Regeling vervallen per 19-03-2015

Nota Aanpak Drugspanden

Geldend van 19-03-2015 t/m 18-03-2015

Intitulé

Nota Aanpak Drugspanden

Inleiding

Overlast als gevolg van drugshandel en -gebruik is een ernstig maatschappelijk probleem. Handel in drugs kan in de woonomgeving ernstige overlast veroorzaken (b.v. verkeerd aanbellen, af- en aanrij­dende auto's, geluidsoverlast van ondermeer dichtslaande autoportieren).

Bij omwonenden kan een gevoel van onbehagen en onveiligheid ontstaan. Voor de wetgevende macht is dit aanleiding geweest om met initiatiefvoorstellen te komen om paal en perk te stellen aan deze overlast. Dit heeft geresulteerd in een aanpassing van de Gemeentewet die sluiting en ontrui­ming van woningen mogelijk maakt (een nieuw artikel 174a Gemeentewet, wet Victoria).

Inhoud artikel 174A Gemeentewet

De burgemeester heeft op grond van artikel 174a Gemeentewet de bevoegdheid gekregen een wo­ning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten indien door gedragingen in de woning of het lokaal of het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf wordt verstoord.

De overlast moet de veiligheid en de gezondheid van mensen in de omgeving van de woning raken. Het gaat niet alleen om overlast als gevolg van (drugs)handel, maar ook om andere vormen van overlast (vb. geweldsdelicten, ruzies etc.).

 

Deze redenering ligt ten grondslag aan de beleidsregels. De beleidsregels willen slechts vastleggen hoe de burgemeester op grond van artikel 174a Gemeentewet dient te handelen indien een woning moet worden gesloten als gevolg van ernstige drugsoverlast. Voor andere vormen van overlast is het opstellen van beleidsregels (vooralsnog) niet noodzakelijk.

 

Bij sluiting van woningen zijn het huisrecht en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levens­sfeer in het geding. In verband daarmee stelt het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) aan de uitoefening van de sluitingsbevoegdheid de eis dat deze noodzakelijk moeten zijn.

 

De bevoegdheid om een woning te sluiten is een "ultimum remedium» (eerst moeten andere mogelijk­heden overwogen worden en (eventueel) toegepast worden om de overlast te beëindigen. Pas als dat niet mogelijk is of onvoldoende effect sorteert, kan tot sluiting worden overgegaan). De procedure tot sluiting behoeft niet te worden voortgezet indien in de loop van de procedure het effect reeds is be­reikt. De sluiting dient in verhouding te staan tot de overlast (sluiting is proportioneel). Bedoeling van artikel 174a is de loop van de klanten naar de woning te kunnen beëindigen. De rege­ring staat nadrukkelijk een terughoudend gebruik van de bevoegdheid voor. In de situatie dat de handel in drugs niet gepaard gat met (ernstige)overlast blijft strafrechtelijk optre­den het enige toepasbare handhavinginstrument

 

Artikel 174a Gemeentewet leidt volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) niet tot introductie van een nieuw soort bestuursdwang, maar regelt de aparte bevoegdheid van de burge­meester die betrekking heeft op sluiting van een woning.

Beleidsregels omtrent toepassing artikel 174A Gemeentewet

De beleidsregels leggen vast hoe de burgemeester omgaat met de sluitingsbevoegdheid op basis van artikel 174a Gemeentewet.

Er moet sprake zijn van ernstige verstoring van de openbare orde. Bij verstoring van de openbare orde gaat het om handelingen en dergelijke die min of meer rechtstreeks negatieve effecten op het maatschappelijk leven teweeg kunnen brengen. Dit houdt in dat de overlast in ernstige mate de veilig­heid en de gezondheid van mensen in de omgeving moeten raken (met name gedragingen in de woning die min of meer rechtstreeks negatieve effecten op het maatschappelijk leven teweeg kunnen brengen). Aan de hand van schriftelijke bewijsstukken (politierapporten, brieven/klachten van omwonenden) moet worden aangetoond dat er sprake is van min of meer langdurige vormen van overlast.

Uit artikel 174a, lid 1 Gemeentewet blijkt dat gekozen is voor een objectieve redactie. Niet het subjec­tieve oordeel van de burgemeester dat ordeverstoringen plaatsvinden is maatgevend, maar of er sprake is van een ernstige aantasting van de openbare orde ter plaatse. Het optreden op grond van voornoemd artikel komt echt als allerlaatste mogelijkheid aan bod (alle alternatieven met politie/ woningbouwvereniging hebben tot geen resultaat geleid).

Algemene Wet Bestuursrecht (AWB)

Omdat het bij sluiting gaat om een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dient de besluitvorming de procedure van deze wet te volgen (Hoofdstuk 3, Algemene bepalingen over be­sluiten).

Aan de hand van de schriftelijke bewijsstukken wordt bepaald of aan de wettelijke criteria is voldaan om over te kunnen gaan tot sluiting (het bestuursorgaan (de burgemeester) dient alle benodigde ken­nis en informatie te vergaren). Belanghebbenden worden overeenkomstig artikel 4:8 Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze naar voren te brengen.

Slechts in spoedeisende gevallen kan worden afgezien van horen en kan, overeenkomstig artikel 174a Gemeentewet, de woning met onmiddellijke ingang worden gesloten.

Ook de beroepsmogelijkheden worden ontleend aan de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De algemene zorgvuldigheidseisen voor besluiten uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn van toepassing. Het besluit bestaat uit twee gedeelten:

  • -

    De beqeleidende brief (het besluit om over te gaan tot sluiting, de duur van sluiting en begunsti­gingstermijn);

  • -

    Het bevel tot sluiting (de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen).

 

In artikel 174a, lid 4 Gemeentewet is opgenomen dat aan de belanghebbende vooraf gelegenheid moet worden geboden zelf maatregelen te treffen om aan de verstoring van de openbare orde een einde te maken (begunstigingstermijn). Een begunstigingstermijn van 48 uur moet redelijk worden geacht.

Geeft de eigenaar geen gehoor aan hetgeen in het besluit is vastgelegd, dan wordt de sluiting Geëffectueerd door de gemeente, op kosten van de eigenaar/bewoner door fysieke sluiting van de woning, lokaal of erf (verzegelen, plaatsen nieuw slot, dichttimmeren/schroeven).

 

Artikel 174a, lid 3 Gemeentewet bepaalt dat de burgemeester in het besluit de duur van de sluiting aangeeft. De wet geeft geen aanwijzing voor die duur. Bepalend is de ernst van de overlast en de tijd die gemoeid is om de loop van de klanten naar de woning er uit te krijgen. Per geval zal dit moeten worden bezien.

Het verdient in de regel aanbeveling om de periode van sluiting aan de krappe kant te houden om te voorkomen dat de rechter de beslissing vernietigt. De burgemeester kan de sluiting verlengen. In de beleidsregel is aangegeven dat de duur van de sluiting in principe zes weken bedraagt. Mocht de situatie dermate ernstig zijn, dat een langere sluiting noodzakelijk is, dan kan de termijn langer worden gesteld.

 

De bevoegdheid tot sluiting omvat - via de overeenkomstige toepassing verklaren van artikel 5:27 Algemene wet bestuursrecht (Awb) - de bevoegdheid om zich toegang te verschaffen tot elke plaats, voorzover het betreden of binnentreden nodig is voor de effectuering van de sluiting. Het kan bij de uitvoering van bestuursdwang nodig blijken, dat een woning zonder toestemming van de eigenaar/bewoner moet worden betreden. Indien dit inderdaad het geval blijkt, dan is hiervoor een machtiging op grond van de Algemene wet op het binnentreden vereist. Deze machtiging wordt afge­geven door het orgaan dat de bestuursdwang toepast, in dit geval dus de burgemeester. Ook moeten degenen die binnentreden zich kunnen legitimeren en dienen zij de eigenaar/bewoner het doel van het binnentreden aan te geven.

Wet Victor

Bij de Tweede Kamer is in behandeling het wetsvoorstel Victor. Daarmee wordt beoogd voor de situa­tie na de sluiting een regeling te geven met betrekking tot het beheer over de woning, vordering en onteigening van de woning en wijziging in de huurverhoudingen tussen verhuurder en overlastgeven­de huurder. Een dergelijke wet (wet Victor) zal het juridisch instrumentarium in de strijd tegen drugs­overlast compleet maken.

In afwachting van deze wet zal thans van geval tot geval bekeken moeten worden of er gezorgd moet worden voor herhuisvesting van voormalige bewoners en voor technisch beheer van de gesloten wo­ning moeten kunnen hebben.

Verbods- en strafbepaling

In de Algemene Plaatselijke Verordening Bladel (APV Bladel) is een artikel opgenomen dat het betre­den van een op grond van artikel 174a Gemeentewet gesloten woning verbiedt (artikel 2.4.1a). Dit verbod geldt niet voor personen wier aanwezigheid in de woning om dringende redenen gewenst is. Hierbij kan gedacht worden aan personen van de woningbouwvereniging of persoenen in dienst van een nutsbedrijf,

De burgemeester kan ontheffing van het bovengenoemde verbod verlenen.

Beleidsregels toepassing artikel 174A Gemeentewet

De burgemeester van Bladel; 

Gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de BELEIDSREGEL omtrent hoe om te gaan met de bevoegdheid tot sluiting van een woning.

 

  • 1.

    De beleidsregel is uitsluitend van toepassing in geval van de verstoring van de openbare orde gerelateerd aan een woning indien uit schriftelijke bewijsstukken blijkt dat er handel in verdovende middelen plaatsvindt (middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet).

  • 2.

    Voor toepassing van de sluitingsbevoegdheid dient uit schriftelijke bewijsstukken te blijken dat er ernstige overlast in de woonomgeving aanwezig is. De overlast moet de veiligheid en de gezond­heid van mensen in de omgeving van de woning raken.

  • 3.

    De termijn binnen welke op vrijwillige basis maatregelen genomen kunnen worden om de ver­storing van de openbare orde te beëindigen bedraagt 48 uur na de bekendmaking van het besluit waarbij belanghebbenden in de gelegenheid werden gesteld maatregelen te treffen. De vrijwillig te treffen maatregelen dienen als resultaat te hebben de uitvoering van het besluit (sluiting van de woning). De termijn van 48 uur geldt niet in zeer spoedeisende gevallen.

  • 4.

    Uitvoering van het besluit tot sluiting vindt plaats door fysieke sluiting van de woning, het lokaal of het erf door middel van dichttimmeren/schroeven.

  • 5.

    De duur van de sluiting bedraagt zes weken. Al naar gelang de omstandigheden kan deze termijn langer worden bepaald.

Stappenplan sluiting woning op grond van artikel 174A Gemeentewet

  • -

    Goede coördinatie tussen gemeente, politie en woningbouwvereniging.

  • -

    Om tot sluiting van een woning te komen moet aan de hand van objectieve maatstaven kun­nen worden geoordeeld dat er sprake is van een ernstige aantasting van de openbare orde rond de woning, die zich niet met andere middelen laat weren. Een gedegen dossieropbouw is dan ook noodzakelijk (o.a. goede uitwisseling van gegevens tussen gemeente en politie).

  • -

    In een rapportage moet worden aangegeven de ernstige verstoring van de openbare orde, die de veiligheid en de gezondheid van de mensen in de omgeving van de betrokken woning in ernstige mate aantast. Verder de activiteiten die zijn ondernomen om de overlast via minnelijk overleg te beëindigen.

  • -

    Registratie schriftelijke bewijsstukken (politierapportage, rapportage gemeente, brieven van omwonenden, verklaringen van omwonenden).

  • -

    Waarschuwing tot beëindiging van de overlast.

  • -

    Vooraankondiging van het voornemen tot sluiting van de woning (bekendmaking middels een brief).

  • -

    Belanghebbende(n) in de gelegenheid stellen om hun zienswijze naar voren te brengen (art.4:8 Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • -

    Het besluit tot sluiting met een begunstigingstermijn (48 uur).

  • -

    Daadwerkelijke sluiting. Op moment dat de begunstigingstermijn is verstreken, wordt de slui­ting geëffectueerd. Uitvoering van het besluit vindt plaats door fysieke sluiting van de woning, lokaal of erf. De personen die zijn aangewezen om de sluiting gestand te doen, of in elk geval degene die de leiding heeft over het binnentreden, moeten over een machtiging tot binnentreden beschik­ken. Deze wordt door de burgemeester afgegeven. Tevens moeten degenen die binnentreden zich kunnen legitimeren en dienen zij de eigenaar/ bewoner het doel van het binnentreden aan te geven.