EILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van 2 februari 1976,no.4 tot wijziging van het "Gratificatiebesluit Bonaire 1969" A.B. 1969 no.4, zoals gewijzigd

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

EILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van 2 februari 1976,no.4 tot wijziging van het "Gratificatiebesluit Bonaire 1969" A.B. 1969 no.4, zoals gewijzigd

Artikel 1

Aan de leden van het personeel die zich naar ons oordeel gedurende de periode van hun dienstverband naar behoren van hun taak hebben,gekweten wordt een gunstgave verleend overeenkomstig de in dit besluit gestelde regelen, alsmede een officiële brief van waardering toegezonden dan wel overhandigd.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde gunstgave wordt uitgekeerd aan de leden van het personeel,die

  • a.

    een diensttijd van 25, 30, 35 of 40 jaar hebben volbracht;

  • b.

    bij het verlaten van de dienst wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd (50 of 55 jaar) of bij eerdere afkeuring een diensttijd van meer dan 12½ jaar doch minder dan 25 jaar hebben volbracht

  • c.

    bij het verlaten van de dienst in verband met het bereiken van de maximale leeftijdsgrens, afkeuring of reorganisatie van de dienst een diensttijd van meer dan 30 [abusievelijk is “jaar” geschrapt bij het besluit van 15-5-1986 (A.B. 1986, no. 5)] hebben volbracht.

Artikel 3

De in artikel 1 bedoelde gunstgave bedraagt voor de leden van het personeel wier salaris maandelijks wordt betaald en die vallen onder:

  • a.

    artikel 2 sub a en c: het door betrokkenen genoten vol salaris per maand,

  • b.

    artikel 2 sub b: de helft van het door betrokkenen genoten vol salaris per maand.

Artikel 4

De in artikel 1 bedoelde gunstgave bedraagt voor de leden van het personeel wier salaris wekelijks wordt betaald en die vallen onder:

  • a.

    artikel 2 sub a en c: vier maal het door betrokkenen genoten weekloon

  • b.

    artikel 2 sub b: twee maal het door betrokkenen genoten weekloon

Artikel 5

Ingeval van overlijden van de ambtenaar of werknemer wordt aan zijn nagelaten betrekkingen een bedrag uitgekeerd gelijk aan dat van de gratificatie die hem, indien hij op het tijdstip van overlijden de dienst met eervol ontslag zou hebben verlaten, op grond van artikel 2 sub b of c zou zijn toegekend.

Artikel 6

De krachtens de voorgaande artikelen uit te keren gratificaties worden naar boven afgerond op een veelvoud van tien gulden.

Artikel 7

Voor de toepassing van dit besluit worden onder salaris en loon verstaan alle betalingen die krachtens het dienstverband met betrokkenen geschieden op het moment waarop zij cq. hun nagelaten betrekkingen aanspraak verkrijgen op de in artikel 1 bedoelde gratificatie doch met uitzondering van de beloning voor overwerk, toelagen ter vergoeding van onkosten en toelagen voor nevenfunkties.

Artikel 8

Dit besluit, dat kan worden aangehaald als het "Gratificatiebesluit Bonaire 1975’’ en treedt in werking op de dag na die van zijn afkondiging en werkt terug tot en met 1 januari 1975. Als dan vervalt het "Gratificatiebesluit Bonaire 1969” (A.B.1969 no.4) zoals gewijzigd.