Regeling vervallen per 01-01-2020

Beleidsregels parkeervergunningen

Geldend van 01-07-2016 t/m 31-12-2019

Intitulé

Beleidsregels parkeervergunningen

Burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk;

overwegende, dat de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk in zijn openbare vergadering van 11 december 2013 de Parkeerverordening Bodegraven-Reeuwijk 2013 (hierna: de Verordening) heeft vastgesteld;

dat zij (burgemeester en wethouders) ingevolge artikel 2, tweede lid, van de Verordening, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen kunnen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunningshouders is toegestaan;

dat zij voorts ingevolge artikel 3, vijfde lid, van de Verordening, bij openbaar te maken besluit een maximum aantal uit te geven vergunningen per aangesloten gebied, per categorie en per aanvrager kunnen vaststellen;

gelet op de artikelen 2 en 3 van de Parkeerverordening Bodegraven-Reeuwijk 2013;

besluiten:

  • I.

    vast te stellen de volgende beleidsregels:

    Beleidsregels parkeervergunningen

    Artikel 1. Begripsbepalingen, toepassingsgebied

    • 1.

      Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Parkeerverordening Bodegraven-Reeuwijk 2013.

    • 2.

      In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

      • a.

        aanvrager: de natuurlijke of rechtspersoon die de parkeervergunning aanvraagt;

      • b.

        bewonersvergunning: een parkeervergunning voor degene die bewoner is van een woning gelegen in een gebied waar belanghebbendenparkeerplaatsen aanwezig zijn;

      • c.

        ondernemersvergunning: een parkeervergunning voor een ondernemer of instelling gelegen in een gebied waar belanghebbendenparkeerplaatsen aanwezig zijn;

      • d.

        werknemersvergunning: een parkeervergunning voor degene die werkzaam is bij een ondernemer of instelling in een gebied waar belanghebbendenparkeerplaatsen aanwezig zijn;

      • e.

        inwonersvergunning: een parkeervergunning voor een inwoner van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk die houder en/of beroepsmatig bestuurder is van een motorvoertuig (vrachtauto of autobus) met eventueel aangekoppelde aanhangwagen.

    • 3.

      Deze beleidsregels zijn van toepassing op de door het college op grond van artikel 2, eerste lid, van de Parkeerverordening Bodegraven-Reeuwijk 2013, aangewezen gebieden en weggedeelten bestemd voor het parkeren met een parkeervergunning op plaatsen voor vergunninghouders.

    Artikel 2. Parkeervergunningen

    • 1.

      Algemeen

      • a.

        Bij het verlenen van een vergunning worden de daaraan verbonden voorschriften meegegeven.

      • b.

        Bij wijziging van de omstandigheden van de aanvrager die relevant waren voor de verlening van een parkeervergunning dient de aanvrager dit terstond te melden bij de onder II genoemde organisatie.

      • c.

        Aan de afgifte van een parkeervergunning kunnen beperkingen worden gesteld.

      • d.

        In het gebied voor belanghebbendenparkeren worden de parkeerplaatsen als volgt onderverdeeld:

        • -

          parkeerplaatsen voor het parkeren van personenauto’s, waarvoor het belanghebbendenparkeren van kracht is op werkdagen tussen 7.00 en 17.00 uur;

        • -

          parkeerplaatsen voor het parkeren van vrachtauto’s of autobussen op een afgesloten parkeerterrein of parkeergarage;

        • -

          parkeerplaatsen voor het parkeren van vrachtauto’s en autobussen in de openbare ruimte, welke op werkdagen tussen 6.00 en 19.00 uur fungeren als wachtplaatsen.

      • e.

        Vergunningen worden verleend op volgorde van binnenkomst van aanvragen.

      • f.

        Indien de onderverdeelde maximale aantallen af te geven parkeervergunningen worden overschreden zullen er voor de onderverdeelde parkeerplaatsen wachtlijsten worden aangelegd, dit op volgorde van binnenkomst van aanvragen.

    • 2.

      Bewonersvergunning voor het parkeren van een personenauto (categorie I)

      De vergunning kan worden verleend aan een bewoner indien:

      • -

        hij in de basisregistratie personen als inwoner van het opgegeven adres in het betreffende vergunninghoudersgebied is geregistreerd.

    • 3.

      Ondernemersvergunning voor het parkeren van een personenauto, vrachtauto of autobus (categorie II)

      De vergunning kan worden verleend aan een onderneming of instelling indien:

      • -

        de onderneming of instelling kan aantonen dat deze gevestigd is in het betreffende vergunninghoudersgebied.

    • 4.

      Werknemersvergunning voor het parkeren van een personenauto (categorie III)

      De vergunning kan worden verleend aan een werknemer van een onderneming of instelling indien:

      • -

        hij een werkgeversverklaring van een onderneming of instelling in het betreffende vergunninghoudersgebied of een kopie daarvan overlegt.

    • 5.

      Inwonersvergunning voor het parkeren van een vrachtauto of autobus (categorie IV)

      De vergunning kan worden verleend aan een inwoner indien:

      • -

        hij in de basisregistratie personen als inwoner van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk is geregistreerd en

      • -

        kan aantonen dat hij houder en/of beroepsmatig bestuurder is van een motorvoertuig (vrachtauto of autobus) met eventueel aangekoppelde aanhangwagen en dat het noodzakelijk is dit voertuig in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk te parkeren.

  • II.

    mandaat te verlenen aan Revitalisering Bedrijventerreinen B.V. (REBEMA) voor het verlenen van de in de Beleidsregels parkeervergunningen genoemde parkeervergunningen ;

  • III.

    te bepalen dat dit besluit in werking treedt op 1 juli 2016.

Ondertekening

Bodegraven, 17 mei 2016.
Burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk,
de secretaris, a.i.,
drs. J.G. de Jager
de burgemeester,
mr. C. van der Kamp
Bezwaar
Tegen het onder II beschreven besluit kan binnen zes weken na de dag waarop het besluit is bekendgemaakt bezwaar worden gemaakt bij burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk, Postbus 401, 2410 AK Bodegraven. Een bezwaarschrift moet door u worden ondertekend en moet ten minste uw naam en adres, de dagtekening, een omschrijving van het besluit en de motivering van uw bezwaar bevatten.
Tegen het onder I beschreven besluit kan op grond van het bepaalde in artikel 8:3 van de Algemene wet bestuursrecht geen bezwaar worden gemaakt of beroep worden ingesteld.