Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening Bloemendaal 2009

Geldend van 01-01-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening Bloemendaal 2009

Nr. 2009035929

De raad van de gemeente Bloemendaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2009;

gelet op artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

gezien het advies van de commissie Samenleving;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende:

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening Bloemendaal 2009

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

  • 2. Besluit: het besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

  • 3. De antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

  • 4. Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet;

  • 5. Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit;

  • 6. Klager: klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit;

  • 7. Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.;

  • 8. College: burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Zorgplicht college burgemeester en wethouders

Het college biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.

  • a.

    De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

  • b.

    De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

    • -

      per post

    • -

      per e-mail

    • -

      telefonisch

    • -

      op een door de gemeente beschikbaar gestelde locatie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt in ieder geval:

  • a.

    de afdoeningstermijn van klachten;

  • b.

    de wijze van afdoening van klachten;

  • c.

    de registratie van klachten.

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

  • 1. Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in te dienen bij een door het college aan te wijzen regionale antidiscriminatievoorziening;

  • 2. De gemeente zorgt voor minimaal één locatie waar een klacht kan worden gemeld en de verwijzing naar de regionale antidiscriminatievoorziening plaats zal vinden;

  • 3. Het college draagt zorg voor de deskundigheid van de medewerkers die deze meldingen op adequate manier opnemen en doorverwijzen;

  • 4. Klager wordt door de medewerkers doorgeleid naar de antidiscriminatievoorziening.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening Bloemendaal 2009.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Bloemendaal,
gehouden op 17 december 2009.
R.Th. M. Nederveen , voorzitter
K.A. van der Pas , griffier
Gepubliceerd in het Weekblad Kennemerland Zuid d.d. 24 december 2009.
In werking: 1 januari 2010.

Toelichting

Algemeen

Artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. Zie ook de toelichting bij artikel 2 van deze verordening.

In artikel 2, tweede lid, van de wet wordt opgedragen dat de gemeenteraad met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet bij verordening regels vast stelt omtrent de inrichting van de antidiscriminatievoorziening, bedoeld in artikel 1, en de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder a. De wet is nader ingevuld in een Algemene Maatregel van bestuur, vastgesteld op 16 september 2009: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Nu veel van de nadere invulling die de wet behoeft, is geregeld in het besluit, kan de verordening beknopt blijven.

De Handreiking Iedereen = Gelijk: lokale aanpak discriminatie zal als ondersteuning dienen bij de uitvoering van de Algemene Maatregel van bestuur en de verordening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

Artikel 2

Zoals in het algemene deel van deze toelichting al aangegeven, is deze zorgplicht opgenomen in artikel 1 van de wet. In wetstechnische zin is het dan ook niet noodzakelijk deze hier te herhalen. Er is voor gekozen dat wel te doen, nu deze zorgplicht zozeer de kern van deze regelgeving uitmaakt, dat het opnemen ervan sterk bijdraagt aan de begrijpelijkheid van deze verordening.

Artikel 3

Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: ‘Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd’. Ook op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien. Er is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimten te geven voor maatwerk.

De antidiscriminatievoorziening dient aan te geven of ze beschikt over een opleidingsprotocol waar klachtbehandelaars gebruik van kunnen maken. Ook moet worden aangegeven hoe vaak van behandelaars wordt verwacht aan een opleiding deel te nemen. Het landelijk expertisebureau kan de opleidingen en cursussen verzorgen.

De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet-fysiek kan melden. De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden, betekent tevens dat een burger redelijkerwijs op de hoogte kan zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. De gemeente draagt zorg voor de aanwezigheid van een locatie. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een bestaande balie (zie ook de toelichting bij artikel 5). Uiteraard kan ook worden afgesproken dat de antidiscriminatievoorziening op locatie aanwezig is, zodat klachten direct bij de voorziening kunnen worden ingediend.

Onder niet-fysiek wordt verstaan dat de mogelijkheid bestaat voor de burger via sms, telefoon (0900 landelijk en 0900 ADV), brief of e-mail de klacht te melden of in te dienen. Ook hier geldt dat op de gemeente een zorgplicht rust ervoor zorg te dragen dat burgers kennis kunnen nemen van deze mogelijkheden.

Artikel 4

Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: ‘De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten’. Daarbij is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.

Artikel 5

De wet vermeldt dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgers moet bevinden. De memorie van toelichting geeft aan dat het gemeenten vrij staat daar op een praktische wijze invulling aan te geven. De voorziening hoeft dan ook niet in de gemeente zelf aanwezig te zijn. Een gemeente kan zich bijvoorbeeld aansluiten bij een (bestaande) regionale voorziening. Voor de nodige laagdrempeligheid kan worden gezorgd door een doorverwijsfunctie of meldpunt te creëren bij bestaande gemeentelijke voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een loket burgerzaken, slachtofferhulp of Wmo-loket.

Een gemeente kan er ook voor kiezen deze toegang een meer inhoudelijk karakter te geven door een eigen frontoffice in te richten. Daarbij moet het voor klagers ondubbelzinnig duidelijk zijn dat een gemeentelijk loket een luisterend oor en de nodige deskundigheid kan bieden, maar dat het zijn taak is om de klager door te geleiden naar de antidiscriminatievoorziening. In de wet is uitdrukkelijk aangegeven dat de antidiscriminatievoorziening onafhankelijk is en op geen enkele wijze onder het gezag van de (gemeentelijke) overheid kan vallen. Het gemeentelijk loket kan dan ook op geen enkele manier in de plaats treden van de antidiscriminatievoorziening.

Vereisten voor de frontoffice zijn:

  • Ø

    Een loket gefaciliteerd door de gemeente dan wel een gemeenteloket waar klager een klacht kan melden, luisterend oor kan vinden en professioneel kan worden doorverwezen naar de antidiscriminatievoorziening.

  • Ø

    Loketmedewerker dient inzicht te hebben inde materie.

  • Ø

    Positie als doorgeefluik moet helder zijn.

Vereisen voor de backoffice:

ØDeze worden opgenomen in de subsidieregeling tussen gemeente en antidiscriminatievoorziening.

Strikt juridisch is het niet noodzakelijk met een front- en backoffice te werken.

Artikelen 6 en 7:

behoeven geen nadere toelichting.