EILANDSVERORDENING van de 15e maart 1971 tot regeling van het georganiseerd overleg in ambtenarenzaken

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

EILANDSVERORDENING van de 15e maart 1971 tot regeling van het georganiseerd overleg in ambtenarenzaken

Artikel 1.

  • 1. Er is een eilandelijke commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken.

  • 2. De leden en plaatsvervangende leden van de commissie worden aangewezen door rechtspersoonlijkheid bezittende, binnen de Nederlandse Antillen gevestigde ambtenarenorganisaties.

  • 3. In overleg met bedoelde organisaties en met inachtneming van het aantal harer leden, behorende tot de ambtenaren van het Eilandgebied, bepaalt het Bestuurscollege telkenjare hoeveel leden en plaatsvervangende leden door elke organisatie worden aangewezen.

  • 4. De ingevolge deze verordening in de commissie te voeren besprekingen staan onder leiding van een voorzitter of, bij verhindering van deze, van een plaatsvervangende voorzitter. Beiden worden door het Bestuurscollege benoemd en hebben in de commissie een adviserende stem.

  • 5. De commissie wordt bijgestaan door een secretaris en zonodig, door een of meer adjunct-secretarissen, door het Bestuurscollege, op voordracht van de commissie aangewezen. Zij kunnen tevens lid van de commissie zijn.

  • 6. Bij de behandeling van bepaalde aangelegenheden kunnen op uitnodiging of met toestemming van de voorzitter ook anderen aan de bespreking deelnemen.

Artikel 2.

  • 1. De organisaties, welke van de bevoegdheid tot aanwijzing van leden en plaatsvervangende leden hebben gebruik gemaakt, doen aan het Bestuurscollege mededeling van de door haar aangewezen leden en plaatsvervangende leden.

  • 2. De organisaties, in het vorige lid bedoeld, geven bij de aanvang van elk kalenderjaar aan het Bestuurscollege kennis van het aantal harer leden, behorende tot de ambtenaren van het Eilandgebied

Artikel 3.

Vóórdat het bevoegde gezag de beslissing neemt behandelt de commissie, in bespreking met door het Bestuurscollege daartoe aangewezen vertegenwoordigers, alle aangelegenheden betreffende de rechtstoestand der ambtenaren van het Eilandgebied, waarvan de regeling krachtens de Eilandenregeling Nederlandse Antillen of enige andere landsverordening bij het Eilandgebied berust.

Artikel 4.

  • 1. De commissie behandelt de in artikel 3 bedoelde aangelegenheden welke haar worden voorgelegd, zo spoedig mogelijk nadat zij de daartoe betrekkelijke stukken heeft ontvangen.

  • 2. Het Bestuurscollege wijst voor de behandeling van elke aangelegenheid de ambtenaren aan, die het bevoegde gezag hierbij zullen vertegenwoordigen en doet van deze aanwijzing mededeling aan de voorzitter.

Artikel 5.

De commissie is bevoegd, het Bestuurscollege voorstellen te doen met betrekking tot de in artikel 3 bedoelde aangelegenheden betreffende de rechtstoestand der ambtenaren van het Eilandgebied.

Artikel 6.

  • 1. De commissie vergadert op plaats, dag en uur door de voorzitter te bepalen.

  • 2. De voorzitter is verplicht de commissie bijeen te roepen, indien meer dan de helft der aangewezen leden het verlangen daartoe te kennen geeft.

Artikel 7.

  • 1. Nadat de commissie de haar voorgelegde onderwerpen heeft behandeld, stelt zij haar advies vast hetwelk door de voorzitter - onder terugzending der stukken - schriftelijk ter kennis van het Bestuurscollege wordt gebracht

  • 2. Zij die gevoelens hebben uitgebracht, afwijkende van die der meerderheid, en zich hebben voorbehouden afzonderlijke adviezen over te leggen om te worden gevoegd bij het advies der commissie, zijn verplicht die adviezen, ondertekend, zo tijdig aan de secretaris der commissie ter hand te stellen, dat de inzending van het advies der commissie daardoor generlei vertraging ondergaat.

  • 3. Indien de stemmen over een voorstel staken, wordt hetgeen voor en tegen het voorstel is aangevoerd ter kennis van het Bestuurscollege gebracht.

  • 4. Indien een of meer leden zulks verlangen, wordt in een advies melding gemaakt van de uitgebrachte stemmen met opgave van de aantallen leden, die de organisaties blijkens de in artikel 2 bedoelde kennisgeving onder de ambtenaren van het Eilandgebied hebben.

Artikel 8.

  • 1. Van de, inzake de in de commissie behandelde aangelegenheden, als bedoeld in artikel 3, door het bevoegde gezag genomen beslissing wordt aan de commissie mededeling gedaan.

  • 2. Ingeval wordt afgeweken van het advies der commissie, brengt het Bestuurscollege de redenen dier afwijking ter kennis van de commissie.

Artikel 9.

  • 1. De commissie stelt desgewenst een reglement van orde vast.

  • 2. De secretaris maakt een verslag op, bevattende een beknopte samenvatting van het in de vergadering verhandelde. Met wederzijds goedvinden kunnen deze verslagen worden openbaar gemaakt.

Artikel 10.

Deze eilandsverordening kan worden aangehaald als “Eilandsverordening georganiseerd overleg in ambtenarenzaken” en treedt in werking met ingang van de dag na die harer afkondiging.