Regeling vervallen per 01-01-2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaalgelet op artikel 15:1:22 en artikel 18:1:10 Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO);gelet op het gestelde in artikel 160 Gemeentewet;gehoord de commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg;besluit:tot vaststelling van de navolgende Regeling reis- en verblijfskosten gemeente Bloemendaal 2009

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2009

Intitulé

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaalgelet op artikel 15:1:22 en artikel 18:1:10 Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO);gelet op het gestelde in artikel 160 Gemeentewet;gehoord de commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg;besluit:tot vaststelling van de navolgende Regeling reis- en verblijfskosten gemeente Bloemendaal 2009

Regeling reis- en verblijfskosten gemeente Bloemendaal 2009

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

1.Medewerker

De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO.

2.Dienstreis

Een naar het oordeel van de leidinggevende noodzakelijke verplaatsing van een medewerker tot het verrichten van een dienst buiten de plaats van tewerkstelling, evenals het hiermede verband houdende verblijf buiten deze plaats.

3.Plaats van tewerkstelling

Het gebouw, gebouwencomplex of terrein waar, of van waaruit de medewerker naar het oordeel van het college gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.

4.Standplaats

Gemeente Bloemendaal of het met name bekende afzonderlijk liggend deel van gemeente Bloemendaal, waar de plaats van tewerkstelling van de medewerker is gelegen.

5.Voertuig

Vervoersmiddel waarover de medewerker beschikt.

Artikel 2 Algemene bepalingen

  • 1. De medewerker heeft voor het maken van een dienstreis en voor een vergoeding van verblijfskosten voorafgaande toestemming nodig van het afdelingshoofd.

  • 2. De dienstreizen dienen in de regel met openbare vervoermiddelen te worden gemaakt, tenzij anders is bepaald door het afdelingshoofd.

  • 3. Indien de dienstreis naar het oordeel van het afdelingshoofd niet of niet op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden gemaakt, kan het afdelingshoofd aan de medewerker toestemming verlenen voor de dienstreis gebruik te maken van een eigen voertuig.

    Er is sprake van niet of niet op doelmatige wijze per openbaar vervoer kunnen reizen indien een of meer van de volgende omstandigheden zich voordoen:

    • a.

      er rijdt geen openbaar vervoer naar de plaats waar de werkzaamheden worden verricht;

    • b.

      indien er sprake is van een aanzienlijk langere reistijd, ter beoordeling van het afdelingshoofd;

    • c.

      er moet niet draagbare of zeer kostbare apparatuur worden gevoerd;

    • d.

      de bedrijfsarts is van oordeel dat om medische redenen geen gebruik mag worden gemaakt van het openbaar vervoer;

    • e.

      er moeten verschillende adressen op dezelfde dag worden bezocht die niet in elkaars nabijheid liggen;

    • f.

      een zwaarwegend dienstbelang sluit het gebruik van openbaar vervoer uit.

Artikel 3 Reiskosten dienstreis

  • 1. Onder noodzakelijke reiskosten in het belang van gemeente Bloemendaal wordt verstaan, kosten gemaakt:

    • a.

      in de lijn van de normale uitoefening van de functie;

    • b.

      in het kader van het werken buiten de standplaats;

    • c.

      indien er sprake is van een aanzienlijk langere reistijd, dit ter beoordeling aan het afdelingshoofd;

    • d.

      in het kader van training, vorming of opleiding geheel of gedeeltelijk voor rekening van gemeente Bloemendaal;

    • e.

      in het kader van een sollicitatie bij gemeente Bloemendaal.

  • 2. Reiskosten voor woon-/werkverkeer worden niet aangemerkt als kosten in belang van gemeente Bloemendaal.

    Voor de reiskosten woon-werkverkeer wordt verwezen naar “de Regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer gemeente Bloemendaal 2009” .

  • 3. Boetes als gevolg van verkeersovertredingen worden niet vergoed.

Artikel 4 Afstand

  • 1. Tenzij een andere opdracht is gegeven, behoort een dienstreis via de snelste route volgens de ANWB-routeplanner te worden afgelegd.

  • 2. De plaats van tewerkstelling wordt door het afdelingshoofd als begin- en eindpunt aangemerkt. Het aantal kilometers wordt naar boven afgerond tot het naast hogere gehele getal.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan de woning van de medewerker of een andere plaats als beginpunt respectievelijk eindpunt van de dienstreis worden aangemerkt, tenzij op de heenreis onderscheidenlijk de terugreis de plaats van tewerkstelling wordt bezocht.

  • 4. De afstand van de dienstreis wordt berekend met de ANWB-routeplanner (snelste route).

Artikel 5 Vergoeding reiskosten

  • 1. De vergoeding van de reiskosten met een openbaar vervoer middel vindt plaats op grond van de daadwerkelijk gemaakte kosten (op basis van plaatsbewijzen en/of betalingsbewijzen) voor een plaats in de tweede klasse inclusief treintaxi, aangevuld met de eventuele stallingkosten van het vervoermiddel waarmee naar de (dichtstbijzijnde) opstapplaats is gereisd, tenzij anders bepaald door het afdelingshoofd.

  • 2. Indien het afdelingshoofd vooraf toestemming heeft verleend voor het gebruik van een eigen voertuig krijgt de medewerker een kilometervergoeding overeenkomstig het bedrag zoals opgenomen in de bijlage.

  • 3. Alinea Indien een dienstreis met het openbaar vervoer gemaakt moet worden en de medewerker gebruikt toch zijn eigen voertuig, dan wordt hem een reiskostenvergoeding toegekend conform het bedragzoals opgenomen in de bijlage.

  • 4. Boven de vergoeding als bedoeld in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel, wordt aan de medewerker op basis van betalingsbewijzen, parkeerkosten, bruggelden en stallingkosten, vergoed.. Deze vergoedingen worden aangemerkt als belastbare vergoedingen. De gedeclareerde kosten worden gebruteerd zodat de werkelijk betaalde kosten netto worden uitbetaald.

Artikel 6 Verblijfskosten

Onder noodzakelijke verblijfskosten in het belang van gemeente Bloemendaal worden verstaan, kosten gemaakt:

  • a.

    in de lijn van de normale uitoefening van de functie;

  • b.

    in verband met een dienstreis;

  • c.

    in het kader van overwerk;

  • d.

    in het kader van training, vorming of opleiding geheel of gedeeltelijk voor rekening van gemeente Bloemendaal, met uitzondering van die kosten die gewoonlijk ook worden gemaakt;

Artikel 7 Vergoeding verblijfskosten

  • 1. Verblijfskosten worden na voorafgaande toestemming van het afdelingshoofd, vergoed met inachtneming van het tweede lid van dit artikel.

  • 2. De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden en logies en voor kleine uitgaven overdag en 's avonds worden vergoed op basis en met toepassing van de bedragen als opgenomen in de bijlage van deze regeling.

Artikel 8 Declaratie

Uitbetaling van reis- en verblijfskosten geschiedt achteraf, op declaratiebasis. Declaraties dienen voorzien te zijn van originele, deugdelijke bewijsstukken (nota’s en/of plaatsbewijzen).

Artikel 9 Termijn

Geen aanspraak op tegemoetkoming in reis- en/of verblijfskosten bestaat indien de declaratie van de in een kalendermaand gemaakte kosten niet uiterlijk voor februari van het daaropvolgende kalenderjaar bij het afdelingshoofd is ingediend.

Artikel 10 Voorbehoud fiscale wijzigingen

Gemeente Bloemendaal behoudt zich het recht voor om in verband met fiscale wijzigingen, de bedragen zoals overeengekomen met een medewerker en de bedragen zoals zijn opgenomen in de bijlage bij deze regeling te verlagen naar het fiscaal onbelast toegestane maximum.

Artikel 11 Aansprakelijkheid bij schade

Bij schade aan het eigen voertuig tijdens uitoefening van de dienst, als gevolg van eigen verwijtbaar gedrag van de medewerker, is gemeente Bloemendaal niet aansprakelijk te stellen voor die schade.

Artikel 12 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als ”Regeling reis- en verblijfskosten gemeente Bloemendaal 2009”.

  • 2. Deze regeling treedt met ingang van 1 januari 2009 in werking onder gelijktijdige intrekking van de ”Regeling reis- en verblijfskosten gemeente Bennebroek 2007”.en de vigerende uitvoeringsregels met betrekking tot reis- en verblijfskosten van de gemeente Bloemendaal op 31 december 2008.

    Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 3 maart 2009

    de gemeentesecretaris de burgemeester,

    Mr. A.Ph. van der Wees drs. M.J. van Ravesteyn-Kramer

    Gepubliceerd in het Weekblad Kennemerland-Zuid d.d. 12 maart 2009.

    In werking (met terugwerkende kracht): 1 januari 2009.

Toelichting bij artikel 5 Vergoeding reiskosten (peildatum 2005)

Behorend bij artikel 5 lid 1

Reizen met openbaar vervoer:

Vergoeding op grond van de werkelijk gemaakte kosten (overleggen plaatsbewijzen).

Behorend bij artikel 5 lid 2

Reizen met eigen vervoermiddel indien OV niet doelmatig:

Vergoeding van € 0,31 waarvan € 0,19 netto per kilometer.

Behorend bij artikel 5 lid 3 Reizen met eigen vervoermiddel, indien OV wel doelmatig:

Vergoeding van € 0,09 netto per kilometer

Indien bepaalde reiskostenvergoedingen van de medewerker in het kalenderjaar of in een loontijdvak fiscaal bovenmatig zijn, strekken deze reiskostenvergoedingen mede tot vergoeding van reiskosten die de gemeente Bloemendaal nog aanvullend belastingvrij kan vergoeden.

Toelichting bij artikel 7 Vergoeding verblijfskosten

Vergoeding op basis van de fiscaal onbelaste bedragen.

  • -

    voor kleine uitgaven overdag: € 3,98;

  • -

    voor kleine uitgaven 's avonds: € 11,90;

  • -

    voor een lunch: € 12,56;

  • -

    voor een avondmaaltijd: € 19,00;

  • -

    voor logies: € 75,67;

  • -

    voor een ontbijt: € 7,39.