Regeling vervallen per 30-06-2013

Handhavingverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Borne 2009

Geldend van 20-11-2009 t/m 29-06-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2009

Intitulé

Handhavingverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Borne 2009

De raad van de gemeente Borne;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 oktober 2009

gelet op artikel 8a van de Wet werk en bijstand en artikel 12, eerste lid en onderdeel c van de Wet investeren in jongeren;

BESLUIT:

vast te stellen:

de Handhavingverordening Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren gemeente Borne 2009

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borne;

    • b.

      de wet: de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Wet investeren in jongeren, het Besluit bijstandverlening zelfstandige

    • c.

      WWB: de Wet werk en bijstand;

    • d.

      WIJ: de Wet investeren in jongeren

    • e.

      Abw: Algemene bijstandswet;

    • f.

      Bbz: Besluit bijstandverlening zelfstandige;

    • g.

      IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • h.

      IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • i.

      Uitkeringsgerechtigde: persoon die een uitkering c.q. een werkleeraanbod heeft aangevraagd dan wel ontvangt of heeft ontvangen op grond van de WWB, WIJ, Abw, Bbz, IOAW of IOAZ; indien het een gehuwde of samenwonende betreft, wordt onder de uitkeringsgerechtigde elk van de partners verstaan.

  • 2. Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

Hoofdstuk 2 Preventie

Artikel 2 Voorlichting en optimaliseren dienstverlening

Het College stelt een Controleplan Hoogwaardige Handhaving 2005 vast. Hierin staat onder andere op welke wijze aandacht wordt besteed aan het voorkomen van fraude door het vroegtijdig informeren en door een optimale dienstverlening. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college uitkeringsgerechtigde informatie geeft over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand zijn verbonden alsmede over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.

Hoofdstuk 3 Controle

Artikel 3 Informatieverzameling

  • 1. Het college voert periodiek bestandsvergelijkingen uit waarbij actuele gegevens worden gecontroleerd.

  • 2. De extra te vergaren gegevens bij de wijze van controle die nodig zijn voor de vaststelling van de rechtmatigheid van de uitkering zullen altijd voor dit doel vergaard kunnen worden.

Artikel 4 Systematiek en middelen

  • 1. In het Controleplan van de productgroep sociale zaken beschrijft het college de in te zetten controlesystematiek (signaal- en/of risicosturing) en de middelen om de rechtmatigheid van de uitkering te controleren. Deze systematiek kan worden toegepast bij aanvraag, tijdens en na beëindiging van de bijstand.

  • 2. Op basis van deze systematiek neemt het College besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het College en de uitkeringsgerechtigde resterende verplichtingen en de afhandeling ervan.

Hoofdstuk 4 Gevolgen bij fraude

Artikel 5 Verlaging van de uitkering

Indien de uitkeringsgerechtigde onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de bepaling van de hoogte, de duur en de voortzetting van de bijstand, verlaagt het college de bijstand conform hetgeen hierover is bepaald in de Afstemmingsverordening WWB en de afstemmingsverordening WIJ. Dit laat onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand.

Artikel 6 Aangifte bij OM

Indien een gedraging van uitkeringsgerechtigde leidt tot benadeling van de gemeente, doet het College, onverminderd de mogelijkheid de bijstand te verlagen en de ten onrechte ontvangen bijstand terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met het door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het College.

  • 2. Het College kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

Handhavingverordening Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren gemeente Borne 2009.

Artikel 9 Inwerkingtreding

De Handhavingverordening treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 oktober 2009.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Borne in zijn openbare vergadering van 10 november 2009.
De Griffier, De Voorzitter,

Toelichting

Bij amendement is artikel 8a in de Wet werk en bijstand, en artikel 12 eerste lid en onderdeel c van de Wet investeren in jongeren, opgenomen waarin de gemeenteraad regels dient te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Hiermee krijgt de gemeente de verplichting om eigen regels te bepalen omtrent handhaving.

De gemeenteraad stelt op hoofdlijnen het beleid rondom handhaving vast door middel van de Handhavingverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren en geeft daarmee de gelegenheid om nadere invulling te geven aan de verordening in de vorm van beleidsregels.

De verordening sluit zoveel mogelijk aan op de WWB, de WIJ en het beleidsplan Hoogwaardig Handhaven van de productgroep sociale zaken.

In deze toelichting wordt per hoofdstuk nader ingegaan op de Handhavingverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren.

Hoofdstuk 2. Preventie

Zoals in het beleidsplan Hoogwaardig Handhaven is aangegeven werkt de gemeente Borne met het concept Hoogwaardige Handhaving. De vier elementen krijgen in hun samenhang extra kracht. Door in de uitvoeringspraktijk preventieve en repressieve activiteiten evenwichtig te verbinden, wordt de handhaving naar een hoger vlak getild. Preventieve elementen versterken het draagvlak bij de uitkeringsgerechtigden. Dit maakt het mogelijk om repressieve elementen in te zetten: controle op maat en feitelijke sanctionering (hoofdstuk 3 en 4). Oftewel: met preventieve maatregelen worden credits verdiend, die je via repressieve activiteiten kunt benutten. Jaarlijks stelt het college opnieuw de beleidsregels vast. Op 15 september 2009 zijn de beleidsregels opnieuw vastgesteld onder de naam Programmatisch handhaven 2009 / 2010.

Hoofdstuk 3. Controle

In dit hoofdstuk wordt aangegeven (met verwijzing naar het beleidsplan) dat gewerkt wordt met een signaal- en/of risicogestuurde controlesystematiek.

Naar aanleiding van een signaal en/of risicoprofiel kan worden overgegaan naar een intensieve controle. Bij een intensieve controle kunnen allerlei bronnen worden genoemd die geraadpleegd kunnen worden. In principe mogen vele bronnen geraadpleegd worden (ook in het kader van privacy). Als het nodig is, wordt de klant op de hoogte gesteld dat er onderzoek is gedaan. Tevens wordt aangegeven welke gegevens zijn gebruikt en wat er met de gegevens en resultaten is/wordt gedaan. Ook moet geregeld worden welke gegevens opgeslagen worden en of de klant altijd inzage heeft in zijn eigen dossier (wat de productgroep sociale zaken van uitkeringsgerechtigde weet). De inhoud van artikel 3 heeft deze achtergrond.

Hoofdstuk 4. Gevolgen bij fraude

Dit hoofdstuk regelt de verlaging van de uitkering conform de Afstemmingsverordening WWB - WIJ, als uitkeringsgerechtigde niet aan de verplichtingen voldoet of ten onrechte bijstand heeft ontvangen. Daarnaast wordt aangifte van fraude gedaan bij het Openbaar Ministerie. De voorwaarden voor aangifte zullen jaarlijks worden afgestemd met het Openbaar Ministerie en zullen worden vermeld in het beleidsplan van de productgroep sociale zaken.