Verordening Evaluatiegesprekken burgemeester en raad

Geldend van 17-07-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening Evaluatiegesprekken burgemeester en raad

De raad van de gemeente Blaricum:

 

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 2 september 2008;

 

overwegende, dat de burgemeester - in het kader van een zorgvuldig personeelsbeleid - er recht op heeft tijdens zijn ambtsperiode van de gemeenteraad te horen hoe over zijn functioneren wordt gedacht;

 

overwegende dat ook de raad het recht heeft van de burgemeester te vernemen hoe hij over het functioneren van de raad denkt;

 

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 2 september 2008;

 

gelet op de artikelen 147 jo. 149 en artikel 84 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de navolgende verordening:

 

Verordening Evaluatiegesprekken burgemeester en raad

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a gesprekken: evaluatiegesprekken namens de raad met de burgemeester;

b evaluatiecommissie: de evaluatiecommissie bedoeld in artikel 2;

c adviseurs: wethouder(s) of gemeentesecretaris die de commissie van informatie voorzien;

d commissaris: commissaris van de Koningin in de provincie.

Artikel 2 Algemene bepalingen

  • 1 De raad stelt een evaluatiecommissie in, die gesprekken voert met de burgemeester.

  • 2 De gesprekken vinden tenminste éénmaal per jaar plaats.

Artikel 3 Doel van de verordening

Deze verordening geeft invulling aan de wens om te komen tot een gestructureerde evaluatiemethode van het wederzijds functioneren van burgemeester en raad ter verbetering van beider functioneren en samenwerking.

Artikel 4 Procedure en tijdschema

  • 1 De griffier agendeert en organiseert de evaluatiegesprekken.

  • 2 Drie van de gesprekken worden gevoerd in ieder geval vier weken voorafgaand aan het voortgangsgesprek dat de commissaris van de Koningin met de burgemeester heeft.

Artikel 5 Samenstelling commissie

  • 1 De commissie bestaat in principe uit de fractievoorzitters. De raad kan per evaluatieronde anders besluiten.

  • 2 De raad benoemt geen plaatsvervangende leden.

  • 3 De evaluatiecommissie laat zich bijstaan door de griffier.

Artikel 6 Voorzitterschap van de evaluatiecommissie

  • 1 De evaluatiecommissie wordt voorgezeten door de waarnemend voorzitter van de raad.

  • 2 De leden van de evaluatiecommissie wijst uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 3 De voorzitter leidt het gesprek.

  • 4 De voorzitter treedt, voor zover nodig, op als woordvoerder

Artikel 7 Geheimhouding

  • 1 De evaluatiecommissie legt in elke vergadering en elk gesprek, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de verslagen en het behandelde tijdens het gesprek of de vergadering.

  • 2 De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in het vorige lid wordt voldaan.

  • 3 Betrokkenen voorkomen dat op enigerlei wijze de vertrouwelijkheid en geheimhouding in gevaar komt. In de voorbereiding kunnen betrokkenen daarom alleen gebruik maken van eigen kennis en ervaring, van openbare bronnen en van voor dit doel vertrouwelijk verkregen informatie van de adviseurs. Het op andere wijze inwinnen van inlichtingen of informatie of overleg met derden, behoudens het bepaalde in lid 6 van artikel 8, is niet toegestaan.

  • 4 De evaluatiecommissie en haar leden verstrekken geen inzage in de verslagen noch informatie daarover en over het behandelde tijdens de gesprekken aan raadsleden die geen lid zijn van de evaluatiecommissie, noch aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 8, lid 1 en artikel 10, lid 4.

  • 5 De evaluatiecommissie, noch de raad heft de geheimhouding waartoe het eerste lid verplicht, op.

  • 6 De evaluatiecommissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheim-houding blijft gewaarborgd bij het beheer van documenten, voeren van de correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 7 De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de evaluatiecommissie van kracht.

  • 8 Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de griffier en de adviseurs (artikel 8, lid 6).

Artikel 8 Voorbereiding gesprek

  • 1 De leden van de evaluatiecommissie en de burgemeester krijgen de gelegenheid om, voor zover van toepassing, het voorgaande evaluatieverslag in te zien.

  • 2 De leden van de evaluatiecommissie en de burgemeester krijgen de gelegenheid om bespreekpunten aan te leveren.

  • 3 Uiterlijk twee weken voor het gesprek ontvangen de leden van de evaluatiecommissie en de burgemeester namens de voorzitter een schriftelijke uitnodiging; die bevat in ieder geval plaats, tijdstip, agenda en bespreekpunten.

  • 4 Het commissielid die niet in staat is het gesprek bij te wonen, deelt dit tijdig mee.

  • 5 Bij verhindering van meer dan één lid van de evaluatiecommissie zorgt de griffier voor een nieuwe afspraak.

  • 6 a - Ter verkrijging van een zo breed mogelijk beeld van het functioneren van de burgemeester en van de raad, worden de ervaringen en meningen van wethouders en de gemeentesecreta-ris meegenomen in het gesprek.

    b - De evaluatiecommissie vraagt het college en de gemeentesecretaris om schriftelijke input die binnen het college, inclusief burgemeester, is afgestemd. Dit gebeurt op basis van enkele heldere vragen.

Artikel 9 Het gesprek

  • 1 De gesprekken en de vergaderingen vinden plaats in beslotenheid.

  • 2 Tijdens het gesprek hebben zowel de leden van de evaluatiecommissie als de burgemeester de mogelijkheid hun mening over en ervaringen met de geagendeerde bespreekpunten toe te lichten.

  • 3 Uitgangspunt bij het gesprek is de profielschets waarop de burgemeester is benoemd.

  • 4 De volgende onderwerpen kunnen tijdens het gesprek worden besproken:

    a de burgemeester als voorzitter van de raad en zijn rol in het presidium of overleg met de fractievoorzitters;

    b de burgemeester in het proces van dualisme;

    c de burgemeester als voorzitter van het college;

    d de burgemeester als coördinator van beleid, kwaliteitsbewaker met toepassing van artikel 170 Gemeentewet;

    e de burgemeester die invulling geeft aan de eigen portefeuille, waaronder de handhaving van de openbare orde en veiligheid;

    f de burgemeester en zijn contacten met de inwoners, organisaties en bedrijven;

    g de burgemeester als ambassadeur en gezicht van de gemeente in de regio, provincie, rijk en Europa;

    h de burgemeester en zijn contacten met ambtenaren, met name de gemeentesecretaris, de griffier en het management van de gemeentelijke organisatie;

    i de burgemeester en zijn nevenfuncties en integriteit;

    j de burgemeester en zijn, aan de profielschets gerelateerde, competenties.

  • 5 In een tweede deel van het gesprek kan worden gesproken over de ontwikkelingen van de gemeente.

Artikel 10 Verslaglegging

  • 1 Door de griffier wordt het evaluatieverslag in conceptvorm in drievoud opgesteld en door de evaluatiecommissie en de burgemeester door ondertekening vastgesteld.

  • 2 Het verslag bevat de feitelijke gegevens van de tijd, plaats en rol van de aanwezigen bij het gesprek.

  • 3 Het verslag geeft een duidelijk en feitelijk beeld van het besprokene.

  • 4 Een afschrift van het vastgestelde verslag wordt aan de burgemeester en de commissaris van de Koningin in de provincie gestuurd.

Artikel 11 Archivering

  • 1 De griffier draagt zorg voor een afdoende vertrouwelijke archivering van de stukken, waaronder het afschrift van het vastgestelde verslag.

  • 2 Na het aftreden van de burgemeester worden alle betreffende stukken door de griffier vernietigd.

Artikel 12 Slotartikelen

  • 1 Deze verordening treedt in werking één dag na de bekendmaking ex artikel 139, tweede lid

    van de Gemeentewet.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Evaluatiegesprekken burgemeester en raad gemeente Blaricum

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking ex artikel 139, tweede lid van de Gemeentewet

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad d.d. 23 september 2008.
 
 
 
De heer P.C.M. de Groot                                Mevrouw J.N. de Zwart-Bloch
griffier,                                                               voorzitter,