezwaren tegen de beslaglegging van die zaken in de administratieve sfeer door middel van een beroepschrift voorleggen aan het college.

23. Niet van toepassing op gemeente

Behandeling verzoek

24. Verrekening

Verrekening van een geldschuld met een bestaande vordering is alleen mogelijk als daarin bij wettelijk voorschrift is voorzien. Verrekening moet bij beschikking plaats vinden. (art. 4:93 AWB)

 

De ontvanger bepaalt of al dan niet tot verrekening wordt overgegaan. Als de belastingschuldige om verrekening verzoekt dan leidt dit tot een beschikking op aanvraag zijnde een verrekeningsbeschikking.

25. Uitstel van betaling c.q. betalingsregeling

Bij beschikking kan uitstel van betaling worden verleend aan de wederpartij (dus niet aan het bestuursorgaan zelf). Aan de beschikking tot het verlenen van uitstel kunnen voorschriften worden verbonden, zoals een betalingsregeling of zekerheidsstelling. Er kan beleid worden opgesteld over de gevallen waarin uitstel van betaling wordt verleend. Uitstel van betaling gebeurt in beginsel op schriftelijk verzoek van de belastingschuldige. De ontvanger kan een verleend uitstel van betaling bij beschikking tussentijds beëindigen.

 

Uitstel van betaling voor belastingen wordt verleend op grond van de bijzondere regeling van artikel 25 van de Invorderingswet 1990. De beschikking inzake uitstel van betaling van belastingen is hierdoor niet vatbaar voor bezwaar en beroep, dit in tegenstelling tot de beschikking die op artikel 4:94 van de Awb is gebaseerd.

 

Toewijzing van het verzoek

Bij toewijzing van het verzoek vermeldt de ontvanger de voorwaarden waaronder hij uitstel van betaling verleent in de beschikking zoals welke zekerheden worden gesteld en geen betalingsachterstand bij nieuwe vorderingen.

Afwijzing van het verzoek

Als de ontvanger geen (verder) uitstel van betaling verleent of een verleend uitstel beëindigt, of als het college afwijzend heeft beslist op een ingediend bezwaarschrift tegen de afwijzing of beëindiging, dan wordt de vervolging in beginsel niet begonnen of voortgezet binnen een termijn van 14 dagen na dagtekening van de beschikking. Hetzelfde geldt als het uitstel van betaling van rechtswege is vervallen en daarvan een mededeling is gedaan.

 

Tijdstip indiening verzoek

De ontvanger neemt een verzoek om uitstel van betaling altijd in behandeling. De ontvanger wijst een verzoek om uitstel van betaling in verband met betalingsproblemen in het algemeen af als het verzoek is ingediend nadat aankondiging van een ten laste van de belastingschuldige te houden executoriale verkoop in een dagblad heeft plaatsgevonden, of als publicatie daarvan niet meer is te voorkomen.

 

Het indienen van een bezwaarschrift geldt niet tevens als een verzoek om uitstel van betaling.

Oninbaar

26. Kwijtschelding van belastingen

Bij ministeriële regeling worden regels gegeven voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van rijksbelastingen. De ontvanger verleent gehele of gedeeltelijke kwijtschelding als de belastingschuldige een natuurlijk persoon betreft en niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar de belastingaanslag te betalen. In het algemeen zal van buitengewoon bezwaar sprake zijn als de middelen om een belastingaanslag te betalen ontbreken en ook niet binnen afzienbare tijd worden verwacht.

 

Bij de berekening van de kwijtschelding worden de kosten van bestaan binnen een bepaalde bandbreedte gesteld op 90% van het inkomen van de belastingschuldige. Gemeenten mogen een ruimer kwijtscheldingsbeleid voeren door dit percentage te verhogen tot maximaal 100% (artikel 255, vierde lid, van de Gemeentewet).

De gemeente Bladel maakt gebruik van het ruimer kwijtscheldingsbeleid (artikel 255, vierde lid, van de Gemeentewet) en hanteert een kwijtscheldingspercentage van 100.

Dit besluit is genomen in de openbare raadsvergadering van 20 december 2001 met kenmerk R 2001.135. Kwijtschelding kan worden verleend ten aanzien van afvalstoffenheffing, rioolrecht en onroerendezaakbelasting.

Betalingscapaciteit

De berekening van de betalingscapaciteit is als volgt:

Netto inkomen

Af: vaste lasten

= Netto besteedbaar inkomen

Af: kwijtscheldingsnorm

= Betalingscapaciteit

x 0,8

= Opeisbaar bedrag.

Is het opeisbare bedrag nul of lager, dan kan de gehele belastingaanslag worden

kwijtgescholden. Is dit positief maar lager dan het bedrag van de aanslag, dan kan het verschil worden kwijtgescholden.

Het indienen van een verzoek om kwijtschelding

Het verzoek om kwijtschelding moet worden ingediend bij de ontvanger op een daartoe ingesteld verzoekformulier. Dit verzoek leidt tot een beschikking op aanvraag zijnde een kwijtscheldingsbeschikking. Deze wordt door de Centrale Balie opgesteld en getoetst door het cluster Belastingen van de afdeling BMO.

 

Uit het oogpunt van doelmatigheid en klantgerichtheid wordt automatisch kwijtschelding verleend als haar eerder kwijtschelding is verleend en er geen wijziging in de financiële positie is te verwachten. In dit geval hoeft er geen verzoek te worden ingediend.

27. Verjaring

In aanvulling op afdeling 4.4.3 (artikelen 4:104 tot en met 4:111) Awb regelt artikel 27 van de wet enkele specifieke zaken met betrekking tot verjaring:

- Dat stuiting van de verjaring door de ontvanger mogelijk is door het zenden van een schriftelijke mededeling waarin het recht op betaling ondubbelzinnig wordt voorbehouden;

- Als de belastingschuldige heeft opgehouden te bestaan (oftewel: de onderneming bestaat niet meer) en er is iemand aansprakelijk gesteld voor de belastingschuld, dan treedt de aansprakelijkgestelde in de plaats van de belastingschuldige (oftewel: in dat geval kan ook de aansprakelijkheidsschuld zelfstandig worden gestuit of verlengd).

 

De verjaringstermijn van 5 jaren begint te lopen op het moment dat de belastingaanslagen onmiddellijk en tot het volle bedrag invorderbaar werden. De oorspronkelijke vervaldag heeft op dat moment voor de verjaring geen belang meer.

In afwijking van dit artikel verjaart een dwangsom door verloop van 1 jaar na de dag waarop zij is verbeurd (art. 5:35 Awb).

Rente

28. Invorderingsrente

De gemeente Bladel maakt geen gebruik van de mogelijkheid om invorderingsrente in rekening te brengen.

 

Rente of schadevergoeding

Het bestuursorgaan is in verzuim (art. 4:97b AWB) wanneer niet binnen de voorgeschreven termijn is betaald. Deze termijn is standaard 6 weken na het verzenden van de betalingsbeschikking óf zoals deze bij wettelijk voorschrift is bepaald. De rente betreft de wettelijke rente. Er geldt een wettelijk minimumbedrag van € 10,00.

 

Bij belastingen geldt een vergoeding als de behandeling van een bezwaarschrift buitensporig lang heeft geduurd zonder dat de belastingschuldige daarop invloed heeft kunnen uitoefenen. De rente betreft de invorderingsrente. Het minimumbedrag is optioneel en gelijkgesteld aan de hoogte van de vergoeding van de overige vorderingen van € 10,00.

 

Bij alle invorderingen geldt dat de rechthebbende hiertoe een verzoek moet indienen. Het bedrag van de verschuldigde rente moet bij beschikking worden vastgesteld. De berekening van de rente moet daarin worden opgenomen.

 

De ontvanger moet een gehele of gedeeltelijke afwijzing van een verzoek om rente- of schadevergoeding motiveren. Als de rechthebbende verzoekt om herziening van de beschikking van de ontvanger, dan stuurt de ontvanger dit verzoek door aan het college.

 

De ontvanger beslist op een verzoek om rente- of schadevergoeding binnen acht weken. Als dit niet mogelijk is, stelt de ontvanger de verzoeker hiervan in kennis onder vermelding van de termijn waarbinnen wel kan worden beslist.

29. Niet van toepassing op gemeente

30. Beschikking invorderingsrente

De gemeente Bladel maakt geen gebruik van de mogelijkheid om invorderingsrente in rekening te brengen.

31. Berekening invorderingsrente

De gemeente Bladel maakt geen gebruik van de mogelijkheid om invorderingsrente in rekening te brengen.

Aansprakelijkheid

32. Samenloop fiscale en civiele aansprakelijkheidsbepalingen

Naast de aansprakelijkheidsbepalingen die in hoofdstuk VI van de wet zijn opgenomen, kan de ontvanger ook een beroep doen op aansprakelijkheidsbepalingen in andere wettelijke regelingen, zoals bijvoorbeeld het BW of het Wetboek van Koophandel.

33. Hoofdelijke aansprakelijkheid

Indien er geen verhaal meer kan worden uitgeoefend bij de belastingschuldige kan de ontvanger de personen die in een nauwe betrekking staan of stonden tot het desbetreffende lichaam en invloed (hadden) kunnen uitoefenen aanspreken voor die belastingschulden.

34.- 47. Niet van toepassing op gemeente

48. Erfgenamen

De erfgenaam kan in geval van beneficiaire aanvaarding en in het geval als er niet meer tegen de gezamenlijke erfgenamen kan worden opgetreden niet voor de belastingaanslagen voor het volle bedrag worden aangesproken.

49. Formele bepalingen voor aansprakelijkstelling

Materiële aansprakelijkheid kan worden omgezet in een formele aansprakelijkstelling. De bepalingen gelden niet alleen voor de in de wet opgenomen aansprakelijkheidsregels, maar gelden ook voor de aansprakelijkheid in enige andere wettelijke regeling, bijvoorbeeld in het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Koophandel.

De aansprakelijkstelling vindt plaats bij voor bezwaar vatbare beschikking, en wel afzonderlijk voor een ieder die aansprakelijk wordt gesteld.

50. Niet van toepassing op gemeente

51. Conservatoir beslag bij aansprakelijkheid

De versnelde invordering op grond van de artikelen 10 en 15 van de wet is niet van toepassing op een aansprakelijkgestelde. Wel heeft de ontvanger de mogelijkheid om conservatoir beslag te leggen op grond van artikel 51 van de wet met toepassing van de regels van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

52. Betalingstermijn beschikking aansprakelijkstelling

De aansprakelijkgestelde heeft een betalingstermijn van zes weken na dagtekening van de beschikking van de aansprakelijkstelling. Als na het verstrijken van deze termijn geen betaling heeft plaatsgevonden en geen bezwaarschrift tegen de beschikking is ingediend, is het in de beschikking vermelde bedrag invorderbaar.

53. Verhaalsrechten en kwijtschelding

De ontvanger heeft het recht om ook de regels voor de verrekening (artikel 24 van de wet met uitzondering van het derde lid) toe te passen voor een aansprakelijkgestelde. Dit leidt ertoe dat een openstaande aansprakelijkheidsschuld kan worden verrekend met een aan de aansprakelijkgestelde uit te betalen bedrag.

Als de aansprakelijkgestelde niet in staat is - anders dan met buitengewoon bezwaar - de belastingschuld waarvoor hij aansprakelijk is gesteld geheel of gedeeltelijk te voldoen, dan kan aan hem op verzoek ontslag van betalingsverplichting worden verleend.

 

Een aansprakelijkheidsschuld (beschikking ex artikel 49 van de wet) is niet voor zelfstandige verjaring vatbaar. Door verjaring van de belastingaanslag waarvoor aansprakelijk is gesteld, eindigt ook het recht van dwanginvordering en verrekening van de aansprakelijkheidsvordering.

54. Betaling aan de aansprakelijkgestelde

De ontvanger houdt de betaling van de teruggaaf - als bedoeld in artikel 54, eerste lid, van de wet - aan gedurende vier weken na de dagtekening van de schriftelijke mededeling aan de belastingschuldige.

In deze periode kan de belastingschuldige - als de derde zich al voor de aansprakelijkheidsschuld op hem heeft verhaald - derdenbeslag leggen onder de ontvanger op het bedrag van de teruggaaf. In de derdenbeslagprocedure zal worden uitgemaakt aan wie de ontvanger het bedrag van de teruggaaf moet betalen.

55. Niet van toepassing op gemeente

56. Niet van toepassing op gemeente

57. Niet van toepassing op gemeente

Informatieverstrekking

58. Informatieverplichtingen belastingschuldige

Het is de ontvanger niet toegestaan een invorderingsonderzoek te doen instellen, nadat de rechter de ontvanger in de gelegenheid heeft gesteld bewijs te leveren voor in een procedure aangevoerde stellingen, indien en voor zover dat onderzoek wordt ingesteld om gegevens te verwerven om dat bewijs te kunnen leveren.

Onder gegevens die voor de invordering van de ‘eigen’ belastingschulden van de belastingschuldige van belang zijn, vallen ook de gegevens die de ontvanger nodig heeft om te beoordelen of hij mogelijk derden aansprakelijk kan stellen.

59. Gegevensdragers bij een derde

Bij de beoordeling van een ingediend kwijtscheldingsverzoek kunnen, op grond van artikel 7 van het Besluit gegevensverstrekking, de opgegeven inkomens- en vermogensgegevens worden geverifieerd bij de rijksbelastingdienst.

60. Formele bepalingen voor de informatieverplichtingen

De ontvanger stelt een redelijke termijn voor het verstrekken van de gegevens en inlichtingen of het ter beschikking stellen van de gegevensdragers. Als de ontvanger belang heeft bij een spoedige verstrekking of beschikbaarstelling kan deze termijn ook terstond zijn.

 

Als de opgevraagde gegevens niet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud worden verstrekt, herhaalt de ontvanger zijn verzoek en vordert hij op basis van artikel 60, eerste lid, van de wet correcte en concrete gegevens. Als de gegevens ook na herhaald verzoek niet voldoen aan de gestelde eisen, beoordeelt de ontvanger of hij een civiele procedure begint of de strafsancties van Hoofdstuk VIII van de wet toepast.

 

Gegevensverstrekking vindt in beginsel uitsluitend schriftelijk plaats. In uitzonderingssituaties kan de ontvanger toestaan dat de gegevens mondeling worden verstrekt. In verband met de bewijsvoering zorgt de ontvanger voor een vastlegging van het gesprek.

61. Geen geheimhoudingsplicht bij de informatieverplichtingen

Niemand kan zich op geheimhouding beroepen, zelfs niet als die geheimhoudingsverplichting bij wettelijk voorschrift zou zijn opgelegd.

62. Informatieverplichtingen van de administratieplichtige

Aan de rijksbelastingdienst kan ten aanzien van een derde bijvoorbeeld gegevens over werkgevers of uitkerende instanties worden gevraagd indien een beslag op loon of uitkering wordt overwogen.

63. Bestuurlijke boeten

Bij het opleggen van bestuurlijke verzuimboeten op grond van hoofdstuk VIIA van de wet zijn, naast de bepalingen van de AWR die in artikelen 63b van de wet worden genoemd, de voorschriften van titel 5.1 en titel 5.4 van de Awb van toepassing. Ook zijn de algemene bepalingen in hoofdstuk 1 van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst van toepassing, voor zover deze een invulling geven aan het geldende wettelijke kader.

 

Betalingsverzuim aanslagbelastingen

Voor het opleggen van de boete wordt een systematiek gehanteerd waarbij de boete wordt gerelateerd aan de hoogte van de niet, gedeeltelijk niet of niet binnen de termijn betaalde belasting. Ter zake van een verzuim als bedoeld in artikel 63b, eerste lid, van de wet kan de ontvanger een boete opleggen van 5 procent van de niet, gedeeltelijk niet of niet binnen de termijn betaalde belasting tot het wettelijk maximum van die bepaling. De boete wordt minimaal gesteld op € 50. In afwijking hiervan kan de ontvanger in uitzonderlijke gevallen een boete tot het in artikel 63b, eerste lid, van de wet genoemde maximum opleggen, zonder rekening te houden met de genoemde 5 procent.

 

Als een aanslag in meerdere termijnen betaald mag worden, kunnen er met betrekking tot die aanslag ook meerdere verzuimen als bedoeld in artikel 63b, eerste lid, van de wet voorkomen. Als er meerdere dergelijke verzuimen zijn, zijn er even zoveel beboetbare feiten. Bij de bepaling van de hoogte van de boete vanwege een verzuim, houdt de ontvanger alleen rekening met de belasting die betrekking heeft op de desbetreffende betalingstermijn.

64. Niet van toepassing op gemeente

65. Niet nakomen informatieverplichting

Bij het niet of niet correct nakomen van een verplichting tot het verstrekken van gegevens of het ter beschikking stellen van gegevensdragers, kan sprake zijn van opzet. Dit strafbare feit is aangemerkt als een misdrijf.

66. Niet van toepassing op gemeente

67. Geheimhoudingsplicht

Als de belastingschuldige zelf verzoekt informatie te geven over de belastingschulden die hij heeft, zal de ontvanger die informatie ook kunnen verstrekken zonder de geheimhoudingsplicht te schenden. Ontheffing door het college is in dat geval niet nodig.

68. Niet van toepassing op gemeente

69. Niet van toepassing op gemeente

70. Niet van toepassing op gemeente

71. Niet van toepassing op gemeente

72. Niet van toepassing op gemeente

Vervolging

73. Insolventieprocedures

Uiterlijk veertien dagen vóór de verificatievergadering meldt de ontvanger zijn vorderingen ter verificatie aan bij de bewindvoerder.

De ontvanger ziet er op toe dat de boedelschulden tijdig door de curator worden voldaan.

Als belastingschulden die als boedelschulden kunnen worden aangemerkt, ten onrechte niet worden voldaan, wendt de ontvanger zich in beginsel eerst tot de curator teneinde informatie te verkrijgen over de toestand van de boedel en zo mogelijk langs minnelijke weg alsnog voldoening te bewerkstelligen. Als dit niet leidt tot een bevredigende oplossing wendt de ontvanger zich met zijn grieven tot de rechter-commissaris. In het uiterste geval kan de ontvanger rechtstreeks verhaal zoeken op de boedel.

 

Proceskostengarantie

Als de curator een gerechtelijke procedure (niet zijnde de bestuurdersaansprakelijkheidsprocedure) moet aanspannen om een bate voor de boedel te kunnen realiseren, en de aanwezige baten van de boedel niet toereikend zijn om de proceskosten te voldoen, kan de curator bij de ontvanger een gemotiveerd verzoek indienen om garantstelling voor het bedrag dat niet uit de boedel kan worden voldaan.

 

Faillissementsaanvraag

De belastingaanslag(en) waarvoor de ontvanger het faillissement aanvraagt, moet(en) onherroepelijk vaststaan of in redelijkheid materieel verschuldigd worden geacht. Een faillissementsaanvraag blijft achterwege als de belastingschuldige aantoont dat de betalingsonmacht van korte duur is.

Voor een voorlopige aanslag vraagt de ontvanger slechts een faillissement aan als:

-     Die aanslag is gevolgd door een definitieve aanslag; of

-     Naast de voorlopige aanslag ook andere aanslagen onbetaald zijn gebleven.

 

Als sprake is van een rechtspersoon die geen activiteiten meer uitoefent, en bovendien bekend is dat geen baten aanwezig zijn, dan wordt de voorkeur gegeven aan het treffen van maatregelen die moeten leiden tot ontbinding van die rechtspersoon boven het aanvragen van het faillissement van die rechtspersoon.

De ontvanger moet voor iedere faillissementsaanvraag schriftelijk toestemming van het college hebben.

 

Minnelijke schuldsanering

De ontvanger verleent uitstel van betaling voor een periode van maximaal 32 maanden gedurende de periode van schuldregeling als:

  • -

    Een schuldregelingsovereenkomst in de zin van de Gedragscode Schuldregeling van de Nederlandse Vereniging van Volkskrediet wordt voortgezet of een overeenkomst wordt voortgezet die dezelfde strekking heeft als die gedragscode en waarbij voor de berekening van de aflossingscapaciteit wordt uitgegaan van de door Recofa gepubliceerde normen;

  • -

    De schuldhulpverlener lid of geassocieerd lid is van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet of de schuldregeling wordt uitgevoerd door een gemeente in eigen beheer;

  • -

    De schuldregeling betrekking heeft op natuurlijke personen, niet zijnde ondernemers;

  • -

    Aan het eind van de looptijd van de schuldregelingsovereenkomst een bedrag zal zijn betaald van ten minste dezelfde omvang als kan worden verkregen indien er sprake zou zijn van een wettelijke schuldsanering.

 

Buitengerechtelijk akkoord

Als de ontvanger toetreedt tot een buitengerechtelijk akkoord verleent hij kwijtschelding voor het deel van de belastingschuld dat onbetaald blijft.

74. Niet van toepassing op gemeente

75. Kosten van vervolging

Met 'vervolgingskosten of kosten' wordt bedoeld de kosten die op grond van de Kostenwet invordering rijksbelastingen (Kostenwet) in rekening worden gebracht.

Hieronder vallen ook de kosten die verbonden zijn aan de werkzaamheden die de belastingdeurwaarder verricht voor de invordering op civiele wijze.

 

Onder de bedragen die op grond van artikel 6 van de Kostenwet invordering rijksbelastingen aan de belastingschuldige in rekening worden gebracht, vallen:

  • -

    De kosten van de advertenties als bedoeld in artikel 3, vierde lid, en artikel 4, eerste lid, van de Kostenwet invordering rijksbelastingen;

  • -

    De vergoeding van de bewaarder dan wel door hem ingeschakelde derden;

  • -

    De kosten van het openen van deuren en huisraad;

  • -

    De kosten van het verrichten van werkzaamheden voor de verkoop ter plaatse van de in beslag genomen zaken;

  • -

    De kosten van het verrichten van werkzaamheden door makelaars en deskundigen

  • -

    De kosten van het doen overbrengen van de in beslag genomen zaken als de verkoop elders plaatsvindt.

 

Een verzoek van de belastingschuldige tot vermindering van de in rekening gebrachte kosten wordt aangemerkt als een bezwaarschrift.

In de volgende gevallen brengt de ontvanger voor het uitbrengen van exploten geen vervolgingskosten in rekening:

  • -

    Herhaalde betekening van een dwangbevel;

  • -

    Betekening van een vordering;

  • -

    2e betekening aan een minderjarige of onder curatele gestelde;

  • -

    Betekening van een beslissing van het college op een beroepschrift tegen de inbeslagneming van roerende zaken;

  • -

    Betekening van een proces-verbaal van overgang van de bewaring van beslagen roerende zaken, anders dan op verzoek of door toedoen van de belastingschuldige.

 

Naast de gevallen waarin ten aanzien van de kostenberekening rekenfouten zijn gemaakt dan wel een onjuist tarief is gehanteerd, zijn kosten niet verschuldigd in de volgende gevallen:

  • -

    Als de betaling op de rekening van de gemeente is bijgeschreven op of voorafgaand aan de dag waarop de kosten verschuldigd zijn geworden;

  • -

    Bij vermindering van belastingaanslagen;

  • -

    Als er achteraf bezien al voor het in rekening brengen van de kosten om beleidsmatige redenen aanleiding is geweest om de invordering op te schorten;

  • -

    Als na het in rekening brengen van de kosten aan de belastingaanslag een nieuwe dagtekening is toegekend;

  • -

    Bij een niet voortgezet beslag;

  • -

    Als invorderingsmaatregelen worden getroffen met inachtneming van de artikelen 10 en 15 van de wet, en de belastingschuldige binnen twee werkdagen na uitreiking van het aanslagbiljet de openstaande belastingschuld betaalt.

76. Niet van toepassing op gemeente

77. Niet van toepassing op gemeente

78. Niet van toepassing op gemeente

79. Niet van toepassing op gemeente

Interne controle

80. Interne beheersingsmaatregelen

Managementinformatie

Maandelijks wordt met behulp van de software “Cognos” de rapportage genaamd “ouderdomsanalyse debiteuren” vervaardigt en geanalyseerd door de ontvanger.

 

Rente en kosten

Jaarlijks worden de grootboekrekeningen #6940000 “Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen” en #7910299 “Risicovoorziening dubieuze debiteuren” met behulp van K2F uitgedraaid en geanalyseerd door de ontvanger.

 

Interne controle

Circa 6 maal per jaar wordt er door de ontvanger een afstemming gemaakt tussen CIN en K2F op de juistheid en volledigheid van het debiteurensaldo.

Maandelijks wordt samen met de afdeling heffingen de publiekrechtelijke vorderingen doorgenomen.