Regeling vervallen per 24-12-2010

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing

Geldend van 24-12-2010 t/m 23-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing

De raad van de gemeente Blaricum,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2009,

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Gemeentewet;

 

B E S L U I T:

de

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING

 

vast te stellen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

b. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van stedelijk afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

c. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten

die voor de gemeente verbonden zijn aan:

a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater en

b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken;

c. het door of vanwege de gemeente tot stand brengen van een aansluiting op de gemeentelijke riolering.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering;

  • Met betrekking tot de belasting als bedoeld in lid 1 wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Artikel 6 Belastingtarieven

a. Het tarief als bedoeld in artikel 2 lid a en b bedraagt € 151,00;

b. Het tarief als bedoeld in artikel 2 lid c bedraagt eenmalig € 800,00.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • De belasting bedoeld onder artikel 2 lid a en b wordt geheven bij wege van aanslag.

  • a. De in artikel 2 lid c bedoelde belasting wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

    b. Het college van burgemeester en wethouders stellen het model van de onder a bedoelde kennisgeving vast.

    c. De onder a bedoelde rechten moeten worden voldaan op het tijdstip, waarop de in de verordening omschreven dienst wordt aangevraagd.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

a. De belasting bedoeld onder artikel 2 lid a en b is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

b. De belasting bedoeld onder artikel 2 lid c is verschuldigd op het tijdstip dat de door of vanwege de gemeente tot stand te brengen aansluiting op de gemeentelijke riolering is aangevraagd.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • In afwijking van het 1e lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • De 'Verordening rioolrechten 2008’ van 20 december 2007, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2010'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 15 december 2009.
Blaricum,
 
 
P. de Groot                                                       mevrouw J.N. de Zwart-Bloch
griffier                                                                voorzitter