Regeling vervallen per 01-01-2014

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Bloemendaal 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal;Gelet op artikel 5 van de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Bloemendaal 2013; b e s l u i t e n:vast te stellen het volgende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Bloemendaal 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Bloemendaal 2013

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a. Pensioengerechtigde leeftijd: de leeftijd als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.

  • b. Verordening: de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bloemendaal 2013.

  • c. Verzamelinkomen: het door de Belastingdienst vastgestelde verzamelinkomen van de aanvrager en dat van de eventuele partner.

  • d. Voor de overige begripsbepalingen wordt verwezen naar de Verordening.

Hoofdstuk 2 Eigen bijdrage of eigen aandeel

Artikel 2 Bepalen financiële draagkracht voor eigen bijdrage of eigen aandeel

  • 1. Het bedrag dat ongehuwde personen die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt, dienen te betalen, bedraagt € 18,60 per vier weken, met dien verstande dat indien het verzamelinkomen, als bedoeld in de Algemene Maatregel van Bestuur maatschappelijke ondersteuning, meer bedraagt dan € 23.208 per jaar het bedrag van 18,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen het verzamelinkomen en € 23.208.

  • 2. Het bedrag dat ongehuwde personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, dienen te betalen, bedraagt € 18,60 per vier weken, met dien verstande dat indien het verzamelinkomen meer bedraagt dan € 16.257 per jaar het bedrag van € 18,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen het verzamelinkomen en € 16.257.

  • 3. Het bedrag dat gehuwde personen indien een van beiden de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt, dienen te betalen bedraagt € 26,60 per vier weken, met dien verstande dat indien het verzamelinkomen meer bedraagt dan € 28.733 per jaar het bedrag van € 26,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen het verzamelinkomen en € 28.733.

  • 4. Het bedrag dat gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, dienen te betalen bedraagt € 26,60 per vier weken, met dien verstande dat indien het verzamelinkomen meer bedraagt dan € 22.676 per jaar het bedrag van € 26,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van15% van het verschil tussen het verzamelinkomen en € 22.676.

  • 5. Bij het bepalen van de eigen bijdrage en het eigen aandeel wordt 8% van het vermogen boven de heffingsvrije voet opgeteld bij het definitief gezamenlijk verzamelinkomen.

Artikel 3 Omvang en duur eigen bijdrage of eigen aandeel

De verschuldigde eigen bijdrage of het verschuldigde eigen aandeel wordt afgestemd op de financiële draagkracht als bedoeld in artikel 2 en de kosten van de voorziening zoals hieronder uitgewerkt.

  • 1.

    Voor een voorziening die door het college wordt gehuurd en in bruikleen wordt verstrekt, is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de voorziening per periode van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd die is gebaseerd op de huurprijs die de gemeente betaalt voor de voorziening.

  • 2.

    Voor een voorziening die door het college wordt gekocht en in bruikleen wordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de voorziening per periode van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd, met een maximum van 78 perioden, gebaseerd op de kostprijs van de voorziening.

  • 3.

    Voor een voorziening die door het college wordt gekocht en in eigendom wordt verstrekt, is belanghebbende gedurende 39 perioden van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd, die is gebaseerd op de kostprijs van de voorziening.

  • 4.

    Voor een voorziening die door het college in de vorm van een persoonsgebonden budget of een financiële tegemoetkoming wordt verstrekt, is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode per periode van 4 weken een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd gebaseerd op 1/13e deel van de hoogte van de voorziening.

  • 5.

    In afwijking van lid 4 is, in geval een persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming wordt verstrekt voor incidentele kosten, een eigen bijdrage of eigen aandeel verschuldigd gedurende 39 perioden van 4 weken.

  • 6.

    Voor hulp bij het huishouden dat door het college als zorg in naturawordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de hulp per periode van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd die is gebaseerd op de minimumprijs die de gemeente heeft vastgesteld voor de hulp bij het huishouden.

  • 7.

    Voor hulp bij het huishouden dat door het college als persoonsgebonden budget wordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de hulp per periode van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd die is gebaseerd op de hoogte van het persoonsgebonden budget.

  • 8.

    In afwijking van het gestelde in de leden 3 en 5 bedraagt de termijn van de inning van de eigen bijdrage of het eigen aandeel:

    • a.

      13 perioden van 4 weken bij een voorziening met een kostprijs tot € 250,00;

    • b.

      26 perioden van 4 weken bij een voorziening met een kostprijs vanaf € 250,00 tot € 500,00.

  • 9.

    In situaties waarin dit besluit niet voorziet, stelt het college de omvang en duur van de eigen bijdrage en het eigen aandeel vast waarbij wordt aangesloten bij het bepaalde in dit artikel.

Artikel 4 Uitzonderingen eigen bijdrage en eigen aandeel

  • 1. Een eigen bijdrage of eigen aandeel wordt niet opgelegd bij de verstrekking van:

    • a.

      een rolstoel of een PGB voor aanschaf van een rolstoel

    • b.

      een forfaitaire financiële tegemoetkoming voor een sportvoorziening

    • c.

      een collectieve vervoersvoorziening

    • d.

      een forfaitaire financiële tegemoetkoming voor verhuis- en herinrichtingskosten

    • e.

      een financiële tegemoetkoming voor het bezoekbaar maken van de woning

    • f.

      een financiële tegemoetkoming voor voorzieningen in algemene ruimten

  • 2. Een eigen bijdrage of eigen aandeel wordt verder niet opgelegd als de voorziening is bedoeld voor een persoon jonger dan 18 jaar of een persoon die verblijft in een AWBZ-instelling en daarvoor een eigen bijdrage Zorg met verblijf is verschuldigd.

Hoofdstuk 3 Omvang persoonsgebonden budget

Artikel 5 Hulp bij het huishouden: omvang persoonsgebonden budget

  • 1.

    De omvang van het persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden is afhankelijk van het soort hulp dat wordt ingehuurd. Hierbij maakt het college onderscheid tussen een hulp werkzaam voor een professionele zorgaanbieder en een hulp niet werkzaam voor een professionele zorgaanbieder.

  • 2.

    De vaststelling van een persoonsgebonden budget ten aanzien van hulp bij het huishouden vindt plaats door het beschikbaar stellen van een bedrag dat per klasse per jaar bedraagt:

Klasse

Professionele zorgaanbieder

Hulp niet werkzaam voor een professionele zorgaanbieder

Klasse 1 (0 t/m 1,9 uur per week)

€ 1.105,00

€ 810,00

Klasse 2 (2 t/m 3,9 uur per week)

€ 3.320,00

€ 2.430,00

Klasse 3 (4 t/m 6,9 uur per week)

€ 6.030,00

€ 4.410,00

Klasse 4 (7 t/m 9,9 uur per week)

€ 9.350,00

€ 6.835,00

Klasse 5 (10 t/m 12,9 uur per week)

€ 12.670,00

€ 9.260,00

Klasse 6 (13 t/m 15,9 uur per week)

€ 15.990,00

€ 11.690,00

3.Voor zover het aantal noodzakelijke uren Hulp bij het huishouden het maximum uren van klasse 6 overschrijdt hanteert het college voor deze extra uren een bedrag van € 21,20 per uur voor een professionele zorgaanbieder en € 15,50 per uur voor een hulp niet werkzaam voor een professionele zorgaanbieder.

Artikel 6 Rolstoel: omvang persoonsgebonden budget

Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de gekapitaliseerde tegenwaarde van de huurprijs inclusief onderhoud, reparatie en verzekering van de goedkoopst compenserende voorziening zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald over een periode van 6 jaar.

Artikel 7 Woonvoorziening: omvang persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming

  • 1.

    De financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget voor een woonvoorziening wordt vastgesteld op basis van de door de aanvrager ingediende en door of vanwege het college geaccepteerde offerte.

  • 2.

    De forfaitaire financiële tegemoetkoming voor verhuis en herinrichtingskosten als genoemd in artikel 13 onder a van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bloemendaal bedraagt € 2.488,00.

  • 3.

    De financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud en keuring van stoelliften, (rolstoel)plateauliften, woonhuisliften en hefplateauliften wordt als volgt vastgesteld:

Type lift

Beginkeuring

Frequentie periodieke keuring

Kosten

Excl. BTW*

Frequentie

periodieke onderhoud

Stoellift

Ja

1 x per 4 jaar

€ 215,00

1 x per jaar

(Rolstoel)plateau lift

Ja

1 x per 4 jaar

€ 215,00

1 x per jaar

Woonhuislift

Ja

1 x per 1,5 jaar

€ 260,00

2 x per jaar

Hefplateaulift

Ja

1 x per 1,5 jaar

€ 265,00

2 x per jaar

* De opgenomen bedragen bestaan uit kosten voor de keuring door het Liftinstituut, alsmede de kosten van de noodzakelijke

assistentie door de onderhoudsfirma.

De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor de kosten van onderhoud of reparatie is gelijk aan de werkelijke kosten.

Artikel 8 Primaat van de verhuizing

Het primaat van verhuizing wordt niet toegepast voor zover de kosten van de te treffen woonvoorzieningen niet uitkomen boven € 8.500,00.

Artikel 9 Vervoersvoorziening: omvang persoonsgebonden budget

Het persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld op basis van de gekapitaliseerde tegenwaarde van de huurprijs inclusief onderhoud, reparatie en verzekering van de goedkoopst compenserende voorziening zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald over een periode van 6 jaar.

Hoofdstuk 4 Omvang en terugbetaling financiële tegemoetkomingen

Artikel 10 Sportvoorziening: omvang forfaitaire financiële tegemoetkoming

Een sportvoorziening wordt uitsluitend verstrekt als forfaitaire financiële tegemoetkoming en bedraagt maximaal € 2.700,00voor een periode van 3 jaar.

Artikel 11 Vervoersvoorziening: normbedragen financiële tegemoetkoming kosten

  • a. Het normbedrag voor de tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een taxi bedraagt 2.200,00 per jaar.

  • b. Het normbedrag voor de tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt € 3.300,00 per jaar.

Artikel 12 Vervoersvoorziening: normbedragen financiële tegemoetkoming AWBZ bewoners

In afwijking van artikel 9 zijn de normbedragen voor de tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een auto, taxi of rolstoeltaxi voor bewoners van AWBZ-instellingen per jaar:

Bij kilometers per jaar

Normbedrag gebruik

auto

Normbedrag gebruik

Taxi

Normbedrag gebruik

rolstoeltaxi

van 375 tot 750

€ 220,00

€ 440,00

€ 660,00

van 750 tot 1500

€ 440,00

€ 880,00

€ 1.320,00

van 1500 tot 2250

€ 660,00

€ 1.320,00

€ 1.980,00

Van 2250 tot 3000

€ 880,00

€ 1.760,00

€ 2.640,00

Vanaf 3000

€ 1.100,00

€ 2.200,00

€ 3.300,00

Artikel 13 Terugbetaling financiële tegemoetkoming woningaanpassing

De terugbetaling van de verstrekte financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 21 van de Verordening wordt vastgesteld op basis van het onderstaande aflossingsschema:

Percentage

Moment van verkoop

100

binnen 1 jaar

90

na 1 jaar

80

na 2 jaar

70

na 3 jaar

60

na 4 jaar

50

na 5 jaar

40

na 6 jaar

30

na 7 jaar

20

na 8 jaar

10

na 9 jaar

0

na 10 jaar

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 14 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 15 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Bloemendaal.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2012.
Th.M. Nederveen , burgemeester
Ph. van der Wees , secretaris
Gepubliceerd in het Weekblad Kennemerland Zuid d.d. 10 januari 2013.
In werking: 1 januari 2013.