Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR239962
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR239962/1
Regeling vervallen per 01-01-2014
Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten 2013
Geldend van 20-12-2012 t/m 31-12-2013
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten 2013De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;
gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders van 30 oktober 2012;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
besluit
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering vanbrandweerrechten2013
Artikel 1: Belastbaar feit
-
1. Onder de naam ‘brandweerrechten’ worden geheven:
- a.
rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn;
- b.
rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.
- a.
-
2. Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van:
- a.
het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;
- b.
het beperken van brandgevaar;
- c.
het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;
- d.
al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt;
- e.
het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
- f.
de bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet.
- a.
Artikel 2: Belastingplicht
Belastingplichtig is:
- a.
degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a;
- b.
degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b.
Artikel 3: Maatstaf van heffing en tarief
1.De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij
deze verordening behorende tarieventabel.
2.Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in een tarieventabel
genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.
Artikel 4: Belastingjaar
Voorzover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 5: Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsbeslag
1.De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het
belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in
zoverre in afwijking van artikel 3, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten
van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belas-
tingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op
ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor de dat jaar verschuldigde rechten
als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden
overblijven.
Artikel 6: Wijze van heffing
1.De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving
waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending
of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
2.Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voor-
doen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagteken-
de schriftelijke kennisgeving.
Artikel 7: Termijn van betaling
1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten
worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving,
dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de
kennisgeving.
2.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde ter-
mijnen.
Artikel 8: Kwijtschelding
Bij de invordering van brandweerrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9: Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 10: Overgangsrecht
De “Verordening brandweerrechten 2012” van 14 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2013, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 11: Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. In afwijking in zoverre van het in artikel 10 en het voorgaande lid bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de brandweerrechten in die periode plaatsvindt.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.
Artikel 12: Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening brandweerrechten 2013'.
Ondertekening
Tarieventabel 2013 behorende bij de Verordening brandweerrechten 2013
Algemeen
Alle in deze verordening opgenomen tarieven zijn exclusief BTW (21%) indien deze is verschuldigd.
Hoofdstuk 1 Wacht- en controlediensten
1.1 het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:
1.1.1 het verrichten van wacht- en waakdiensten
per personeelslid, per uur € 52,90
1.1.2 het verrichten van controlediensten
per personeelslid, per uur € 52,90
1.2 indien ten behoeve van de in de artikelen genoemde diensten
1.1.1 en 1.1.2 gebruik wordt gemaakt van een gemotoriseerd voertuig
worden voorrijkosten in rekening gebracht van: € 61,05
Hoofdstuk 2 Beschikbaar stellen van brandblusmiddelen
2.1 het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot
het beschikbaar stellen van een:
2.1.1 brandslang per etmaal € 17,80
2.1.2 handbrandblusapparaat per etmaal € 17,80
Hoofdstuk 3 Verrichten van rookproeven
3.1 het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot
het verrichten van een rookproef, per half uur € 26,45
3.2 indien ten behoeve van de in artikel 3.1 genoemde dienst gebruik
wordt gemaakt van een gemotoriseerd voertuig
worden voorrijkosten in rekening gebracht van: € 61,05
Hoofdstuk 4Verrichtingen ten behoeve van de adembescherming
4.1 het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:
4.1.1 het controleren en reinigen van een gelaatstuk, per stuk € 20,35
4.1.2 het vervangen van een ruit of aan aansluitstuk, per stuk € 28,50
4.1.3 het vervangen van een spreekmembraam, per stuk € 12,20
4.1.4 algemene revisie van een gelaatstuk, per stuk € 54,95
4.1.5 inspectie van een gelaatstuk met als gevolg afkeuring € 11,20
4.2 het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:
4.2.1 het controleren en reinigen van een ademluchttoestel, per stuk € 111,90
4.2.2 het vullen van een ademluchtcilinder, per 100 liter € 12,20
4.2.3 algemene reparatie en onderzoek storing ademluchttoestel, per storing € 28,50
4.2.4 het ter beschikking stellen van een compleet ademluchttoestel € 74,25
(ex kosten van reinigen en vullen), per stuk
Hoofdstuk 5 Verrichten van diensten
5.1 voor zover daarvoor niet elders in deze tabel een tarief is opgenomen,
bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
ter beschikking stellen van voertuigen of vaartuigen, exclusief personeel, van:
5.1.1 een tankautospuit met bepakking, per half uur € 91,55
5.1.2 een personeels-/materiaalwagen, per half uur € 56,95
5.1.3 een vaartuig, per half uur € 56,95
5.1.4 een duik- of een waterongevallenvoertuig, per half uur € 56,95
5.1.5 een ander voertuig dan in dit hoofdstuk genoemd, per half uur € 56,95
5.2.1 voor het ter beschikking stellen van personeel ten behoeve van de in
de artikelen 5.1.1 tot en met 5.1.5 genoemde voertuigen wordt het tarief
verhoogd met: € 26,45
per persoon, per half uur
Hoofdstuk 6Overige diensten
6.1 het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:
6.1.1 het geven van een aanvullend advies met betrekking tot een brandmeld-
systeem, per half uur € 26,45
6.1.2 het ter beschikking stellen van een leslokaal, per dagdeel € 52,90
6.1.3 het verrichten van diensten met een motorzaag, per half uur € 38,15
6.1.4 het verrichten van diensten met een lichtaggregaat, per half uur € 38,15
6.1.5 het openen van deuren of ramen, per half uur € 26,45
6.1.6 het dichten van deuren of ramen, per half uur € 26,45
6.1.7 het verwijderen van een antenne, per half uur € 26,45
6.1.8 het bestrijden van wateroverlast, per half uur € 30,50
6.1.9 het reinigen van wegen, terreinen of water en/of het bestrijden van
milieu-incidenten, per brandweervoertuig, per half uur € 81,40
6.1.10 het geven van instructie, per uur € 79,35
6.2 indien ten behoeve van de in de artikelen 6.1.3 tot en met 6.1.9
genoemde diensten meer dan één persoon beschikbaar wordt gesteld,
wordt het tarief verhoogd per persoon, per half uur met: € 26,45
6.3 indien ten behoeve van de in de artikelen 6.1.1, 6.1.3 tot en met
6.1.9 genoemde diensten gebruik wordt gemaakt van een gemotoriseerd
vervoermiddel, worden voorrijkosten in rekening gebracht van: € 56,95
Hoofdstuk 7 Overgangsrecht
De Tarieventabel 2012 behorende bij de Verordening brandweerrechten 2012 van 14 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2013, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan
Hoofdstuk 8 Inwerkingtreding
8.1. Deze tarieventabel treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de
bekendmaking.
8.2 In afwijking in zoverre van het in hoofdstuk 7 en in onderdeel 8.1 bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze tarieventabel ligt na de in 8.3 genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken tarieventabel gelden voor de in de tussen liggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van brandweerrechten in die periode plaatsvindt.
8.3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl