EILANDSVERORDENING van 28 februari 2012 no. 2 tot het vaststellen van regels voor de taken, bevoegdheden alsmede de samenstelling en werkwijze van door de eilandsraad ingestelde commissies (Verordening eilandsraadcommissies Bonaire)

Geldend van 05-05-2012 t/m heden

Intitulé

EILANDSVERORDENING van 28 februari 2012 no. 2 tot het vaststellen van regels voor de taken, bevoegdheden alsmede de samenstelling en werkwijze van door de eilandsraad ingestelde commissies (Verordening eilandsraadcommissies Bonaire)

HET BESTUURSCOLLEGE VAN HET OPENBAAR LICHAAM BONAIRE:

Overwegende:

dat de eilandsraad commissies kan instellen ter voorbereiding van onderwerpen die in de meningvormende en besluitvormende vergaderingen van de eilandsraad kunnen worden behandeld;

dat de eilandsraadcommissies met het bestuurscollege of de gezaghebber kunnen overleggen;

dat dient te worden voorzien in de regeling van de taken en bevoegdheden alsmede de samenstelling en werkwijze van de door de eilandsraad ingestelde commissies.

Gelet op:

Artikel 117, eerste lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

HEEFT BESLOTEN:

vast te stellen de volgende eilandsverordening:

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    buitengewoon lid: een burger, niet-eilandsraadslid, die op voordracht van een fractie door de eilandsraad als lid van een eilandsraadcommissie is benoemd;

  • b.

    commissielid of commissieleden: de in de commissie zitting hebbende leden en buitengewone leden tezamen;

  • c.

    commissiesecretaris: secretaris van een eilandsraadcommissie of diens vervanger;

  • d.

    commissievoorzitter: een lid van de eilandsraad als bedoeld in artikel 117, vierde lid, WolBES, of diens vervanger;

  • e.

    eilandgriffier: de eilandgriffier of diens vervanger als bedoeld in Hoofdstuk III, Afdeling IX, paragraaf 3, WolBES;

  • f.

    eilandsecretaris: de eilandsecretaris of diens vervanger als bedoeld in Hoofdstuk III, Afdeling IX, paragraaf 2, van de WolBES;

  • g.

    eilandsraadcommissie of commissie: een door de eilandsraad ingestelde commissie als bedoeld in artikel 117, eerste lid, WolBES;

  • h.

    fractie: deel van de eilandsraad waarvan de leden tot dezelfde politieke partij behoren;

  • i.

    gebouw van de eilandsraad: het gebouw waar de eilandsraad van het openbaar lichaam vergadert;

  • j.

    gedeputeerde: eilandgedeputeerde van het openbaar lichaam Bonaire als bedoeld in artikel 37, Wolbes;

  • k.

    gezaghebber: de gezaghebber als bedoeld in Hoofdstuk III, Afdeling IV, WolBES;

  • l.

    ingezetene: hij die zijn werkelijke woonplaats in Bonaire heeft overeenkomstig artikel 11, tweede lid, Wolbes;

  • m.

    lid of leden: het eilandsraadslid of de eilandsraadsleden op voordracht van een fractie door de eilandsraad benoemd als commissielid of het eilandsraadslid dat hem vervangt;

  • n.

    openbaar lichaam of Bonaire: het openbaar lichaam Bonaire genoemd in artikel 2, WolBES;

  • o.

    presidium: het presidium van de eilandsraad als bedoeld in artikel 7, Reglement van orde voor de eilandsraad van Bonaire;

  • p.

    vergadering: vergadering van een eilandsraadcommissie;

  • q.

    WolBES; Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling eilandsraadcommissies

  • 1. De eilandsraad kan vaste en ad hoc eilandsraadcommissies instellen en opheffen. De volgende vaste eilandsraadcommissies worden ingesteld:

    • a.

      Ruimte en Ontwikkeling,

    • b.

      Samenleving en Zorg,

    • c.

      Handhaving en Toezicht,

    • d.

      Bedrijfsvoering en Ondersteuning.

  • 2. Het voorzitterschap van een eilandsraadcommissie wordt bekleed door:

    • a.

      het eilandsraadslid dat lid is van de commissie, zijn plaatsvervanger wordt door de eilandsraad uit de eilandsraadsleden aangewezen;

    • b.

      in geval twee of meer eilandsraadsleden lid zijn van één commissie wordt de keuze voor een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter door de betreffende commissie uit deze leden gedaan.

  • 3. Indien een onderwerp meerdere commissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke commissies besproken, tenzij de commissievoorzitters in overleg beslissen dat:

    • a.

      een gezamenlijke vergadering van de commissies wordt belegd, of

    • b.

      de commissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 4. Indien een gezamenlijke vergadering van commissies wordt belegd, fungeert de commissievoorzitter van de commissie die het onderwerp het meest aangaat als voorzitter van de gezamenlijke vergadering.

Artikel 3 Taken

  • 1.

    De vaste eilandsraadcommissie adviseert en overlegt over het voor zijn commissie met toepassing van artikel 2, eerste lid, onderdeel a, b, c of d, aangewezen beleidsterrein.

  • 2.

    Een eilandsraadcommissie heeft als hoofdtaak het op verzoek van de eilandsraad aan hem uitbrengen van advies over een onderwerp binnen het aan hem met toepassing van artikel2, eerste lid, onderdeel a, b, c, of d, door de eilandsraad toegewezen beleidsterrein.

  • 3.

    Op voorstel van een of meer leden van het presidium richt de voorzitter van het presidium een schriftelijk verzoek om advies, als bedoeld in het tweede lid, aan de voorzitter van de commissie die is ingesteld voor het beleidsterrein waarbinnen het onderwerp valt.

  • 4.

    Naast de in het tweede lid genoemde hoofdtaak kan een commissie ongevraagd advies aan de eilandsraad uitbrengen over een onderwerp binnen zijn met toepassing van artikel 2, eerste lid bepaalde beleidsterrein.

  • 5.

    Een eilandsraadcommissie heeft voorts als taak het voeren van overleg met het bestuurscollege of de gezaghebber:

    • a.

      in ieder geval over door het bestuurscollege of de gezaghebber verstrekte inlichtingen, en

    • b.

      over het gevoerde bestuur ten aanzien van zijn met toepassing van artikel 2, eerste lid, bepaalde beleidsterrein.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. Een commissie bestaat uit leden en buitengewone leden. De artikelen 11, 12, 13, 14 en 16 WolBES zijn op de leden van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Een buitengewoon lid dient Nederlander te zijn en ingezetene van Bonaire, de leeftijd van achttien jaar te hebben bereikt en niet uitgesloten te zijn van het kiesrecht. Artikel 11 WolBES is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Een lid of buitengewoon lid dient zowel om te worden benoemd in een commissie als tijdens zijn zittingsperiode te voldoen aan de Gedragscode eilandsraadsleden.

  • 4. In een commissie hebben ten minste één en maximaal twee eilandsraadsleden per fractie zitting, naar evenredigheid van het aantal zetels in de eilandsraad.

  • 5. Een lid wordt door de eilandsraad op voordracht van een fractie in een commissie benoemd.

  • 6. Een buitengewoon lid wordt door de eilandsraad op voordracht van een fractie in een commissie benoemd.

  • 7. De eilandsraad benoemt op voordracht van een fractie voor iedere commissie ten minste één lid per fractie als vervanger van het lid dat voor de fractie zitting heeft in de commissie. Het plaatsvervangend lid voldoet aan de in het eerste en derde lid genoemde vereisten. Artikel 2, tweede lid, onderdeel b, is van toepassing.

  • 8. Een commissie kan subcommissies instellen en opheffen.

  • 9. De commissie bepaalt de werkwijze van een subcommissie en het door hem te behandelen onderwerp.

  • 10. De vergadering van een subcommissie wordt geleid door een door de commissie aangewezen commissielid. De commissievoorzitter kan in elke vergadering van een subcommissie van zijn commissie aanwezig zijn.

  • 11. Op de werkwijze van een subcommissie is het bepaalde in deze verordening zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Commissievoorzitter

  • 1. De commissievoorzitter en zijn vervanger worden door de eilandsraad benoemd.

  • 2. De commissievoorzitter is lid van de eilandsraadcommissie.

  • 3. De commissievoorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van de commissieleden, de commissievoorzitter en zijn vervanger, eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de eilandsraad.

  • 2. Commissieleden houden op lid te zijn van een eilandsraadcommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, tweede en derde lid, neergelegde vereisten.

  • 3. De eilandsraad ontslaat een commissielid op voorstel van de fractie die de voordracht voor de benoeming van het commissielid heeft gedaan.

  • 4. De eilandsraad kan de commissievoorzitter of diens vervanger uit zijn functie ontheffen, hij blijft mits het derde lid niet van toepassing is, lid van de commissie.

  • 5. Een commissielid, de commissievoorzitter of diens vervanger kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de eilandsraad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat in een commissie, beslist de eilandsraad met inachtneming van artikel 4, zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de commissievoorzitter van de eilandsraad niet langer vertegenwoordigd is in de eilandsraad, vervalt het lidmaatschap van het commissielid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Commissiegriffier en eilandgriffier

  • 1. De griffier stelt aan een eilandsraadcommissie ter ondersteuning van zijn werkzaamheden een griffiemedewerker als commissiesecretaris ter beschikking. Tevens wijst de griffier uit het griffiepersoneel een vervanger aan van de commissiesecretaris.

  • 2. De commissiesecretaris is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3. Bij verhindering of afwezigheid van de commissiesecretaris treedt zijn vervanger in zijn plaats.

  • 4. De eilandgriffier kan een verzoek richten aan het bestuurscollege voor het aan een commissie als commissiesecretaris ter beschikking stellen van een ambtenaar van het openbaar lichaam.

  • 5. De eilandgriffier kan in elke vergadering van een commissie aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3 Uitnodigen gezaghebber, gedeputeerden, eilandsecretaris

Artikel 8

De commissievoorzitter kan de gezaghebber, de gedeputeerden en de eilandsecretaris uitnodigen om aanwezig te zijn bij de vergadering en deel te nemen aan de beraadslagingen.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1. In de regel vinden de vergaderingen van een eilandsraadcommissie plaats op een door de commissie bepaalde vaste dag en uur.

  • 2. De vergaderingen van een eilandsraadcommissie vinden in beginsel plaats in het gebouw van de eilandsraad.

  • 3. Een eilandsraadcommissie vergadert voorts indien de commissievoorzitter het nodig oordeelt of indien ten minste twee in de commissie zitting hebbende fracties schriftelijk, met opgaaf van redenen, daarom verzoeken.

  • 4. De commissievoorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de eilandgriffier.

  • 5. In de bijzondere gevallen bedoeld in het vierde lid zendt de commissievoorzitter ten minste 24 uur voor de vergadering een schriftelijke oproep aan de commissieleden onder vermelding van de gewijzigde vergaderdag, vergadertijdstip, of vergaderplaats.

  • 6. Artikel 10, tweede en derde lid is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de betreffende stukken ten minste 24 uur voor de vergadering tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de commissieleden worden verzonden

Artikel 10 Schriftelijke oproep

  • 1. De commissievoorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep, onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken met uitzondering van de in artikel 119 eerste en tweede lid, WolBES bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12, wordt deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering, aan de leden gezonden.

  • 4. Artikel 9, vierde en vijfde lid, is van toepassing.

Artikel 11 De agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen en aan de commissieleden zenden.

  • 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of van de commissievoorzitter kan de commissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3. Wanneer de commissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voorbereid acht voor de beraadslaging, kan hij besluiten aan het bestuurscollege of de gezaghebber nadere inlichtingen of advies te vragen. De commissie bepaalt vervolgens in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4. Op voorstel van een lid of de commissievoorzitter kan de commissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder bij de griffie in het gebouw van de eilandsraad ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de eilandsraad, de commissieleden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kunnen stukken ook op elektronische wijze aan een ieder ter beschikking worden gesteld.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 119, eerste en tweede lid, van de WolBES geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de eilandgriffier en verleent de eilandgriffier een commissielid inzage.

Artikel 13 Openbare kennisgeving

  • 1. De commissievergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep bedoeld in artikel 10, eerste lid, door aankondiging in één of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen of op de voor afkondigingen in het openbaar lichaam gebruikelijke wijze én door plaatsing op de website van het openbaar lichaam openbaar gemaakt.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 16.

  • 3. Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van het openbaar lichaam geplaatst.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 14 Presentielijst

  • 1. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder commissielid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt de presentielijst door de commissievoorzitter en de commissiesecretaris door ondertekening vastgesteld.

  • 2. De presentielijst wordt nadat deze is vastgesteld, bij de eilandgriffier ingeleverd.

Artikel 15 Opening vergadering en quorum

  • 1. De commissievoorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden aanwezig is.

  • 2. Wanneer 30 minuten na het vastgestelde tijdstip niet het in het eerste lid bedoelde aantal commissieleden aanwezig is, bepaalt de commissievoorzitter onder verwijzing naar dit artikellid, na voorlezing van de namen der afwezige commissieleden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste 24 uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De commissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden aanwezig is.

Artikel 16 Spreekrecht ingezetenen

  • 1. Ingezetenen met uitzondering van de gezaghebber, een gedeputeerde, een lid van de eilandsraad, de eilandsecretaris of een commissielid kunnen als inspreker het woord voeren in de vergadering van een eilandsraadcommissie.

  • 2. Een inspreker kan niet het woord voeren over:

    • a.

      een besluit van de eilandsraad waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzes, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht krachtens artikel 9, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

    • d.

      onderwerpen die niet op de agenda staan;

    • e.

      de reguliere agendapunten: 1) opening, 2) vragenuur, 3) vaststelling agenda, 4) spreekrecht publiek, 5) vaststelling besluitenlijst en 6) ingekomen stukken en mededelingen;

    • f.

      het conceptverslag van de commissie.

  • 3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken meldt dit ten minste 24 uur voor aanvang van de vergadering bij de griffie, hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De eilandgriffier informeert de commissievoorzitter en de commissiesecretaris onverwijld over de melding bedoeld in het derde lid.

  • 5. De commissievoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De commissievoorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 6. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd van maximaal 30 minuten evenredig over de sprekers als er meer dan vier sprekers zijn. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 7. De spreker voert het woord, nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend. De commissievoorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 8. De commissievoorzitter of een commissielid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de inspreker.

  • 9. Bij vaststelling van de agenda wordt de volgorde van de agenda aangepast aan de hand van het aantal insprekers per voorstel. Als eerste wordt het agendapunt behandeld waarvoor zich de meeste insprekers hebben aangemeld.

  • 10. Artikel 21, is voor de handhaving van de orde van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Verslag

  • 1. Het conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt indien mogelijk gelijktijdig met de schriftelijke oproep voor de aanstaande vergadering aan de commissieleden toegezonden. Het conceptverslag wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben toegezonden.

  • 2. In de vergadering wordt het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3. De commissieleden, de commissievoorzitter, de gezaghebber en de eilandgedeputeerden, hebben het recht een voorstel tot wijziging van het verslag aan de eilandsraadcommissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of hetgeen gezegd is niet duidelijk weergeeft. Een voorstel tot wijziging dient voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de commissiesecretaris te worden ingediend.

  • 4. Het verslag wordt opgesteld in de Nederlandse taal en bevat ten minste:

    • a.

      de namen van de commissievoorzitter, de eilandgriffier, de commissiesecretaris, de gezaghebber en de eilandgedeputeerden, de eilandsecretaris en de commissieleden, allen voor zover aanwezig, alsmede de namen van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      welke commissieleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der aanwezigen die het woord voerden;

    • e.

      voor zover aan de orde geweest, een samenvatting van het advies aan de eilandsraad onder vermelding van de namen van de leden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de leden die zich niet uitgelaten hebben;

    • f.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 23, door de eilandsraadcommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5. Het verslag wordt opgesteld onder verantwoordelijkheid van de eilandgriffier.

  • 6. Het vastgestelde verslag wordt door de commissievoorzitter en de commissiesecretaris ondertekend.

  • 7. Nadat het verslag genoemd in het zesde lid is vastgesteld, wordt hiervan een zakelijke samenvatting in de Nederlandse taal en in de Papiamentse taal opgesteld en zo spoedig mogelijk aan de in het eerste lid genoemde personen gezonden.

Artikel 18 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de commissievoorzitter afgesloten.

  • 3. Een commissielid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel maal een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 19 Spreektijd

Een commissielid kan een voorstel doen over de spreektijd van de commissieleden.

Artikel 20 Voorstellen van orde

  • 1. De commissievoorzitter en ieder commissielid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de commissie terstond.

Artikel 21 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker wordt in zijn betoog niet gestoord, tenzij:

    • a.

      de commissievoorzitter het nodig oordeelt hem aan het in acht nemen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De commissievoorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de commissievoorzitter tot de orde geroepen.Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de commissievoorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De commissievoorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4.

    De commissievoorzitter kan de commissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid, als bedoeld in het vierde lid, onmiddellijk de vergadering. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het voornoemde lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 22 Beraadslaging

  • 1. De commissie kan op voorstel van de commissievoorzitter of een commissielid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een commissielid of van de commissievoorzitter kan de commissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het bestuurscollege of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 23 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De commissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de commissievoorzitter of een commissielid genomen alvorens wordt aangevangen met de beraadslaging van het aan de orde zijnde agendapunt.

Artikel 24 Advies

  • 1. Wanneer de commissievoorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de commissie of er een advies aan de eilandsraad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de commissie een advies aan de eilandsraad uitbrengt, beslissen de commissieleden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4. In het advies worden de standpunten van alle leden en buitengewone leden opgenomen.

  • 5. De commissievoorzitter richt het in het derde lid genoemde advies aan de eilandsraad. Het presidium draagt ervoor zorg dat het advies zo spoedig mogelijk wordt geplaatst op de agenda van een vergadering van de eilandsraad.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 25 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 26 Verslag

  • 1. Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de eilandgriffier.

  • 2. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de commissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de commissievoorzitter en de commissiesecretaris ondertekend.

Artikel 27 Geheimhouding

Voor afloop van de besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 119, eerste lid, WolBES of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De commissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 28 Opheffing geheimhouding

Indien de eilandsraad op grond van artikel 26, derde en vierde lid, WolBES voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de commissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de eilandsraad overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers, kledingvoorschrift

Artikel 29 Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De commissievoorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. De commissievoorzitter is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 30 Kledingvoorschrift

  • 1. Tijdens de openbare vergaderingen van de eilandsraad is voor de eilandsraadsleden, genodigden en toehoorders, gepaste kleding en schoeisel vereist.

  • 2. Bij twijfel of kleding of schoeisel gepast is beslist de voorzitter.

Artikel 31 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de commissievergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 32 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, worden tijdens de commissievergadering mobiele telefoons op ‘standby’ gesteld en is tijdens de vergadering telefoneren niet toegestaan. Voor de publieke tribune is het gebruik van andere communicatiemiddelen die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de commissievoorzitter, niet toegestaan.

Artikel 33 Onvoorziene omstandigheden

  • 1. In gevallen waarin deze verordening geen regeling geeft beslist de voorzitter van de eilandsraad, gehoord het presidium.

  • 2. In geval van onvoorziene zaken die zich tijdens een vergadering aandienen wordt staande de vergadering door de commissievoorzitter, gehoord de commissie, beslist.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 33 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de commissie op voorstel van de commissievoorzitter.

Artikel 34 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van haar afkondiging.

Artikel 35 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening eilandsraadcommissies Bonaire

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 28 februari 2012.
De voorzitter, De eilandgriffier.