Regeling vervallen per 05-03-2011

Algemene Subsidieverordening gemeente Blaricum, 2008 t/m 2011

Geldend van 05-03-2011 t/m 04-03-2011

Intitulé

Algemene Subsidieverordening gemeente Blaricum, 2008 t/m 2011

De gemeenteraad stelt de volgende regeling vast:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

• Awb Algemene wet bestuursrecht

• Gemeente: gemeente Blaricum

• Raad: gemeenteraad van Blaricum

• College college van burgemeester en wethouders van Blaricum

• Subsidie: de aanspraak op financiële middelen zoals bedoeld in artikel

4:21 Awb.

• Budgetsubsidie: financiële bijdrage die voor een tijdvak van maximaal vier

jaar wordt verleend met de intentie inhoudelijk te sturen op

prestaties en resultaat en die jaarlijks wordt geïndexeerd

• Prestatie-

overeenkomst: een uitvoeringsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 4:36

van de Awb

• Structurele subsidie: een, in beginsel, jaarlijks terugkerende financiële bijdrage

in de exploitatiekosten teneinde activiteiten met een

duurzaam karakter in stand te houden.

• Eenmalige subsidie: financiële bijdrage aan activiteiten met een eenmalig en/of

experimenteel karakter.

• Waarderingssubsidie: een van de exploitatieresultaten onafhankelijke financiële

bijdrage, bedoeld om activiteiten te ondersteunen zonder

inhoudelijk op prestaties of resultaat te sturen

• Instelling: een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie, die zonder

winstoogmerk activiteiten verricht ten behoeve van inwoners

van de gemeente Blaricum.

• Subsidieplafond: het bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de Awb

• Subsidiehandreiking: een document, waarin het subsidieplafond en de verdeling

van het subsidieplafond over de voor subsidie in aanmerking

komende producten en activiteiten zijn opgenomen

Artikel 2 Rechtspersoonlijkheid

  • 1 Subsidie kan slechts worden verleend aan instellingen met een volledige rechtspersoonlijkheid.

  • 2 In bijzondere gevallen kan het college afwijken van het in lid 1 bepaalde.

Artikel 3 Reikwijdte

  • 1 Deze verordening is slechts van toepassing op activiteiten zoals opgenomen en omschreven in de subsidiehandreiking.

  • 2 Deze verordening is slechts van toepassing op subsidies die worden aangewend voor activiteiten in of ten behoeve van de inwoners en/of specifieke doelgroepen van de gemeente Blaricum.

  • 3 De raad kan bepalen dat deze verordening niet of slechts ten dele van toepassing is op bepaalde (soorten van) subsidies.

Artikel 4 Algemene bevoegdheden en verplichtingen college

  • 1 Het college is bevoegd tot het verstrekken en weigeren van subsidies.

  • 2 Het college is bevoegd een overeenkomst ingevolge artikel 4:36 Awb te sluiten.

  • 3 Het college is verplicht eenmaal per vier jaar verslag uit te brengen aan de raad inzake de doeltreffendheid en effecten van de verstrekte subsidies.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1 De raad stelt jaarlijks via de programmabegroting de hoogte van het subsidieplafond vast.

  • 2 Het college stelt jaarlijks via de productenbegroting de verdeling van het subsidieplafond over de producten en activiteiten vast.

  • 3 Een subsidie wordt verlaagd of geweigerd indien de verlening / vaststelling zou leiden tot overschrijding van het per product / per activiteit vastgestelde budget.

Artikel 6 Subsidiehandreiking

  • 1 De nota subsidiebeleid, die voor een periode van vier jaar door de raad wordt vastgesteld, ligt ten grondslag aan de subsidiehandreiking.

  • 2 Het college stelt eenmaal per vier jaar de subsidiehandreiking vast; na de jaarlijkse vaststelling van het subsidieplafond door de raad, stelt het college de subsidiehandreiking, waar nodig, jaarlijks bij.

  • 3 In de subsidiehandreiking worden opgenomen:

    a. subsidieplafond, subsidiegrondslag en de wijze van verdeling over de producten en activiteiten alsmede het tijdstip van uitbetaling;

    b. beleidsdoelstellingen c.q. te leveren prestaties;

    c. indexering, voor zover van toepassing;

    d. overige verplichtingen verbonden aan de subsidieverstrekking.

Artikel 7 Algemene gronden voor subsidieverstrekking

Aan een instelling kan subsidie worden verleend, indien:

1. uit haar begroting blijkt dat zij met inbegrip van de gemeentelijke subsidie over voldoende middelen beschikt om de gestelde doelstellingen te verwezenlijken;

2. een zodanige werkwijze wordt toegepast dat in redelijkheid kan worden verwacht dat de beoogde doelstellingen kunnen worden gerealiseerd;

3. de instelling voldoet aan het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 8 Weigeringsgronden

  • 1 Subsidies kunnen in ieder geval worden geweigerd op basis van de bepalingen in artikel 3 en artikel 5 lid 2 van deze verordening alsmede op grond van artikel 4:35 van de Awb. Daarnaast kan weigering plaatsvinden indien:

    a) de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden aan het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    b) de instelling doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    c) ook zonder subsidieverstrekking voldoende middelen beschikbaar zijn om de kosten van de activiteiten te dekken.

  • 2 Subsidies worden niet in behandeling genomen, indien de aanvrager niet heeft voldaan aan de in artikel 10 en/of artikel 11 vermelde verplichtingen en tevens in gebreke is gebleven nadat aanvrager schriftelijk de gelegenheid is geboden binnen een maand alsnog aan deze verplichtingen te voldoen.

Artikel 9 Toepassingverklaring Awb

Afdeling 4.2.8 van de Awb is van toepassing verklaard op alle per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen: de waarderingssubsidies en de structurele subsidies.

Hoofdstuk 2 Subsidieaanvraag

Artikel 10 Indiening subsidieaanvraag

  • 1 Een subsidieaanvraag dient vóór 1 april van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar bij het college te worden ingediend.

  • 2 In afwijking van lid 1, dient een aanvraag voor eenmalige subsidie uiterlijk acht weken vóór aanvang van de voorgenomen activiteit te worden ingediend.

  • 3 Instellingen zijn verplicht bij een subsidieaanvraag gebruik te maken van het daarvoor bestemde aanvraagformulier en door middel van dit formulier opgave te doen van de bestuurssamenstelling.

Artikel 11 Indienen overige gegevens

  • 1 Instellingen die voor de eerste maal een subsidie per boekjaar aanvragen c.q. instellingen die een budgetsubsidie of een subsidie van meer dan € 10.000 aanvragen, zijn verplicht vóór 1 april voorafgaand aan het subsidiejaar een activiteitenplan en begroting in te dienen, zoals bedoeld in artikel 4:62, artikel 4:63 en artikel 4:64 van de Awb.

  • 2 Instellingen die een eenmalige subsidie aanvragen, dienen bij hun aanvraag een omschrijving en begroting van de voorgenomen activiteiten te overleggen.

  • 3 Alle overige, niet in lid 1 en lid 2 bedoelde instellingen, zijn ontheven van de verplichting tot het indienen van een activiteitenplan en begroting.

  • 4 Instellingen die voor de eerste keer subsidie aanvragen c.q. een eenmalige subsidie aanvragen, dienen tevens te overleggen:

    a. oprichtings- of stichtingsakte

    b. statuten

    c. huishoudelijk reglement (indien aanwezig)

Artikel 12 Nadere richtlijnen

Het college kan nadere richtlijnen vaststellen waaraan de in artikel 11 vermelde stukken dienen te voldoen en kan aanvullende informatie verlangen indien zij dat voor de beoordeling van de subsidieaanvraag nodig acht.

Hoofdstuk 3 Subsidieverlening en vaststelling

Artikel 13 Subsidiebeschikking en -verlening

  • 1 Het college maakt de beslissing op een subsidie uiterlijk acht weken na vaststelling van de gemeentebegroting bekend aan de aanvrager.

  • 2 In afwijking van lid 1, maakt het college de beslissing op een eenmalige subsidie uiterlijk binnen acht weken na indiening bekend.

  • 3 Instellingen die een eenmalige subsidie, budgetsubsidie of een subsidie van € 10.000 of meer krijgen, ontvangen van het college een beschikking tot

    subsidieverlening. Voor zover van toepassing, wordt in de beschikking het

    gehanteerde indexpercentage vermeld.

  • 4 Voor alle niet in lid 3 bedoelde instellingen wordt de afgifte van een beschikking tot subsidieverlening achterwege gelaten.

Artikel 14 Uitbetaling van de subsidie

  • 1 Het college kan voorschotten op de subsidie verlenen en is bevoegd de subsidie in vier gelijke delen per kwartaal te laten uitbetalen.

  • 2 Subsidie wordt binnen acht weken na de subsidievaststelling betaald, tenzij in de beschikking een andere termijn is aangegeven.

Artikel 15 Verantwoording

  • 1 Instellingen die een budgetsubsidie of een subsidie van € 10.000 of meer ontvangen, zijn verplicht vóór 1 juni van het jaar volgend op het subsidiejaar een financieel verslag en activiteitenverslag in te dienen. Instellingen met een budgetsubsidie of een subsidie vanaf € 25.000 dienen het financieel verslag tevens te voorzien van een verklaring omtrent getrouwheid en een verslag over de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen, opgesteld door een accountant.

  • 2 Bij éénmalige subsidies dienen de rekening en het activiteitenverslag uiterlijk dertien weken na afloop van de activiteiten te worden ingediend.

  • 3 Alle overige, niet in lid 1 of lid 2 bedoelde, instellingen dienen eenmaal per vier jaar verantwoording af te leggen middels een verslag over de doeltreffendheid en effecten van de door hen ontvangen subsidies in de afgelopen vier jaar.

Artikel 16 Vaststelling van de subsidie

  • 1 Vaststelling van budgetsubsidies en van subsidies vanaf € 10.000 wordt uiterlijk 1 oktober van het jaar volgend op het subsidiejaar kenbaar gemaakt door middel van een beschikking tot subsidievaststelling.

  • 2 Vaststelling van eenmalige subsidies wordt uiterlijk acht weken na ontvangst van het activiteitenverslag / financiële verslag kenbaar gemaakt door middel van een beschikking tot subsidievaststelling.

  • 3 Vaststelling van alle overige, niet in lid 1 of lid 2 bedoelde, subsidies vindt plaats voorafgaand aan het subsidiejaar en wordt uiterlijk acht weken na vaststelling van de gemeentebegroting kenbaar gemaakt door middel van een beschikking tot subsidievaststelling.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de instelling

Artikel 17 Toestemmingsvereiste voor instellingen

Het college kan een subsidieontvanger de verplichting opleggen om vooraf toestemming te vragen voor de in artikel 4:71 van de Awb vermelde handelingen.

Artikel 18 Instellingen met een prestatieovereenkomst

Instellingen die een budgetsubsidie ontvangen, dienen de activiteiten uit te voeren en de prestaties te leveren zoals overeengekomen in de prestatieovereenkomst.

Artikel 19 Participatie

Het bestuur van een instelling betrekt haar vrijwilligers en beroepskrachten bij het beleid van de instelling; dit uitgangspunt dient te zijn vastgelegd in de statuten, het huishoudelijk reglement of in een afzonderlijk besluit van de instelling.

Hoofdstuk 5 Intrekking, wijziging of beëindiging

Artikel 20 Intrekken, wijzigen of beëindigen

  • 1 Het college kan de subsidie wijzigen, beëindigen dan wel terugvorderen op grond van artikel 4:48 van de Awb en bovendien indien:

    a) de instelling kennelijk een financieel wanbeleid voert;

    b) blijkt dat de subsidie in hoofdzaak voor andere doelen is gebruikt;

    c) sprake is van opheffing, faillissement of surseance van betaling;

    d) blijkt dat instellingen – die buiten Blaricum zijn gevestigd – geen Blaricumse leden of deelnemers (meer) hebben.

  • 2 Het college kan de subsidievaststelling intrekken of verlagen op grond van artikel 4:49 van de Awb.

  • 3 Indien een instelling niet voldoet aan de in artikel 15 genoemde verplichtingen en tevens in gebreke is gebleven nadat schriftelijk de gelegenheid is geboden binnen een maand alsnog aan deze verplichtingen te voldoen, zal de subsidie ambtshalve worden vastgesteld met toepassing van een korting van 20%.

Artikel 21 Bezuinigingen c.q. bevriezing van subsidies

Indien een prestatieovereenkomst is afgesloten, behoudt het college de bevoegdheid de subsidie tussentijds te verminderen c.q. te bevriezen onder gelijktijdige aanpassing van de verlangde prestaties. Van deze bevoegdheid wordt alleen gebruik gemaakt indien de budgettaire positie van de gemeente daar dringend aanleiding toe geeft. De verlaging van de subsidie wordt tenminste 3 maanden voor aanvang van het volgende subsidiejaar bekendgemaakt.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 22 Vermogensvorming

  • 1 Indien subsidieverstrekking heeft geleid tot vermogensvorming, is de subsidieontvanger in de gevallen bedoeld in artikel 4:41, lid 2 Awb een vergoeding verschuldigd.

  • 2 De hoogte van de in lid 1 bedoelde vergoeding wordt vastgesteld na overleg met de instelling, rekening houdend met reeds geleverde activiteiten/prestaties en met de mate waarin de subsidie heeft bijgedragen tot het verwerven van eigendommen. Bij onroerende zaken geschiedt de waardebepaling door een onafhankelijk deskundige.

  • 3 Het college kan nadere richtlijnen vaststellen voor de maximale omvang van de algemene reserve van gesubsidieerde instellingen.

  • 4 Het college kan een instelling de verplichting opleggen tot het vormen van een egalisatiereserve.

Artikel 23 Hardheidsclausule en ontheffing verplichtingen

  • 1 In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, waarin zij tot onbillijkheid leidt of tot situaties leidt waarmee geen aanwijsbaar belang is gediend, kan het college van het bepaalde in deze verordening afwijken.

  • 2 Het college kan in bijzondere en in individuele gevallen voor één of meer verplichtingen van deze verordening ontheffing verlenen.

Artikel 24 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening wordt aangehaald als “Algemene Subsidieverordening gemeente Blaricum, 2008 t/m 2011” en treedt in werking op 1 januari 2008.

  • 2 De “Algemene Subsidieverordening gemeente Blaricum, 2006 e.v.”, vastgesteld op 27 april 2006, komt te vervallen op 1 januari 2008.

Ondertekening

Blaricum, 18 januari 2007
 
 
 
drs.T.W. Zwemmer                                                    drs. W.H.C. Ton
griffier                                                                           voorzitter