EILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 4de december 1991, no.9, regelende de heffing en inning van leges

1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in het Besluit legestarieven, dan wel in een andere wettelijke regeling.

2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in het Besluit legestarieven genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend.

3. Ter bepaling van de verschuldigde leges wordt, indien meer dan één tarief kan worden toegepast, het verschuldigde bedrag naar het hoogste tarief berekend.

1. De leges moeten worden betaald in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5 mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving; ingeval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving.

2. De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5 wordt toegezonden binnen 10 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

3. De voldoening van de verschuldigde leges geschiedt aan de daartoe door het bestuurscollege aan te wijzen ambtenaren.

1. Gehele of gedeeltelijk teruggaaf van leges ter zake van een dienst wordt verleend op een schriftelijk verzoek en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de betreffende verordening of het betreffende besluit opgenomen bepaling.

2. Op daartoe gedaan verzoek en tegen overlegging van het schriftelijk bewijs van de vergunning, kan het bestuurscollege gehele of gedeeltelijke teruggaaf verlenen van leges, indien de verleende vergunning, binnen een jaar na de uitgifte, ten gevolge van niet aan de houder der vergunning te wijten oorzaken, wordt ingetrokken en de betaalde leges een bedrag van f.20,= overschrijdt.

3. Een verzoek, als in het tweede lid bedoeld, dient te worden ingediend binnen twee maanden nadat de vergunning is ingetrokken.

1. Indien bij eilandsverordening niet anders is bepaald, zijn van de betaling van leges vrijgesteld stukken - niet zijnde bewijzen van een vergunning:

• a.

  welke ingevolge een wettelijk voorschrift kosteloos aan particuliere personen of instellingen moeten worden verstrekt;

• b.

  welke door of vanwege het land, een eilandgebied of enig ander openbaar lichaam ten behoeve van hun dienst wordt verzocht, tenzij voor de verschaffing der inlichtingen, ter beoordeling van het bestuurscollege, extra kosten van personele of materiële aard moeten worden gemaakt, in welk geval deze extra kosten in rekening worden gebracht;

• c.

  welke worden verstrekt in het persoonlijk belang van personen, die door middel van een door het bevoegde gezag afgegeven bewijs, hetwelk niet ouder mag zijn dan één jaar, van hun onvermogen doet blijken.

2. Na overlegging door belanghebbende van een bewijs van onvermogen wordt vrijstelling van de betaling van leges verleend voor de door de burgerlijke stand verleende diensten bedoeld in de artikelen 10 onder d, e, en f en 11, onder e en f van het Besluit legestarieven.

3. De wijze, waarop de in dit artikel bedoelde stukken worden verstrekt, wordt door of vanwege het bestuurscollege bepaald.

4. Van krachtens dit artikel ingevolge het eerste lid, onder a en c verleende vrijstelling moet op het betreffende stuk aantekening worden gesteld.

1. Voor de vijfde van elke maand wordt door de in artikel 6, derde lid bedoelde ambtenaren aan het hoofd van de afdeling financiën een verantwoording overgelegd van de in de voorafgaande maand door middel van geplakte legeszegels of via het kwitantieregister ontvangen leges.

2. De verantwoording van de door een stempelmachine als ontvangen geregistreerde legesbedragen geschiedt telkens bij de inlevering van een gebruikte controlekaart. Een nieuwe controlekaart wordt door het hoofd van de afdeling financiën eerst verstrekt, nadat hem gebleken is dat het op de ingeleverde controlekaart aangegeven totaalbedrag bij de ontvanger is gestort.

3. Aan de in het eerste lid bedoelde functionaris behoeven geen verantwoordingen te worden overgelegd van leges, ontvangen ten bate van een bedrijf als bedoeld in artikel 14 van de Comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden (P.B. 1953, no.174).