Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de Rekenkamercommissie Borger-Odoorn 2006

Geldend van 30-09-2008 t/m 31-12-2010 met terugwerkende kracht vanaf 28-09-2006

Intitulé

Verordening op de Rekenkamercommissie Borger-Odoorn 2006

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: rekenkamercommissie;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    extern lid: lid van de rekenkamercommissie niet zijnde raadslid.

Artikel 2 Taak van de commissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie doet onderzoek naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de commissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening.

Artikel 3 Samenstelling, benoeming en aftreedvolgorde

  • 1. De commissie bestaat uit zes leden.

  • 2. De leden van de commissie worden door de raad benoemd. Drie leden worden benoemd door de raad uit zijn midden. De overige leden van de commissie zijn geen lid van de raad.

  • 3. De commissie wijst uit haar externe leden een voorzitter alsmede een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 4. De leden van de commissie, die de raad uit zijn midden kiest, worden benoemd voor een periode gelijk aan de lopende zittingsduur van de raad; externe leden worden voor een periode van zes jaar benoemd.

  • 5. De commissie stelt een rooster van aftreden vast voor de externe leden. Op grond van het eerste rooster van aftreden kunnen de externe leden, in afwijking van het bepaalde in de laatste volzin van het vierde lid, voor een periode korter dan vier jaar worden benoemd.

  • 6. Indien het lidmaatschap van een extern lid eindigt vóór het einde van zijn benoemingstermijn, treedt zijn opvolger af op het moment dat de benoemingstermijn van het vertrekkende lid zou zijn afgelopen.

  • 7. De externe leden kunnen ten hoogste éénmaal herbenoemd worden.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag

  • 1. De raad ontslaat de leden van de commissie.

  • 2. Het lidmaatschap van een lid dat tevens raadslid is eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de commissie te vervullen.

  • 3. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die naar het oordeel van de raad onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel zulk een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien het lid door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie als lid van de commissie te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding externe leden

  • 1. De externe leden ontvangen een vergoeding voor de werkzaamheden die zij voor de commissie verrichten.

  • 2. De vergoeding bedoeld in het eerste lid komt ten las te van het budget van de commissie.

Artikel 7 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling ter kennisneming naar de raad.

Artikel 8 Onderwerpselectie en onderzoeksopzet

  • 1. De commissie kiest de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De commissie zendt de in het eerste lid bedoelde onderzoeksopzet ter kennisneming naar de raad.

  • 3. Indien de raad een verzoek tot het instellen van een onderzoek heeft gedaan, bericht de commissie uiterlijk binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek zal worden voldaan.

Artikel 9 Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie kan besluiten de raad tussentijds te informeren over de voortgang van het onderzoek.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren van de gemeente die mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen, die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De commissie vergadert in beslotenheid; haar rapporten zijn openbaar.

  • 5. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 6. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe deskundigheid inschakelen.

  • 7. De commissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun reactie aan de commissie te geven op de juistheid en volledigheid van het conceptonderzoeksrapport. Betrokkenen zijn in elk geval degenen, wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie voorts als betrokkenen worden aangemerkt. De commissie stelt vervolgens het college van burgemeester en wethouders in de gelegenheid binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste vier weken bedraagt, zijn reactie aan de commissie te geven op de conclusies en aanbevelingen van het conceptonderzoeksrapport .

  • 8. De commissie zendt een afschrift van haar onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van de betrokkenen op het (concept-)rapport aan de raad, het college en aan de betrokkenen.

Artikel 10 Ambtelijke ondersteuning

De commissie wordt bij haar werkzaamheden ondersteund door de griffier of diens plaatsvervanger.

Artikel 11 Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in eerste lid bedoelde budget worden de kosten gebracht betreffende:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      de externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

    • c.

      overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

Artikel 12 Evaluatie

Deze verordening wordt geëvalueerd vóór het zomerreces 2007.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag nadat zij is vastgesteld.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de rekenkamercommissie”.

Ondertekening

De raad voornoemd,

De griffier

L.F. van Ameijden-Zandstra

de burgemeester

T. Slagman-Bootsma