Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR337997
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR337997/1
Regeling vervallen per 27-01-2017
Besluit interne mandaten college en burgemeester Bloemendaal 2014
Geldend van 11-07-2014 t/m 26-01-2017
Intitulé
Besluit interne mandaten college en burgemeester Bloemendaal 2014De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal ider voor zover bevoegd;
gelet op het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
besluiten:
1. de bijgaande lijst interne mandaten college en burgemeester Bloemendaal 2014 vast te stellen;
2. mandaat te verlenen aan de functionarissen die bij ieder van de in deze lijst opgenomen bevoegdheden zijn vermeld om voor ieder van die bevoegdheden in naam van hen en voorzover het hun bevoegdheid betreft besluiten te nemen;
3. dat gemelde functionarissen de verleende mandaten uitoefenen overeenkomstige de algemene beleidsregels uit de nota "delegatie en mandaat 2002" (nr. 2007012647) en de bijzondere voorwaarden, die voor ieder van de in de mandaatlijst opgenomen beveogdheden zijn vermeld;
4. het Besluit interne mandaten college en burgemeester Bloemendaal 2010-II in te trekken met ingang van de datum als bedoeld onder 5;
5. dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na publicatie;
6. dat het Besluit interne mandaten college en burgemeester Bloemendaal 2010-I van toepassing blijft op de voorbereiding en vaststelling van de beschikking op een aanvraag indien de aanvraag voor 1 oktober 2010 is ingediend;
7. dat het Besluit interne mandaten college en burgemeester Bloemendaal 2010-I van toepassing blijft op een vergunning of ontheffing of intrekking daarvan, die op 1 oktober 2010 nog niet onherroepelijk was;
8. dit besluit aan te duiden als Besluit interne mandaten college en burgemeester Bloemendaal 2014.
Artikel
Bevoegdheid |
Bevoegd bestuursorgaan |
Te mandateren functionaris |
Bijzondere voorwaarden voor het mandaat |
Toelichting |
|
1 Algemeen Bestuur |
|||||
1 |
Het verdagen van een besluit op een verzoek om informatie op grond van artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
Dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft procedurele handelingen, die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt de uitoefening van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; deze handelingen hebben bestuurlijke betekenis; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd. |
2 |
Het doorzenden van een geschrift aan een ander bestuursorgaan dan bestuursorganen van de gemeente indien deze bestuursorganen ter behandeling niet bevoegd zijn op grond van artikel 2:3, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
De medewerker |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker |
Dit mandaat betreft procedurele handelingen, die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig; |
3 |
Het stellen van een termijn, waarbinnen een bestuursorgaan van een adviseur verwacht, dat hij zijn advies uitbrengt ex artikel 3:6, eerste lid van de Awb |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
De medewerker |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker |
Dit mandaat betreft procedurele beslissingen, die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig |
4 |
Het beschikbaar stellen van gegevens, die noodzakelijk zijn voor het uitbrengen van een advies door een adviseur ex artikel 3:7, eerste lid van de Awb |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
De medewerker |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker |
Dit mandaat betreft procedurele handelingen, die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig |
5 |
Het ter inzage leggen van een ontwerp van een te nemen besluit met de daarop betrekking hebbende stukken als bedoeld in artikel 3:11, eerste lid Awb |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft procedurele beslissingen, die regelmatig voorkomen; het aantal beslissingen maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig |
6 |
Het voorafgaande aan de ter inzagelegging kennis geven van het ontwerpbesluit als bedoeld in artikel 3:12, eerste lid en tweede lid van de Awb |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft procedurele beslissingen, die regelmatig voorkomen; het aantal beslissingen maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig |
7 |
Het voorafgaand aan de ter inzage legging toezenden van het ontwerp van een besluit, dat tot een of meer belanghebbenden is gericht, waaronder de aanvrager, als bedoeld in artikel 3:13, eerste lid en tweede lid van de Awb |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft procedurele beslissingen, die regelmatig voorkomen; het aantal beslissingen maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig |
8 |
Het toezenden van besluiten aan degenen, die tegen het ontwerp daarvan, zienswijze hebben ingebracht op grond van de artikelen 3:41 en 3:43 Awb |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft procedurele beslissingen, die regelmatig voorkomen; het aantal beslissingen maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig |
9 |
Het stellen van een termijn, waarbinnen een aanvrager om een besluit de nog ontbrekende gegevens moet verstrekken op grond van artikel 4:5 Awb |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
De medewerker |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker |
Dit mandaat betreft procedurele beslissingen, die regelmatig voorkomen; het aantal beslissingen maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig |
10 |
Het niet in behandeling nemen van een aanvraag wegens het niet voldoen aan een wettelijke voorschrift voor het in behandeling nemen daarvan of indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling daarvan als bedoeld in artikel 4:5 van de Awb |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft procedurele beslissingen, die regelmatig voorkomen; het aantal beslissingen maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig |
11 |
Het horen van een aanvrager en/of een belanghebbende bij dan wel het afzien daarvan op grond van de artikelen 4:7 en 4:8 Awb |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
De medewerker |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker |
Dit mandaat betreft procedurele handelingen, die regelmatig voorkomen het aantal handelingen maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig in dit kader past een mandaat aan de medewerkers ieder voor zover het zijn of haar taak en functie betreft |
12 |
Het meedelen, dat bij de voorbereiding van een beschikking de uniforme voorbereidingsprocedure wordt toegepast als bedoeld in artikel 4:10 Awb |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft procedurele handelingen, die regelmatig voorkomen: het aantal handelingen maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig: |
13 |
Het verlengen van de termijn van acht weken om op een aanvraag te beslissen als bedoeld in artikel 4:14 |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
De medewerker |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker |
Dit mandaat betreft procedurele beslissingen, die regelmatig voorkomen: het aantal beslissingen maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig; |
14 |
De ondertekening en afgifte van legitimatie bewijzen voor toezichthouders als bedoeld in artikel 5:12 van de Awb |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft de ondertekening en afgifte van legitimatiebewijzen voor door de bestuursorganen benoemde toezichthouders; de aanwijzing van toezichthouders blijft een bevoegdheid van de bestuursorganen; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd. |
15 |
Het aankondigen van of waarschuwen voor de toepassing van bestuursdwang waaronder begrepen het opleggen van een last onder dwangsom als bedoeld in afdeling 5.3.1 en 5.3.2 van de Awb niet zijnde een voornemen als bedoeld in afdeling 4.1.2 van de Awb |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat heeft plaats na overleg en met instemming van de verantwoordelijk wethouder; het mandaat beperkt zich tot de taken en functies van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften; dit toezicht kan vereenvoudigd worden door dit mandaat en tijd sparen; |
16 |
Het opleggen van een last onder een dwangsom overeenkomstig vastgestelde protocollen |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
Het afdelingshoofd |
Met instemming van de verantwoordelijk portefeuillehouder |
Dit mandaat betreft het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften; dit toezicht kan vereenvoudigd worden door dit mandaat en tijd sparen; voor de uitoefening van dit mandaat is noodzakelijk, dat het bevoegde bestuursorgaan een protocol voor de betreffende overtreding heeft vastgesteld met daarin opgenomen procedureregels, de hoogte van de dwangsom en de omvang van de begunstigingstermijn; |
17 |
Het uitvaardigen van een dwangbevel ter inning van een verbeurde dwangsom, die burgemeester en wethouders op grond van het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet en artikel 5:32 van de Awb hebben opgelegd |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
Het afdelingshoofd |
Dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft uitvoeringshandelingen ter inning van verbeurden dwangsommen; het karakter van deze handelingen maakt uitoefening van deze bevoegdheid door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd. |
18 |
Het besluiten op een verzoek van de overtreder om opschorting van de begunstigingstermijn i.v.m. bezwaar-, beroeps- en hoger beroepsprocedures |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
Het afdelingshoofd |
Dit mandaat betreft alleen lasten waarbij de openbare orde en veiligheid niet in geding is |
Dit mandaat betreft uitvoeringshandelingen ter inning van verbeurden dwangsommen; het karakter van deze handelingen maakt uitoefening van deze bevoegdheid door het college ondoelmatig; een mandaat aan het afdelingshoofd past beter; |
19 |
Het verdragen van een beslissing op een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 7:10, derde lid Awb |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
De secretaris commissie voor bezwaar- en beroepschriften |
geen |
Dit mandaat betreft procedurele handelingen, die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig; in dat kader past een mandaat aan de secretaris van de commissie |
20 |
Het schriftelijk aansprakelijk stellen van derden voor schade toegebracht aan goederen, waartoe de gemeente als eigenaar, bezitter en/of houder gerechtigd is |
Burgemeester en wethouders |
De juridisch controller en de vakspecialist verzekeringen afd. FFZ |
geen |
Dit mandaat betreft handelingen, die tot doel hebben het vorderen van schade door de gemeente veilig te stellen; deze handelingen vragen om spoed en maken uitoefening van deze bevoegdheid door het college ondoelmatig; vanwege het karakter van deze handelingen past een mandaat aan de juridisch controller en de vakspecialist verzekeringen FFZ. |
21 |
Het afwijzen van aansprakelijkheid ingeval de gemeente door derden aansprakelijk is gesteld |
Burgemeester en wethouders |
De juridisch controller en de vakspecialist verzekeringen afd. FFZ |
geen |
Dit mandaat betreft die handelingen, die tot doel hebben te voorkomen, dat uit feitelijke gedragingen en/of handelingen van de gemeente afgeleid zou kunnen worden, dat de gemeente aansprakelijkheid aanvaardt; deze handelingen vragen om spoed en maken uitoefening van deze bevoegdheid door het college ondoelmatig; vanwege het karakter van deze handelingen past een mandaat als dit. |
22 |
Het gebruik geven van de Burgerzaal het gemeentehuis |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd financiën en facilitaire zaken |
De uitoefening van dit mandaat geschiedt overeenkomstig de daarvoor gestelde voorwaarden en de afspraken met de politieke partijen |
Dit mandaat beoogt een spoedige afhandeling van verzoeken om gebruik van de Burgerzaal in het gemeentehuis; gezien het karakter van dit verzoek past een mandaat aan het afdelingshoofd facilitaire zaken. |
23 |
Het aanmelden van verwerkingen van Persoonsgegevens (Wet bescherming Persoonsgegevens) |
Burgemeester en wethouders |
De juridisch controller |
geen |
Dit mandaat voorkomt onnodige vertragingen in de aanmelding van verwerkingen van persoonsgegevens en daardoor in de bedrijfsvoering van de gemeente; gezien het karakter van deze aanmeldingen past een mandaat aan de juridisch controller. |
24 |
Het opzeggen en of beëindigen van overeenkomsten met betrekking tot werken, leveringen en diensten |
Burgemeester en wethouders |
De budgethouder |
De uitoefening van dit mandaat geschiedt met inachtneming van het besluit budgetbeheer en budgetbewaking en de nota “verantwoord besteden door inkopen” |
Dit mandaat beoogt slagvaardig en marktgericht te kunnen optreden bij inkopen en maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig; in dat kader past een mandaat aan de budgethouder. |
25 |
Het bepalen van de wijze van aanbesteden van een werk, levering of dienst |
Burgemeester en wethouders |
De budgethouder |
De uitoefening van dit mandaat geschiedt met inachtneming van het besluit budgetbeheer en budgetbewaking en de nota “verantwoord besteden door inkopen” |
Dit mandaat beoogt slagvaardig en marktgericht te kunnen optreden bij inkopen en maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig; in dat kader past een mandaat aan de budgethouder. |
26 |
Het vaststellen van een document voor de voorselectie bij aanbestedingen |
Burgemeester en wethouders |
De budgethouder |
De uitoefening van dit mandaat geschiedt met inachtneming van het besluitbudgetbeheer en budgetbewaking en de nota “verantwoord besteden door inkopen” |
Dit mandaat beoogt slagvaardig en marktgericht te kunnen optreden bij inkopen en maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig; in dat kader past een mandaat aan de budgethouder. |
27 |
Het selecteren van inschrijvers voorafgaand aan een aanbesteding aan wie de gemeente een offerte-uitnodiging toezendt |
Burgemeester en wethouders |
De budgethouder |
De uitoefening van dit mandaat geschiedt met inachtneming van het besluitbudgetbeheer en budgetbewaking en de nota “verantwoord besteden door inkopen” |
Dit mandaat beoogt slagvaardig en marktgericht te kunnen optreden bij inkopen en maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig; in dat kader past een mandaat aan de budgethouder. |
28 |
Het vaststellen van specificaties voor aanbestedingen zoals bestekken, product specificaties en programma van eisen |
Burgemeester en wethouders |
De budgethouder |
De uitoefening van dit mandaat geschiedt met inachtneming van het besluitbudgetbeheer en9budgetbewaking en de ota “verantwoord besteden door inkopen” |
Dit mandaat beoogt slagvaardig en marktgericht te kunnen optreden bij inkopen en maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig; het vaststellen van specificaties is primair een taak die onder de verantwoordelijkheid van de budgethouder valt; in dat kader past een mandaat aan de budgethouder. |
29 |
Het vaststellen van de offerte-uitnodiging met daarin opgenomen de door de budgethouder vastgestelde specificatie (bestek, productspecificatie of programma van eisen) |
Burgemeester en wethouders |
De budgethouder |
De uitoefening van dit mandaat geschiedt met inachtneming van het besluitbudgetbeheer en budgetbewaking en de nota “verantwoord besteden door inkopen” |
Dit mandaat beoogt slagvaardig en marktgericht te kunnen optreden bij inkopen en maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig; in dat kader past een mandaat aan de budgethouder. |
30 |
Het gunnen van een werk, levering of dienst tot een bedrag van € 20.000,-- |
Burgemeester en wethouders |
De budgethouder |
De uitoefening van dit mandaat geschiedt met inachtneming van het besluitbudgetbeheer en budgetbewaking en de nota “verantwoord besteden door inkopen” |
Dit mandaat betreft beslissingen, die regelmatig voorkomen; het aantal beslissingen maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig; dit mandaat beoogt slagvaardig en marktgericht te kunnen optreden bij inkopen; in dat kader past een mandaat aan de budgethouder. |
31 |
Het tekenen van besluiten op aanvragen om subsidie |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
Dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van zijn afdeling; de uitoefening van dit mandaat vindt met betrekking tot incidentele subsidies niet eerder plaats dan na overleg en met instemming portefeuillehouder |
Dit mandaat betreft beslissingen, die regelmatig voorkomen; voor een deel zijn de subsidiebeschikkingen uitvoering van door de raad en het college genomen besluiten in het kader van de begrotingsbehandeling; voor een ander deel gelden beleidsregels voor de uitoefening van deze bevoegdheid; voor incidentele subsidie geldt de voorwaarde, dat overleg moet plaatshebben met de verantwoordelijk portefeuille, die eventueel de subsidieaanvraag aan het college kan voorleggen; onder deze voorwaarden is de uitoefening van deze bevoegdheid door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd. |
32 |
Het schriftelijk informeren van de bieders in een aanbestedingsprocedure over de uitkomst daarvan |
Burgemeester en wethouders |
De budgethouder |
De uitoefening van dit mandaat geschiedt met inachtneming van het besluitbudgetbeheer en budgetbewaking en de nota “verantwoord besteden door inkopen” |
Dit mandaat betreft beslissingen, die regelmatig voorkomen; het aantal beslissingen maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college en/of de burgemeester ondoelmatig; dit mandaat beoogt slagvaardig en marktgericht te kunnen optreden bij inkopen; in dat kader past een mandaat aan de budgethouder. |
2 Communicatie |
|||||
1 |
Het in opdracht van de leden van het college regelen van afspraken en uitnodigingen alsmede het daarvoor voeren van de noodzakelijke correspondentie met derden |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
De medewerkers van het bestuurssecretariaat |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taken en functies van de medewerker van het bestuurssecretariaat en heeft plaats na overleg met het betrokken lid dan wel de betrokken leden van het college |
Dit mandaat betreft werkzaamheden met betrekking tot de agenda van de leden van het college; in dit kader past een mandaat aan de medewerkers van het secretariaat. |
2 |
Het verstrekken van informatie over gemeentelijk beleid aan de media |
Alle bestuursorganen van de gemeente |
De medewerker communicatie |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taken en functies van de medewerker communicatie en heeft plaats na overleg met het betrokken lid dan wel de betrokken leden van het college |
Dit mandaat betreft handelingen, die regelmatig voorkomen, maar een bestuurlijke betekenis kunnen hebben; het aantal handelingen maakt de uitoefening van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de communicatiemedewerker. |
3 |
Het inwinnen van gegevens bij derden dan wel andere overheidsinstellingen van belang voor het nemen van beslissingen door de bevoegde bestuursorganen |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
De medewerker |
De uitoefening van deze mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker |
Dit mandaat betreft de gebruikelijke informatie die de medewerkers bij de voorbereiding van besluiten inwinnen; in dit kader past een mandaat aan de medewerker. |
4 |
Het verstrekken van gegevens aan derden van belang voor het nemen van beslissingen op brieven en aanvragen, waaronder vorderingen tot dan wel verzoeken om schadevergoeding |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
De medewerker |
De uitoefening van deze mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker |
Dit mandaat betreft de gebruikelijke informatie die de medewerkers bij de voorbereiding van besluiten verstrekken; in dit kader past een mandaat aan de medewerker. |
5 |
Het verstrekken van gegevens voor het indienen van aanvragen bij andere overheidsinstellingen, het aanvragen van voorschotten en het declareren van toegekende budgetten op basis van genomen besluiten door andere overheden |
Burgemeester en wethouders en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
De medewerker |
De uitoefening van deze mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker |
Dit mandaat betreft de gebruikelijke informatie die de medewerkers verstrekken voor aanvragen, voorschotten en het declareren van toegekende budgetten; in dit kader past een mandaat aan de medewerker. |
3 Persoonsregistratie |
|||||
1 |
De inschrijving in en de uitschrijving uit de gemeentelijke basisadministratie bij en krachtens het bepaalde in Hoofdstuk 2, Afdeling 1 en paragraaf 1, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Wet GBA) op grond van een geboorteakte, op aangifte en ambtshalve en de daarbij op te nemen gegevens en/of aantekeningen bij |
Burgemeester en wethouders |
De medewerker burgerzaken |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taak en functie waarop deze bevoegdheid betrekking heeft |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan de medewerker burgerzaken. |
2 |
Het beslissen over het al dan niet gevolg geven aan een aangifte ex artikel 1 van de Wet GBA |
Burgemeester en wethouders |
De medewerker burgerzaken |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taak en functie waarop deze bevoegdheid betrekking heeft |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan de medewerker burgerzaken. |
3 |
Het doen van mededelingen ter zake van de ontvangst van gegevens en kennisgevingen die van belang zijn voor de bijhouding van de gemeentelijke administratie en het verstrekken van de inlichtingen aan andere colleges van burgemeester en wethouders ex artikel 63 van de Wet GBA |
Burgemeester en wethouders |
De medewerker burgerzaken |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taak en functie waarop deze bevoegdheid betrekking heeft |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan de medewerker burgerzaken. |
4 |
Het doen van verzoeken om inlichtingen en geschriften aan burgers ex Hoofdstuk 2 Afdeling 3 van de Wet GBA |
Burgemeester en wethouders |
De medewerker burgerzaken |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taak en functie waarop deze bevoegdheid betrekking heeft |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan de medewerker burgerzaken. |
5 |
Het verzenden van persoonslijsten en het beslissen op verzoeken om inlichtingen over persoonsgegevens van de betrokkenen ex Hoofdstuk 2 Afdeling 4 van de Wet GBA |
Burgemeester en wethouders |
De medewerker burgerzaken |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taak en functie waarop deze bevoegdheid betrekking heeft |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan de medewerker burgerzaken. |
6 |
Het beslissen op verzoeken van derden tot het aan hen verstrekken van persoonsgegevens uit de gemeentelijke basisadministratie ex Hoofdstuk 3 Afdeling 2 van de Wet GBA |
Burgemeester en wethouders |
De medewerker burgerzaken |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taak en functie waarop deze bevoegdheid betrekking heeft |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan de medewerker burgerzaken. |
7 |
Het beslissen op verzoeken van betrokkenen tot met betrekking tot de verstrekking van hen betreffende persoonsgegevens uit de gemeentelijke basisadministratie ex Hoofdstuk 3 Afdeling 3 van de Wet GBA |
Burgemeester en wethouders |
De medewerker burgerzaken |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taak en functie waarop deze bevoegdheid betrekking heeft |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan de medewerker burgerzaken. |
8 |
Het beslissen op verzoeken van betrokkenen om kennisgeving en/of correctie van hem betreffende persoonsgegevens ex de artikelen 35 en 36 van de Wet bescherming persoonsgegevens |
Burgemeester en wethouders |
De medewerker burgerzaken |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taak en functie waarop deze bevoegdheid betrekking heeft |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan de medewerker burgerzaken. |
9 |
Het aanvragen van uittreksels uit de strafregisters ten behoeve van de afgifte van de verklaringen omtrent het gedrag op grond van artikel 14 van de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag |
De burgemeester |
De medewerker burgerzaken |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taak en functie waarop deze bevoegdheid betrekking heeft |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan de medewerker burgerzaken. |
10 |
Het verstrekken van verklaringen omtrent het gedrag van een persoon op grond van titel II van de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag |
De burgemeester |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
11 |
Het al dan niet op aangifte inschrijven van de personen als bedoeld in artikel 3 van de Kaderwet dienstplicht voor de dienstplicht op grond van het bepaalde in artikel 4 van die wet |
Burgemeester en wethouders |
De medewerker burgerzaken |
geen |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan de medewerker burgerzaken. |
12 |
Het in ontvangst nemen van aanvragen om nationale paspoorten alsmede reisdocumenten voor vluchtelingen en vreemdelingen, het inwinnen van de inlichtingen, die voor de behandeling van deze aanvragen noodzakelijk zijn op grond van Hoofdstuk IV van de Paspoortwet |
De burgemeester |
De medewerker burgerzaken |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taak en functie waarop deze bevoegdheid betrekking heeft |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan de medewerker burgerzaken. |
13 |
Het verstrekken, wijzigen en uitreiken van nationale paspoorten, reisdocumenten voor vluchtelingen en reisdocumenten voor vreemdelingen op grond van Hoofdstuk V van de Paspoortwet |
De burgemeester |
De medewerker burgerzaken |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taak en functie waarop deze bevoegdheid betrekking heeft |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan de medewerker burgerzaken. |
14 |
Het weigeren of vervallen verklaren van reisdocumenten als bedoeld in Hoofdstuk VI van de Paspoortwet |
De burgemeester |
De medewerker burgerzaken |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taak en functie waarop deze bevoegdheid betrekking heeft |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan de medewerker burgerzaken. |
15 |
Het vergoeden van de aan het Rijk verschuldigde kosten voor het afgeven van reisdocumenten op grond van artikel 7 van de Paspoortwet en het Besluit paspoortgelden |
De burgemeester |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
16 |
Het afgeven van rijbewijzen op grond van het bepaalde bij en krachtens artikel 116 van de Wegenverkeerswet |
De burgemeester |
De medewerker burgerzaken |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taak en functie waarop deze bevoegdheid betrekking heeft |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan de medewerker burgerzaken. |
17 |
Het doen van de mededelingen als bedoeld in artikel 146 van het Reglement rijbewijzen inzake onder meer de afgifte, de inlevering, het ongeldig verklaren, de vermissing of diefstal en de verblijfplaats van rijbewijzen |
De burgemeester |
De medewerker burgerzaken |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taak en functie waarop deze bevoegdheid betrekking heeft |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan de medewerker burgerzaken. |
18 |
Het verstrekken van de verklaringen met betrekking tot de voorraad rijbewijzen van de gemeente op grond van de Regeling wijze van verrekening rijkskosten component rijbewijzen |
De burgemeester |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
19 |
Het uitoefenen van de bevoegdheden van de Minister van Justitie als bedoeld in de Machtigingsregeling Naturalisatie en Naturalisatiegelden 1998 |
De burgemeester |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
20 |
Het verstrekken van persoonsgegevens op grond van artikel 5 van de Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
21 |
Het toekennen van (huis)nummers aan bouwwerken op grond van de Verordening straatnaamgeving en Huisnummering en het intrekken daarvan |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd Bouwen en Wonen |
De bestaande huisnummering mag veranderen maar er mogen geen of nauwelijks consequenties zijn en er mogen geen zienswijzen ingediend zijn. |
Dit mandaat betreft diensten aan burgers, die om tijdige afhandeling vragen; het aantal maakt uitoefening van deze bevoegdheden door de betreffende bestuursorganen ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen (mits aan de bijzondere voorwaarden is voldaan) |
4 Verkiezingen |
|||||
1 |
Het registreren van de kiesgerechtigheid van ingezetenen van gemeenten ex artikel D 1 van de Kieswet |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft handelingen met betrekking tot de organisatie van verkiezingen; het aantal van deze handelingen maakt de uitoefening van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
2 |
Het meedelen van de registratie of herzien van de registratie als bedoeld in de artikelen D 5 tot en met D 7 van kiesgerechtigden in de gemeentelijke administratie op grond van de artikelen D 4, D 5 en D 6 van de Kieswet |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft handelingen met betrekking tot de organisatie van verkiezingen; het aantal van deze handelingen maakt de uitoefening van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
3 |
Het verstrekken van een verklaring, dat het een kiezer is toegestaan om te stemmen in een stembureau van zijn keuze binnen het gebied van het orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden genaamd kiezerspas als bedoeld in Hoofdstuk K van de Kieswet |
De burgemeester |
De medewerker burgerzaken |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taak en functie, waarop deze bevoegdheid betrekking heeft |
Dit mandaat betreft handelingen met betrekking tot de organisatie van verkiezingen; het aantal van deze handelingen maakt de uitoefening van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker burgerzaken. |
4 |
Het verstrekken van volmachtbewijzen aan de gemachtigden van kiezers op grond van paragraaf 2 van het Hoofdstuk L van de Kieswet |
De burgemeester |
De medewerker burgerzaken |
De uitoefening van dit mandaat is beperkt tot de taak en functie, waarop deze bevoegdheid betrekking heeft |
Dit mandaat betreft handelingen met betrekking tot de organisatie van verkiezingen; het aantal van deze handelingen maakt de uitoefening van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker burgerzaken. |
5 Burgerlijke Stand |
|||||
1 |
Het benoemen tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor het voltrekken van huwelijken op grond van artikel 16, tweede lid van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft regelmatig voorkomende verzoeken; de afdoening van deze verzoeken via het college werkt onnodig vertragend en kan klantonvriendelijk zijn; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
2 |
Het aanwijzen van locaties, die als gemeentehuis dienen voor het voltrekken van huwelijken door ambtenaren van de burgerlijke stand |
Burgemeester en wethouders |
De portefeuillehouder |
geen |
Dit mandaat betreft regelmatig voorkomende verzoeken; de afdoening van deze verzoeken via het college werkt onnodig vertragend en kan klantonvriendelijk zijn; in dit kader past een mandaat aan de portefeuillehouder. |
6 Openbare orde en veiligheid |
|||||
1 |
Het besluiten op aanvragen om vergunningen voor het houden van een optocht, niet zijnde een betoging, op grond van artikel 2.24 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) |
De burgemeester |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het verantwoordelijk afdelingshoofd publiekszaken. |
2 |
Het besluiten op aanvragen om ontheffingen van het verbod tot het verspreiden van drukwerk en/of afbeeldingen op grond van artikel 2.6, vierde lid van de APV |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het verantwoordelijk afdelingshoofd publiekszaken. |
3 |
het besluiten op aanvragen om een vergunning voor het optreden als straatartiest als bedoeld in artikel 2.9, tweede lid van de APV |
De burgemeester |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het verantwoordelijk afdelingshoofd publiekszaken. |
4 |
Het besluiten op aanvragen om incidentele ontheffingen van het sluitingsuur van horeca-inrichtingen in de zin van de Drank- en Horecawet en op grond van artikel 2.29, vierde lid van de APV |
De burgemeester |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het verantwoordelijk afdelingshoofd publiekszaken. |
5 |
Het besluiten op aanvragen om vergunningen voor het plaatsen van materialen op de weg op grond van artikel 2.10 van de APV. |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het verantwoordelijk afdelingshoofd publiekszaken. |
6 |
Het besluiten op aanvragen om vergunningen voor aflevering van vuurwerk in de uitoefening van een bedrijf of nevenbedrijf dan wel ter aflevering aanwezig te houden op grond van artikel 2.72 van de APV |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het verantwoordelijk afdelingshoofd publiekszaken. |
7 |
Het besluiten op aanvragen om ontheffing van het verbod om toestellen geluidsapparaten in werking te hebben op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt op grond van artikel 4.6 van de APV |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het verantwoordelijk afdelingshoofd publiekszaken. |
8 |
Het besluiten om aanvragen om ontheffing voor het gebruik van containers, laadbakken, magazijnwagens, keetwagens, schaftwagens op de weg voor andere dan verkeersdoeleinden en voor langer dan drie dagen op grond van artikel 5.6 van de APV |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het verantwoordelijk afdelingshoofd publiekszaken. |
9 |
Het verlenen van vergunningen voor het inzamelen van geld (collecten) en goederen op grond van artikel 5.13 van de APV |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het verantwoordelijk afdelingshoofd publiekszaken. |
10 |
Het besluiten op aanvragen om ontheffing van het verbod om voorwerpen en dieren als bedoeld in artikel 5.44 van de APV te hebben |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het verantwoordelijk afdelingshoofd publiekszaken. |
11 |
Het besluiten op aanvragen om ontheffing op het verbod om op het strand te rijden op grond van artikel 5.45 van de APV |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het verantwoordelijk afdelingshoofd publiekszaken. |
12 |
Het besluiten op aanvragen om een ontheffing van het verbod op het voor publiek toegankelijke strand enig spel of publiek toegankelijke strand enig spel of sport uit te voeren indien daarvan gevaar of overlast voor personen, dan wel beschadiging van goederen te duchten is als bedoeld in artikel 5.46, eerste lid van de APV |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het verantwoordelijk afdelingshoofd publiekszaken. |
13 |
Het besluiten op aanvragen om vergunningen op grond van de Drank- en Horecawet |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het verantwoordelijk afdelingshoofd publiekszaken. |
14 |
Het besluiten op aanvragen om ontheffingen op grond van de Drank- en Horecawet |
De burgemeester |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het verantwoordelijk afdelingshoofd publiekszaken. |
15 |
Het verlenen van een vergunning voor het geven van gelegenheid tot het meedingen naar prijzen of premies ex artikel 3 van de Wet op de kansspelen |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het verantwoordelijk afdelingshoofd publiekszaken. |
16 |
Het verlenen van een ontheffing op Grond van de Winkeltijdenwet/verordening |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het verantwoordelijk afdelingshoofd publiekszaken. |
17 |
Het verlenen van vergunningen tot het aanwezig hebben van een of meer speelautomaten als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen en Hoofdstuk 2 Afdeling 10 APV |
De burgemeester |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het verantwoordelijk afdelingshoofd publiekszaken. |
18 |
Het toepassen ex artikel 125 Gemeentewet van bestuursdwang ter zake van het overtreden van het bepaald in artikel 2.10 APV |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die spoed vergen; besluitvorming door burgemeester en wethouders is daarom ondoelmatig; |
19 |
Het toepassen ex artikel 125 Gemeentewet van bestuursdwang ter zake van het overtreden van het bepaald in artikel 2.42 APV |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die spoed vergen; besluitvorming door burgemeester en wethouders is daarom ondoelmatig; |
20 |
Het verlenen van ontheffing op grond van artikel 4.18 van de APV (recreatief nachtverblijf buiten een Kampeerterrein) |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen, die spoed vergen; besluitvorming door burgemeester en wethouders is daarom ondoelmatig; |
7 Verkeer |
|||||
1 |
Het besluiten op aanvragen om ontheffingen van de parkeerverboden genoemd in artikel 87 van het RVV |
Burgemeester en wethouders |
Burgemeester en wethouders |
geen |
Dit mandaat betreft ontheffingen van parkeerverboden die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd gemeentewerken. |
2 |
Het toepassen ex artikel 125 Gemeentewet van bestuursdwang ter zake van het overtreden van de artikelen in hoofdstuk 5 van de APV (illegaal parkeren van caravans, aanhangwagens, verwaarloosde auto’ s e.d.) |
Burgemeester en wethouders |
Burgemeester en wethouders |
geen |
|
8 Wegbeheer |
|||||
1 |
Het besluiten op aanvragen om van vergunningen voor het openbreken van de verharding daarvan, in een weg te graven of te spitten op grond van artikel 2.11 van de APV |
Burgemeester en wethouders |
De medewerker civiele techniek en verkeer |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker civiele techniek en verkeer |
Dit mandaat betreft handelingen ter zake van het fysieke beheer van de weg, die bij regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt de uitoefening van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker civiele techniek en verkeer. |
2 |
Het besluiten op verzoeken om toestemming tot het leggen van kabels, leidingen en buizen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen als bedoeld in artikel 4 van de Telecommunicatieverordening |
Burgemeester en wethouders |
De medewerker civiele techniek en verkeer |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker civiele techniek en verkeer |
Dit mandaat betreft handelingen ter zake van het fysieke beheer van de weg, die bij regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt de uitoefening van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker civiele techniek en verkeer. |
3 |
Het besluiten op aanvragen om een invalideparkeerplaats |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd gemeentewerken |
geen |
Dit mandaat betreft directe dienstverlening aan gehandicapten; bij het belang van deze ontheffingen past een mandaat aan het afdelingshoofd gemeentewerken. |
4 |
Het besluiten op aanvragen om een invalidenparkeerkaart |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd IASZ |
geen |
Dit mandaat betreft directe dienstverlening aan gehandicapten; daarbij past een mandaat aan het hoofd van de intergemeentelijke afdeling sociale zaken. |
9 Waterbeheersing |
|||||
0 |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
10 Economische Zaken |
|||||
1 |
Het verlengen van vergunningen voor het innemen van een standplaats op of aan de weg of aan een andere – al dan niet met enige beperking – voor publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats op grond van artikel van de APV |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft dienstverlening aan het bedrijfsleven en komt bij regelmaat voor en vragen om een spoedige afhandeling; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
2 |
Het verlenen van ventvergunningen op grond van artikel 5.15 APV |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft dienstverlening aan het bedrijfsleven en komt bij regelmaat voor en vragen om een spoedige afhandeling; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
11 Openbaar Basisonderwijs |
|||||
0 |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
12 Huisvesting Onderwijs |
|||||
1 |
Het verdelen van de gymnastiekruimten in het basisonderwijs |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft handelingen, die onderdeel zijn van beleid voor het basisonderwijs en komen regelmatig voor; het aantal handelingen maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dat kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
13 Onderwijs, overige aspecten |
|||||
1 |
Het besluiten op aanvragen om een gehele of gedeeltelijke tegemoetkoming in de noodzakelijk te achten kosten voor leerlingenvervoer aan in de gemeente verblijvende ouders van leerlingen op grond van artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs en de geldende verordening |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft de bedrijfsvoering rondom het leerlingenvervoer en betreft handelingen die regelmatig voorkomen; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
14 Kunst en Cultuur |
|||||
1 |
Het besluiten op aanvragen om subsidie op grond van de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd bouwen en wonen |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen die bij regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt uitoefening van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dat kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
15 Sport |
|||||
1 |
Het beslissen op verzoeken om toestemming tot gebruik van sportvelden |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft administratieve handelingen ter uitvoering van vastgesteld beleid, die bij regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt uitoefening van deze bevoegdheid door het college ondoelmatig; in dat kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
16 Natuur |
|||||
1 |
Het opleggen van plichten tot herplant en/of instandhouding op grond van de artikelen 4.11, 4.3A.10 en 4.3A.11 van de APV |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft administratieve handelingen ter uitvoering van vastgesteld beleid, die bij regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt uitoefening van deze bevoegdheid door het college ondoelmatig; in dat kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
2 |
Het aanschrijven van rechthebbenden tot iepen, die een gevaar opleveren voor verspreiding van iepziekte of voor vermeerdering van iepenspintkevers, tot het treffen van de maatregelen op grond van de artikelen 4.11 en 4.3A.15 van de APV |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft administratieve handelingen ter uitvoering van vastgesteld beleid, die bij regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt uitoefening van deze bevoegdheid door het college ondoelmatig; in dat kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
3 |
Het verlenen van privaatrechtelijke toestemming dan wel voor zover op grond van de artikelen 21 en 22 van de Visserijwet 1963 vereist het verlenen van een vergunning voor het bevissen van binnenwateren waarvan de gemeente rechthebbende is en voor zover nodig het aanvragen van toestemming voor de afgifte van deze vergunningen aan de Kamer voor de Binnenvisserij |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft administratieve handelingen ter uitvoering van vastgesteld beleid, die bij regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt uitoefening van deze bevoegdheid door het college ondoelmatig; in dat kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
4 |
Het verlenen van vergunningen als bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Jachtwet, waarbij de gemeente toestaat dat door anderen op haar grond op de aldaar genoemde diersoorten wordt gejaagd |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft administratieve handelingen ter uitvoering van vastgesteld beleid, die bij regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt uitoefening van deze bevoegdheid door het college ondoelmatig; in dat kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
17 Recreatieve Voorzieningen |
|||||
Geen (zie art, 4.18 APV en hoofdstuk 6, punt 20 van dit besluit) |
|||||
18 Jeugdwerk |
|||||
1 |
Het besluiten op aanvragen tot registratie, dan wel tot wijziging van reeds geregistreerde gegevens, van een kindercentrum, een gastouderbureau of een aanbieder van gastouderopvang, zoals bedoeld in art. 45 jo. 46 lid 1 en 47 Wet kinderopvang |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen die bij regelmaat voorkomen; in dat kader past een mandaat aan het hoofd publiekszaken. |
19 Opvang asielzoekers en inburgering nieuwkomers |
|||||
0 |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
20 Inkomensvoorziening en uitstroombevordering |
|||||
0 |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
21 + 22? |
|||||
23 Maatschappelijke dienstverlening |
|||||
0 |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
0 |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
24 Volksgezondheid |
|||||
1 |
Het verlenen van opdrachten tot het begraven van personen, waarin derden niet voorzien op grond van artikel 21 van de Wet op de Lijkbezorging |
De burgemeester |
De beheerder van de Algemene begraafplaats Bloemendaal |
geen |
Dit mandaat betreft besluiten ter uitvoering van het beheer van de gemeentelijke begraafplaats; het betreft hande3lingen die bij regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan de beheerder Algemenen begraafplaats Bloemendaal. |
2 |
Het uitoefenen van het recht van verhaal op grond van de artikelen 21 en 22 van de Wet op de Lijkbezorging |
De burgemeester |
De beheerder van de Algemene begraafplaats Bloemendaal |
geen |
Dit mandaat betreft besluiten ter uitvoering van het beheer van de gemeentelijke begraafplaats; het betreft hande3lingen die bij regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan de beheerder Algemenen begraafplaats Bloemendaal. |
25 Milieu |
|||||
1 |
Het besluiten op aanvragen om vergunningen voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen op grond van de Afvalstoffenverordening |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd gemeentewerken |
geen |
Dit mandaat betreft handelingen in het kader van de bedrijfsvoering rondom de afvalstoffeninzameling en komen regelmatig voor; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd gemeentewerken. |
2 |
Het bevestigen van de ontvangst van een melding in de zin van de Wm |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd bouwen en wonen |
geen |
Dit mandaat betreft handelingen ter uitvoering van vastgesteld milieubeleid die bij regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
3 |
Het afleggen van verklaringen als bedoeld in artikel 8.19, tweede lid onder c van de Wet milieubeheer (Wm) |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd bouwen en wonen |
geen |
Dit mandaat betreft handelingen ter uitvoering van vastgesteld milieubeleid die bij regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
4 |
Het opleggen van maatwerkvoorschriften op grond van artikel 8.42 van de Wm |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd bouwen en wonen |
Mits tegen het voornemen tot het stellen van deze eisen geen bezwaren zijn ingediend |
Dit mandaat betreft handelingen ter uitvoering van vastgesteld milieubeleid die bij regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
5 |
Het besluiten op aanvragen om ontheffing op grond van een nadere eis ex artikel 8.40 van de Wm |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd bouwen en wonen |
geen |
Dit mandaat betreft handelingen ter uitvoering van vastgesteld milieubeleid die bij regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
6 |
Het verstrekken van inlichtingen over de mate van bodemverontreiniging |
Burgemeester en wethouders |
De medewerker team milieu |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot de taak en functie van de medewerker in het team milieu |
Dit mandaat betreft feitelijke handelingen, die bij regelmaat voorkomen; in dit kader past een mandaat aan de medewerker team milieu. |
7 |
Het doen van mededelingen over benodigde bodemonderzoeken en noodzaak tot sanering in het kader van de Wet bodembescherming |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd bouwen en wonen |
geen |
Dit mandaat betreft handelingen ter uitvoering van vastgesteld milieubeleid die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
8 |
Het besluiten op aanvragen om ontheffingen voor gevelreinigingen ex artikel 10.63 Wet milieubeheer |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd bouwen en wonen |
geen |
Dit mandaat betreft handelingen ter uitvoering van vastgesteld milieubeleid die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
9 |
Het doen van mededelingen over controles ingevolge de milieuwetgeving met inbegrip van de resultaten daarvan |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd bouwen en wonen |
geen |
Dit mandaat betreft handelingen ter uitvoering van vastgesteld milieubeleid die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
10 |
Het toezenden van controlerapporten aan justitie met verzoek om ondersteuning in de handhaving |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd bouwen en wonen |
geen |
Dit mandaat betreft handelingen ter uitvoering van vastgesteld milieubeleid die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
11 |
Het doen van mededelingen en aanschrijvingen betreffende meldingen en overtredingen ingevolge het Bouwstoffenbesluit |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd bouwen en wonen |
geen |
Dit mandaat betreft handelingen ter uitvoering van vastgesteld milieubeleid die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
12 |
Het uitvoeren van beleidsregels Energiesubsidie Bloemendaal |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd bouwen en wonen |
geen |
Dit mandaat betreft handelingen ter uitvoering van vastgesteld milieubeleid die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
13 |
Het toekennen en vaststellen van subsidie duurzame energiemaatregelen |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd bouwen en wonen |
geen |
Dit mandaat betreft handelingen ter uitvoering van vastgesteld milieubeleid die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
26 Ruimtelijke Ordening (vervallen i.v.m. inwerkingtreding Wabo, zie hoofdstuk 35) |
|||||
27 Bouwzaken (vervallen i.v.m. inwerkingtreding Wabo, zie hoofdstuk 35) |
|||||
28 Volkshuisvesting |
|||||
1 |
Het besluiten op aanvragen om huisvestingsvergunningen op grond van artikel 7 van de Huisvestingswet |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd bouwen en wonen |
geen |
Dit mandaat betreft handelingen ter handhaving van de kwaliteit van de woningvoorraad; het grote aantal handelingen maakt het uitoefenen van een deel van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd bouwen en wonen. |
2 |
Het aanschrijven tot het treffen van voorzieningen en het aanbrengen van verbeteringen van woningen, woonketen of woonwagens op grond van Hoofdstuk III afdeling 2 van de Woningwet |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd bouwen en wonen |
De uitoefening van deze machtigingen vindt plaats met instemming van de verantwoordelijk portefeuillehouder |
Dit mandaat betreft handelingen ter handhaving van de kwaliteit van de woningvoorraad; het grote aantal handelingen maakt het uitoefenen van een deel van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd bouwen en wonen. |
3 |
Het wijzigen en bekendmaken van de in de tabel bij de geldende Huisvestingsverordening Bloemendaal opgenomen verhouding tussen huur en inkomen (huurquote) en overige bedragen in bijlage 1 alsmede de huurquote in het convenant jaarlijks aan te passen aan veranderingen in de landelijke normen voor de huursubsidie. |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd bouwen en wonen |
geen |
Deze bevoegdheid is een administratieve handeling en van beperkte betekenis; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd bouwen en wonen. |
4 |
Het toekennen van een VROM starterslening op grond van artikel 4 van de Verordening VROM starterslening Bloemendaal 2008 |
Burgemeester en wethouders |
Portefeuillehouder volkshuisvesting |
geen |
Het toetsen van de aanvraag en de uitbetaling van de subsidie verloopt via stimuleringsfonds Volkshuisvesting. Het college beslist over de toekenning naar aanleiding van het advies van SVn. Er vindt geen beleidsmatige afweging plaats. De vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheid door het college ondoelmatig. Omdat dit besluit een financieel gevolg heeft past een aan de portefeuillehouder volkshuisvesting. |
5 |
Het verlenen van een vergunning voor tijdelijke verhuur ex artikel 15 van de Leegstandswet |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd bouwen en wonen |
geen |
Dit mandaat betreft een handeling die regelmatig plaatsvindt. De toetsingscriteria voor vergunningverlening zijn vastgelegd in de Leegstandswet. Er vindt geen beleidsmatige afweging plaats. De vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheid door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
6 |
Het verlenen van een urgentieverklaring op grond van artikel 14 en 16 van de Huisvestingsverordening Bloemendaal 2007 |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd bouwen en wonen |
Mandaat is niet van toepassing op het verlenen van een urgentie door toepassing van de hardheidsclausule (art 24 huisvestingsverordening Bloemendaal 2007) |
Dit mandaat betreft een handeling die voortvloeit uit herontwikkelingsplannen waarvoor vaak al een bouw-, sloop-, splitsing- of woonruimteonttrekkingvergunning is verleend en waarvoor vaak al subsidie is toegekend. Er vindt geen beleidsmatige afweging plaats. Het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheid door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk. In dit kader past een mandaat onder voorwaarden aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
29 Financiën en treasury |
|||||
0 |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
30 Belastingen |
|||||
Geen (zie apart aanwijzings- en mandaatbesluit heffings- en invorderingsambtenaren) |
|||||
31 Algemene uitkering en stelposten |
|||||
0 |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
32 Bestuursapparaat |
|||||
1 |
Openstellen vacature en benoemen Personeel |
Burgemeester en wethouders |
De directeur-gemeentesecretaris |
De uitoefening van dit mandaat geschiedt overeenkomstig de sollicitatiecode |
Dit mandaat vloeit voort uit de sollicitatiecode |
2 |
Het laten opmaken, het ondertekenen en laten verzenden van akten en stukken voor het aanstellen en ontslaan van personeel na besluitvormig door of namens burgemeester en wethouders |
Burgemeester en wethouders |
De directeur-gemeentesecretaris |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de directeur-gemeentesecretaris. |
3 |
Verandering aanstellingsomvang |
Burgemeester en wethouders |
De directeur-gemeentesecretaris |
geen |
Idem. |
4 |
Het geven van opdrachten tot geneeskundig onderzoek bij aanstelling en geneeskundige begeleiding van ambtenaren op grond van CAR-UWO |
Burgemeester en wethouders |
Medewerker P&O |
Dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker P&O |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker P&O. |
5 |
Het toekennen van bezoldiging, die voortvloeit uit een akte van aanstelling of een arbeidsovereenkomst op grond van de CAR-UWO, waaronder begrepen arbeidsongeschiktheid |
Burgemeester en wethouders |
Medewerker P&O |
Dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker P&O |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker P&O. |
6 |
Het toekennen van waarnemingstoelagen op grond van de CAR-UWO, die voortvloeit uit een daartoe verstrekte opdracht van of namens burgemeester en wethouders |
Burgemeester en wethouders |
Medewerker P&O |
Dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker P&O |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker P&O. |
7 |
Het toekennen van overwerkvergoedingen op grond van de CAR-UWO |
Burgemeester en wethouders |
Medewerker P&O |
Dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker P&O. De uitoefening van dit mandaat heeft plaats met instemming van de gemeentesecretaris. |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker P&O. |
8 |
Het toekennen van toeslagen voor onregelmatige diensten op grond van de CAR-UWO |
Burgemeester en wethouders |
Medewerker P&O |
Dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker P&O |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker P&O. |
9 |
Het toekennen van jubileumgratificaties op grond van de CAR-UWO |
Burgemeester en wethouders |
Medewerker P&O |
Dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker P&O |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker P&O. |
10 |
Het toekennen van eindejaarsuitkeringen op grond van de CAR-UWO |
Burgemeester en wethouders |
Medewerker P&O |
Dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker P&O. De uitoefening van dit mandaat heeft plaats met instemming van de gemeentesecretaris. |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker P&O. |
11 |
Het toekennen van een vergoeding voor de vermindering van het aantal verlofdagen dan wel het vermeerderen van het aantal verlofdagen tegen inhouding van een vergoeding op grond van de CAR-UWO |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd. |
12 |
Het toekennen van een vermindering van de arbeidsduur van senioren op grond van de CAR-UWO |
Burgemeester en wethouders |
Medewerker P&O |
Dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker P&O |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker P&O. |
13 |
Het toekennen van een uitkering op grond van de gemeentelijke regeling flexibel pensioen en uittreden (de FPU-regeling) |
Burgemeester en wethouders |
De directeur-gemeentesecretaris |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de directeur-gemeentesecretaris. |
14 |
Het toekennen van buitengewoon verlof op grond van de CAR-UWO |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig |
15 |
Het toekennen van ouderschapsverlof op grond van de CAR-UWO |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig. |
16 |
Het toekennen van zwangerschap- en bevallingsverlof op grond van de CAR-UWO |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig. |
17 |
Het nemen van maatregelen of voorzieningen in het belang van het herstel van ambtenaren en overige medewerkers |
Burgemeester en wethouders |
De directeur-gemeentesecretaris |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de directeur-gemeentesecretaris. |
18 |
Het toekennen van vergoedingen voor ziektekosten op grond van de CAR-UWO |
Burgemeester en wethouders |
Medewerker P&O |
Dit mandaat beperkt zich tot de taken en functies van de medewerker P&O |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker P&O. |
19 |
Het toekennen van een vergoeding voor verplaatsingskosten en/of verhuiskosten op grond van de CAR-UWO |
Burgemeester en wethouders |
De directeur-gemeentesecretaris |
geen |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de directeur-gemeentesecretaris. |
20 |
Het vaststellen van de tijdstippen van vakantieverlof |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de directeur-gemeentesecretaris. |
21 |
Het vaststellen van persoonlijk ontwikkelingsplannen als bedoeld in hoofdstuk 17 van de CAR-UWO |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig. |
22 |
Opdracht tot waarneming andere betrekking |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Idem |
23 |
Vaststellen bestedingsdoelen Fonds decentrale arbeidsvoorwaarden |
Burgemeester en wethouders |
De directeur-gemeentesecretaris |
geen |
Idem |
24 |
Toekennen/wijzigen/intrekken persoonlijke toelage na bereiken maximum functionele schaal |
Burgemeester en wethouders |
De directeur-gemeentesecretaris |
geen |
Idem |
25 |
Vaststellen andere omvang feitelijke arbeidsduur |
Burgemeester en wethouders |
De directeur-gemeentesecretaris |
geen |
Idem |
26 |
Verlenen gespaarde verloftegoed |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig. |
27 |
Verlagen bezoldiging/eindejaarsuitkering |
Burgemeester en wethouders |
De directeur-gemeentesecretaris |
geen |
In kader uitwisselen arbeidsvoorwaarden op verzoek van ambtenaar. |
28 |
Toekennen verzoek overschrijden arbeidsduur |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd. |
29 |
Toekennen zorgverlof |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd. |
30 |
Toekennen levensloopverlof en opname levenslooptegoed |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd. |
31 |
Verlenen ontslag op eigen verzoek of bereiken pensioengerechtigde leeftijd |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd. |
32 |
Verlenen ontslag wegens reorganisatie/arbeidsongeschiktheid/onvoldoende meewerken aan reïntegratie/onbekwaamheid of ongeschiktheid/FPU/andere gronden |
Burgemeester en wethouders |
De directeur-gemeentesecretaris |
geen |
Het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de directeur-gemeentesecretaris. |
33 |
Aangaan/vaststellen vaststellingsovereenkomst |
Burgemeester en wethouders |
De directeur-gemeentesecretaris |
geen |
Het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de directeur-gemeentesecretaris. |
34 |
(ontslagverlening na) schorsing |
Burgemeester en wethouders |
De directeur-gemeentesecretaris |
geen |
Het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de directeur-gemeentesecretaris. |
35 |
Toestemming persoonlijk gebruik goederen of diensten |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd. |
36 |
Toestemming aannemen geschenken en gelden |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd. |
37 |
Toestemming gebruik eigen motorrijtuig |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd. |
38 |
Toekennen verzoek schadevergoeding motorvoertuig/kleding |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd. |
39 |
Toekennen reis- en verblijfkosten |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Dit mandaat betreft beslissingen die regelmatig voorkomen; het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd. |
40 |
Toekennen extra verlof/gratificatie |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd. |
41 |
Opleggen verplichting tot het volgen van een opleiding |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het personeel van zijn afdeling |
Het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd. |
42 |
Toepassen disciplinaire straffen |
Burgemeester en wethouders |
De directeur-gemeentesecretaris |
geen |
Het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de directeur-gemeentesecretaris. |
43 |
Opdragen andere betrekking in dienstbelang/andere werkzaamheden buitengewone omstandigheden |
Burgemeester en wethouders |
De directeur-gemeentesecretaris |
geen |
Het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de directeur-gemeentesecretaris. |
44 |
Melding financiële belangen/toestemming nevenactiviteiten |
Burgemeester en wethouders |
De directeur-gemeentesecretaris |
geen |
Het zijn handelingen, die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van de gemeente; de uitoefening van deze bevoegdheid door het college is ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de directeur-gemeentesecretaris. |
33 Roerende en onroerende zaken |
|||||
1 |
Het besluiten tot het aangaan van tijdelijke huurovereenkomsten met het oogmerk het wederrechtelijke in bezit nemen van onroerende zaken (kraken) te voorkomen |
Burgemeester en wethouders |
Verantwoordelijk portefeuillehouder |
geen |
Deze handelingen vergen vaak spoed; deze handelingen hebben bestuurlijk belang; in dit kader past een mandaat aan de verantwoordelijk portefeuillehouder. |
2 |
Het jaarlijks vaststellen van het gebruiksschema voor het evenemententerrein Middendorp te Bennebroek |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd publiekszaken |
geen |
Dit betreft een beheershandeling zonder beleidsinhoud; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd publiekszaken. |
34 Verzekeringen |
|||||
1 |
Het vertrekken van opgaven met betrekking tot feiten en omstandigheden, die van belang zijn voor het uitvoeren van door de gemeente gesloten verzekeringen, waaronder begrepen opgave ter verzekering van nieuwe objecten dan wel verkoop van of wijzigingen in bestaande verzekerde objecten |
Burgemeester en wethouders |
Het afdelingshoofd financiën en facilitaire zaken en de vakspecialist verzekeringen FFZ |
geen |
Dit mandaat betreft administratieve handelingen gericht op het verzekeren van gemeentelijke belangen; deze handelingen komen bij regelmaat voor en vergen spoed; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd financiën en facilitaire zaken en de vakspecialist verzekeringen van die afdeling. |
35 Omgevingsvergunning |
|||||
1 |
Onverwijld zenden bewijs van ontvangst |
B&W |
Medewerker DIV |
Artikel 3.1, lid 2, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die zeer regelmatig voorkomen; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker DIV. |
2 |
Zo snel mogelijk zenden bericht van ontvangst |
B&W |
Medewerker in de rol van coördinator* (*zie bijlage) |
Artikel 3.1, lid 3, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die zeer regelmatig voorkomen; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker in de rol van coördinator. |
3 |
Onverwijld kennis geven van aanvraag als bedoeld in artikel 3.8 Wabo |
B&W |
Medewerker team communicatie |
Artikel 3.8 Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die zeer regelmatig voorkomen; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker team communicatie. |
4 |
Verlengen beslistermijn |
B&W |
Medewerker in de rol van coördinator |
Artikel 3.9, lid 2, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die met enige regelmaat voorkomen; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig (indien niet tijdig wordt besloten, bestaat de vergunning van rechtswege); in dit kader past een mandaat aan de medewerker in de rol van coördinator. |
5 |
Mededelen van het verlengen beslistermijn |
B&W |
Medewerker in de rol van coördinator |
Artikel 3.9, lid 2, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die met enige regelmaat voorkomen; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig (indien niet tijdig wordt besloten, bestaat de vergunning van rechtswege); in dit kader past een mandaat aan de medewerker in de rol van coördinator. |
6 |
Aanhouden beslissing |
B&W |
Medewerker in de rol van coördinator |
Artikel 3.4, lid 1, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die met enige regelmaat voorkomen; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig (indien niet tijdig wordt besloten, bestaat de vergunning van rechtswege); in dit kader past een mandaat aan de medewerker in de rol van coördinator. |
7 |
Mededeling aanhouden beslissing aan de aanvrager |
B&W |
Medewerker in de rol van coördinator |
Artikel 3.6, lid 1, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die met enige regelmaat voorkomen; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig (indien niet tijdig wordt besloten, bestaat de vergunning van rechtswege); in dit kader past een mandaat aan de medewerker in de rol van coördinator. |
8 |
Verstrekken advies namens B&W |
GS of B&W van andere gemeente |
Afdelingshoofd van die afdeling waar advies aan gevraagd wordt |
Artikel 6.1, lid 1, Bor |
Dit mandaat betreft handelingen die met enige regelmaat voorkomen; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd. |
9 |
Inwinnen advies inzake welstand |
B&W |
Medewerker BWT |
Artikel 6.2, lid 1, Bor |
Dit mandaat betreft handelingen die zeer regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvorming; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker BWT. |
10 |
Inwinnen advies bij Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap |
B&W |
Medewerker BWT |
Artikel 2.1, lid 1, onder f, Wabo jo. Artikel 6.4, lid 1, onder a, Bor |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvorming; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker BWT. |
11 |
Inwinnen van verklaring van geen bedenkingen in geval van afwijken van bestemmingsplan of beheersverordening |
B&W |
Medewerker RO |
Artikel 2.12, lid , onder a, onder 3°, Wabo jo. Artikel 6.5, lid 1, Bor |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvormig; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker RO. |
12 |
Inwinnen van verklaring van geen bedenkingen bij GS op grond van Natuurbeschermingswet 1998 |
B&W |
Medewerker in de rol van coördinator |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvorming; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker in de rol van coördinator. |
|
13 |
Inwinnen van verklaring van geen bedenkingen bij LNV op grond van Flora- en Faunawet |
B&W |
Medewerker in de rol van coördinator |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvorming; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker in de rol van coördinator. |
|
14 |
Inwinnen van verklaring van geen bedenkingen bij andere bestuursorganen |
B&W |
Medewerker in de rol van coördinator |
Artikelen 6.6 – 6.9, Bor |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvorming; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker in de rol van coördinator. |
15 |
Mededelen van beschikking (publiceren) |
B&W |
Medewerker team communicatie |
Artikel 3.9, lid 1, onder a, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die zeer regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvorming; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker team communicatie. |
16 |
Verzenden afschrift beschikking |
B&W |
Medewerker in de rol van coördinator |
Artikel 3.9, lid 1, onder b, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die zeer regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvorming; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker in de rol van coördinator. |
17 |
Onverwijld bekendmaken verlening omgevingsvergunning van rechtswege |
B&W |
Medewerker in de rol van coördinator |
Artikel 3.9, lid 4, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die zeer regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvorming; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker in de rol van coördinator. |
18 |
Verzenden vergunning van rechtswege |
B&W |
Medewerker in de rol van coördinator |
Artikel 3.9, lid 4, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die zeer regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvorming; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan de medewerker in de rol van coördinator. |
19 |
Besluiten dat een van rechtswege verleende omgevingsvergunning onmiddellijk in werking treedt |
B&W |
Afdelingshoofd Bouwen en Wonen |
Artikel 3.9, lid 4, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die spoed vereisen, vanwege de snelle besluitvorming past hier een mandaat aan het afdelingshoofd. |
20 |
Het waarmerken en beschikbaar stellen van ruimtelijke visies, plannen, besluiten etc. als bedoeld in artikel 1.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) |
B&W voor zover bevoegd |
De medewerker team RO. |
Artikel 1.2.1 Bro |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvorming; in dit kader past een mandaat aan de medewerker team RO. |
21 |
Het berichten aan buurgemeenten dat haar ontwerpbestemmingsplan voor kennisgeving is aangenomen |
B&W |
De medewerker team RO. |
Het gaat alleen om die gevallen wanneer het ontwerpbestemmingsplan geen invloed heeft of niet grenst aan onze gemeente: dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvorming; in dit kader past een mandaat aan de medewerker team RO. |
|
22 |
Het ter inzage leggen van een ontwerp van een te nemen besluit met de daarop betrekking hebbende stukken als bedoeld in artikel 3:11, eerste lid, Awb |
B&W en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
Medewerker in de rol van coördinator |
Artikel 3:11, lid 1, Awb |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvorming; het past binnen het bestaande publicatiebeleid; in dit kader past een mandaat aan de medewerker in de rol van coördinator. |
23 |
Het voorafgaand aan de ter inzagelegging kennis geven aan belanghebbenden van het ontwerpbesluit als bedoeld in artikel 3:12, eerste en tweede lid, Awb |
B&W en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
Medewerker team RO en/of team BWT |
Artikel 3:12, lid 1 en lid 2, Awb |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvorming; het past binnen het bestaande publicatiebeleid; in dit kader past een mandaat aan de medewerker team RO en/of team BWT. |
24 |
Het voorafgaand aan de ter inzagelegging toezenden van het ontwerp van een besluit, dat tot een of meer belanghebbenden is gericht, waaronder de aanvrager, als bedoeld in artikel 3:13, eerste en tweede lid, Awb |
B&W en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
Medewerker team RO en/of team BWT |
Artikel 3:13, lid 1 en lid 2, Awb |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvorming; het past binnen het bestaande publicatiebeleid; in dit kader past een mandaat aan de medewerker team RO en/of team BWT. |
25 |
Het toezenden van besluiten aan degenen, die tegen het ontwerp daarvan, zienswijzen hebben ingebracht op grond van de artikelen 3:41 en 3:43 Awb |
B&W en/of de burgemeester ieder voor zover bevoegd |
Medewerker team RO en/of team BWT |
Artikel 3:41 en artikel 3:43 Awb |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvorming; het past binnen het bestaande publicatiebeleid; in dit kader past een mandaat aan de medewerker team RO en/of team BWT. |
26 |
Het toesturen van stukken naar de rechtbank Haarlem, sector bestuursrecht en naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State naar aanleiding van ingesteld (hoger) beroep |
B&W |
Juridische beleidsmedewerker afdeling Bouwen en Wonen |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvorming; in dit kader past een mandaat aan juridische beleidsmedewerker afdeling Bouwen en Wonen. |
|
27 |
Het toesturen van stukken naar de rechtbank Haarlem, sector bestuursrecht en naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State naar aanleiding van ingesteld (hoger) beroep met betrekking tot planschadeverzoeken ex artikel 49 WRO of 6.1 Wro |
B&W |
Juridische beleidsmedewerker afdeling Bouwen en Wonen |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het betreft geen besluitvorming; in dit kader past een mandaat aan juridische beleidsmedewerker afdeling Bouwen en Wonen. |
|
28 |
Het meedelen, dat geen omgevingsvergunning is vereist voor het slopen van bouwmaterialen als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening |
B&W |
Afdelingshoofd Bouwen en Wonen |
Artikel 8.2.1 van de Bouwverordening |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
29 |
Het meedelen, dat op grond van artikel 2 van Bijlage II Bor, waarop een aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft, voor bouwactiviteiten en planologische gebruiksactiviteiten geen omgevingsvergunning is vereist |
B&W |
Medewerker in de rol van coördinator |
Artikel 2 van Bijlage II Bor |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
30 |
Het meedelen, dat op grond van artikel 3 van Bijlage II Bor, waarop een aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft, voor bouwactiviteiten geen omgevingsvergunning is vereist |
B&W |
Medewerker in de rol van coördinator |
Artikel 3 van Bijlage II Bor |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
31 |
Het opleggen van een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:32 Awb als vastgesteld is, dat op een perceel zonder de daarvoor vereiste omgevingsvergunning activiteiten worden verricht en een bevel tot het staken en gestaakt houden daarvan niet tot resultaat hebben geleid |
B&W |
Afdelingshoofd Bouwen en Wonen |
Artikel 5:32 Awb |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het doel illegale sloop-, bouw- en/of aanlegwerkzaamheden (activiteiten) gestaakt te houden. Dit mandaat betreft handelingen, die spoed vereisen; het college is niet altijd in staat tot direct tot besluitvorming over te gaan; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen; wel dient deze handeling altijd gemeld te worden aan B&W. |
32 |
Het zo nodig reageren op de kennisgeving inzake handelsreclame als bedoeld in artikel 4.15, lid 3, sub b, APV |
B&W |
Afdelingshoofd Bouwen en Wonen |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; de vereiste snelheid maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
|
33 |
Op verzoek aanvrager omgevingsvergunning gedeeltelijk verlenen |
B&W |
Afdelingshoofd van die afdeling waar activiteit van vergunning onder valt |
Artikel 2.21 Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
34 |
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
B&W |
Afdelingshoofd van die afdeling waar activiteit van vergunning onder valt |
Artikel 2.31, lid 1, onder c, Wabo |
De uitoefening van dit mandaat beperkt zich tot het doel ernstige nadelige gevolgen van de rechtswege verleende omgevingsvergunning voor de fysieke leefomgeving te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Dit mandaat betreft handelingen, die spoed vereisen; het college is niet altijd in staat direct tot besluitvorming over te gaan; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
35 |
Het besluiten op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouwen van een bouwwerk |
B&W |
Afdelingshoofd Bouwen en Wonen |
Artikel 2.1, lid 1, onder a, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
36 |
Het besluiten op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor uitvoeren van werk of werkzaamheden (aanlegvergunning) |
B&W |
Afdelingshoofd Bouwen en Wonen |
Artikel 2.1, lid 1, onder b, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
37 |
Het besluiten op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor binnenplans afwijken van bestemmingsplan, inpassingplan of beheersverordening |
B&W |
Afdelingshoofd Bouwen en Wonen |
Artikel 2.1, lid 1, onder c, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen, mits conform het beleid. |
38 |
Het concipiëren van een ontwerpbesluit en het besluiten op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor brandveilig gebruik |
B&W |
Afdelingshoofd Bouwen en Wonen |
Artikel 2.1, lid 1, onder d, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen en waaraan een advies van de brandweer ten grondslag ligt; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen, mits conform het advies wordt besloten. |
39 |
Het besluiten op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor slopen bouwwerk op grond van bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit |
B&W |
Afdelingshoofd Bouwen en Wonen |
Artikel 2.1, lid 1, onder g, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die met enige regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
40 |
Het besluiten op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor sloopvergunning (ex bouwverordening) |
B&W |
Afdelingshoofd Bouwen en Wonen |
Artikel 2.2, lid 1, onder a, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die regelmatig voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
41 |
Het besluiten op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor aanleggen of veranderen weg |
B&W |
Afdelingshoofd Publiekszaken |
Artikel 2.2, lid 1, onder d, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die met enige regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Publiekszaken. |
42 |
Het besluiten op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor uitwegen |
B&W |
Afdelingshoofd Publiekszaken |
Artikel 2.2, lid 1, onder e, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die met enige regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Publiekszaken. |
43 |
Het besluiten op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor kappen van boom of vellen houtopstand en het daaraan verbinden van voorschriften |
B&W |
Afdelingshoofd Publiekszaken |
Artikel 2.2, lid 1, onder g, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die met enige regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Publiekszaken. |
44 |
Het besluiten op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor voeren handelsreclame |
B&W |
Afdelingshoofd Bouwen en Wonen |
Artikel 2.2, lid 1, onder h, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die met enige regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
45 |
Het besluiten op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor wijzigen gevelkleur |
B&W |
Portefeuillehouder ruimtelijke ordening |
Artikel 2.2, lid 2, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die met enige regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd Bouwen en Wonen. |
46 |
Het besluiten op een aanvraag om een meervoudige reguliere omgevingsvergunning en incidenteel geïntegreerde besluiten (aanhakers) |
B&W |
Het afdelingshoofd van de hoofdactiviteit* |
Hoofdstukken 2 en 3, Wabo |
Dit mandaat betreft handelingen die met enige regelmaat voorkomen; het aantal handelingen maakt het uitoefenen van deze bevoegdheden door het college ondoelmatig en klantonvriendelijk; in dit kader past een mandaat aan het afdelingshoofd van de hoofdactiviteit. |
47 |
Het besluit op een aanvraag om een meervoudige omgevingsvergunning, waarop afdeling 3.4 Awb van toepassing is en waarbij meerdere portefeuillehouders zijn betrokken |
B&W |
Het afdelingshoofd van de hoofdactiviteit* |
Hoofdstukken 2 en 3, Wabo |
Dit mandaat is alleen van toepassing als er geen zienswijzen tegen het ontwerpbesluit zijn ingediend. Op het moment dat er zienswijzen zijn ingediend is het college bevoegd om te besluiten en de nota van beantwoording zienswijzen vast te stellen. |
48 |
Het besluit op een aanvraag om een meervoudige omgevingsvergunning waarop afdeling 3.4 van de Awb van toepassing is, waarbij een portefeuillehouder betrokken is |
B&W |
Het afdelingshoofd van de hoofdactiviteit* |
Hoofdstukken 2 en 3, Wabo |
Dit mandaat is alleen van toepassing als er geen zienswijzen tegen het ontwerpbesluit zijn ingediend. Op het moment dat er zienswijzen zijn ingediend is het college bevoegd om te besluiten en de nota van beantwoording zienswijzen vast te stellen. |
49 |
Het vaststellen van een ontwerpbesluit op een aanvraag om een meervoudige omgevingsvergunning waarop afdeling 3.4 van de Awb van toepassing is en waarbij incidenteel geïntegreerde besluiten (aanhakers) betrokken zijn en waarbij meerdere portefeuillehouders betrokken zijn |
B&W |
Het afdelingshoofd van de hoofdactiviteit* |
Hoofdstukken 2 en 3, Wabo |
Dit mandaat betreft alleen ontwerpbesluiten waarover het college al een principebesluit heeft genomen of die voldoen aan de Nota ruimtelijke beoordeling. Als de ingediende aanvraag voldoet aan de door het college vastgestelde kaders of onze Nota ruimtelijke beoordeling betreft het ontwerpbesluit een uitvoeringshandeling van het collegebesluit. Het is doelmatiger om hier het mandaat aan het afdelingshoofd te geven. |
50 |
Het vaststellen van een ontwerpbesluit op een aanvraag om een meervoudige omgevingsvergunning waarop afdeling 3.4 van de Awb van toepassing is, waarbij een portefeuillehouder betrokken is |
B&W |
Het afdelingshoofd van de hoofdactiviteit* |
Hoofdstukken 2 en 3, Wabo |
Dit mandaat betreft alleen ontwerpbesluiten waarover het college al een principebesluit heeft genomen. Als de ingediende aanvraag voldoet aan de door het college vastgestelde kaders betreft het ontwerpbesluit een uitvoeringshandeling van het collegebesluit. Het is doelmatiger om hier het mandaat aan het afdelingshoofd te geven. |
Ondertekening
Bijlage Toelichting begrippen mandaat
- -
Lokale beheerder: beheerder van de accounts, inregelgegevens en toebedelen aanvraag aan coördinator.
- -
Coördinator: de behandelaar die de behandeling van de aanvraag coördineert.
- -
Behandelaar: degene die de aanvraag beoordeelt.
- -
Adviseur: wettelijk adviseur die advies geeft op een bepaald onderdeel van de aanvraag.
- -
Baliemedewerker: de medewerker die de aanvrager ondersteunt bij het indienen van een aanvraag via het Omgevingsloket online (OLO).
(Deze rollen zijn afkomstig uit het Omgevingsloket online (OLO).)
In de Wabo staat een project centraal. Een project bestaat uit één of meer vergunningplichtige activiteiten. In artikel 1.1 van de Wabo is bepaald dat een activiteit is: activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid of artikel 2.2 van de Wabo. Een omgevingsvergunning kan betrekking hebben op een project dat bestaat uit meerdere activiteiten, zoals het slopen van een bouwwerk, het bouwen van een nieuw bouwwerk en het kappen van een boom. Wanneer een project uit meerdere activiteiten bestaat, kan het voorkomen dat deze activiteiten vallen onder meerdere portefeuilles. Er is echter sprake van maar één omgevingsvergunning. In het mandaatbesluit is daarom gekozen om een dergelijke meervoudige omgevingsvergunning te mandateren aan de portefeuillehouder van de hoofdactiviteit. De activiteit die het zwaartepunt van het project vormt, dient te worden aangemerkt als hoofdactiviteit. In de meeste gevallen zal dit de bouwactiviteit zijn.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl